Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode BERGEN AAN ZEE VIJF-EN-IWINIIGSTE JAARGANG. No. 3. ZATERDAG 16 JUNI 1934. REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEFOON 21, BERGEN (N.-H.) EERSTE BLAD. 7de BADBODE" Voor de badgasten Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zoon, Voordam 9, Alkmaar. is verkrijgbaar te Bergen-Binnen: lo. in den boekhandel van den heer P. de Haan in de Stationsstraat; 2o. in den Bergenschen Kunsthandel van den Heer P. Hopman; 3o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer" naast het Postkantoor; 4o. in den Eersten Berger Boekhandel, Oude Prinsweg; 5o. in den boekhandel van den heer G. Schoe- link, Oldenburglaan. Te Bergen aan Zee: lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman; 2o. in de zaak van den heer A. Passer; 3o. in den boekhandel van den heer K. Lek. is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkan toor alle werkdagen geopend is van 1012 en 24 uur, op Zon- en Feestdagen alleen van 24 uur, toegangsprijs 25 ct., (ingang bij het tuinpoortje); dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitsluitend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Baddirectie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat naast het Post kantoor, tegen betaling van 25 cents; dat het Duinmuseum in het Parnassiapark, te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kostelqos. Kinderen zonder ge leide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P. Boendermaker, belangstel lenden in de gelegenheid stelt Donderdags middags van 2 tot 4.30 zijn collectie, onderge bracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen. 2o. 3o. 4o. Voorname, rustige Badplaats met breed, helder wit strand. Geen stof Geen grondvervuiling. Verrassende resultaten, vooral bij kinderen. Uitstekende Tennisbanen. (Gravel, rood). Schitterende wandeling in c.a. 1500 H.A. der prachtige duinen en duinbosschen voor bad gasten, op kaarten die tegen betaling van 25 cents worden verstrekt. Duinwaterleiding en electrisch licht. Post- en Telegraafkantoor. Het bebouwingsplan en de gansche opzet der badplaats maken haar tot een der lieflijkste plaat sen om een buitenverblijf te stichten. Voor bouwgronden en andere inlichtingen wende men zich tot de N.V. BOUW-EXPLOITATIE-MAATSCHAPPI.I BERGEN a. ZEE. Huize „Kranenburgh", Bergen (N.H.) of bij den Heer D. HAASBROEK te Bergen aan Zee. Het vóórseizoen. Toen wij op Hemelvaartsdag, die een zeldzame zomerdag was, van de zon op het terras van Hotel Nassau-Bergen genoten, leek het ons of er tus- schen den vorigen zomer en die van thans geen gure herfst en barre winter was geweest. Wij dachten aan de juistheid van het dichterwoord: Een jaar „Dat als men in 't verschiet Het voor zich ziet Een stortvloed lijkt Een wilde stroom, Wiens oever onbereikbaar schijnt, Maar die, als op een wenk verdwijnt, Voorbij vliegt als 'n droom". De voorbije winter leek inderdaad een droom en het was ons, alsof wij gisteren dit terras met z'n zomersche bezoekers hadden verlaten. Hemelsvaartdag zette goed in en ook de Zon dagen daarvoor waren zonnedagen, en wij hebben verscheidene van die dagen op het terras voor hotel Trianon (het eenige hotel dat in den vóór- en natijd daartoe de gelegenheid biedt) van de in de zon glinsterende zee genoten. Alle goeds voor Pinkster kon dan ook worden verwacht. De dagen vóór Pinkster waren echter guur, doch toen Vrij dags het weer omsloeg, liepen de hotels en pen sions te Bergen en Bergen aan Zee vrijwel vol met week-enders. Pinkstermorgen was het weer evenwel allesbe halve mooi, zoodat aan zee het bezoek ver bene den de verwachting bleef. In Bergen-binnen was het druk, vooral in de Rustende Jager en Duinver- maak. Het echte terras-weer was het echter niet, zoodat ook voor Bergen-binnen de Pinkster niet bracht, wat men gewoon was. Den tweeden Pink sterdag woei er een halve storm en was het heele- maal geen zee-weer, waardoor er van strandleven op onze badplaatsen geen sprake was en de di verse daarvoor ingerichte zaken in stille verlaten heid lagen. Pinkster 1934 was wel een heele slechte Pink ster en hoewel het weer in Mei niet bepaald slecht was, was het toch, vooral des Zondags, van dien aard, dat de lust om naar zee te gaan, niet sterk werd gevoeld. De vóór-tijd is dan ook tot nog toe onbevredigend geweest. J.L Zondag konden wij met voldoening consta- teeren, dat de trek naar zee zich onmiddellijk openbaart, wanneer het weer daartoe lokt. Uit alle provincies waren er auto's, de parkeerterreinen stonden vol en op het strand was er een gezellig strandleven waar