24e Jaargang. No. 5. „Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode" van ZATERDAG 1 JULI 1933. TWEEDE BLAD. „DE BADBODE" Bij de Broedvogels. Historische Anecdoten is verkrijgbaar te Bergen-Binnen: lo. in den boekhandel van den heer P. de Haan in de Stationsstraat; 2o. in den Bergenschen Kunsthandel van den Heer P. Hopman; 3o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer" naast het Postkantoor; 4o. in den Eersten Berger Boekhandel, Oude Prinsweg; 5o. in den boekhandel van den heer G. Schoe- link, Oldenburglaan. Te Bergen aan Zee: lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman; 2o, in de zaak van den heer A, Passer; 3o. in den boekhandel van den heer K. Lek. De advertentieprijs van de Badbode bedraagt 20 cent per regel. Voor zaak-annonces van eenigen omvang wordt 15 cent berekend met 20 pCt. kor ting bij plaatsing in alle nummers. Advertenties worden ook aangenomen bij de in dit nummer vermelde adressen, waar de losse nummers verkrijgbaar zijn. N.V. BOUW-EXPLOIT.-MAATSCHAPPIJ „BERGEN AAN ZEE". ZONNEBAD. De N. V. stelt voor de badgasten en villabewo ners de gelegenheid open zich ten kantore van de Vennootschap te Bergen aan Zee aan te melden voor het lidmaatschap van het Zonnebad. De naam lidmaatschap is gekozen, omdat de Vennootschap voor de badgasten en villabewoners een badgelegenheid wil scheppen, waarbij het in tieme karakter van de badplaats zooveel mogelijk blijft behouden. Het lidmaatschap is strikt persoonlijk. Contributie. Ie. Gezinskaarten voor één en het zelfde gezin: a. voor een gezinshoofd (vader of moeder) 6.00 voor vier weken of korter; b. voor het tweede gezinshoofd 4.00 voor 4 weken of korter; c. voor het tweede gezinshoofd indien dit slechts over den Zondag te Bergen aan Zee is 1.50 voor 4 weken of korter; d. voor een kinderjuffrouw of verzorgster 3.voor 4 weken of korter; e. voor kinderen van 1216 jaar 2.50 voor 4 weken of korter; f. kinderen beneden 12 jaar van dit gezin zijn vrij mits in begeleiding van één der beide gezinshoofden, de kinderjuffrouw of ver zorgster van dit gezin, die een diploma moet hebben; g. één logé van dit gezin 1,50 per week of korter. 2e. Afzonderlijke kaarten worden slechts aan vol wassen personen afgegeven ad 6.00 voor vier weken of korter. Ieder lid neemt zijn eigen badcostuum en hand doek mee. Voor de leden is gereserveerd een mooi gedeelte duinterrein bij de badkoetsen. Hierop mogen de leden tenten of vierkante doekomheiningen plaatsen, waarin zij zich kunnen ontkleeden, om zich vandaar-uit in badmantel langs de daarvoor bestemde trap naar het bad bij de badkoetsen te begeven om aldaar in den tijd dat het bad geopend is, onder toezicht te baden. De badmantels, waarop het diploma zichtbaar gedragen moet worden, worden aan den daarvoor bestemden kapstok op het strand gehangen. Het aan- en uitkleeden in een tent of in een ge heel door doek afgesloten vierkant is verplichtend gesteld. Op het Zonnebadterrein mag men niet zonder badcostuum vertoeven. De leden mogen baden zoo dikwijls zij verkie zen, zonder verdere betaling. De tenten mogen blijven staan, echter geheel voor risico van de eigenaars. De Maatschappij en hare aangesteiden kunnen zich niet daarmede be moeien. Indien gewenscht, wordt voor de damesleden een afzonderlijk deel van het terrein afgezet. De leden zijn gehouden de instructies van het toezichthoudend personeel op te volgen en zich na het baden direct naar het gereserveerde duinter rein te begeven. Zij mogen in badcostuum niet op het strand blijven vertoeven. Gerekend wordt op de medewerking van de le den ten aanzien van