„DUINVERMAAK* HOOG EN LAAG WATER CAFE-RESTAURANT GROOTE KINDERSPEELTUIN. KAASMARKT LUNCH of KOFFIETAFEL VALK's Lunchroom te Bergen aan Zee. 1934. (in zomertijd). AUG. Datum Hoog water Laag water: 12 5.23 17.46 2.04 14.18 13 5.53 18.17 2.35 14.48 14 6.24 18.45 3.04 15.14 15 6.54 19.17 3.32 15.45 16 7.29 19.51 4.08 16.17 17 8.07 20.32 4.41 16.51 18 8.51 21.19 5.19 17.33 Mooi gelegen aan den voet der duinen. ZONDAGSMIDDAGS Concerten Openlucht-Dancing door eerste klas Orkest. RUIM PARKEERTERREIN. badpak mag bevinden, mits men gehuld is in bad mantel, terwijl men aan het verderop gelegen gratis-strand ook in zwembroek mag baden. De politie-verordening bepaalt voorts, dat men in het dorp niet in badpak of zwembroek langs den weg mag gaan. Het zich in badkleeding vanuit de hotels en-pensions te Bergen aan Zee naar het strand begeven, mits gehuld in badmantel of strandpyama is geoorloofd. Wij veronderstellen, dat deze regeling door iederen wèldenkende redelijk zal worden gevon den. Men kan toch moeilijk eischen, dat de Ex ploitatie Maatschappij, die eigen terreinen open stelde, op eigen kosten den weg naar zee aanlegde en het wandelpad naar zee stichtte, in de onmid dellijke nabijheid van het strand een vrij toegan kelijke dennenbeplanting maakte, en een Badbe- drijf stichtte, dat duizenden vorderde, dit alles gratis ten dienste van het publiek instelde. Dit nu vraagt de medewerker van de Haagsche Post ook niet. Zijn grief is, dat men aan het strand niet mag kampeeren. Wij vinden dit ook voor de werkelijke natuurvrienden een inconvenient, doch men verlieze niet uit het oog, dat men daar over dag wel een tent mag opslaan. In Bergen heeft het toestaan om te kampeeren tot dergelijke excessen geleid, dat men op kleine stukjes grond honderden personen toeliet, hetgeen noodwendig minder smakelijke, onhygiënische toestanden ten gevolge had en groote last aan de omwonenden veroor zaakte. Juist om de belangen van de „zwoegende pensionhouders" te verdedigen, die door het uit breken van een epidemie in het seizoen niet min der dan geruïneerd zouden worden, is de Raad er toe gekomen, om in geheel Bergen het kampeeren te verbieden, zich daarbij op het standpunt stel lende, dat daarvoor meer het Provinciaal land goed te Castricum en het Staatsboschbeheer is aangewezen, die met belastinggelden van de gan- sche bevolking zijn gesticht. Op het Provinciaal landgoed te Castricum heeft men kampeerplaatsen aangewezen, waar men rekening heeft kunnen houden met de hygiënische eischen op die plaatsen, maar van een vrij kampeeren op dit gemeenschaps- bezit is geen sprake. Per nacht betaalt men daar per persoon 50 cent. En van de Haagsche Post-schrijver, die strijd voert voor een vrije zee hadden wij hiertegen eer der een protest verwacht, omdat toch wel aller eerst het overheidsbezit ten dienste van de bevol king behoort te worden gesteld. Wij nemen het de Haagsche Post allerminst kwalijk, dat ze te velde trekt tegen het in ons land niet te miskennen stre ven om het toerisme door alle mogelijke verbods bepalingen te belemmeren. Wij zijn echter van oordeel, dat daarvan in Bergen, waar men vrije wandeling heeft in het 80 H.A. groote Natuur reservaat en waar men tegen betaling van 25 cent per seizoen kan wandelen in het 1500 H.A. groote duingebied van den heer Van Reenen, en vrij aan het strand kan baden, allerminst sprake is. Zelfs de naaste omgeving van het Oude Hof, particulier be zit van de familie Van Reenen, staat gratis voor alle bezoekers open. En ook de kleine landweg getjes in het polderland om Bergen worden niet ontsierd door de bordjes: