BERGEN AAN ZEE.
INFORMATIEBUREAU
v.
ZONDERLINGE INTERVIEWS.
Voorname, rustige Badplaats
met breed, helder wit strand.
Geen stof Geen grondvervuiling.
Verrassende resultaten, vooral bij kinderen.
Uitstekende Tennisbanen, (Gravel, rood).
Schitterende wandeling in c.a. 1500 H.A. der
prachtige duinen en duinbosschen voor bad
gasten, op kaarten die tegen betaling van 25 cents
worden verstrekt.
Duinwaterleiding en electrisch licht.
Post- en Telegraafkantoor.
Het bebouwingsplan en de gansche opzet der
badplaats maken haar tot een der lieflijkste plaat
sen om een buitenverblijf te stichten.
Voor bouwgronden en andere inlichtingen wende
men zich tot de
N.V. BOUW-EXPLOITATIE-MAATSCHAPPIJ
BERGEN a. ZEE
Huize „Kranenburgh", Bergen (N.H.) of bij den
Heer D. HAASBROEK te Bergen aan Zee.
der Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer.
Het informatiebureau is gevestigd in het keurig
ingerichte gebouwtje naast het Postkantoor, al
waar Mevrouw EvenhuisNieboer gaarne aan
pension zoekenden en huurders van gemeubileerde
huizen gratis alle gewenschte inlichtingen geeft.
De avifauna van Bergen en omstreken.
Nog iets over de kraaivogels en dan iets nieuws.
We hebben gezien, dat de kleine vleugelspiegels
van den Gaai wit zijn. Verder is de hoofdkleur van
zoo'n vogel een fraai purperachtig grijs met zwarte
lengtevlekken op de kruin; de stuit is wit; de
staart- en slagpennen zijn zwart, terwijl de buiten-
vlag van de groote slagpennen grijsachtig wit is.
Als we zoo de kleuren van den Gaai in oogen-
schouw nemen, dan gaan we onwillekeurig van den
vogel houden; werkelijk is hij een schitterende
verschijning. Daarbij komt, dat hij ook wel dingen
doet, die in het voordeel van de menschen zijn,
want hij voedt zich niet uitsluitend met vogel-
vleesch, maar ook wel met tal van groote insec
ten, die hij vooral noodig heeft tot voeding van
zijn kroost en waarvan vele ook verhuizen naar
zijn eigen maag. Willen we dus het kwade niet
verbloemen omtrent dezen druktemaker, we zullen
ook een open oog houden voor de weldaden, die
hij ons bewijst. Plantaardig voedsel wordt ook
door den Vlaamschen Gaai niet versmaad, vooral
vruchtpitten en eikels zijn hem zeer welkom.
Leelijk schreeuwen kunnen de Gaaien, vooral
wanneer ze vervolgd worden, of wanneer een
hond of een kat in hun nabijheid is. Maar ook
aardige, nabootsende geluiden kunnen ze maken,
vooral, wanneer de tijd van paring is aange
broken.
Met een gemeubileerde huizenverhuurder.
De gemeubileerde-huizen-verhuurders vormen
een niet onbelangrijke categorie onder de inwo
ners van Bergen. Men behoeft er de tot een boek
uitgegroeide Pensiongids maar op na te slaan,
waar ongeveer 450 adressen van pensions, hotels
en gemeubileerde huizen in vermeld staan en
waarvan deze laatste rubriek verreweg de grootste
is, om dit aan de weet te komen.
En dan zijn er nog heel wat adressen, die niet in
de gids voorkomen.
Het verhuren van gemeubileerde huizen bestond
al vóór dat Bergen, wat je noemt, ontdekt was;
doch vooral daarna werd het een belangrijke bron
van inkomen. Die eerste jaren beleefde Bergen een
gouden tijd; er was toen veel meer vraag naar, dan
aanbod van gemeubileerde huizen; thans is dat
anders; het aanbod overtreft verre de vraag. Toch
worden er nog behoorlijke prijzen besteed, vari-
eerende van een paar honderd tot een paar dui
zend gulden per seizoen.