de naleving van dit reglement, het gebruik van het terrein (b.v. niet op de helling van den zeekant loopen) en hetgeen verder voor den goeden gang van zaken noodig is. De Vennootschap zal gerechtigd zijn het lid maatschap vóór dezen bestemden tijd te doen eindigen tegen eene evenredige restitutie van betaalde contributie. Buiten den door de Directie vastgestelden bad tijd mag niemand op het terrein vertoeven, vooral niet des nachts. Er zijn linnen strandtenten te huur a 3.50 en 4.00 per week. DE BADDIRECTIE. We treden binnen den tempel van ongekorven hout. 't Is er plechtig en toch niet stil, want vele vogels zingen er hun bruilofts- en hoogtijliederen. De Spotvogel zorgt wel den boventoon te heb ben. Tot verre buiten het bosch kan men zijn keurigen zang hooren, en met genoegen luistert men er naar. Het dier zingt zoo luide, stellig om het broedend wijfje den tijd te korten. Het nestje bevindt zich in gindschen Meidoorn, een kostelijk plaatsje, dat niet zoo spoedig door roofvogels of jongens ontdekt zal worden. Hoe soliede is het gemaakt. De ronding is zoo zuiver, alsof de spot vogel er een passer bij gebruikt heeft, en stevig is het bevestigd tusschen drie opstaande takjes. Ziet, uit het nestje gluren over den rand twee glinsteroogjes uit een lichtgeel vogelkopje, die schijnen te vragen, wat de ongekende beweging daar beneden toch wel te beduiden heeft. Nog enkele malen wordt het kopje heen en weer be wogen en nu vliegt het vogeltje heen in een naast- bijzijnde vlierstruik. Onmiddellijk verstomt het gezang van het mannetje. Eerst nu hebben we gelegenheid het nestje te bezien. Hoe fijn bekleed is het geheel! En slechts weinig hulpmiddelen staan den vogel ten dienste, en we hebben ze als niet volkomen te beschouwen. Snavel, klauwtjes en borst zijn de eenige werktuigen en vooral het borstje doet daarbij gewichtige diensten. Daarme de moet elk vezeltje en elk haartje aangedrukt worden; daarmede ook moet de zuivere ronding worden verkregen. Hoeveel aangeboren liefde moet er wonen in het kleine borstje, om zooveel zwaren arbeid te verrichten voor het kinderwiegje! We hebben aan te nemen, dat dezelfde drijfveeren bij zoo'n klei nen vogel tot handelen aanzetten, als die een aan staand moedertje het wiegje doen schikken voor den te verwachten wereldburger. En met een zeker oordeel gaat dit gevederde wezentje te werk, daar het als fundament grovere en steviger zelfstandigheden bezigt, dan voor de verdere voltrekking van het familie-gebouwtje. Symmetrisch sluit alles in en aan elkander, en wanneer het nest den goeden vorm heeft verkre gen, wordt het inwendig bekleed met zachtere stoffen, die een koesterend bedje vormen voor de teere eiertjes. En hoe keurig mooi zien die eieren, gewoonlijk vijf in getal, er uit. Rosekleurig van grond zijn ze versierd met donkerroode puntige vlekjes. Ja, voor verzamelingen heeft men ze gaarne, maar lang niet iedereen strekt de hand uit naar den schat van den spotvogel. En als hei ligschennis moet men het ook eigenlijk beschou wen, datgene aan den kleinen vogel te ontrooven, waarvoor hij leeft, wat hij met zooveel moeite en zorg, met zoovele teedere liefde heeft saamge- bracht. Van dergelijke gevoelens vervuld, willen we he den nog enkele vogels en nesten in de groene tempelzalen bewonderen. Hoe mooi is het jonge groen en hoe heerlijk geurt het nog. We willen behoedzaam zijn om den Goudlijster of Wielewaal te beluisteren. Daar zit hij en we kunnen hem zeer goed zien, zoodat zelfs het rood zijner oogen zichtbaar is. Aan de citroengele kleur kunnen we het mannetje herkennen, alleen de