Verboden toegang. Wij hopen dan ook, dat de Haagsche Post- schrijver na kennisname van dit artikel zal erken nen, dat in Bergen allerminst ongezonde toestan den heerschen. Limmerihken. Ze zochten de zee en de dennen Ze wouen zichzelf eens verwennen Ze hadden hun geld In 't pension neergeteld 't Was meer dan ze durfden bekennen. Maar de regen die dreef ze naar binnen Wat moesten ze daar nu beginnen Ze verlangden naar gijn Maar de kamer was klein En geen mensch wist daar iets te verzinnen. De regen viel neder bij stroomen Het water viel dwars door de boomen Ze zaten met tien Maar de lucht te bezien daarvoor waren ze hier niet gekomen. Oom Daan die een kamer gehuurd had Daar zijn vrouw hem naar Bergen gestuurd had Trok de kat op zijn schoot En verveelde zich' dood „De regen, die", zei hij, „die duurt wat". Een dame uit Dantumawoude Sloeg een doek om en rilde van koude Haar man keek heel zuur Vond 't pension veel te duur En riep uit, dat de tocht hem berouwde. Dan was er een Ma met een dochter En iedereen wist het, die zocht er Een huwbare man Maar daar kwam maar niet van Want 't kind keek te scheel, niemand mocht'r. Een meneer van een Bank met zijn meisje Voor schoonheid kreeg zij eens een prijsje Maar Oma was mee En bewaakte die twee En vergalde hun daardoor het reisje. Tot slot was er nog een kapteintje Die waagd' ook een oog aan dat kleintje Maar als hij wat zei Dan kwam Oma er bij Hij noemde die zacht t venijntje Zoo zaten ze daar met z'n tienen Oom Daan stelde voor te gaan kienen Maar de Bank-man zei: „Nee Daar doe ik niet aan mee Liever bridgen, dan kan 'k wat verdienen". De kaptein zei: „er moet wat gebeuren We zijn hier nou toch niet om te treuren" Ma's dochter keek zuur Zag zoo wit als een muur Maar ze zuchtte: „we gaan pandverbeuren". De Oma was diep in de tachtig Maar 't spel van haar jeugd vond ze prachtig Ze gaf ook een pand In de Bank-man z'n hand „De herinnering", zei ze, „is machtig". De Bank-man greep toen een snoer kralen „Wat moet voor dat pand men betalen?" Toen riep Oome Daan: „In de put moet ze gaan Voor tien zoenen kan men ze weer halen". De kaptein zat op een van de bedden En riep lachend: „ik wil er om wedden dat snoertje is nou Van die juffrouw in 't blauw Uit die put wil ik zelf haar graag redden". Toen heeft hij van schrik zich geknepen Want de Oma heeft 't snoer vlug gegrepen. Het oudje riep: „Ho, Dat gaat maar niet zoo 't Zijn die kralen van mij met die strepen". Toen keek de kaptein door de ruiten De schrik zat hem nog in z'n kuiten Hij greep naar zijn pet En heeft die opgezet En hij liep in den regen naar buiten. Het was wel geen dappere geste Maar hij wist, dat niets anders hem restte Hij dacht: „liever dood Dan bij Oma op schoot" En hij koos van twee kwaden het beste, De winnaars van de tweede Jubileum- „Badbode"-Puzzle. De oplossing van de 2e Badbode puzzle is moeie- lijker gebleken dan die van de 1ste. Had men voor de eerste slechts 26 letters te zoeken in 26 ver schillende advertenties, ditmaal was het noodig 33 letters op te sporen en van die letters een slagzin te vormen, waarvan slechts het eerste lidwoordje „het" bekend was. Aan 42 inzenders is het gelukt de juiste oplos sing: „Het bloemencorso is Bergen's gloriedag" te vinden. De foutieve inzenders waren er wel dicht bij met: „Het Bergen's bloemencorso is gloriedag", doch niet geheel juist. Hun taalgevoel had hun moeten zeggen, dat de vijf woordjes anders gegroe peerd hadden moeten worden. Als men echter een maal een woord verkeerd gezet heeft, dan is het blijkbaar moeilijk om het juiste inzicht te krijgen. Het is opmerkelijk hoe