Gemeubileerde huizen-verhuurders komen voor
onder alle groepen der bevolking; zoowel onder de
autorijdende villabewoners, als onder de hardwer
kende of werklooze arbeiders uit de eenvou
digste huisjes. De eersten gaan, als ze hun villa
verhuren, zelf een buitenlandsche reis maken, de
laatsten behelpen zich in den helaas korten zo
mertijd in een bekrompen zomerhuisje of bijkeu
ken. Voor de eersten beteekent het afstaan van
hun home: meer genoegens; voor de anderen: meer-
zich-zelf-behelpen, met dan als doekje voor het
bloeden enkele tientallen guldens, die o zoo gauw
weer verdwenen zijn, omdat ze broodnoodig waren
om een of ander gat te stoppen.
De meeste gemeubileerde-huizen-verhuurders
zijn echter menschen, die er behoorlijk kunnen ko
men en van de welkome gelegenheid er iets bij te
verdienen, gebruik maken. Zelf wonen ze dan in een
zij het wat minder ruim, dan toch voor de zomer-
De Gaai is geen onbekwamen nestbouwer. Op
dwars uitstekende boomtakken, dicht tegen den
stam aan, het liefst op verscholen plaatsen, ver
vaardigt hij het nest van fijne takjes en heide
kruid. Mooi, komvormig is het en gemiddeld 4 me
ter boven den grond. De gewoonlijk 5, soms ook
6 of 7 eieren in een nest zijn licht of olijfkleurig
en versierd met donkere vlekjes, veel op water
verf gelijkende. Een enkele maal heeft men ook
een gaaiennest gevonden in een boomholte,
We hebben nog niets medegedeeld van de ver
lengde kopvederen van den Gaai, die een aardig
kuifje vormen. Wanneer er gevaar nadert, zet de
vogel deze vederen bijna geheel overeind, en dan
ziet hij er vrij krijgshaftig uit. Maar ook, wanneer
ze vredig bij elkander zitten, pronken ze wel met
deze kopversiering, vooral in Maart, als de lente
zon ons haar krafcht laat merken.
De Vlaamsche Gaai is voor West-Europa stand
vogel. Na den broedtijd trekken wel vele voor
werpen door naar het Zuiden, maar er blijven er
ook nog genoeg achter, om er kennis mede te kun
nen maken. Niet alleen in bosschen treft men hem
dan aan, maar ook in tuinen en hoven en in de
boomen der steden, waar hij zijn tegenwoordig
heid reeds van verre verraadt door zijn krijschend
geschreeuw. In heel Europa leeft en broedt hij op
63 graden Noorderbreedte, maar over een groot
gedeelte van Azië en zelfs tot in Japan heeft hij
zijn verbreidingsgebied. De Zuidelijker wonenden
bieden evenwel min of meer in het oog vallende
afwijkende kleuren aan. We hebben nu eenige
oogenblikken te denken aan den Ekster, een vogel,
die zeker wel bij velen bekend zal zijn. In de af-
deeling „Fauna Neerlandica" van „Natura Artis
Magistra" is van de bekwame hand van den con
servator, den heer P. L. Steenhuizen, een ekster-
groep geplaatst, die de bewondering afdwingt van
eiken bezoeker. De heer Steenhuizen heeft hier
mede voor de zooveelste maal getoond, dat hij de
vogels in hun natuurlijke houdingen weet te pre
pareeren en te plaatsen. De gedachte aan een
ekstergroep daar ter plaatse was zeker een goede,
omdat deze vogels door geheel ons land voorko
men. Wie kent ze niet, de vlugge dieren met hun
trapsgewijze, aanmerkelijk verlengden staart; met
het helderwit van borst, buik en schouders en met
het glimmend zwart der overige deelen, dat op de
vleugels een metaalblauwen en op de bovenzijde
van den staart een goudgroenen weerschijn ver
toont.
De Ekster is een schuwe en slimme vogel, die
zich niet gemakkelijk laat vangen. Zijn slimheid
blijkt ook uit zijn nestbouw. Nauwelijks geeft het
vroege voorjaar enkele mooie dagen, of het ekster-
paar is druk bezig, om tamelijk lange takken vast
te leggen in den top van een hoogen boom of in
een scherpgepunten meidoorn. Op die onderlaag
worden vezels gelegd, die met klei aan elkander
bevestigd zijn. Daarbinnen komen nog vederen en
wol en (-daarop worden de 6 tot 8 fijngestreepte
eieren gelegd. De oude eksters en later ook die
dieren gaan door een zijdelingsche gang naar bin
nen en naar buiten en over het geheele nest
wordt een kap van doorntakken ter bescherming
gebouwd.
