EXPOSITIE
van WERKEN van
J. MOLENAAR EN MEVROUW
MOLENAAR-VERKERK.
Etalage Foto- en Lijstenhandel P. HOPMAN, Dorpsstraat,
vanaf HEDEN tot 15 JUNI a.s.
Systemen, die niet falen...
De heer J. Rosier te Bergen aan Zee, die voor
heen aldaar op bestelling zijn bekend ijs leverde,
stelt thans in een kiosk naast hotel Bakhuis, dit
ijs eveneens in een aardige verpakking, waarin
het enkele uren bewaard kan blijven, verkrijg
baar, terwijl de heer Houtman te Bergen aan Zee
des Zondags reeds met succes schepijs verkoopt.
De heer P. Kreb, de eigenaar van Hotel Kreb,
blijft doorgaan zijn eigen ijsproduct aan hen, die
dit vooraf bestellen, te leveren, terwijl de heeren
Ruitenberg, David de Groot en Zwart op hun
vaste standplaatsen bij het station, Duinvermaak
en de Franschman met hun ijs het publiek voort
durend van dienst hopen te zijn.
Aan gelegenheden om zich van ijs te voorzien
ontbreekt het in Bergen dus niet.
EEN EXPOSITIE.
De heer J. Molenaar, een vroeger bij de Alk-
maarders bekend lid van het teekengenootschap
„Kunst zij ons Doel", die zich eenige jaren onder
leiding van den heer Arthur Verbeeck in het
schilderen bekwaamde, heeft zich na een verblijf
van een paar jaar in het zuiden van Frankrijk, in
Bergen gevestigd en exposeert thans enkele van
zijn in Z.-Frankrijk vervaardigde doeken, bene
vens een duinlandschap, in de étalage van den
foto- en lijstenhandel van den heer P. Hopman,
Dorpsstraat alhier. Erkend moet worden, dat de
heer Molenaar in zijn werk belangrijk is vooruit
gegaan en het merkwaardige is wel, dat in zijn
werk de invloed van zijn vrouw is te zien, van
wie eveneens een paar doeken geëxposeerd zijn,
waarin zij zich als een begaafde vrouw doet ken
nen. Haar werk is vooral merkwaardig als men
weet, dat zij tot vóór twee jaar nimmer een pen
seel in de handen heeft gehad en de laatste jaren
zich onder leiding van haar man in de schilder
kunst bekwaamde. Zij doet zich kennen als
iemand met een eigen visie op het onderwerp en
met gevoel voor kleur. Dit echtpaar werkt in de
kunst harmonisch samen.
CONCERT
in den Muziektuin te Bergen op Dinsdag 6 Juni
1933, des avonds 8 uur door „Bergens Harmonie".
Beschermheer: de Ed.Achtb. Heer Jac. v. Reenen.
Directeur: de Heer P. Pranger.
Programma:
1. „Concordia", marsch, L. de Morée.
2. „Phébé", ouverture, F. Andrieu.
3. „Donauwellen", wals, J. Ivannovici.
4. „Les Sentinelles d'Apollon", H. A. Maas.
Pauze.
5. „Pick-Up Marche", A. van Leest.
6. „L'Arge d'Or", ouverture, L. Boyer.
7. Fragmenten uit „Die Lustige Witwe",
F. Léhar.
8. Marsch finale.
De toegang tot den muziektuin is vrij.
Kinderen zonder geleide worden niet toege
laten.
Predikbeurten.
Ned. Herv. Gem. (Ruïnekerk) te Bergen.
Zondag 4 Juni, v.m. 10 uur, Ds. v. d. Kieboom.
Gereformeerde Kerk voor Bergen.
Zondag 4 Juni (le Pinksterdag) voorm. 10 uur
en nam. 3.30 uur, candidaat J. H. Slager.
Maandag 5 Juni (2e Pinksterdag) voorm. 10 uur
candidaat J. H. Slager.
Rechtz. Herv. Evangelisatie „Maranatha".
Zondag 4 Juni v.m. 10.30 uur, Ds. P. J. de Jong
van Amsterdam.
Evang. Luth. Kerk te Alkmaar.
Geen dienst wegens ziekte.
Gemonstrantsch Geref. Gemeente
Alkmaar.
Zondag 4 Juni, v.m. 10.30 uur, Ds. Rappold.
R. K. KERK TE BERGEN.
Zondag Hoogfeest van Pinksteren of de ne-
derdaling van den H. Geest over de Apostelen;
2 uur plechtige Vespers. Daarna gelegenheid
om te biechten.
Maandag 2e Pinksterdag, dag van devotie.
H.H. Missen om 7.30 en 10 uur; 2 uur Vesper.
Dinsdag om 9.30 uur gezongen H. Mis met
Veni Creator en huwelijksinzegening.
Woensdag Quatertemper.
Donderdag 7 uur meisjescongregatie7.30
Lof en Rozenh. v. d. bekeering v. ons vaderland.
Vrijdag Quatertemper.
Zaterdag Quatertemper. Van 46 en 79
uur gelegenheid om te biechten.
Historische Anecdoten.
