A. DAM Co.
In onze
Lunchroom
Koude «warme
Spijzen, den
geh. dag.
A rt\ o-
DAGBOEK.
Een behaaglijke stilte hing in de kleine kamer.
In een hoek stond Loekie over de theetafel gebo
gen en d'r slanke handen deden zachtjes klirren de
porceleinen kopjes.
Vanuit m'n leuningstoel keek ik naar de silhouet
naast de dof-oranje schemerlamp keek naar d'r
haar, dat scheen te gloeien in gouden tinteling.
M'n blik gleed dan verder van haar door de ka
mer, proefde al de kleine snuisterijen, die haar
fijne smaak daar had saamgebracht en naast
elkaar geschikt in wondere harmonie.
Aan de wand reproducties van Toorop.
In alles, wat m'n oogen daar betastten, vond ik
telkens terug een stukje van Loekie's smaak, van
Loekie's warmte, van Loekie's binnenste. En haar
binnenste was mooi. Ik wist niet bepaald te zeggen
wat. Daar lag iets zwaars en donkers in haar ziel.
Iets van hyacinthengeur, iets van zuidelijk-warme
tint. Zooiets voelde ik ongeveer, wist niet goed
onder woorden te brengen datgene, waarom ik
van d'r hield.
Vroeger, als kinderen, hadden we met elkaar j
gespeeld, later waren we elkaar uit 't oog verlo
ren, maar nü, als jong meisje en jonge man, had
iets ons weer doen zoeken naar die oude vriend
schap.
Zoo kwam ik dikwijls bij d'r aanloopen, eerst
wat gedwongen, maar na een poos mij heerlijk rus
tig voelend, als vriend met haar in die kamer, vol
dingen, waar we allebei van hielden. Samen kon
den we dan lachen om niets en onzin zeggen, om
dan even later plotseling weer ernstiger te worden.
Vaak ook konden we zwijgen, langen tijd, en
stil staren voor ons heen; geen behoefte hadden
we dan tot spreken en de nabijheid van den ander
was elk zoo gewoon, alsof ieder alleen was met
zijn eigen-ik.
Zoo ook nu.
Loekie heeft een kopje thee voor mij neergezet
en is gaan zitten tegenover mij in een laag stoeltje. I
We zeggen niets, ongedwongen en behagelijk ons
voelend in eikaars nabijheid.
En ik denk aan wat ik zoo juist haar gezegd heb:
„Jullie kunt bijna niet begrijpen, Loekie, hoe 'n be
hoefte wij dikwijls hebben aan jullie nabijheid en I
aan de stem van een vrouw om ons heen.
Met een vreemd lachje heeft ze enkel geant
woord: „O ja?"
Ik herinner me weer de spottende uitlating van
een vrind, die mij weer hier binnen zag stappen:
„Zoo, zoo, dat gaat goed hè, zeg 'es, wordt dat
wat?
Overmoedig had ik toen gelachen en met een
grapje dit praatje de wereld uitgeholpen.
En nu.
„Wordt dat wat? Waar denk ik toch aan?"
Ik kijk op, Loekie is ook aan 't peinzen, de kin
op haar hand gesteund, haar voorovergebogen
hoofd laat zien de glinsterende weerschijn van
haar strak-achterover-gekamde haar Prachtig
haar heeft Loekie, haar gezicht wordt belicht door
de schemerschijn.
„Soms hebben we jullie zoo noodig, Loekie".
„O ja?"
Nog steeds zeggen we niets, wel héél lang blij
ven we zwijgen vanavond.
Loekie, waar peins je dan over, wat gaat er om
in je diep verborgen meisjesziel; vertel 't me, Loe
kie, alles, mij kun je 't zeggen, ik hou van je.
Zoo dacht ik, terwijl ik keek naar 't meisjes
hoofd en ik heb niet voleind mijn denken.
Loekie. 'tis laat, ik kan niet langer blijven. Dag!
Dat heb ik gezegd en ben weggegaan
Hns.
Welkom, vreemdeling.
Een gids van de V. V. V. leidt U rond.
