DUINVERMAAK" HOOG EN LAAG WATER u. CAFE-RESTAURANT GROOTE KINDERSPEELTUIN. KAAS MARKT LUNCH of KOFFIETAFEL VALK's Lunchroom EERSTE BERGENSCHE BOEKHANDEL i J. ROMENY te Bergen aan Zee. 1934. (in zomertijd). JULI. Datum Hoog water Laag water: 15 18.43 2.57 15.14 16 6.53 19.15 3.28 15.41 17 7.24 19.47 4.— 16.13 18 8.01 20.24 4.34 16.47 19 8.45 21.09 5.08 17.22 20 9.36 22.03 5.48 18.09 21 10.35 23.07 6.41 19.11 Mooi gelegen aan den voet der duinen. ZONDAGSMIDDAGS Concerten Openlucht-Dancing door eerste klas Orkest. RUIM PARKEERTERREIN. I BEZOEKT DE L te ALKMAAR. GEBRUIKT UW in KAASMARKT, tegenover Bureau V.V.V. Onze zaal is Vernieuwd - Vergroot - Verfraaid. Alhier aanschouw je ook o. m. een „Evenveel- tjespan". Nee geen poffertjespan, zooals je denkt, omdat zij uiterlijk daar wel op lijkt. Die „even- veeltjes" (koekjes) heetten zoo, omdat het beslag bereid werd uit even veel meel, boter en suiker. Je herinnert je wel, dat dit gebak bijvoorbeeld voorkomt in Hildebrands boek „Camera Obscura Daar waar de familie Witse zoo gezellig bij mekaar zit en meneer Dorbeen reciteert? „Ik wreekte mij met een evenveel", zegt Hilde- brand daar ergens. Nou zie je uit wat voor pan zijn koekje voortkwam. Een knipkoeken of knijpkoeken ijzer hebben we hier tevens, 't Lijkt precies op een z.g. wafelijzer, maar het is anders en ook het geknipte of „afge knepen koekje" is niet als de wafel zelf; wel eraan verwant. Zooals ik merk kijk ik nog eens „terug" naar die rist tinnen maten daar naast het raam. Juist; het zijn drankmaten. Je haalde vroeger vijf cent azijn of jenever of brandewijn bij den kruidenier. Slijte rijen had je toen niet, en drank mocht in de krui denierszaken verkocht worden. Zoo b.v. in de kruidenierszaak, de oude winkel van Prins waar tegenwoordig Dapper woont. Vijftig jaar geleden kwam echter de drankwet met de andere voorschriften. Kruidenierswaren en drank mochten toen niet meer in dezelfde afdee- ling worden verkocht, „Wie drank verkoopen wil in 't klein, Moet zorgen dat er twee deuren zijn; Al staan ze ook naast elkaar!" Zoo zorgde dan de man die den kruidenierswin kel hield, dat zijn zaak twee ingangen had! Meel en suiker haalde je door de voordeur. Brande wijn alsjeblieft achterom! Ook welwaren de deuren aan de voorzijde naast elkaar geplaatst. Links ging je erin voor de rozijnen, dan er weer uit endan weer rechts binnen voor de jenever. Als Spruit eenmaal over oud-Bergen begint, raakt hij vol geestdrift. Daar had je o.a. de kolf baan in de „Rus", waarvan je in ons museum nog de „bal" ziet in de vitrinekamer, waarmee gekolfd werd. Die baan met betonvloer was gelegen aan de Breelaan langs de straat, waar nu het strijkje zit. Aan den eenen kant van de baan stond een zwarte paal, aan den anderen kant net zoo'n roet zwarte. De bal waarmee gespeeld werd was wit en die gaf af als hij de paal geraakt had, daarom was boven op de paal een napje met nette spons aan gebracht, want de gemaakte streep moest afge veegd worden, alvoor de volgende „bal" ging. Het was een spel voor de burgerij; en juffrouw Spruit's vader was er een levendig beoefenaar van. Nu we toch in de buurt zijn, ga ik wat vertellen over het vroegere kerkhof en de kerk. De zerken, die van zoowat 1700 zijn en die je er nu ziet staan, dekken geen graven meer; ze zijn weggehaald uit de Ruïnekerk. Vroeger rustten ze daar op de gra ven in de kerk en van dien tijd dateeren de warme stoven voor de koude voeten. Vijfendertig jaar geleden zoowat is dat alles ver anderd. Toen is er een vloer in de kerk aange bracht, ook het houten gewelf is later dichtge maakt. In het vroegere „verwulf" staat nog de naam van Spruit, die zich herinnert, hoe bij het schoonmaken der kerk, het overtollige zand veelal geworpen werd in een leeg graf, voor den preek stoel. Als men een steen