VICTORIA-WATER „DUINVERMAAK" 6ARA6E D. DAM i Co. HOOG EN LAAG WATER 2 In VALK's Lunchroom CAFÉ-RESTAURANT GROOTE KINDERSPEELTUIN. INFORMATIEBUREAU te Bergen aan Zee. 1934. (in zomertijd). JUNI. Datum Hoog water Laag water 7.21 19.51 3.41 16.10 3 8.15 20.48 4.39 17.05 4 9.18 21.52 5.33 18.01 5 10.25 23.00 6.30 19.05 6 11.32 7.36 20.19 7 0.03 12.35 8.41 21.26 8 1.06 13.39 9.45 22.24 o) o) o) o) o) p) zit U gezellig. Mooi zicht op de kaasmarkt. Heer lij k IJS. Uitstekende LUNCH. Lekkere Koffie. Ruime sorteering Gebak uit eigen Banketbakkerij. Tegenover Bureau V.V.V. - Ingang HOUTTIL, ALKMAAR. Mooi gelegen aan den voet der duinen. ZONDAGSMIDDAGS Concerten Openlucht-Dancing door eerste klas Orkest. RUIM PARKEERTERREIN. der Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Het informatiebureau is gevestigd in het keurig ingerichte gebouwtje naast het Postkantoor, al waar Mevrouw EvenhuisNieboer gaarne aan pension zoekenden en huurders van gemeubileerde huizen gratis alle gewenschte inlichtingen geeft. HET MOOIE BERGEN. Een lid van het bestuur van den Ned. Journa listenkring, dat in Bergen een zomerhuis bezit en ons vacantie-oord dus kent, schrijft: Degenen, die het mooie, rustige en in veel op zichten ook pittoreske Kennemerdorp Bergen, be wonderen, waardeeren, ja zelfs liefhebben, zij kunnen in ten minste drie groepen worden gerang schikt. Daar zijn dan in de eerste plaats de vaste „in boorlingen". Tot hen behooren zoowel zij die in het dorp geboren en getogen zijn, als degenen die er zich, om der wille van de natuurrijke omgeving en het buitenleven verkiezende boven dat van in de stad, permanent gevestigd hebben. De tweede groep enthousiasten zijn de telken- jare weerkeerende vacantiegangers, die gedurende een aantal weken dit oord verkiezen, boven vele andere mooie plekjes en stréken van ons land, om er het werk èn de sleur van den dagelijkschen tredmolen te vergeten, nieuwe krachten te verga ren voor den straks weer wachtenden arbeid en zich te ontspannen door en te midden van een onvergelijkelijk mooi natuurgebied. De laatste groep, zij moge nog vrij gering zijn, maar zij wordt toch ook al grooter en grooter, wordt gevormd door hen die door hun werk of anderszins voor hun huisvesting aan de groote stad gebonden zijn, maar in Bergen een min of meer bescheiden „nederzetting" hebben gevestigd, waarheen zij zich begeven zoo vaak als zich de mogelijkheid daartoe maar voor doet. Die groep, waartoe schrijver dezes èn zijn huis- genooten behooren, zij is in alle bescheidenheid het laatst genoemd, maar lij maakt aanspraak op I een plaats vóóraan en in de allereerste rijen van hen, die uit de volheid van hun hart bereid zijn om mee te doen, als de lof en roem van Bergen, als woonstée èn als vacantie-oord moet worden verkondigd. Wij stedelingen, wij voelen ons toch óók Bergenaren en het zou ondenkbaar zijn, dat de schrijver dezer regelen het verzoek van zijn vriend en vakgenoot, den redacteur van dit blad, zou hebben kunnen weerstaan, om bij gelegenheid van het feit, dat „onze" Zomer-courant haar vijf en twintigste jaargang ingaat en derhalve als feest nummer verschijnen zal, ook zijnerzijds een „ge tuigenis" omtrent Bergen te geven. Dit getuigenis wil dan een antwoord zijn op de mij in de laatste jaren veelvuldig gestelde vraag: Maar wat is het dan eigenlijk, dat jullie in Bergen zóó aantrekt, dat je, niet alleen in de