Wie voor het eerst in z'n leven een Notenkraker
(Nucifraga caryacatactes) ziet, zal onwillekeurig
zeggen: „zie, een kraai met gespikkelde veeren".
Want de notenkraker heeft in het uiterlijke veel
overeenkomst met de kraaien. Het vederkleed
evenwel is rosachtig zwart, doch bijna alle vede
ren hebben ieder een groote witte druppelvormige
maanden niet ongezellig zomerhuisje en van hun
eigen huis genieten dan de gasten, die hier 's zo
mers willen genieten van de veel-biedende natuur,
zonder daarbij het huiselijk leven te willen missen.
Het was met een van deze categorie, dat ik dit
interview had.
Nog niet verhuurd?
Nog niet; wel aanvraag gehad; genoeg. Maar
ze willen allemaal voor een habbekrats en dan nog
maar voor een paar weken, hoogstens een maand.
Daar begin ik niet aan. Dan geniet ik er liever zelf
van.
Groot gelijk hoor. En dat had ie ook; want
z'n villa'tje mocht er wezen, 'n Aardig landhuisje,
keurig gemeubileerd; niet met zoo'n confectie-
ameublementje van zes stoelen, twee bijpassende
fauteuils, allemaal met hetzelfde stijve pluche over
trokken, een magere schuiftafel en aan den wand
een portrettengalerij van heel de boerenfamilie;
nee, diverse clubs, allemaal verschillende stoe
len en een bolpoottafel, zoo'n zware eikenhouten
weet-je, en dat stond allemaal op een echt smyrna-
tapijt, aan den wand aardige schilderijen, in den
hoek een goedgevulde boekenkast, 'n radio, enfin
alles wat je maar in een goed-gemeubileerd land
huisje kan verlangen.
De keuken was up to date geoutilleerd, de kel
der koel, de hall gezellig, de slaapkamers frisch en
foyaal; alleen het kamertje-voor-het-meisje iets
minder; maar dat komt meer voor.
Het was een ideaal huisje met zooals je dat in
de gids honderd-en-een-maal kunt lezen gas,
electrisch, stroomend water, flinken tuin enz. Het
had echter één gebrek, tenminste de huurders in
spé vonden het een gebrek, d'r was geen badka
mer.
Begrijp je nou die gasten, zei m'n gemeubi
leerde-huizen-verhuurder; 'n juweeltje van een
huisje, maar als ze dan hooren: „geen badkamer
dan zeggen ze: o, nee! daar kunnen we niet buiten!
En dan staat 't op d'r lui facie te lezen, dat ze in
Mokum, waar ze drie hoog ergens op een grachie
wonen, net zoo min een badkamer hebben.
Maar daarom willen ze d'r hier juist wel een
hebben!
vlek. De vleugels evenwel zijn groenachtig zwart.
Deze kleur hebben ook de staartpennen, maar ze
zijn aan het einde geheel wit. Op bovenkop en
nok vindt men geen wit aan de vederen. De snavel
is recht en glad en van voren een weinig afgeplat.
De geheele vogel is ruim 3 d.M. lang, alzoo onge
veer zoo groot als de Kauw. De Notenkraker
heeft stellig zijn naam gekregen naar het voedsel,
dat hij gebruikt. Hazelnoten toch vormen zijn lie
velingsgerecht, en deze kan hij met zijn stevigen
snavel zeer goed kraken. Verder voedt hij zich
ook met het zaad van sparreboomen, met insecten,
bessen en granen, doch steelt ook wel eieren en
jongen van verschillende vogelsoorten. De Noten
kraker is voor onze streken een onregelmatige
wintergast; soms tamelijk veelvuldig, soms in en
kele voorwerpen en ook wel in het geheel niet.
J. DAALDER Dz.
GRAPJES.
Mijn vrouw kan urenlang over een onder
werp spreken.
