Schoenen A. E. ROMENY Voor de badgasten A.C. SEEWALD DE BERKJES. ZONDERLIKGE INTERVIEWS. DE MAAN'sLees-Bibliotheek, FOTO-ARTIKELEN. voor DAMES, HEEREN- en KINDEREN. De nieuwste WELFSCHOEN, SANDALEN. Kerkstr. 13, Onder Rijks toezicht gediplom. Schoenhersteller. BERGENSCHE DROGISTERIJ is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkan toor alle werkdagen geopend is van 1012 en 24 uur, toegangsprijs 25 ct., (ingang bij het tuinpoortje); Zondags gesloten. 2o. dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitsluitend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Baddirectie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat naast het Post kantoor, tegen betaling van 25 cents; 3o. dat het Duinmuseum in het Parnassiapark, te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kosteloos. Kinderen zonder ge leide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; 4o. dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P. Boendermaker, belangstel lenden in de gelegenheid stelt Donderdags middags van 2 tot 4.30 zijn collectie, onderge bracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen. In de winter waren alle bomen in het bos kaal. Wel leefde in de knoppen een verborgen kracht, maar geen groen was er te zien. Tot de lente kwam. De knoppen zwollen, iedere dag werden ze dik ker, wat er leefde daarbinnen ontwikkelde zich steeds meer en op een mooie voorjaarsdag, toen de zon scheen telkens tussen de wolken door, kwamen de eerste blaadjes te voorschijn. Heel even schoof het groen tussen de gladde schubjes van de knop uit. Warm voelde de zon, doch het was koud als die schuil ging achter een wolk het was nog wel vroeg in het jaar! Maar ze stonden beschut, deze bomen, want hoog om hen heen wa ren de duinen die de koude winden tegenhielden. De kleine blaadjes hadden moed, ze groeiden en ontplooiden zich, tot de ferme schubjes op de grond vielen. Hoe langer hoe meer kwamen er te voorschijn, steeds groener werden de bomen, steeds groener het bos. De eiken treuselden nogi die waren zoo gauw niet klaar, maar de berken, grote en kleine, kwamen allen vol jong blad, ze stonden als boeketten van lichtgroen en geel op de nog dorre hei. In het midden echter stond, alleen, wat van de anderen af een klein slank boompje, het gladde berkenstammetje recht om hoog en de takken regelmatig in het rond, uitge spreid, nog geheel zonder het lentegroen. Heel dik zaten de knopjes aan de twijgen, maar nog nergens waren ze opengebarsten, op de grond hier lagen nog geen schubjes. Aan de andere boompjes waren het al niet meer alleen de blaad jes die ze tooiden, maar langzamerhand kwamen ook beukjes te voorschijn. Eerst heel klein nog, krom en dicht in elkaar als een stijf, groen rupsje, maar later recht neerhangend, de bloempjes wijd open en geel van het stuifmeel. Overal tussen het blad hingen ze, even zwaaiend bij een luchtig windvlaagje. Bij dat eene berkje in het midden, dat nog maar steeds geen blaadjes had, waren nu echter wel ook veel goudstuivende berkjes gekomen, aan alle Met het strand. Nog verlaten lag het breede strand in het vroo- lijke licht van den zomerschen ochtendzon; dat groeiende morgen-zonnelicht, dat zoo'n heel ander, veel bekoorlijker effect aan het strand geeft dan het middaglicht van de zakkende zon, die over de zee, ver weg in 't Westen wegduikt onder 't fan tastisch avondrood. Het strand-bij-middag-en-avond zien we alle maal zoo dikwijls na gedane dagtaak; dat kennen we wel. Maar als we het strand bij ochtend zien, dan beteekent dat een vrije dag, 'n heele vacantie- dag, ver van de besognes van het alledaagsche werk. Er zijn menschen, die alle dagen vacantie heb ben; voor dezulken heeft zoo'n zonnige ochtend aan het strand geen bizondere bekoring, omdat het niets buitengewoons voor hen is. Maar voor ons, zwoegers-van-alle-dag geldt nog steeds het ,,Va- rietas delectat", vrij vertaald: weer eens wat an ders, dat is wel aardig. 