A. E. ROMENY Café-Restaurant „Duinvermaak" C. O. MALI, HOOG EN LAAG WATER Groote KINDERSPEELTUIN. Zondagsmiddags Concert en Openlucht-Dancing, RUIM PARKEERTERREIN. In VALK's Lunchroom Tegenover Bureau V.V.V. - Ingang HOUTTIL, ALKMAAR. Drogisterij „Bergen's Wapen' Chemicaliën, Parfumerieën, Toilet- en Foto-artikelen. Historische Anecdoten. BERGENSCHE DROGISTERIJ te Bergen aan Zee. 1933. (in zomertijd.) AUG. Datum Hoog water: Laag water 19 3.12 15.37 11.54 0.— 20 3.49 16.12 0.14 12.35 21 4.22 16.47 0.53 13.13 22 4.56 17.18 1.24 13.50 23 5.27 17.51 2.08 14.20 24 5.59 18.23 2.40 14.51 25 6.33 18.56 3.12 15.23 Mooi gelegen aan den voet der duinen. door Ie Klas Orkest. zit U gezellig. Mooi zicht op de kaasmarkt. H EERLIJ K IJS. Uitstekende LUNCH. Lekkere Koffie. Ruime sorteering Gebak ,^i uit eigen Banketbakkerij. STATIONSSTRAAT, HOEK SMALLEPAD, BERGEN, TELEF. 176. de reclame-bureaux en clichéfabrieken, en nam hij gedurende geruimen tijd de post waar van re dacteur van het tijdschrift Popular Science Monthly. Toen kwam de oorlog. Na de wapenstilstand maakte hij verschillende wetenschappelijke films, o.a. in samenwerking met het Museum of Natural History in New-York. De films „Evolutie" en „Einstein's Relativiteits- Theorie" zijn van hem afkomstig. Max Fleischer is steeds een buitengewoon hard werker geweest. Als hij eenmaal achter zijn tee kentafel zat was hij volkomen onvermoeibaar. Zijn energie, zijn ontembare werklust waren een voort durende bron van bewondering en inspiratie voor zijn medewerkers. Hij gunde zich slechts de aller noodzakelijkste rust. Onafgebroken werkte hij aan de teekenfilms, voor niets anders had hij be langstelling of tijd over. Jarenlang was het zijn gewoonte om veertien uur per dag achter zijn tee kenplank te zitten. Zondagen bestonden niet voor hem. Zijn werk was een spel voor hem, waar hij altijd plezier in had. In de avonduren of op Zon dagen, als het studio verlaten was, wierp hij zich met verdubbelde energie op de uitwerking van nieuwe methoden, die hij, de een na de ander in patenten vastlegde. Gedurende zijn arbeid voor de film, vervaardigde Max Fleischer eigenhandig eenige honderden filmpjes, samengesteld uit drie millioen verschillende teekeningen. De gemiddelde teekenaar, die ongeveer honderd cartoons per dag maakt, zou over dit fabelachtige aantal honderd jaren lang hard gewerkt hebben. Had Fleischer al deze teekeningen bewaard en aaneengelegd, dan zou men zestien honderd kilometer langs zijn eigenhandig geteekende Koko's, Bimbo's en Bettv- Boops hebben kunnen wandelen. In den aanvang zeiden wij reeds, dat in de te genwoordige Screen Songs en Talkcartoons het hoogtepunt van de teekenfilms bereikt is. Het is echter op zijn minst genomen onwaar schijnlijk, dat dit werkelijk het laatste stadium in de ontwikkeling van deze charmante kunst zal zijn. Zoo is men reeds een tijdlang bezig met de be studeering van de mogelijkheid om de teekenfilms in kleuren te brengen. Er zijn reeds verschillende filmpjes op deze wijze vervaardigd, maar Max Fleischer is van oordeel, dat de toevoeging van kleur geen onverdeelde vooruitgang genoemd kan worden. Niettemin worden de proeven in deze richting met kracht voortgezet. Een veel opzienbarender nieuwigheid is echter de synthetische „sound". De geluiden bij de te genwoordige teekenfilms zijn voortgebracht door muziekinstrumenten en menschelijke stemmen, maar het moet mogelijk zijn om tegelijk met het beeld een bijbehoorend geluid te teekenen. Wan neer men zulk een film zou hooren zou men alleen klanken vernemen, die hun ontstaan niet aan mu ziekinstrumenten, doch aan de teekenpen danken, en die dus het product zijn van menschelijk ver nuft. Voor den leek zal dit wellicht abracadabra lijken, doch het idee van synthetisch geluid is niet zulk een wilde fantasie als het schijnt. Kort gele den immers heeft een Engelsche professor aange kondigd, dat hij er in geslaagd was om een men schelijke stem na te bootsen. Na een arbeid van honderd