groote va- cantie, maar telkenmale als de gelegenheid zich En let nu op, Bergenaren van de eerste en van de tweede groep, wat zoo'n „Am sterdammer" daarop te zeggen heeft. Bergen trekt ons in de eerste plaats aan, om haar ontzagwek kende verschei denheid aan na tuurschoon. Haar groote mogelijk heden om van het natuurschoon in zijn vele vormen en phasen te ge nieten. Waar elders zouden wij de combinaties heb ben gevonden, die wij in Bergen aanwezig wisten? Waar die heerlijke bosschen, in de directe omge ving en daarmede als het ware ineengegroeid, van prachtige duinpartijen, met daartusschen weer als wonderlijke verrassingen de, in den nazomer reeds zacht lila kleurende heideveldjes? Waar de zee, met het heerlijk breede strand toch ook weer vlak bij bosch en duin, met daarachter weer het vrije ruime polderland, met zijn uitgestrekte echt Hol- landsche weiden en daarboven die echt Holland- sche luchten? Waar vinden wij, bij al dezen rijk dom dan nog bovendien dat verrukkelijke vogel leven en die weelde van plantengroei, van flora en fauna? Wie behoefte heeft om heel vaak, heel dicht bij de natuur te zijn en welke groote-stadsbewoner heeft dat tegenwoordig eigenlijk niet die vindt in Bergen... meer dan hij zocht en dacht te vin den. Want Bergen is wel zóó rijk gezegend met natuurschoon, dat het uitverkoren mag heeten, als weinig streken in ons toch zoo mooie land. Alleen in den Zomer, in vacantietijd? Ach, hoe weinigen helaas zijn er die in de groote stad wonen, die óók in andere jaargetijden met de natuur in aanraking komen I Wij, mét onze kinderen, hebben Bergen nu al kunnen bewonderen in midden Zomer en in hartje Winter, in het prille voorjaar en in de late Herfst. Wij kennen Bergen nu en wij zijn daar dankbaar voor, als in de Kerstweek de blank, witte sneeuw- wade zich uitspreidde over de boschpaden en het sparregroen der begroeide duinen en de oneindige stilte om u heen de idylle van een tooversprookje nog wezenlijker maakt; wij kennen Bergen met de ontluikende pracht van het teere jonge groen, met de prikkelende geuren van voorjaarsbloesem, van seringenboom en Meidoorn; wij kennen het ook in haar schier overdadige weelde van groen en in den Herfst in haar rijkdom van kleuren, in ver scheidenheid van toon en tint. Wie Bergen zóó kent, schaamt zich als stedeling niet te bekennen, dat ons allen op gezette tijden een zekere heimwee bevangt, naar dit stuk prach tige natuur èn naar het kleine huiske met den „wyden bliek" Is. SANTCROOS Dlz. Men herleze van den schrijver dezer bijdrage in „de Badbode" van 3 Juni 1933 zijn ontboeze ming: Men kan Bergenaar zijn en toch óók Am sterdammer". HET BERGER BOSCH. O, die Berger bosschen! Ik weet niet wanneer ze het verrukkelijkst zijn: in de lente, wanneer het teere groen als een sluier zich weeft om de twij gen, wanneer de nachtegaal zingt in het lage hout en de koekoek roept van verre, in den zomer, wanneer de koelte toeft in de lommerrijke lanen, waar het naaldlof ritselt en de lucht is vervuld van dennengeur, in den herfst, wanneer de kruinen zijn gehuld in gewaden van goud, in alle schakeeringen, of in den winter, wanneer de kale takken zich afteekenen tegen de lucht en het sapgroene mos zich vroolijk legert tusschen de stammen, of als in sneeuwmaand het zonlicht zich ontleedt in myriaden van kristallen, als een witte wade dekkend wat weer lenteweelde wacht. En dan de duinenI