SifSl H ill Fa. B. W. G. LIENESCH, Langestr. 41-43-45, Alkmaar. In STRAND- en SPORTMANTELS, COSTUMES, ZOMERJAPONNEN en DAMES- HOEDEN hebben wi) steeds de nieuwste modellen in groote keuze voorradig. Advertentiën. mmmam 2 Slaapkamers -x -rrr-,-1—T AAOTTTJirh rr r\ TV K TTD T A W^VHSXCTMTV A MT7Q H verklaarde de dichter, na evén te hébben nage dacht: „Wijze lessen hébben' blijveiide waarde, daarom schat 'ik ze hóoger dan goud". „Hoor dan de eerste les", 'heranm de Kalief. „Als uw kaftan gaat slijten en vaal wordt, laat hem dan niet piet nieuwe lappen verstellen, ^want dan'zal uw'kleed een sléchten indruk makijn De gelaatstrekken van den dichter verduister den en hij zij tot zichzelf: „Nu heb ik 100 toman ingeboet", De kalief' lachte fijntjes en ging voort: „Let óp; nu volgt de tweede les: Wanneer ge'uw baard zalft, geef dan acht, dat het eind ervan droog blijft, opdat de kraag van uw gewaad niet be smeurd wórdt". i_* Toen hij deze alledagswijsheid aanhoorde,/zucht te dé dichter diep, „O, Allah, nu zijn er al^ 200 toman naar de maan", dacht hij, Weer glimlachte de kalief en sprak: „Nu komt de derde les". Doch de dichter onderbrak hem met de woor den: „O, eerwaardige, ik smeek u, behoudt die les voor u zelf en schenk mij daarvoor de 100 goud- toman die mij meer dan alle wijsheid der aarde waard zijn". Toen lachte de Kalief en liet den dichter 5f)U toman ter hand stellen. De Fransche schilder Horace Bèrnet' reisde éehs in gezelschap van twee oudere d'ochteren Albions die, meenende dat hij haar taal niet machtig was, hem vrijboedig critiseérden. Toen zij door eèn tunnel spoorden, drukte Bernet een klinkenden zoen op zijn eigen hand en hoorde met duivelsch behagen, hoe de beide dames elkaar be schuldigden, zich door den vreemdeling te hebben laten kussen. Bernet hielp bij het einddoel hun ner reis de dames uit de coupé en voegde haar in het Engelsch toe: „Dames, ik zal wel nimmer te weten komen aan wie uwer ik de gunst te danken heb, die mij in den tunnel te beurt viel!" De dappere generaal Stuppa werd door 13 Zwitsersche kantons afgevaardigd naar Lodewijk XIV om aan te dringen op betaling van de achter stallige soldij van de Zwitsersche officieren in Franschen dienst. Louvois zei: Sire, dié Zwitsers zijn lastig! Als uwe majes- tcit al hel geld had, dat Uw voorouders aan dat volk gegeven hebben, zou het een Weg kttmien bedekken van Bazel naar Parijs. Dat kan wel, antwoordde Stuppa, maar als uwe majesteit al 't bloed kon verzamelen, dat de Zwitsers in dienst van Frankrijk hebben vergoten, zou het een rivier Vormen van Bazel naar Parijs. Stuppa kreeg de achterstallige Soldij. De schilder David Teniers de Oudste (1582 1649) kreeg al spoedig in de gaten, dat dikwijls ook de beste schilderijen van kunstenaars, diéonog in leven waren, slecht betaald werden. Het ver ging hem zelf al niet beter. Hij had genoeg doe ken te koop, maar niemand bood er een.béhocm- lijken prijs voor. Daarop bedacht hij een list. Hij verliet de stad Antwerpen, waar hij destijds ver blijf hield en liet kort daarna het bericht van zijn dood verspreiden. Zijn vrouw en zijn. kinderen moesten rouwkleeren dragen. f v Dadelijk kwamen de kenners en de liefhebbers opdagen. Zij rukten elkander haast de schilde rijen uit de handen en betaalden om strijd den hoogsten-prijs. Mevrouw Regnier, echtgenoote van den gou verneur