Adjasche, een beroemd dichter, had eens een
lied vervaardigd, ter eere van den wijn.
Kalief Haroen-al-Rasjid liet hem bij zich roe
pen en zei: Ge hebt ongetwijfeld wijn gedron
ken, anders zoudt ge de edele hoedanigheden
daarvan niet zoo uitmuntend hebben kunnen be
zingen. Ge weet, dat Allah door den mond van
den Profeet Mohammed heeft verboden wijn te
drinken. Ik zal u dus wegens overtreding van
dit gebod moeten straffen.
Veroorlooft gij, almachtige, mij een vraag,
vroeg de dichter en op den bevestigenden hoofd
knik van den kalief:
Hoe weet ge, machtige sultan, dat ik de
eigenschappen van den wijn zoo voortreffelijk en
naar waarheid heb bezongen?
Toen zweeg de sultan beschaamd en liet den
dichter ongemoeid gaan!
Toen de Engelsche koning George als kind eens
een mooi stuk speelgoed zag, doch een leegen
spaarpot had, schreef hij aan zijn grootmama Vic
toria: „Lieve grootmoeder: Ik heb gisteren in een
winkel een prachtig mechanisch paard gezien, dat
ik heel graag zou willen koopen, maar ik heb
geen geld. Zoudt u zoo goed willen wezen en me
een beetje geld willen voorschieten? Ja, hè, lieve
grootma? Uw liefhebbende kleinzoon".
Het antwoord luidde: „Lieve jongen. Het doet
me veel verdriet, dat je je geld niet kunt bewa
ren. Je vader zegt mij, dat je al het geld, dat hij
je geeft, nutteloos besteedt! Dat is niet goed. Je
moet de waarde van de dingen leeren begrijpen!"
Twee dagen later ontving de strenge grootma
ma het volgende briefje: „Lieve grootmama: Ik
heb uw brief ontvangen en bedank u er nog wel
hartelijk voor. Ik heb hem dadelijk aan een
boekhandelaar verkocht, die me er 5 pond voor
gaf. Ziet u wel, dat ik de waarde der dingen
goed begrijp? Nogmaals hartelijk dank!"
Heerscht in de Westersche landen de grootst
mogelijke zakelijkheid, in het Oosten vindt men
nog altijd een, men zou bijna kunnen zeggen gro
teske hoffelijkheid. Zoo had de ontdekkingsrei
ziger Zintgraff eens in Peking gelegenheid bij een
terechtstelling, die voor een Europeaan geheel
onbegrijpelijke hoffelijkheid der Chineezen te be-
studeeren. De beul trad, het zwaard in de hand,
op den delinquent toe, maakte eenige zeer beval
lige buigingen en hield een korte toespraak tegen
hem, terwijl hij duizendmaal om vergeving vroeg,
dat een zoo verheven hoofd thans door een zoo
onwaardige hand vallen moest.
Den zeer beschaafden mandarijn Pong werd
opgedragen den hem ter opvoeding toevertrouw
den keizerlijken prins met bijzondere vriendelijk
heid te onderrichten en hem zeer voorkomend te
behandelen. Toen hij nu eens met zijn kweekeling
ging wandelen, ontmoetten zij een kudde schapen
en de onderwijzer vroeg, wat dat voor dieren
waren.
Varkens, antwoordde de prins.
Zeer goed, merkte de mandarijn op. Uwe
hoogheid heeft tot zekeren graad volkomen gelijk,
want deze dieren hebben vier pooten evenals de
varkens; als zij niet met wol bedekt waren, zou
den het inderdaad ook varkens kunnen zijn. Ge
woonlijk noemt men de varkens, die met wol be
dekt zijn, echter schapen.
De laatste vice-koning van Indië ontving eens
bezoek van een familielid, dat een hartstochtelijk
jager was. Hij gaf zijn neef zijn dienaar mee, die
hem na de jacht naar het paleis terugbracht.
Nu, vroeg de vice-koning, heeft mijn neef
geluk gehad?
De jonge Sahib, antwoordde de Indiër, zon
der een spier te vertrekken, heeft uitstekend
geschoten, maarde Almachtige heeft zich
over de dieren erbarmd.
Zeer origineel hoffelijk zijn de in vele Japan-
sche straten aangebrachte waarschuwingsborden
voor de automobilisten. Daarop kan men lezen:
O, automobiel! Je bent mooi, je bent flink,
je bent sterk. Maar misbruik je schoonheid, je
snelheid en je kracht niet! Heb medelijden met je
kleinere broertjes, die zooveel minder zijn dan
jij, met den hond, het paard en den voetganger.
Een croupier aan het woord.
„Ik heb veel menschen zien spelen", zegt de
oude heer, die tegenover mij zit en een sigaret
draait. Ik heb menschen zien spelen, die daar
door ongelukkig zijn geworden. Ik heb er gezien,
die gewonnen en later alles weer verloren heb
ben. Ik heb zooveel ellende voort zien komen
uit het spel en het spelen, dat beide voor mij niet
de minste bekoring bezitten".
U speelt dus in het geheel niet meer? vraag
ik.