Wanneer het locaaltrentje uit Alkmaar hortend
en stootend tot stilstand komt en de gemoedelijke
conducteur kondigt aan, dat het doel van de reis is
bereikt, dan wil ik U op het perron als gids der
Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelin
genverkeer te Belgen, van harte welkom heeten.
Ik beloof U reeds van tevoren, dat ik in geenen
deele een opdringerige gids zal zijn, U kunt bij
korter of langer verblijf in onze schoone Noord-
Hollandsche lustwarande over mij beschikken zoo
als het U goed dunkt. Ik sta niet persé iederen
morgen voor de deur van Uw pension of hotel,
zoodat U onwillekeurig een zucht zoudt slaken en
duchtig uit Uw humeur zoudt zeggen: „Daar heb je
hem al weer!" Uit Uw humeur zijn is ongezond en
ongewenscht, vooral als U vacantie heeft. En het is
daarom, dat U van m'n diensten gebruik kunt ma
ken net zoo weinig of net zoo dikwijls als 't U be
lieft. Ja, U moogt mij gerust op een wandeling in
den steek laten, indien U vermoeid geraakt en een
mooi plekje vindt om er geruimen tijd te rusten.
Ik zal U er niet boos om aankijken, integendeel, ik
laat U genieten en ik wacht geduldig op U, tot U
genoeg heeft gerust om Uwe wandeling voort te
zetten. Ook behoeft U niet in kudden rond te trek
ken, doch kunt alleen met mij op stap gaan.
Zoo blijven we goede vrienden, temeer ook, om
dat ik niet per uur of per dag wil betaald worden
en ook geen fooien accepteer. Ik vraag een klein
bedrag vooruit, ter bekostiging van mijn kleed,
omdat ik er netjes uit wil zien. Met deze enkele
bijdrage ben ik ruimschoots tevreden en ik zal er
U dankbaar voor zijn.
Neemt U deze voorwaarden aan? Zoo ja, dan
kunt u vrijelijk over mij beschikken.
Vermoedelijk zullen niet alle dames en heeren
een onderdak hebben. Geen bezwaar; we gaan dan
eerst even naar ons bureau, alwaar men blaakt
van ijver om U alle gewenschte inlichtingen geheel
kosteloos te verstrekken. U kunt er informaties
inwinnen over hotels en pensions; over gemeubi
leerde kamers en over huisjes met en zonder meu
bels. Men zal U volledig en betrouwbaar inlichten;
men zal U adressen met prijsopgave geven.
Het is daarom gewenscht, dat U den dag van
aankomst voor Uzelven houdt. Er zijn auto- en rij-
tuigverhuurderijen welke U met haar voertuigen
ten dienste staan om U naar de verkregen adres
sen te brengen. Informeert U maar op ons bureau.
Waar het bureau van de Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer is?
Het is gemakkelijk te vinden en 't is vlak bij.
Wanneer U het Station uitkomt, dan gaat U links
de spoorbaan over en ziet U rechts reeds het café
restaurant „De Oude Prins", dat lage gele huis met
het terras ervoor. Daar slaat U den hoek om en
vindt U naast het postkantoor ons verkeershuisje.
Ik verlaat U nu, nadat ik U erop heb gewezen
dat U mij iederen dag van 10—12 en 14 uur
op ons bureau krijgen kunt, tegen den prijs van
0.75 voor Uw geheele verblijf. Ook de boekhan
del verschaft mij U gaarne.
Prettige vacantie ik geniet mee!
Br.
Nieuwsberichten.
CONCERT
in den muziektuin te Bergen op Dinsdag 26 Juni '34,
des avonds 8 uur door „Bergen's Harmonie".
Beschermheer: de EdAchtb. Heer Jac. van Reenen.
Directeur: de Heer P. Pranger.
Programma:
1. „Villeurbanne", marsch, J. M, Champel.
2. „Allégresse", concert ouverture, Paul Kelsen.
3. Fragmenten uit de opera „Carmen", G. Bizet.
4. „Suspinul", valse roumaine, J. Ivanovici.