te nemen. Mogen de komende maanden het mooie zomer weer brengen, benevens het bezoek, dat ge- wenscht wordt! DE TOENAME DER BEVOLKING TE BERGEN. In het jubileumnummer van „De Badbode" plaatsten wij naar een teekening van den ge meente-architect, den heer J. Roggeveen, een geo grafische voorstelling van den loop der bevolking in Bergen gedurende 50 jaar. Wij zagen daaruit, dat het aantal zielen op 1 Jan. 1883, 1484 bedroeg, te weten 735 mannen en 749 vrouwen. Tot 1905 steeg het zielental tot 1727, w.o. 868 vrouwen en 859 mannen. Het jaar daar voor waren er in de gemeente 14 mannen meer dan vrouwen, In 22 jaar ging de gemeente Bergen dus met slechts 243 zielen vooruit. Wij hebben Bergen in die jaren van landelijke rust gekend en herinneren ons nog zeer goed de groote saamhoorigheid, die er toen onder de bevol king heerschte. De bestaansbron voor de bewoners vormden toen de in de gemeente gelegen polders en een groot deel van de arbeiders uit Bergen werkte bij voortduring bij de waterbouwkundige werken. Zij hadden zich, dank zij de bekende aannemers, de heeren Oldenburg, in den lande als polderjon gens een goeden naam veroverd. Een ander deel vond een sober bestaantje in den arbeid in de bosschen en in de duinen, terwijl weer een ander deel als ambachtslieden op bescheiden wijze den bestaansstrijd voerde. Men leze hierover het werk je van wijlen mevrouw van ReenenVölter „Ber gen in Woord en Beeld". Een enkele Alkmaarsche familie bezat hier reeds een zomerhuis, terwijl reeds de eerste schilders hier hun tenten hadden opgeslagen, doch van toe risme in Bergen als vacantie-oord was toen nog geen sprake. De menschen leefden eenvoudig. Slechts de Hee- renweg was bestraat, geasfalteerde wegen waren onbekend. De weg naar Alkmaar was een smalle grintweg met in het midden een paardenpadje. Des zomers stoof deze weg geweldig en des win ters was het vaak een slappe, zuigende massa. Een tramverbinding bestond er niet. Electrisch licht en gas waren onbekend, rioleering eveneens, en of schoon de Alkmaarsche waterleiding in Bergen haar pompstation had gesticht en men voor enkele guldens per jaar aansluiting op de waterleiding kon krijgen, waren slechts weinige Bergenaren daarop aangesloten, omdat zij overal goed water konden bekomen, het waterleidingbedrijf in particuliere handen was en er in dit opzicht nog geen over heidsdwang bestond. In 1906 kwam door het tot standkomen van den weg naar zee en van de tram in dit alles verande ring. De eerste hotel-pensions verschenen en vooral de stichting van het hotel NassauBergen te Bergen aan Zee gaf den stoot aan de ontwikke ling van Bergen als vacantie-oord. In Bergen- Binnen verrezen achtereenvolgens de pensions Ken- nemeroord, hotel Kreb, de Haemstede, Holland, het Witte Huis en het Oranje-Hotel, en het mooie Bergen werd meer en meer gezocht als toeristen oord, met als gevolg, dat er steeds meer gelegen heden kwamen om daarin de gasten te ontvangen, met als resultaat een toename van de welvaart der bevolking. Jan. 1921 telde Bergen nog slechts 1032 groote en kleine woningen en dit aantal is tot op heden reeds tot 1652 gestegen, terwijl het zielental tot 6295, w.v. 2831 mannen en 3464 vrouwen, steeg. Noodwendig had deze uitbreiding ten gevolge, dat de tegenstelling tusschen de natuur en de mensch sterker naar voren trad. Ieder huis toch eischte, dat er een offertje aan de natuur werd gebracht. Dit was een nadeel. Een ingewikkelde en pijnlijke moeilijkheid ontstond. Onder den invloed van sociale schrijvers, die de ontwrichting van de groote steden zien, verlangde de stadsbevolking meer nader te komen tot de natuur. Velen zagen door de verbeterde verkeersmiddelen de kans ge komen om de menschen-opeenhoopingen, die de steden zijn, los te laten en zich in Bergen te vestigen. Velen van hen, die voor zich het offer van een mooi stukje natuur hadden gevraagd, ontpopten zich als natuurdweepers en ergerden zich in hun snobistische zelfvoldaanheid aan de anders dan zij geaarde wandelaars uit de stad, die niet schroom den om in duin en bosch luidruchtig te praten, een lied te laten schallen of een sinaasappel te eten. En hoewel deze stadsmenschen niet anders doen dan de vogels, die eveneens hun lied zingen en een in de natuur gegroeide vrucht opeten, meen den de egoïsten de wenschelijkheid naar voren te moeten brengen om de toegankelijkheid van de natuur voor anderen te beperken. Wij, die erkenden, dat het natuurschoon geducht te lijden krijgt, wanneer men ondoordacht door gaat steeds meer van het bosch af te knabbelen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 1