Zooals men het op wil vatten. Ik speel bil-
lard. U kijkt verbaasd, maar ik zal u dit nader
verklaren. Ik ben 38 jaar croupier geweest, in
alle plaatsen van Europa, waar speelbanken wa
ren. Croupier bij de baccarattafels, bij het
„Ecarté" en natuurlijk bij de Roulette. Thans heb
ik mij geheel teruggetrokken, maar ik kan van'
het rollende balletje niet loskomen. Daarom speel
ik thans billard, om nog de sensatie van een rol
lenden bal te ondergaan.
Hetgeen u vertelt, is het bewijs er voor, dat
er geen systeem is, waarmee men bij het roulette
spel kan winnen.
Zij, die van een systeem leven.
Juist, zei de oude heer, wanneer iemand in
de gelegenheid is geweest, om het onfeilbare
systeem te leeren, dan ben ik het wel geweest.
Maar er bestaat geen systeem, alleen systeem
maniakken, die daarmee uit venten gaan.
In Monte zit een oude Fransche graaf, die iede-
ren dag tienmaal zijn systeem „Hoe win ik met
100 francs een millioen?" verkoopt en daarvan
leeft. Hij zelf heeft nog nooit een sou gewonnen,
doch eenmaal zijn groot vermogen verspeeld.
U sprak zoo juist van Rouge et noir en van
het „Ecarté"
Ja, ja. De meeste menschen denken, wan
neer zij van een croupier hooren spreken, dadelijk
aan de roulette, zij weten niet, dat wij bij het
Ecarté of baccarat een veel grooter en belangrij
ker rol te spelen hebben dan bij de roulette. Ik
voor mij ben zelfs van meening, dat er procents-
gewijze veel hoogere sommen en veel meer geld
bij het kaart-geluksspel wordt verloren, vooral bij
poker.
Wie het kaartspel heeft uitgevonden, weet ik
niet, doch wanneer de man nog leefde, zou hij
door den eenen hemelhoog worden geprezen en
door den ander worden gesteenigd. Maar weinig
menschen spelen geluksspelen uit zucht tot on
derhouding. De meesten willen winnen en hoe
weinigen kunnen tegen hun verlies. Slechts en
kelen kunnen zich in dit wereldje lang handha
ven. Ik denk slechts aan Hari Singh, Bernard of
de koningin van Engeland, de gemalin van Eduard
VI. Zij allen hebben kapitalen verloren zonder
een spier van het gelaat te vertrekken.
Natuurlijk hebt u ook vaak valsche spelers:
ontmoet.
Geteekende kaarten.
Zoolang er geluksspelen bestaan, zijn er ook
valsche spelers geweest, die met de meest gesle
pen trucs werkten. Toen ik nog jong was, wisten
zij uit kunstmatige vestjeszakken kaarten te voor
schijn te tooveren. Nog tal van andere trucjes
waren sterk in zwang. Ook deze zijn thans niet
meer in de mode en in een goed casino kan men
ook geen valsche kaarten meer krijgen. Natuurlijk
komt het nog wel voor, dat kaarten van nagel
krasjes, die voor een leek onvoelbaar zijn, worden
voorzien.
Ik heb eens een croupier hooren vertellen,
die bij het wisselen van geld valsche kaarten aan
nam
Dit kan waarschijnlijk bij baccarat zijn voor
gekomen, doch dat is louter bedrog en daarover
wil ik liever niet praten. Wie echter geen lust
heeft om te zwendelen en toch het geluk wil
dwingen, probeert het met een systeem. Zelfs
Agnes Sorman, die eigenlijk altijd verloor, ging
prat op de pretentie een systeem te bezitten,
maar ik geloof, dat zij tot de „duikers" behoorde.
Hoe dat? wilde ik verbaasd weten.
Bijgeloovige troef.
Duikers zijn menschen, die er maar blinde
lings op los spelen en er daarom vaak „onder
duiken". Vorst Rosthopschin, die zoo bijgeloovig
was, dat hij door zijn rijknecht een systeem liet
uitwerken, wilde van mij de verzekering hebben,
dat het onfeilbaar was, doch het had niets bij
zonders om het lijf. Hoeveel waarde de geluks
zoekers aan een systeem hechten, bewijst wel het
feit, dat bij iedere speelbank dagelijks tientallen
personen in de handen dér systeemzwendelaars
vallen. Ik ken een zekeren Fleury, die als sy
steemzwendelaar rijk is geworden, zonder ooit een
sou op de speeltafel te hebben gewonnen.
Maar men hoort toch ook dikwijls van groo-
te winsten.
Waarom niet? Het geluk kan toch niet altijd
aan de zijde van de bank zijn. Het is echter in
den loop der tijden altijd bij de bank en wie een
concessie voor een speelbank in handen kan krij
gen, is binnen korten tijd een rijk man.
Hebt u wel eens van Garcia gehoord? Dit
was een Spanjaard, die in Monte eens binnen zes
dagen 4 millioen francs heeft gewonnen, goud
francs wel te verstaan. Tien jaar later leerde hij