uren had deze geleerde één Engelsch woord geteekend, dat bij de proefneming nog vrij wel onverstaanbaar was, doch dat toch een stap beteekende in een richting, die voor de ontwikke ling van onze teekenfilm nog grootsche mogelijk heden opent. Zooals men weet wordt in een sprekende film de menschelijke stem gefotografeerd op de smalle geluidsstrook, die naast het beeld op de film vast gelegd is. Deze strook ziet er uit als een serie evenwijdige lijntjes van varieerende breedte en tint. Iemand, die hiervan een diegaande studie gemaakt heeft, zal in staat zijn om zulk een lijnen- combinatie te teekenen, die dan bij de reproductie in een klankfilmapparaat een geluid moet op leveren. Het is buitengewoon interessant dat Max Flei scher reeds in deze richting experimenteerde lang voor de komst van de klankfilm. Daar de klank fotografie nog iri stadium van proefnemingen en primitieve laboratoirumtoepassingen was, had hij hieraan slechts weinig steun, doch eindelooze we tenschappelijke proeven en onuitputtelijk geduld werden beloond. Op 21 November 1929 werd in de United States Patent Office te Washington on der nummer 408-835 een patent geregistreerd op naam van Dave Fleischer, waarin de Fleischer- methode voor het creëeren van synthetisch geluid was vastgelegd. Volgens dit patent is Max Fleischer de eenige in Amerika, die geluid mag scheppen op de volgende methode: de teekenaar ontwerpt een klankbeeld van een zeker aantal trillingen. Dit is zijn grond stof, die hij naar willekeur kan wijzigen om bij voorbeeld mannen- en vrouwenstemmen na te bootsen. Door zekere variaties in dit oorspronke lijke klankbeeld aan te brengen, schept hij woor den op verschillende toonhoogten, ten einde dia loog of zang aan te geven. Dit is nog niet alles. Een nog grooter wonder wacht slechts op technische volmaking, want in de Fleischer studio's worden proeven genomen met het scheppen van klankbeelden, waarbij licht sterkte, kleur en afmeting geweldige rollen spelen. Het uiteindelijk resultaat van deze ideeën is van een fantastische grootschheid, die moeilijk onder woorden te brengen is. Binnen weinige jaren wellicht zal Max Fleischer in staat zijn om door middel van een eenvoudig zigzaglijntje of van een strook van varieerende kleur en dichtheid ieder instrument of iedere stem in iedere toonhoogte na te booten. Een teekenaar zou dan een orkest kunnen teekenen, een solo- instrument, dialoog, zang en allerlei geluiden waarvoor wij nog geen namen weten. Geen woorden zijn in staat om de onuitputtelijke moge lijkheden te omschrijven, die hier voor ons opdoe men. Wij staan hier voor een der schitterende ma nifestaties van menschelijk weten en kunnen, voor een wonder, dat wellicht spoedig onthuld zal worden. Is het te verwonderen, dat Max Flei scher, de ziel en de stuwkracht achter deze sprookjeswereld, die op het punt staat om zich voor hem te openen, niet meer uit zijn laborato rium weg te slaan is? Toen koning Frederik Willem van Pruisen in 1719 een hardnekkige voetontsteking kreeg, waar van de doctoren hem tevergeefs trachtten af te helpen, liet hij den regimentschirurg Brandhorst komen. Deze verklaarde dadelijk dat ge geope reerd moest worden. Maar daartoe was de koning niet bereid en hij ontbood nogmaals de eerste Berlijnsche geneesheeren voor een consult. De heeren wisten hoe de koning over een operatie dacht en schreven zalven en omslagen voor. Doch de wond werd dagelijks erger en pijnlijker en maakte den opgewekten Frederik bedlegerig. Weer werd Brandhorst gehaald in wien de koning een bijzonder vertrouwen stelde. Ditmaal advi- APOTH.-ASSISTENTE. - TELEFOON 109. BREELAAN 17, BERGEN (N.