teugels, de bovenzijde der vleugels en de staartpennen zijn zwart. Het wijfje is meer geelgroen gekleurd. Het zal wel ergens verborgen zitten in het nest, dat om de takken geweven wordt. Het nest is ge maakt van mos, bladeren, boomschors en allerlei andere zelfstandigheden. Dikwijls vindt men er papiersnippers en houtkrullen tusschen. Wanneer de jonge vogeltjes uit de glanzig witte eitjes, met zwarte of roodbruine stipjes versierd, gekomen zijn, worden ze nog eenigen tijd in het hooge nest gevoed, zoowel met bessen als met insecten. Zie, alweer een nest, en nu grooter, dat hoog in den boom zit! Ge behoeft niet te vragen, van welken vogel het is. De Vlaamsche Gaai laat gedurig zijn lee- lijk geschreeuw hooren. Daar zit hij, de pluim strijker, die zoo mooi kan doen tegenover andere vogels, maar met booze bedoelingen. Want wee het arme vogeltje, dat dicht bij hem durft komen. Het wordt aangegrepen en vermoord. Meermalen pikt de booswicht zijn slachtoffer den kop open, om de hersenen als lekker beetje te gebruiken, terwijl het overige cadaver onaangeroerd wordt gelaten. De Gaai is overigens een mooie, levendige vo gel. Vooral valt hij dadelijk in het oog door zijn fraaie vleugelspiegels, die lichtblauw zijn en van zwarte dwarsbandjes voorzien. Een tweede spiegel op iederen vleugel is wit. Verder is de hoofdkleur van den vogel een fraai purperachtig grijs met zwarte lengtevlekken op den bovenkop; de stuit is wit, de staart- en slagpennen zijn zwart, terwijl de buitenvlag van de groote slagpennen grijsach tig wit is. De Gaai is een bekwamen nestbouwer. Het nest is vervaardigd van fijne takjes en heide kruid en geplaatst tusschen gevorkte takken. Mooi, komvormig is het en gewoonlijk bevindt het zich 3 tot 5 meter boven den grond. De 5 eieren, soms ook vindt men er 6 of 7 in een nest, zijn licht olijfkleurig en versierd met donkere vlekjes, veel op waterverf gelijkende. Een enkele maal heeft men ook een gaaiennest gevonden in een boomholte. Onze weg voert nu voorbij een pijnboom, waar uit we een eenigszins klagelijk geluid vernemen, 't Wordt voortgebracht door een ouden Basterd- Nachtegaal, die zijn kroost in gevaar rekent. Hou je maar kalm, beestje! We kijken maar even naar ie eenvoudig pakje, roestkleurig op de bovendee- len, wat donkerder op vleugels en staart een wei nig grijs aan keel en krop en wat lichter op de onderdeelen. Ook wenschen we even te zien naar je kindertjes, die te vroeg uit het nestje zijn gekropen, en nu zitten te beven op de dennen naalden. 't Is wel te wenschen voor ze, dat ze straks weer in het aardig wiegje, dat zoo zacht met den boom kan heen en weer schommelen, zullen terugkeeren. Ze hebben het er beter dan in de vrijheid. Daarin zullen ze zich meer ver heugen, wanneer ze vluchtig zijn geworden. En laten de oude vogels dan ook oppassen, dat hun kleintjes niet gezien worden door den Gaai, die daar met opgerichte kuifvederen pronkt, want dan zal het spoedig zijn: „pas geboren, toch ver loren". En dan hebt ge al het werk te vergeefs gedaan. We zouden nog lang voort kunnen gaan met nog meer vogels en nesten in het woud op te sporen, maar we hebben in het bovenstaande reeds aangetoond, dat er heel wat broedvogels in het bosch te vinden zijn. Ja, van April tot half Juni is er veel moois op ornithologisch gebied in de bosschen van Bergen op te sporen. Ook in den tijd van den vogeltrek en des winters kan men er vele soorten vinden. De bosschen zijn on volprezen mooi. Jammer, dat onze vogels nog steeds onder de jeugdige menschen vele vijanden hebben. Laat ons voortgaan, de liefde tot de vogels zooveel