Civil te Versailles had een uitgelezen ge zelschap in huis. Er werd gepraat over allerlei dingen en de gastvrouw, die volgens madame Campman, goed haar tongetje roeren kon, liet zich in het gesprek een lompheid ontvallen. Haar echtgenoot maakte zich hierover zoo boos, dat hij haar in het bijzijn van al de gasten het spreken verbood. Houd je mond, zottin, riep hij. Mevrouw Regnier zweeg en zweeg nog al haar levensdagen. Nooit heeft zij meer een enkel woord gesproken, niettegenstaande men alles be proefde om weer een woord over haar lippen te, krijgen, Men veinsde diefstal, men deed haar schrikken, niets baatte. Tot het huwelijk van,e'en harer kinderen gaf zij toestemming door een. hoofdknik en haar handteekening. Nooit heeft zij een lettergreep meer gezegd, méar haar ma<£ de aangedane beleediging ook nooit vergeven. Als men weet, dat dit stilzwijgen wellicht dertig jaar is volgehouden en deze uiting van wilskracht uitging van een vrouw, heeft men dubbele reden tót verbazing. In Lemberg werd "den Oostenrijkschen keizer Jozelf II een pas uitgevonden machine getoond, waarmede men tabak kon kerven. Jaarlijks kon er 5000 gulden arbeidsloon mee bespaard worden. Jozef II kon de vinding koopen. Hij antwoordde echter: De machine is goed. Door -de besparing echter zouden veel menschen' werk- en daardoor broodeloos worden, dus zullen wij met de toepassing er van wachten tot er. een tijd komt dat er gebrek aan arbeidskrachten is. T Aartshertog Franz Karei was om zijn .minzaam heid en gemoedelijkheid zeer, gezien. Eei) tje daarvan is het volgende: Eens reed de Aartshertog dooaGWeefien toen juist een kinderschare de school uitstroomde. Niet zoo gauw hadden de kleinen den Aartshertog herkend of zij omzwermden het rijtuig en ver vulden de straat met hun gdjuich,.; «terwijl zij ren nend naast de koets bleven. Toen stond de Aarts hertog in zijn rijtuig op en riep in Weensch dialect den koetsier toe: '„Fahrt. nöd. so geschwind, die armen Buben rennen sich ja d'Lungsucht auf 'n Hals". Veel corpulente—menschen-plegen hun soortge- nooten aan te zien alsof zij willen zeggen: nou zoo dik als die b>u ik gélukkig nóg miet. Of ten minste: die daar is toch even dik als ik. Het schijnt hun een troost te iftjn. De, faransche maarschalk Vivonne. drukte onge veer hetzelfde uit toen de-koning eens een op merking over 's mans zwaarlijvigheid niet. kon weerhouden. Vivone en grpaf d'Auvnagne don gen destijds in dit opzicht om den eeréprijs. Maarschalk, sprak de Kp'ning, ge'wordt waarlijk te vet, ge iribet wat meer bewèging nemen. Het schijnt uwe Majesteit onbekend teuzijn dat ik mf) tegenwoordig wel-degelijk veeli-beweeg, antwoorddeyiivpnpe. Uj Waj ppemt ge dan vopr bej/veging? Majesteit,ik loop .dagelijks driemaal om graaf d'Auvergne heen. Deze dfuatste wild? Vivonne dien zet betaald zetten en op dezelfde wijze Viypnne's langzaam heid bespotten. Hij deed het minder gelukkig in de volgende 'bewoordingen:^ Ja, Sire, dat doet de maarschalk en hij heeft daar telkens een half üur voor nöodig. Op een diner bij lord Dorset, waar ook Dryden tegenwoordig was, twiMfen de hertog van Buc kingham en de graaf van Rochester over taal en stijl. Laat Dryden oordeelen, zei Dorset, we schrijven allemaal wat; hij is bevoegd. De hertog en de graaf keken lachend den lord aan, het was algemeen bekend, dat deze er geen stijl op na hield. Hier is pen en pa'pier.. 