-H.) seerde de jonge geneeskundige tot een spoedige operatie, daar er koudvuur bij kon komen en het leven des konings in gevaar was. Frederik zag nu zelf geen anderen uitweg en besloot zich aan het mes van Brandhorst te onderwerpen, ndat hij hem uitdrukkelijk verklaard had dat hij met zijn leven borg stond voor den goeden uitslag der operatie. De chirurg ging kalm aan het werk en de operatie verliep snel en gelukkig. Maar den volgenden dag had de koning hevige pijnen, die gepaard gin gen met wondkoortsen;- hij liet zich pistolen laden, om, wanneer de toestand slechter werd, Brand horst neer te schieten. Gelukkig veranderde de toestand spoedig ten gunste. De beterschap bleef aanhouden. De koning kreeg zijn goed humeur terug en overlaadde den jongen chirurg met gunstbewijzen. Toen de koning geheel hersteld was, liet hij de Berlijnsche doctoren in het slot komen. In zijn kamer moesten zij in een kring staan waarin de koning den chirurg neerknielen liet. Dan nam de koning den hoed van het hoofd, zette dien Brandhorst op en zeide: hiermede be vorder ik u tot doctor. U zijt de ware genees heer. Tevens stak hij hem een kostbaren ring met inscriptie aan den vinger. Tot de artsen ech ter sprak hij: „Jullie scheert je uit mijn huis weg!" Koning Karei VI van Frankrijk was krankzinnig. Te zijnen behoeve had men reeds de speelkaarten uitgevonden, maar deze afleiding verdreef niet lang des konings verveling en men moest op an dere middelen bedacht zijn. Omtrent dien tijd kwam er in Frankrijk een man uit Padua, verge zeld door dertig muilezels, allen beladen met groote kasten, van buiten voorzien van klinkende belletjes. Pusello heette de Paduaner en in zijn kasten bevonden zich zes-en-negentig beelden van kei zerinnen en and-ere vrouwen uit het oud Romein- sche Rijk, van hout gesneden, naar beeldzuilen en munten. Pusello doorreisde geheel Europa, liet zijn bekleed snijwerk voor een geringe som zien en verwierf zich daarmede een niet onaanzienlijk vermogen. Ook te Parijs zou hij zijn nieuw schouwspel vertoonen en het Fransche spreek woord: Tout nouveau, tout beau, bracht hem me- nigen schoone penning. Spoedig werd hij ook aan het hof geroepen. In een tuinzaal achter een voorhangsel had Pusello zijn houten weldoensters tentoongesteld en wachtte op het verschijnen van den koning en zijn gezelschap teneinde het doek te verwijderen en zijn uitleggingen te beginnen. De zinlooze koning verscheen en met hem het heele hof. Pusello begon en nadat hij eenige personages had afgehandeld kwam hij tot de beeltenis der keizerin Poppea, dochter van Titus Ollius, echtge- noote van den beruchten Nero. De Italiaan be handelde de geschiedenis van deze vrouw met niet minder nauwgezetheid. Bij het einde ervan wenschte de koning het beeld van meer nabij te zien en gaf zelfs zijn verlangen te kennen het te bezitten. De kanselier moest met Pusello onder handelen en Karei VI kocht het beeld voor de aanzienlijke som van 150. Het voorbeeld van den krankzinnigen koning vond navolging onder zijn hovelingen. Pusello verkocht binnen weinige dagen al ziin Romeinsche vrouwen aan het Fran sche hof. Deze liefhebberij vond vervolgens ook ingang in andere kringen. In ieder huis wilde men zülk een beeld hebben en daar dat van den ko ning Poppea heette, noemde ieder het zijne even eens zoo en daaruit ontstond Poppée, Pouppée, pop. Toen het eerste nieuwtje voor de ouden voor bij was, werd het kinderspel. In het begin der 16e eeuw was echter de pop nog een zeldzaam heid, want wij lezen dat keizer Maximiliaan bij zijn intocht te Augsburg, 1504, aan een vierjarig meisje, dat hem met een Latijnsch vers verwel komde, een pop ten geschenke gaf. Een Duitsche jonge dame ging met haar poëzie album eerst naar von Moltke en daarna naar von Bismarck met het verzoek eenige woorden in haar album te schrijven. Moltke schreef het eerst en zette er in: Lüge vergeht, Wahrheit besteht! v. Moltke, Veldmaarschalk. Vorst Bismarck schreef toen onder deze spreuk het volgende: Wohl weiss ich, das in jener Welt, Die Wahrheit stets den Sieg bealt, Doch gegen Lüge dieses Lebens Kampft selbst ein Feldmarschall vergebens. NATUURLIJK BRONWATER In KWALITEIT onovertroffen. NEDERLANDSCHE MIJ. Opwekkend en gezond. Opgericht 12 Mei 1887.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1933 | | pagina 2