mogelijk aan te kweeken! J. DAALDER Dz. Uw radio behoeft niet te kraken. De radio is een machine, die in den winter wel eens klanken wil voortbrengen die het aanhooren waard zijn, maar in den zomer verandert zulk een kastje plotseling van functie. Dan hoort men uit den luidspreker niet dat er in de studio een orkest bezig is klassieke of moderne muziek te geven, maar dan komt men tot de conclusie dat er in de studio een vischbakkerij gevestigd is en men er den ganschen dag niets anders op het vuur heeft staan dan hommetjes en kuitjes. Het poft en het knettert in den luidspreker. Het kraakt er en rochelt er. De muziek steunt en hijgt. De omroeper kucht en brabbeltom het leed met een woord aan te duiden: luchtstoring. Een groot man heeft er zijn heele leven aan be steed om te zoeken naar de oplossing van dit euvel. Wat geeft het of wij u den naam van de zen weldoener der menschheid noemen: hij is er niet in geslaagd om de oplossing te vinden. Maar een eenvoudige boerenjongen uit Scharne- goutum: Piet Hendrik Willem van Winkels heeft dit ei van Columbus op de punt gezet. Hij heeft de remedie tegen de luchtstoring ge vonden. Je zet het toestel op vier rubberpootjes en dit heele geval op een vergiet. Dan hoor je geen luchtstoring meer. Hoe het komt mag de goede Joost weten. Nie mand weet het. Dit geneesmiddel tegen de lucht storing werkt even geheimzinnig als radio zelf. Maar de hoofdzaak is: het gaat. Probeer het zelf maar eens. Frederik de Groote wandelde op zekeren dag door de vertrekken van het slot in Potsdam en bemerkte in de audiëntiezaal een man, die op een stoel stond en alle moeite deed om een wandklok naar beneden te halen om ze te repareeren. De koning klauterde eveneens op een stoel en hielp den man, zoodat deze zich met de klok onder den arm, met vele betuigingen van dank verwijderen kon. Daags daarna las de koning een bericht, dat de vermoedelijke horlogemaker een dief geweest was en de klok gestolen had. De misdadiger zat in arrest en de koning zou beslissen wat er met hem gebeuren zou. Lachend schreef Frederik aan den rand van de mededeeling: „Laten loopen, omdat ik bij het spelen hielp!" Dr. Bambers, de eenige vriend van den Bomee- schen componist Dvorak, vertelde een aardige anecdote over den beroemden meester. Dvorak had van den Oostenrijkschen keizer een orde gekregen en moest naar Weenen om er voor te bedanken. Zijn tekstdichter reisde gezellig heidshalve met hem mee en zei in den trein, toen zij voorbij een moeras spoorde: Jonge, jonge, kijk eens wat een muggen! Dvorak peinsde over muzikale ingewikkeldhe den en gaf geen antwoord, maar toen zij den vol genden dag teruggingen en weer voorbij het moe ras spoorden, klopte Dvorak zijn reisgenoot op den schouder en zei: Ja, ja, dat komt van de vochtigheid! In 1638 ontving de vrouw van den onderkoning van Peru, die lijdend was aan koorts, van een ge neesheer uit Ecuador een pakje dat het poeder bevatte van een bepaalde schors. De schors was die van een boom die de inboorlingen Quinaquina noemden. In 1640 werd deze wonderbare schors naar Europa overgebracht door Jezuieten-missio- narissen uit Brazilië. Men noemde dit poeder dat steeds gunstige resultaten afwierp bij koortsaan vallen, Jezuietenschors. Kardinaal Lugo, die het te Rome ontving, verspreidde het over heel Euro pa en de naam veranderde toen in kardinaal schors. In 1820 werd deze schors door twee eminente Fransche scheikundigen bewerkt, die er het koortswerend principe, dat tegenwoordig kinine wordt genoemd, uit isoleerden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1933 | | pagina 3