optilde, werd deze holte zichtbaar, die uitnemend diende als „bergplaats". Een zeer fraaie herinnering welke u, opgepoetst door juffrouw Spruit, zoo ongeveer als een zon tegenblinkt, is het koperen doopbekken (in de museum-vitrine-kamer te zien). Dat doopbekken dateert van 1500 „van toen" de kerk protestant werd. Alle Bergenaren zijn daar tot 1920 mee ge doopt, ook de 16 kinderen van Spruit's vader. Men kon het bekken vast schroeven aan den preekstoel (bij het trapje) door middel van een beugel, waarin het bekken hing, als een drinkglaasje in den ring van een vogelkooi. De veranderingen in het kerkgebouw hebben meest alleen plaats gehad onder kerkvoogd van der Lippe, een oud-officier van het West-Indische leger, die je op zeer oude prentbriefkaarten nog wel voor het kerkgebouw kunt zien staan. Deze waardige heer was vooral ook bekend om zijn witten baard en omdat hij steeds over zijn vrouw sprak als,mijn Parlement". De vroegere pastorie was een blank huis met luiken, zooals nu het Oude Hof nog heeft. Teneinde den tuin van de tegenwoordige pasto rie op te hoogen, is aarde weggehaald van het oude Ruïne-kerkhof. Bij die gelegenheid is inge stort de vermaarde, oude onderaardsche klooster gang, waarover straks nog iets meer! Ja op het oude kerkhof rond de kerk stond eertijds het gras zoo welig, dat de schapen tusschen de grafsteenen graasden. Die grafsteenen zijn later opgeruimd, Juffrouw Spruit weet echter heel bestig, hoe ze met de andere meisjes op de zerken zat te bikke len, en raadselachtige woorden opdreunde „Ruggepoetse staande essche" Inderdaad een kittig bikkelrhythme. Bezoeker van het hedendaagsche Bergen, weet ge al, dat er lang een ooievaar huisde op het kerkdak? Hij had er zijn eigen nest. Totdatwelwillende menschen hem een houten nestbak bezorgden, waarin hij echter nooit heeft willen wonen. Hij verkoos 2 jaar lang een boom in de buurt tegenover het huidige V. V. V. gebouwtje en bleef toen voorgoed weg! Nog even iets over de grafzerken want je ziet bij de Iep voor ons museum een grafzerk lig gen, bij wijze van stoepsteen. Kijk!! Meestal knapt de eigen gemetselde steen op een graf wanneer de kist vergaan is, en zoo kon je bij het opruimen van kerkhoven soms zerk- steenen krijgen die bestig nog als stoepsteen kon den dienstdoen. De steen hier lag bijvoorbeeld vroeger bij de Bergenaarster Maartje Dupper voor de huisdeur. Liefhebber van Bergen, het zou je te ver buiten ons museum voeren als we je vertelden van Spruit's herinneringen aan het oude landschap van Bergen, toen er zooveel meer bosch was dan nu. Toen op de plek van het openluchtspel van thans nog het kasteel „Maesdam" stond; toen waar nu Pension Holland verrijst destijds het schaap en de ezel der van Reenen's graasden, toen in de huidige Ruïnelaan nog alles zandweg was. Alles OUDE PRINSWEG II. Ruime keuze Binnen- en Buitenlandsche lectuur. I LEESBIBLIOTHEEK. De nieuwste boeken vindt U bij ons. FOTO-ARTIKELEN. Ontwikkelen. Afdrukken. heerlijk groen bosch! Vanaf het beerehuisje tot achter Maesdam om naar 't Hof toe, vanwaar de leeraar, die er les gaf, recht door het bosch, achter Maesdam om, naar de school terug kon komen! Het Beerehuisje is de volksbenaming voor het berriehuisje, zoo geheeten naar de berrie, waarop de acht dragers de lijkkist plaatsten, welke het kerkhof opgedragen wordt. Toch wilt ge alles wel weten, is het niet? Maar we gaan haastig weer naar ons museum weerom; want Eén vraag doen we Hoe kochten onze voorouders op het platteland dikwijls hun manufacturen? Wel, van den man met den „poepezak". In dien poepezak droeg de mars kramer de ongemaakte kleeren en hij ging van huis tot huis met de ellestok (68 c.M.) onder den arm. Als 't een vrouw was, dan ging die vrouw niet wandelen met een poepezak, maar ze droeg in twee aan een juk over haar