't Was op zoo'n zomerschen zonnedag, dat ik al heel vroeg op het strand kwam met het heeilijke vooruitzicht van 'n rustige dag in de vrije natuur. Na een korte wandeling langs de kabbelende zee, vlijde ik me neer op het nog koele zand. Wat een weldadige rust, verzuchtte ik, ter wijl ik staarde naar een zilveren meeuw, die tegen de blauwe lucht te zweven hing. Ja, nog wel! fluisterde het strand, waarop ik m'n oor te luisteren had gelegd. Maar lang zal 't niet meer duren. Hoor je die klingelende tram bel niet luiden daar in de verte. Daar komt weer een lange karavaan vacantiegangers; die komen allemaal naar het strand. Of naar de zee? Als ik, het strand er niet was, zou de tram al die duizenden dagjesmenschen niet brengen. Maar als de zee er niet was, en er was strand en zand tot aan de horizon, dan was het hier een woestijn en kwamen ook de menschen niet. Stationsstraat. Werken van de beste Nederlandsche en Buitenlandsche Schrijvers. ONTWIKKELEN. AFDRUKKEN. bruine takjes, zwaar door hun vruchtbaarheid, ijl, zonder de volheid van de bladeren. In de lucht vloog een meeuw, hij kwam van zee. Ginds op het duin zette hij zich even. Onder mijn voet kraakte een tak, ik had op een omgevallen boomstam gestapt; zacht drukte mijn voet het vermolmde hout in elkaar. Rondom mij lagen er veel zoo, dorre oude bomen, omgevallen en nu wegrottend in zon en regen. Maar iets verderop werd het groener, daar had de westenwind zijn kracht verloren, daar uitte het nieuwe leven van de natuur zich in zijn volle kracht. De slanke jonge bomen, koesterend in de zon, lichtgroen onder de strakblauwe Maartlucht, stonden er als bruidjes, wachtend op de prins die hen zou komen halen. De dorre droge hei laag daaronder was nog kaal en nog feestelijker leek daarom al dat groen en geel, en het wit en bruin van de dunne stammen. Het was heel mooi. En toen opeens, daar midden in, zag ik dat eene berkje, dat nog geen blaadjes kreeg, maar vol met katjes, zwaar van het stuifmeel, aan de takken waar nu toch al even wat groen schemerde van komend blad. Heel ijl, bijna onwerkelijk schijnend stond het daar in al de pracht van de jonge lente, zelf het schoonste, het wonderlijkste in zijn zui vere eenvoud. ook in wit, grijs en beige linnen, Telefoon 65, BERGEN. Dat is zoo; de zee en ik, we vormen samen een twee-eenheid; we zijn samen de attractie; we hebben elkaar noodig. De zee geeft me des nachts een frisch bad, zoodat ik eiken ochtend er weer schoon en aantrekkelijk uitzie. Ik liet m'n oogen eens gaan, rechts en links over de heldere strandvlakte, die nog vrijwel verlaten lag. Inderdaad het zag er weer opgeruimd en hel der uit; de vloed had het strand gewasschen en het eb had als een geheimzinnige stofzuiger heel die vlakte weer geëffend en alle ongerechtigheden, die na een warmen zomerdag op het strand wor den achtergelaten, meegenomen; het strand lag daar weer als 'n pas-gedane kamer in een keurig pension. Weer legde ik m'n oor te luisteren op het zand en liet het strand vertellen, van het leven, dat zich daar eiken dag in bonte afwisseling afspeelt. Daar komen weer de vacantiemenschen, wie ik heel den dag een vroolijke verblijfplaats bied. Ze zijn beladen met hun tent en alles wat erbij hoort. Straks gaan ze 'm opzetten; dat is een tel kens weerkeerend feest, voor vader zoowel als voor de kleine peuters. Moeder pakt uit, soms in dubbelen zin; vader bouwt op; de kinderen helpen dapper mee. Dan gaat de familie er in, om er heel gauw ge- metamorphoseerd weer uit te kruipen. Die kleuri ge badpakken maken sommige menschen toch zoo leelijk; veel leelijker dan ze in werkelijkheid al zijn; andere daarentegen maakt het badpak nog bekoorlijker en charmanter. Terwijl vader de laatste hand aan zijn linnen huis legt, moeder koffie zet, de peuters forten gra ven, neemt de oudste dochter, terwijl ze d'r ro mannetje leest, een zonnebad. De zee interesseert haar voorloopig niet; ze komt hier om te bruinen. Waarom eigenlijk die uitwijding, juist over dat meisje? Dat spreekt vanzelf; zij is het juist, die het strand leven, drukte, fleur en vroolijkheid geeft. Een strand zonder zomersche meisjes zou stil en doodsch zijn. Ze flaneeren langs het strand of zwe ven met lenige zwier door de lucht om een strand bal te vangen. Zij is het, die de bezoekers trekt. APOTH.