Voor de badgasten „DE BADBODE" Wat het redacteurschap van „de Badbode" meebrengt. Door Tjeerd Adema. Het lijkt zoo eenvoudig, maar het is in werke lijkheid zoo moeilijk om redacteur van de Badbode te zijn. Buitenstaanders weten dat niet en denken, dat het in elkaar zetten van zoo'n vacantieblaadje even prettig en gemakkelijk is als het lezen daar van, maar schrijver dezes, die het genoegen heeft eiken dag op zijn bureau tegenover den redacteur van de Badbode te zitten en die de moeilijkheden en zorgen van dezen scribent dus beter dan iemand anders kan beoordeelen, weet wel, dat de man, die de redactioneele en ten slotte ook finan- cieele verantwoordelijkheid van dat orgaan draagt, er eiken zomer weer een voorhoofdsrimpel bij krijgt en dat zijn gewoonte om bij het denken en schrijven zijn kuif te streelen, er binnen wei nige jaren toe zal leiden, dat van die kuif een allerbedroevendst klein beetje zal overgebleven zijn. Allereerst is er natuurlijk de zorg voor de ad vertenties, want dat is ten slotte de financieele kurk waarop ook een blad als de Badbode zal moeten drijven. Talrijke firma's moeten aange schreven of bezocht worden, maar er zijn er ge lukkig nog meer, die uit zichzelf komen, omdat zij wel weten, dat een zomercourant op een badplaats het aangewezen orgaan is om alles te adverteeren waarin menschen met vrijen tijd en met een vacan- tietoeslag belang kunnen stellen. Die advertentiepagina's geven daarom niet zoo heel veel zorg en de redacteur zelf is elke week nog het meest verbaasd als hij ziet hoevelen er prijs op stellen in zijn blad te adverteeren. Dat is ten slotte het beste bewijs, dat men de verspreiding en voornamelijk de lectuur van het blad waardeert, maar dat legt den redacteur dan ook den plicht op zijn best te doen om elke week weer met een uiterst verzorgde collectie nieuws te voorschijn te komen. Een week is gauw om. Iedere Woensdag of Donderdag moet de zetter er is een speciale Badbodezetter, die de zorgen van den redacteur deelt en met al diens stemmingen vertrouwd is ge raakt op de redactie verschijnen om te beraad slagen wat men die week wèl en wat men niet zal publiceeren en de eerste vraag is natuurlijk heel wat moeilijker dan de tweede. Er is altijd een heeleboel te vermelden over be zienswaardigheden, musea, natuurschoon en nog veel meer over de prijzen van zonnebaden, zeeba den, strandstoelen enz. enz. Daarmee alleen is ge woonlijk al een pagina te vullen, maar dan blijven er nog genoeg pagina's over om den redacteur zoo i nu en dan den wanhoop nabij te brengen. Menschen die in de zon liggen om droog of bruin te worden, menschen, die zich in een hang mat vervelen of op het terras van een café zitten, moet men niet te zware lectuur voorzetten. Zij hebben geen tijd of liever gezegd geen zin om zich in de theorieën van Einstein of in de quadratuur van den cirkel te verdiepen. Zij willen luchtige lec tuur, grapjes, anecdoten, een leuk verhaaltje waarin hij en zij elkaar krijgen, een versje over zon en water of over jonge meisjes drie groote attracties van een badplaats en verder eenige nuttige wenken om zwarte strandschoenen weer wit te maken of limonadevlekken uit een lichte japon te kunnen verwijderen. De redacteur van een dergelijk orgaan moet dan ook eigenlijk altijd in een zonnige stemming zijn en juist dat laatste laat wel eens te wenschen over. Men kent de geschiedenis van den Paljas, die voor een vroolijk publiek zingen en springen moest, terwijl zijn vrouw, of zijn dochtertje, of zoontje zwaar ziek lagen. Die man lachte met tra nen in zijn stem en wie dat alles goed doorvoeld heeft kan ook wel begrijpen, dat de redacteur van de Badbode een hij en een zij elkaar in volkomen geluk in de armen laat vallen, terwijl hij in zijn hart die heele hij en die heele zij ergens op een hei in de buurt van de gemeente Nijmegen wenschte. Weet U wel, zeer geachte lezers vpn dit blad, dat de man, die U elke week eenige uren van vroolijke ontspanning brengt, al sinds jaren geen vacantie meer heeft, omdat hij moet werken als een ander er tusschenuit trekt en dus precies het zelfde hondenleven heeft als een nachtwaker, die in donker in den regen moet wandelen als een ander lekker kan slapen? Dat is een van de schaduwzijden in het leven van den man, die altijd maar weer over de zon en het warme water moet schrijven. Wist U wel, dat hij tweemaal per dag naar Bergen aan Zee gaat om te kijken of het werkelijk hoog en laag water is en hij zich dus in zijn bere keningen en voorspellingen niet vergist