'begin maar, onze rech'tèr staat daar. Toen Dryderi de drie opstelletjes in handen kreeg, zei hij plechtig: Ik moet bekennen, dat de proeven van stijl van den hertog van Buckingham en die van den graaf van Rochester, mij wel bevallen, beide 'zijn pittig, kórt en smaakvol, maartpch over den aan- genameh stijl van den lord Dorset bén ik in ver- rukking! Oordeelt zelf, mijne heeren, sprak Dryden Verdét', daar Kij zag, dat de hertog en de graaf gpoote 'bogen'opzétten', oordeelt zelf; ik zal het u voorlezen: „Op den èersté'h Mei a.s. zal ik betalen aan Jóhn Dryden, of order, de som vdn 500 pond ster ling; waarde genoten^ 15 April 1686 (get.) Dorset ~.-.V U-. Tóeri dé Turksche stad Aksjémir dóór Tamer lan belegerd werd, zond de bevolking 'den wijzen Nassreddin naar het kamp Van den Mongóofsc'hen prins, órii oI1 derhaVide 1 ingeII aan té knoopen. Met ledige handen dorst Nassreddin' niet voor den grooten Tamerlan te Verschijnen; doch welk geschenk zou hij hem durven aanbiedén? Hij raad pleegde zijn vrouw: zou het een korf prachtvijgen zijn of een mand meloenen? Neem meloenen mee, raadde de vrouw, die zijn grooter en niet zóó alledaagsch. Maar Nassreddin heette niet voor niets wijs. Men moet nooit een vrouw haar zin geven, oordeelde hij: dus zal ik vijgen nemen. Zoo deed hij en hij ging. Doch Tamerlan ontving hem meer dan koeltjes. Over de geringheid van het geschenk Was hij echt verontwaardigd en hij beval zijn dienaar de vijgen een voor een naar het hoofd van den schenker te werpen. De dienaar deed wat hem bevolen, was; doch 4fJkens als een vijg op liet hoofd van den onge- lukkigen onderhandelaar terecht en te pletter kwam, riep deze uit: „Allab zij geprezen!" Tamerlan was ten hoogste verbaasd over de herhaalde dankbetuigingen aan het adres van Al lah en vroeg Nassreddin wat hij daarmee be- doèlde. Ik dank den heer, was het antwoord, omdat het maat vijgen zijn en' geen meloenen, j zooals mijn donftne vrouw mij had aangeraden mede te nemen. Een lid der Parijsche haute finance had den ouden componist Saint Saëns ten eten geyraagd. Uit eerbied voor diens jaren zou de dichter Paul ..Géraldy hem afhalen en weer naar huis begelei den. Aldus geschiedde en Géralry verliet 'reeds met den meester diens woning, toen de grijze componist zich plotseling omkeerde: Eén oogenblik! zei hij. Ik heb mijn tanden borstel vergetenEn hij verdween weer achter zijn deur. f/r. Aan het diner was'Saint 'Saëns zeer goed ge luimd, hij praatte veel en geestig, cn later was hij zelfs 'over te hplen om aan, de piano plaats te ne men, Maar Paul Géraldy had een zeer zeriuw- achtigen avond. Wanneer, hoe en waarvoor zoti Saint Saëns zijn tandenborstel gebruiken De uren vergingen. Géraldy bracht Saint Saëns thuis. Er was niets met den tandenborstel ge beurd. Op de stoep overwon de dichterlijke hiëuw'sgierigheid de goede manieren. Meestér, zou ik u mogen vragen, waarom u vanavond uw tandenborstel hebt meegenomen? - - Wel natuurlijk, zei Saint Saëns. Kijk, het slot van de voordeur is nieuw en de sleutel' gaat stroef. Nu zet ik er zoo den sleutel in, en door den sleutel heen den tandenborstel, om kracht te zetten. Begrijp je o EF zijn'Tiéel wat uitvindèrs arm en in vergetel heid gestorven. Tot déze categorie behoort ook Pierre Alexandre Leorier Delrole, die een procédé ontdekte om