De duinen met hun hooge toppen, met hun pannen en valleien, waar de witte pirola groeit en de geurige thym, waar de wilde asperge welig opschiet naast de violette distel, waar de gele venkel zijn bloemkroon wiegt en de blauwe scobiosa zich neigt tot den gouden hype- ricum, waar geheèle velden bedekt zijn met witte duinroosjes; welk een verkwikking voor lichaam en ziel, op hun toppen te staan en de lon gen te vullen met hun sterkende lucht! Uit „de Heerlijkheid Bergen in Woord en Beeld" door M. van ReenenVölter. De Oud-Burgemeester huldigt de pioniers van het blad. Nu de Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode haar 25-jarig bestaan herdenkt, wil ik gaarne vol doen aan het verzoek, en een paar woorden bij dragen voor deze uitgave, In 1905 werd door mij de thans bestaande weg naar zee aangelegd, in 1906 kwam de stoomtram AlkmaarBergen tot stand, en in 1909 werd deze spoorlijn tot Bergen aan Zee doorgetrokken. Bergen aan Zee had zich toen reeds tot een bad plaats ontwikkeld, en het toenemende aantal gas ten dat te Bergen vertoefde, deed Mevrouw van ReenenVölter de noodzakelijkheid inzien, van het oprichten van een badcourant. Daar deze taak voor haar alleen te zwaar was, werd er naar een medewerker gezocht, en in den heer Nannes Gor ter werd de juiste persoon gevonden. Hij werd redacteur-uitgever van het nieuwe blad, dat „De Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode genaamd werd. De „kop" werd geteekend door den toen maals te Bergen wonenden kunstschilder Jan Bleys, en het blad werd te Alkmaar gedrukt door „De Nieuwe Courant" en later bij de N. V. Boek en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster en Zn. Nannes Gorter, die te Alkmaar woonde, bracht den seizoentijd te Bergen door om onder de vreemdelingen te vertoeven, en dezen op het na tuurschoon dat hij overal te vinden wist, te wijzen, Hij gaf al zijn krachten aan het werk dat hij met I groot genoegen op zich genomen had, en deed alles wat in zijn vermogen was om Bergen vooruit te brengen. Verscheidene malen kwamen journalisten aan zee bijeen, en altoos wist Gorter er toe bij te dra gen, dat er een vroolijke stemming heerschte. In 1929 werd den heer Nannes Gorter een be trekking aangeboden te Arnhem als Directeur van een Uitgevers-Maatschappij. Het waren financieele overwegingen die hem er toe deden besluiten om deze betrekking aan te nemen, en moest hij bedan ken als redacteur van deze courant. De exploitatie van de Badbode werd daarna op gedragen aan de Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herm. Coster Zn. te Alkmaar, en tot redacteur werd de heer D. A. Klomp benoemd, journalist, woonachtig te Bergen. Ook deze nieuwe redacteur, die vanaf 1929 werkzaam is, heeft bewezen, dat de leiding van de Badbode in goede handen is. Nu de Badbode 25 jaar bestaat, is hier de plaats om in dankbaarheid de twee pioniers van dit blad te herdenkenmevrouw Van ReenenVölter, en de heer Nannes Gorter. J. VAN REENEN. ALKMAAR - Tel. 490 Scharloo hoek Snaarmanslaan. Eenig vertegenwoordiger der FIAT- en NASH-FABRIEKEN. Vakkundige reparaties. Stalling voor 60 auto's- Stopt bij uw bezoek aan de Kaasmarkt bij ons. voordoet, er heen trekt? Warme Bron: 30,1° C. Diepte: 380 M. aFZOMn (YFNFF^KT? APTTTTCT NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ. OPGERICHT 12 MEI 1887.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 12