verschillend de inzenders handelen. Daar zijn er, die de oplossing inzenden op een strookje papier van een paar c.M. met hun naam onderteekend. Wij zouden dezulken de onbe- leefden willen noemen. Er zijn er ook, die ditzelfde doen op een groot vel papier, de royalen. Anderen gaven de oplossing door tevens de namen der ad verteerders mede te deelen, in wier advertenties de overtallige letters voorkwamen, dat zijn de nauwgezetten. Er was er zelfs één die den slagzin inzond ge brand op een blank plankje, omgeven door bloe men in kleur, een inzending die tot dankbaarheid stemt, omdat daardoor de artistieke mensch spreekt, die niet in de eerste plaats wil ontvangen, maar geven. Wij zullen deze artistieke oplossing een plaatsje geven in het bureau van de V. V. V. Ook zijn er die hun oplossing in dichtvorm in zonden. Dit zijn de menschen, die ook gaarne een prijsje winnen, doch tevens toonen bezield te zijn met gevoelens van waardeering, hetgeen prettig aandoet. Een ruim 80-jarige schreef: „Geachte Redactie. Toen ik de tweede jubileum-puzzle las Dacht ik, die komt mij goed van pas Ik ga vanmiddag niet naar zee Maar doe ook aan de oplossing mee. Toen ik het bloemencorso in Bergen had gezien Zei ik: „Zoo zijn er in Nederland geen tien". Ik vond het telkens weer een pracht En daarom roep ik thans met kracht: Wat er ook gebeuren mag „Het bloemencorso is Bergen's gloriedag". Zulke inzenders ziet men evenals de dame die heel aardig en opvallend de oplossing gaf door deze uit te snijden en die op een stukje rood doek te plakken onder de prijswinnaars. Het lot houdt met deze gevoelens geen rekening. Fortuna heeft andere overwegingen en het resul taat van de verloting onder de goede oplossers was dan ook, dat de le prijs, een bon van 12.50, te besteden bij één der adverteerders in „De Bad bode", gewonnen werd door den jongeheer G. L. Zaadnoordijk, Doorntjes alhier, die er met zijn va- cantie zeker recht blijde mee zal zijn. Fortuna was ditmaal de jeugd wel bijzonder goed gezind. De 2e prijs, een bon van 7.50, werd n.l. gewonnen door Willy Borst, Ruïnelaan alhier, en de 3e prijs, een bon van 5.door Truus Bakker, Lamoraalstraat Alkmaar. GRAPJES. Adolf zat voor de eerste maal in een trein, en keek enthousiast uit het coupéraampje. Bevalt het je?, vroeg zijn vader. Adolf knikte: Fijn pappie. Dit is een prenten boek, zonder dat je de bladzijden behoeft om te slaan. Op school werden de werkwoorden behandeld. De onderwijzer vervoegde als voorbeeld: ik wasch mij, jij wasch je, hij wascht zich, wij wasschen I ons en opeens vraagt hij: Jan, welke tijd is dat eigenlijk? Jan antwoordde onmiddellijk: Zaterdagavond, mijnheer. Zij ontmoetten op straat een allerbekoorlijkst jong meisje. Dat daar, fluisterde de meneer tot zijn vriend, is de gevaarlijkste vrouw van de stad! Och kom, twijfelde de ander. Zoo'n onschul dig uitziend schepseltje? Je weet het niet half, verklaarde de meneer ernstig. Ze heeft gisteren haar rijbewijs gekregen. Zij: U bent lucht voor mij, mijnheer! Hij: Wilt u daar misschien mee zeggen, dat u zonder mij niet leven kunt? Denk eens aan, lieve schoonzoon, als ik mij niet verlaat had, was ik met den trein vertrokken, die verongelukt is. Ach jelui vrouwen kunnen ook nooit punc tueel zijn. Je zuster heeft de honderdduizend getrokken Wat heb jij gekregen? Een zwager! Mijn vrouw droomde vannacht, dat ik milli- onair was. De mijne beeldt zich dat ook overdag in. BEZOEKT DE le ALKMAAR. GEBRUIKT UW in KAASMARKT, tegenover Bureau V.V.V. Onze zaal is Vernieuwd - Vergroot - Verfraaid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 2