Pauze.
5. „Dans la Bruyère", ouverture, A. Govaert.
6. „Montagnes et Vallées, fantaisie, H, Devoivre.
BEGRAFENISONDERNEMING
Transporten n. buiten Begrafenissen
worden door ons correct en zeer billijk,
met onze eigen 1ste klas nieuwe FIAT-
ROUWAUTO en FIAT-VOLGAUTO'S uit
gevoerd en verzorgd.
ALKMAAR - Tel. 490
Scharloo hoek Snaarmanslaan.
7. Fragmenten uit de opera
„La fille du Régement", G. Donizetti.
8. Marsch finale.
IN DEN BERGER KUNSTHANDEL.
In den Berger Kunsthandel van den heer P. Hop
man bij de Kerkruïne kan men thans mooi werk
bewonderen van de kunstenaars Ortiz, Croin,
Colnot en Harry Kuyten, terwijl een der wanden
geheel wordt ingenomen door werk van C. Boen
dermaker, bestaande uit stillevens en landschap
pen. Bijzondere aandacht verdienen zijn geteeken-
de kinderportretten, waarvan wij het vorig jaar
eenige afdrukten en die door hem tegen zeer bil
lijke prijzen op bestelling worden uitgevoerd.
De prijzen van de overige geëxposeerde werken
zijn waarlijk crisisprijzen. De toegang tot deze ex
positie is vrij. Men neme er dus eens een kijkje.
STILLEVEN. - C. BOENDERMAKER.
DE UITTOCHT NAAR ZEE.
Het mooie weer bracht Zondag 17 Juni een uit
tocht van de stadsbewoners naar de badplaatsen.
Bergen aan Zee beleefde eindelijk weer eens een
week-end, dat er mocht zijn. Ook het dagbezoek
was bizonder groot en vooral per rijwiel hadden
zich duizenden naar het strand begeven. De tram
vervoerde eveneens eenige duizenden personen,
terwijl de parkeerterreinen vol stonden met auto's
uit nagenoeg alle provincies van ons land.
De dag van Zondag heeft weer eens bewezen,
dat voor het bezoek het weer de voornaamste fac
tor en dat Bergen aan Zee de geliefde badplaats
is.
Aan het strand was het een dag van zon en
leven en het doet altijd prettig aan, de jonge men-
schen, gekleed in lichte, kleurige kleeding, zich in
zorgelooze blijheid te zien vermaken.
Ook in het dorp was het een drukte van je
welste en vooral door het toenemend wegverkeer
kwam wel vast te staan, dat het verkeersvraagstuk
steeds moeilijker wordt. Dit is in het geheele land
het geval. Wie na drukke verkeersdagen als die
van j.l. Zondag, des Maandags de courant inziet,
kan daaruit steeds vernemen, dat tientallen men-
schen als slachtoffers van het verkeer hun tol heb
ben moeten betalen. Ook Bergen bleef niet ge
spaard voor ongevallen. Op den gevaarlijken hoek
KoogendijkKanaaldijk botsten twee luxe auto's
tegen elkaar, met het gevolg, dat een bestuurder
een stuk van zijn rechter oor verloor, een rib brak
en naar het ziekenhuis moest worden vervoerd.
Een duo-rijdster moest met een hersenschudding
in het ziekenhuis worden opgenomen tengevolge
van een botsing tegen het hek bij de pastorie, hoek
HoflaanDorpsstraat.
De verkeersstatistiek leert, dat in ons land per
dag één doode en 7 gewonden tengevolge van de
verkeersdrukte te betreuren vallen. Meer dan ooit
is het noodig, dat ieder weggebruiker zich aan de
regels voor het verkeer houdt.
Nu men voor de verbinding van Bergen naar
Bergen aan Zee over een rijweg, een wielerpad, een
voetpad en een tramweg beschikt, moet het moge
lijk zijn, ook het massa-vervoer zonder ongevallen
te doen plaats hebben. De eerste voorwaarde
evenwel is: Rijdt veilig! Daardoor dient men het
belang van zichzelf en zijn naaste.