-ASSISTENTE. TELEFOON 10 9. BREELAAN 17, - BERGEN (N.-H. Grapjes. Dit is een aardige kano, hé, zei de slanke jongeman tegen het meisje, dat er met hem in zat. Heel aardig, zei het lieve kind. Maar ze heeft één bezwaar. En dat is? Ja, zie je, als ik zou probeeren een meisje te kussen in deze kano, slaat ze om en komen we allebei in het water terecht. O! zei het meisje en ze zweeg Toen merkte ze zachtjes op: Ik kan zwemmen. De kapitein die woorden had gehad met den stuurman, schreef in het logboek, om zich te wre ken: „Stuurman vandaag niet frisch". Toen de stuurman dit zag, verlangde hij van den kapitein dat deze er een streep door zou halen. Weineen, antwoordde de kapitein, het is toch de waarheid? Kort daarop, toen de stuurman tijdelijk den ka pitein verving, was het eerste wat hij dien dag in het logboek aanteekende: „Kapitein vandaag niet dronken". De kapitein was woest toen hij het zag en riep den stuurman ter verantwoording. Wel, antwoordde deze, u zult toch niet wil len beweren dat het niet waar is? De mooie Lisa klaagt bij haar vriendin: Niet alleen, dat hij mijn hart gebroken en mijn leven in scherven geslagen heeft, neen, hij heeft mijn heelen avond bedorven! Wou je soms beweren, dat ik achter je aan- geloopen heb om je te trouwen? De val loopt ook niet achter de muis aan om haar te vangen. De Engelsche romanschrijver Black had een merkwaardig slecht geheugen ten opzichte van zijn eigen werken. Het was, alsof hij alles, wat in zijn romans staat, vergat, zoodra hij de laatste proeven naar de drukkerij had gezonden. Eens vertelde zijn vrouw een anesdote, welke in een zijner romans staat. Black lachte er hartelijk om. Waar heb je die aardige geschiedenis ge hoord? vroeg hij en hij wilde niet gelooven, dat die in een zijner boeken stond, vóór zijn vrouw de plaats opgezocht en aan hem getoond had. Waarzegster: En nu, dit drietal kaarten raad plegende, zie ik een begraven schat. Bezoeker: O, dat is niks nieuws voor me. Dat is de eerste man van mijn vrouw! Want 's middags komt de groote massa. Dat zijn niet allen zee- of zonnebaders; daar is een groote categorie, die naar het strand komt, als naar een openlucht-uitvoering; d'r is hier veel te zien. In zee de vroolijke baders, op het strand de honderden tenten, met hun tijdelijke bewoners en daartus- schen de vroolijke jeugd, die zich vermaakt met bad- en ringspel. U zult me toch toegeven, dat als daar een boertje, in z'n zwarte pak en zijden petje op, te kuieren loopt, hij niet van plan is een bad te nemen, doch alleen maar eens het vroolijke bad leven wil gadeslaan, dat ie in zijn polder niet kan doen. En zoo zijn er meer. Doch niet alleen overdag vertoeven hier de menschen. Als de laatste tram de duinen door naar het dorp zwoegt, dan nog genieten hier de menschen van wat de natuur te genieten geeft. Het zijn er niet zoovelen, maar het lijkt wel, of het genot, dat overdag zoovele duizenden moeten deelen, thans voor die enkelen beschoren is. Dan is het volkomen rust die hier heerscht; vre dig kabbelt de zee en vredig kust de verliefde jon geman zijn liefste, wier handen hij teeder streelt, terwijl ze te staren staan naar de verre horizon, waar nog een vage lichtlijn de plaats aanduidt, waar de zon is weggedoken. Het is warm geweest en de zee geeft een wonder licht. Elke voetstap der geliefden vormt een fontein van zilveren von ken en als de maan komt, om het nachtelijke strand te belichten, dan is het hier een land als uit een sprookje. Uit het woeste duin klinkt de kreet van een nachtelijke vogel; die stoort de vredige rust van het maanbeschenen strand niet. Vanuit het nabije hotel krijscht de schrille schreeuw van een jazz band; die verstoort de nachtelijke vrede van het strand. Doch weldra verstomt dat wan-geluid. Nog enkele uren van intense rust en in het Oosten rijst de nieuwe dag met dezelfde zon, die enkele uren geleden zoo hoopvol onderging, belovende een dag vol zomervreugd en zonneweelde REPORTER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 4