Mijn vrouw heeft geenszins een onderwerp
noodig.
Dat is braaf, kereltje, dat je je bananenschil
niet op straat helst gegooid. Waar heb je 'm ge
laten?
In den zak, vader, van dien meneer, die
naast ons liep.
Kleine Marietje stond voor een groot warenhuis
en weende bitter. Toen men haar medelijdend
vroeg, waarom ze zoo schreide, antwoordde het
kind:
Daar binnen geven ze luchtballons, maar ik
durf niet naar binnen, want thuis zeggen ze altijd,
dat de Warenhuizen de kleine menschen dood
maken.
Als hij 's ochtends naar zijn kantoor ging, kocht
hij altijd bij denzelfden krantenjongen zijn och
tendblad.
Op een keer had hij geen klein geld bij zich en
de krantenjongen kon ook niet wisselen.
Maakt niets, mijnheer, zei de jongen vrien
delijk. U betaalt mij morgen maar.
En als ik nu morgen dood ben?
Dan is 't nog niet zoo'n groot verlies, zei de
jongen.
Mijnheer Pippers, reeds op jaren, vroeg de hand
van mejuffrouw Props.
Uw aanzoek vereert mij zeer, antwoordde
het meisje, maar heeft u al met mijn moeder ge
sproken?
Mijnheer Pippers werd beurtelings bleek en
rood en dan:
Nu u het me vraagt, ja, maar ze liet mij
een blauwtje loopen'
Theaterdirecteur (tot sollicitant): U is dus
komiek van uw beroep! Welnu, het heeft nu een
week aan-een-stuk-door geregend, vanmorgen kon
je geen hand voor je oogen zien van de mist, we
hebben in langen tijd geen cent verdiend en ten
overvloede heb ik momenteel een aanval van
jichtLaat u me nou 's lachen, meneer.
Weet je wat ik dan zeg? Mevrouw, zeg ik,
want het zijn natuurlijk alleen vrouwen, die zulke
overdreven eischen stellen, - mevrouw, zeg ik, u
komt toch niet naar Bergen, om alle dagen in een
badkuip te zitten? Bergen is zelf een badplaats.
In de Meer is een badkuip, daar kunt u met uw
heele familie tegelijk in; is die kuip te groot, dan
gaat u even verder naar Alkmaar, daar hebben ze
een pierenbak; is die te klein, dan hebt u voor 20
cent een retourtje naar Zee; die is zoo groot, dat
heel Mokum tegelijk er wel een bad kan nemen
en het is er veel gezelliger dan in een badkamer.
En wat zeggen ze dan?
Oh, dan komen ze met een ander smoesje.
Laatst had ik kijkers, die hadden bezwaar tegen
de luiers aan de lijn in den tuin van m'n buur
vrouw. „Mijn man kan niet tegen luiers", zei die
dame, alsof d'r man nergens anders kan gaan zit
ten dan in den tuin, juist voor het front van de
luiers van mijn buurvrouw's baby. Of ze hebben
geen zin in dit landhius, omdat er geen salon is;
of het is te ver van het dorp; 'n kwartiertje loopen
voor iemand, die in Amsterdam soms anderhalf
uur moet trammen, om van huis naar kantoor te
komen.
Dan ben je misschien te duur?
Toch niet. Ik weet wel, dat alle bezwaren weg
vallen, als ik wat van den prijs laat vallen, maar
daar begin ik niet aan. Dan zeg ik: mevrouw, u
hebt daar 'n gids in uw handen, daar staan nog
circa vierhonderd adressen in, u heeft keus ge
noeg, ik wensch u elders meer succes.
En als je dan niet verhuurt?
Nou, dan verhuur ik niet; dan weet ik ten
minste dat m'n huis netjes blijft en mijn tuin, waar
ik het heele voorjaar in geploeterd heb en die nu
een heerlijke oase is, na den zomer geen dorre
woestijn is geworden.
Ik wist, dat het meer de teleurstelling was over
het feit, dat hij nog niet verhuurd had, dan de er
varing, die hem zoo onaangenaam deed spreken
jegens de gasten en daarom wenschte ik hem als
nog veel succes toe,
REPORTER.