uit allerlei gewone planten papier te vervaardigen. Hij werd in 1744 te Valence gebo ren en begon zijn carrière als officier. Om een eerezaak niet één zijner superieuren, moest hij den dienst 'vaarwel zeggen en aangezien hij geen middelen had, nam hij gaarne de leiding van een achteruitgegane papierfabriek te Langlee op zich, een positie, die hem werd aangeboden. Hij bracht de fabriek snel tot bloei en vond een liieü- we methode om papier uit plantenvezels te berei den, .zooals van brandnetels, distels eiken- en populierèn-bast, uit mos en hazelaarsbladeren. In 1786 gaf hij de werken van de markeis De Vilette uit op zijn eigen vinding gedrukt. Deze boeken verkeeren thans nog in zeer goeden Staat, wat wei pleit voor de kwaliteit van het papier. Zijn vinding haalde hem echter het misnoegen op den hals van de eigenaren der fabriek, die hun belan gen daarmede geschaad zagen. Hij werd ontsla gen en kocht een kleine fabriek, waar hij zijn bedrijf voortzette. De fabriek te Langlee ging hard achteruit en was genoopt Leorier Delrole weder directeur te maken, waarna de zaak nogmaals opbloeide. Hij werd zelfs leverancier van de Fransche regeering. In latere jaren trachtte hij een procédé te vinden om oud linnen opnieuw te spinnen. Hieraan heeft hij veel geld ten kaste gelegd, zoodat hij zijn leven in armoede eindigde, Archimedes was zoodanig in meet kundige stel lingen verdiept, dat hij van de bestorming van Syracuse niets had bemerkt, vóór hijzelf doodelijk gewond werd. De filosoof Karneades verzonk .dikwijls zoo diep in gedachten, dat hij vergat te eten. Om hem niet van honger te laten omkomen, besloot zijn dienaar hem als een kind te voeren. Zoo vergat ook Newton menigmaal des middags te eten. Cardanus, een der beroemdste wiskundigen en filosophen, was op reis zoo in verstrooidheid, dat hij zoowel den weg als het doel van zijn reis ver gat. Op de vragen van zijn koetsier waarheen hij moest rijden, gaf hij geen antwoord en toen bii het vallen van den avond hij weder tót zichzélf kwam, was hij zeer verbaasd, dat zijn rijtuig stil stond en dat wel juist onder een galg. De wiskun dige Gieta was menigmaal dermate in gepeins verzonken, dat hij urenlang meer dood dan levend scheen. De groote Bpdoeus was op ziin huwelijks dag zoo verzonken in zijn filosofisché beschou wingen, dat hij verder alles vergat en hij ont waakte eerst uit zijn afgetrokkenheid, toen de bruilofsgasten een commissie afzonden om hem te halen. Toen de Duitsche keizer Leopold I zijn einde voelde naderen, liet hij, na orde op zijn zaken ge steld te hebben, de hofkapel aangetreden en hij stierf, luisterende naar de muziek die stééds 'zijn eenigste genoegpn had uitgemaakt, den 5 Mei 1795. Op den vooravond van een veldslag kwam een officier van maarschalk Toiras verlof vragen, zijn vader die op sterven lag, te gaan bezoeken om hem zijn zorgen te wiiden en zijn zegen te ont vangen. De maarschalk die de ware reden van dit plotseling vertrek goed doorzag, gaf zijn toe stemming en voegde er bij: Eert uw Vader en Moeder opdat ge lang moget leven op aarde. GEVRAAGD te Bergen B. van 25 Juni-2 Juli, jnet volledig pension, 2 personen, liefst met zitkamer of aparte bediening. Brieven fr. met prijsopgave en ligging onder Nr. 14095, Boek handel HIJMAN, c.s. Arnhem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1933 | | pagina 9