heeft? Is het U wel bekend, wat er allemaal voorafgegaan is aan het artikel in nummero één van den jaargang van het vorige jaar „Hoe jonge meisjes over den eersten kus oordeelen?" Kunt U het zich voorstellen hoeveel proefnemingen de arme man heeft moeten doen, om eindelijk een op ervaring gebaseerd oordeel te kunnen publiceeren! Wist U wel, dat hij een dagelijksche klant van het archief is en zich in de stoffige en vergeelde paperassen van allerlei persoonlijkheden uit onze geschiedenis verdiept om zijn „Historische anec doten" te kunnen schrijven? En gij allen, lezers, die van de raadseltjes en grapjes vooral van de uitgebreide rubriek grap- TJEERD ADEMA, Hoofdredacteur „Alkmaarsche Courant". jes geniet, wist gij wel welk een enorme moeite en inspanning het kost om elke week weer zoo n serie bij elkaar te bedenken? Schrijver dezes is er meermalen getuige van ge weest, dat de zetter op Vrijdagmiddag de redactie binnenstormde met de mededeeling, dat hij het zetsel had uitgemeten en dat er nog twee kolom men te kort kwamen, twee kolommen, die den vol genden morgen vol grapjes en aardigheidjes moe ten staan. Dan gaat de redacteur niet naar bed, dan steekt hij een pijp op, zet een vervaarlijken bril met hoornen randen op zijn neus, zet de radio af, stuurt de miauwende kat naar buiten en gaat zit ten denken. Alle mogelijke Paljas-zorgen moet hij dan met geweld uit zijn hoofd zetten. Het publiek verlangt grapjes en er is een jarenlange oefening en voortdurende training voor noodig om grapjes te bedenken die zoo grappig zijn, dat men er ook om kan lachen. Er zijn natuurlijk allerlei grapjes en er zijn ver schillende menschen, die den redacteur wel eens „grapjes" vertellen, maar hij is en dat moet ten slotte een goed redacteur wel zijn een man, die er op gesteld is, dat wat zijn lezers onder de oogen krijgen den toets van netheid en grappig heid in alle opzichten kan doorstaan. Alle grapjes zijn nog geen grapjes voor de lezers van de Bad bode en alle lfledewerking, Welke de redacteur op dat gebied krijgt, is dan ook niet altijd te waar- deeren. Die grapjes vooral zijn een nagel aan zijn jour nalistieke doodkist, en het is een bewijs van zijn bijzondere talenten, van zijn uithoudingsvermogen en vooral van zijn humoristische natuur, dat hij ten slotte elke week weer een verzameling anec doten kan publiceeren, die werkelijk aardig zijn. In den regel tenminste wel, dat dient onomwonden gezegd te worden. Ten slotte is het orgaan groot genoeg om niet door een en denzelfden man geredigeerd, gedrukt en rondgebracht te worden. Hij heeft voor dat alles zijn medewerkers en houdt er bovendien nog een particuliere secretaresse op na. Hij heeft mede werkers die over vogels, kevers en eekhoorntjes schrijven, hij heeft een aparte weervoorspeller, die ten behoeve van de zomergasten instructies heeft gekregen om voor veel zon en voor weinig regen te zorgen, hij heeft dichters in zijn dienst, die zich op zon, water en jonge meisjes gespecialiseerd hebben en hij heeft altijd voldoende hulpkrachten die hem elke week helpen de lijsten van de pen sionhouders te ontcijferen en om op te tellen hoe veel vreemdelingen er die week weer in het bosch en aan zee en duin vertoefd hebben. Ieder komt wel eens tot een verschillende uitkomst, maar door onderlinge vergelijking wordt ten slotte toch altijd het juiste cijfer gevonden. Dank zij de bijzondere belangstelling van den kunstzinnigen redacteur voor alles wat met het schildersleven in verband staat ook met de schilderstukken zelf heeft menig nummer van dit orgaan in woord en beeld reeds een kunstbe schouwing gehad, die den toets der critiek in alle opzichten doorstaan kan. Komt het nog eens en daar zijn plannen voor in voorbereiding zoo ver, dat het orgaan ook in Parijs en Amerika ver spreid wordt, dan zal, dank zij deze eenvoudige en pretentielooze Badbode menig Bergen's kunstenaar nog wereldvermaardheid kunnen krijgen. De zetter komt juist binnen met de mededee ling, dat hij nog maar een halve kolom plaats heeft en de redacteur, die blijkbaar deze copie den schrijver kennende niet heelemaal ver trouwt, heeft al een paar keer waarschuwend in mijn richting gekeken. Ik zal dus moeten eindigen, maar ik zie juist in den vorigen jaargang nog een uitgebreide serie artikelen onder den titel „Wat niet in de gids van Bergen staat". Wie den omvang van dezen gids kent en er, dank zij eenige regenachtige vacantiemaanden, achtergekomen is wat er wèl in staat, zal mij moeten toegeven, dat de redacteur alleen door