schouders hangende manden de goederen met zich. (Slot in het volgend nummer). Zie voor het le deel nr, 6. Historische Anecdoien. De beroemde pianist Vladimir de Pachmann bracht altijd iederen zomer een paar maanden in een villa te Catskill door. Eens passeerde hij een dorpsstraatje, waar hij op een wanhopige manier Chopin's Fantasie Impromptu hoorde mishandelen. Opziende naar het huis waar die aanranding plaats greep, zag hij op een naambordje staan; „Piano-onderwijzeres, 10 stuiver per les". Hij kreeg een inval en schelde aan. Dadelijk verstomde de piano en de „virtuose" die de onderwijzeres zelf was, opende in eigen persoon. Ze herkende aan stonds den beroemden pianist, werd rood als een kreeft, en rfep onthutst uit: „o, meneer, u hebt me zeker hooren spelen. Ik ken er niets van". „Ik heb het gehoord en kom u eens 'n beetje helpen. Ik zal u eenige fouten duidelijk maken en u eenige raad gevingen verschaffen die u van nut kunnen zijn". Zoo deed hij, en het consult duurde wel een uur. De juffrouw was sprakeloos van dankbaarheid. Eenige dagen later passeerde de pianist weer het huis en wat las hij nu op het naambordje? „Piano-onderwijzeres, leerlinge van Pachmann. Lessen a 2.50 de persoon". Gandoli was een dichter die dialectische werken heeft nagelaten. Kort voor zijn dood trof een van zijn vrienden hem in een kloostertuin, terwijl hij bezig was met een stok op den grond te slaan. Wat doe je toch, vroeg hij hem. Dat zie je toch, antwoordde Gandolie; ik klop om te worden binnengelaten. Laube gold voor een van de geniaalste drama turgen en regisseurs. Hij bekommerde zich niemen dal om 't tooneel zelf, 't ging bij hem alleen om 't gesproken woord, om de opvatting van de karak ters. 't Allerliefst zou hij op een volkomen leeg tooneel gewerkt hebben. Een acteur, die in de Hamlet een gastrol vervulde, verlangde in een ze kere scène een stoel. Laube raakte toen buiten zichzelven en nog jaren lang spotte hij met dien stoelkunstenaar. Dingelstedt stond recht tegenover Laube. Hij eischte een tooneel met stemming vóór alles, hij hechtte veel waarde aan juiste enscenee- ring en zoo was hij de voorlooper van de Meinin- gers. De hertog van Meiningen bereikte als regis seur op dit gebied 't toppunt. Hij verdeelde b.v. 't tooneel in kwadraten en wee hem, die buiten z'n kwadraat durfde komen als een scène hem daar in vast hield. Honderd repetities waren bij hem dan ook een minimum. De auteur d. M. hield er een dienstbode op na, die lezen noch schrijven kon. Eens verzocht zij hem een brief voor haar te schrijven. Na de vol tooiing las de schrijver den brief voor en vroeg aan 't eind: „Wil je er soms nog wat bij hebben?" Toen antwoordde de meid: „Ach, zet u er alstu- blief onder, dat ik 't zoo jammer vind, niet te kun nen schrijven, want dat ik anders wel een betere had geschreven". Hanzelmann, de groote komiek, speelde in Das Geheimniss den knechtsrol. Daar kwam onder de voorstelling 't bericht van de overwinning bij Grosbeeren. Dadelijk greep hij zijn driepuntigen bediendenhoed, trad op de actri ce, die voor Hofrathin speelde, toe en zei: „Ik wil u even vertellen, aan mevrouw en aan de menschen daar beneden, dat we geen fransche inkwartiering krijgen". Nu leek Hanzelman bizonder sterk op generaal Angereau. Daar maakte hij gebruik van, zette z'n steek nu dwars op 't hoofd, zooals de Fransche generaals, en Angerau nabootsend, be gon hij achteruit te loopen, luidkeels uitroepend: „We concentreeren ons achterwaarts naar Treb- bin." Toen keerde hij om en verdween onder een uitbarstend gejuich. De zaal liep leeg om op straat de overwinning te vieren. NATUURLIJK BRONWATER Warme Bron: 30,1° C. Diepte: 380 M. NEDERL ANDSCHE MAATSCHAPPIJ. GEZOND en GENEESKRACHTIG. Opgericht 12 Mei 1887.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 2