deze serie al bewezen heeft, dat hij een buitenge woon vindingrijk man is. Hij heeft ontdekkings eigenschappen, die in den tijd van Willem Barentz en Bontekoe het toen ook al moeilijke emigratie- vraagstuk tot een volledige oplossing zouden ge bracht hebben. Nu moet hij zich helaas tot Bergen en omgeving beperken, maar wat hij daar nog ontdekt heeft wat niet in den gids staat, is van verbazingwekkenden omvang, waarbij bovendien nog alles verzwegen is wat niet in den Gids zou staan omdat het er fatsoenshalve niet in hoorde. In de dagen van het bloemencorso, het hoogte punt van het Bergensche zomerfeest, is de redac teur gewoonweg ongenietbaar. Dan heeft hij geen vrienden, geen vrouw en geen huis meer, of beter gezegd, hij heeft ze wel, maar hij weet het niet meer. Dan denkt hij slechts aan lijn en kleur, aan groepen, aan bloemen, rozen, leliën en margrie ten. Dan is hij overal waar hij denkt dat hij zijn moet en nergens waar men denkt dat men hem kan vinden, dan is hij, om eens een afgezaagde politieke term te gebruiken, de ziel van de bewe ging en als het concours, dank zij zijn energie, goed verloopen is, als de zon geschenen heeft en de vuurpijlen werkelijk naar boven zijn gegaan, komt eindelijk de ontspanning. Dan zien wij hem in geen drie dagen boven water komen, want dan moet hij zijn enthousiasme eerst uitgevierd hebben en een paar weken slaaptekort inhalen, maar dan verschijnt er ook een Badbode, in woord en beeld zoo keurig verzorgd, dat menig voornaam tijd schrift er, om het maar eens populair te zeggen, een puntje aan kan zuigen. De zetter verschijnt al weer met de mededee- ling, dat er nog plaats voor drie regels copie en voor twee grapjes is en omdat het gezicht van den redacteur, nu hij ziet dat ik al aan mijn vierde vel copie ben, steeds zwarter en dreigender is ge worden hij vermoedt blijkbaar niet veel goeds van mijn medewerking zal ik maar eindigen omdat ik voor geen geld ter wereld zou willen, dat de lezers van de Badbode deze week een tweetal minder grappige grapjes onder de oogen zouden krijgen. In het algemeen kan ik dus constateeren, dat de redacteur van de Badbode hij heeft mij verbo den zijn naam te noemen, maar men kan die, onder ons gezegd, aan den kop van dit blaadje vinden een man is, die naast groote journalistieke talen ten een buitengewoon volhardingsvermogen bezit, een man, die geen moeite en tijd ontziet om het blad, waarvan hij de geestelijke vader is, in alle opzichten tot een orgaan van standing te maken, een man, die, ondanks de bovenmenschelijke taak, die hem op de schouders gelegd is, zijn energie en bovenal zijn goed humeur weet te bewaren, een man, die de copie van zijn medewerkers altijd meer lof toezwaait dan deze dikwijls verdient en daarin slechts in uiterst zeldzame gevallen iets be kort of verandert, in één woord een man, die dank zij zijn zeldzame geestesgaven Door gebrek aan tijd en plaatsruimte afgebroken. De opname van dit artikel bewijst geenszins, dat de redactie j er mee instemt. REDACTIE BADBODE. is verkrijgbaar te Bergen-Binnen: lo. in den boekhandel van den heer P. de Haan in de Stationsstraat; 2o. in den Bergenschen Kunsthandel van den Heer P. Hopman; 3o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer" naast het Postkantoor; 4o. in den Eersten Berger Boekhandel, Oude Prinsweg; 5o. in den boekhandel van den heer G. Schoe- link, Oldenburglaan. Te Bergen aan Zee: lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman; 2o. in de zaak van den heer A. Passer; 3o. in den boekhandel van den heer K. Lek. is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkan toor in de maanden Mei en Juni 2 maal per week en wel van 14 tot 16 uur te bezichtigen is, en in de maandfen Juli en Augustus dage lijks van 1012 en 24 uur, op Zon- en Feestdagen alleen van 24 uur, toegangsprijs 25 ct„ (ingang bij het tuinpoortje); 2o. dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitsluitend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Baddirectie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat naast het Post kantoor, tegen betaling van 25 cents; 3o. dat het Duinmuseum in het Parnassiapark, te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kosteloos. Kinderen zonder ge leide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; 4o. dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P. Boendermaker, belangstel lenden in de gelegenheid stelt Donderdags middags van 2 tot 4.30 zijn collectie, onderge bracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 2