A. E. ROMENY Voor de badgasten BERGENSCHE DROGISTERIJ ZONDERLINGE INTERVIEWS. DE ZEE. Drie vierde der oppervlakte van de aarde wordt ingenomen door de watervlakte, de zee. De totaal oppervlakte der zeeën bedraagt 365.982.450 vier kante kilometer met een inhoud van 1330 millioen kubieke kilometer. De zeeën vertoonen nergens een grooter diepte dan 10800 M. De algemeene vorm van de watervlakte hangt af van de aantrek kingskracht, die door de aarde uitgeoefend wordt op de watermolekulen en van de middelpuntvlie dende kracht, uitgaande van de wenteling van deze zelfde aarde. Het diepste punt der zeeën bevindt zich in den omtrek van de Philippijnsche eilanden in het Wes ten van den Stillen Oceaan en bedraagt 10.800 M. De gemiddelde diepte der wereldzee is berekend op 3800 M. Het hoogste wereldpunt is de Mount Everest in de Himalaja en bedraagt 8880 Meter. is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkan toor alle werkdagen geopend is van 1012 en 24 uur, toegangsprijs 25 ct., (ingang bij het tuinpoortje); Zondags gesloten. 2o. dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitsluitend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Baddirectie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat naast het Post kantoor, tegen betaling van 25 cents; 3o. dat het Duinmuseum in het Parnassiapark, te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kosteloos. Kinderen zonder ge leide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; 4o. dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P. Boendermaker, belangstel lenden in de gelegenheid stelt Donderdags middags van 2 tot 4.30 zijn collectie, onderge bracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen. APOTH.-ASSISTENTE. TELEFOON 10 9. BREELAAN 17, BERGEN (N.-H. Met de hertjes. Gaat meisje met pappie mee naar de hertjes? Deze woorden hadden een wondere uitwerking op de gemoedsstemming van m'n oudste, 'n meisje van bijna 2 jaar. Haar eigenlijke naam vindt ze nogal moeilijk om uit te spreken en daarom noemt ze zich maar „meisje". Teddy en de blokkendoos waren ineens lucht geworden voor d'r en met ja-ja-gejuich stoof ze al naar de deur. Meissie hetties, meisse hetties, pappie-ooch, mammie-ooch, boetie-ooch, riep ze, waarmee ze te kennen wilde geven, dat de heele familie, vader, moeder en broertje, mee moest naar de hertjes. Ik zal geen beschrijving geven van alles wat er aan te pas komt, voor je goed en wel met vrouw en kinderen aan de wandel bent, dan was mijn kolommetje vol, voor ik aan mijn interview met de hertjes toekwam. We zijn er gekomen, in de hertenkamp, met in den wagen bij broertje de noodige voorraad oud brood en bloemkoolblaadjes voor de hertjes. Toen het hek van de hertenkamp in 't zicht was, stoof meisje er al op af; ze was niet meer te hou den. Kom pappie pappie ooch, riep ze en als een gehoorzaam vader liet ik me meesleepen naar de hertjes. Dag hetties, hettie happie brood ja hoor, zei meisje en door de donkere hekspijltjes stak het poezelige kinderhandje een stukje wittebrood, dat in de natte, beweeg'lijke hertebek verdween. Met een „ooch e happie" beduidde meisje dat ze nog meer wilde geven. Da, keintie hettie ooch e happie; goote nee happie; pappie die happie. Daar moet je vader van zoo'n kleuter voor we zen, om dat koeterwaals te kunnen verstaan; meisje voelde zich meer aangetrokken tot de herte-baby's en vader moest maar voor die groote zorgen. Toch moest hij meisje assisteeren, want als ze een stuk brood door de hekspijltjes stak, liet ze dat niet los en dan werd het een trekpartij tus- schen meisje aan den eenen kant en het hertje aan den anderen kant, zoodat ook het mollige handje van meisje, dat zich het gevaar niet bewust was, dreigde opgehapt te worden. DE ZEE. De zee, de zee klotst voort in eindelooze deining De zee, waarin mijn ziel zichzelf weerspiegeld ziet; De zee is als mijn ziel in wezen en verschijning Zij is een levend schoon en kent zichzelve niet. Zij wascht zichzelve af in eeuwige verreining En wendt zich altijd om en keert weer waar zij vliedt Zij drukt zichzelve uit in duizenderlei lijning, En zingt een eeuwig-blij en eeuwig-klagend lied. WILLEM KLOOS. Grapjes. In een groot hotel te New-York worden vaten- wasschers gevraagd. Er komt zich iemand aanbie den met versleten schoenen, met een gelapte broek en zonder halsboord. Hij wordt aangenomen. En hij gaat aan 't bordenwasschen, dozijnen bij dozijnen en hij zucht als een locomotief. De eigenaar van het hotel komt bij hem en zegt: Zucht niet, mijn jongen. Zooals je me hier ziet, ben ik ook als vatenwasscher begonnen, en wat ben ik nu? De eigenaar van dit hotel! Zóó gaat het in Amerika! Waarop de andere: Zooals u me hier ziet, ben ik als eigenaar van een hotel begonnen, en wat ben ik nu! Vaten wasscher! Zoo gaat het in Amerika! Oude man (in de queue voor een bioscoop): Dring niet zoo! Dit is jou plaats niet. Kleine jongen: O ja, dat is mijn plaats wel. Ik ben er alleen maar even uitgegaan om een paar toffees te koopen. En hoe weet je dan, dat je op de goed plaats bent teruggekomen? Omdat ik met krijt een groot kruis op uw rug had gezet! Twee Schotten wandelden samen op een stoffi- gen landweg, die in de overvloedige zonnestralen lag te braden. Heb je wat meegenomen voor onderweg? vroeg Jack aan zijn metgezel. Ja, een flesch bier. En wat jij, Tom? Een droge tong. Fijn, dan kunnen wij onzen voorraad samen deelen. Eerst wordt het bier broederlijk gedeeld en ver volgens door het keelgat gewipt. En kom nü eens met je tong voor den dag! zei Jack tegen Tom. Man, zij is alweer nat gewordenluidde het antwoord. Mevrouw: Jaantje, terwijl ik weg was, heb je mijn blauwe japon aangehad! Daar houd ik niet van! Jaantje: O mevrouw, en ik vind hem juist zoo prachtig! Toen de voorraad proviand in de magen der hertenfamilie verdwenen was, en de groote herten- oogen nog vragend door de hekspijltjes gluurden, ontspon zich het zonderlinge gesprek: Nog meer honger, jongens? Ja, riep vader hert, die met z'n mooi vertakt gewei pronkte als een koning temidden van zijn uitgebreide kudde. Het is vandaag een mooie dag, dan zijn de gasten bijna allemaal naar zee; dan is 't stil hier en krijgen we niet al te veel. Van de gasten moeten we het hebben. We krijgen wel ons dagelijksch portie van de gemeente, maar dat lijkt wel steeds minder te worden, naarmate het aantal gasten toeneemt. Toch is de zomer de leukste tijd voor ons. We krijgen dan over het algemeen veel bezoek. We kijken altijd direct uit naar menschen met kinderen, daar is wat van te verwachten; die heb ben altijd iets voor ons. Daar rennen we dan op af. De groote menschen komen alleen maar om hier te zitten en naar ons te kijken; die denken zeker: ze moeten 't maar met dat gras doen. Nou, als we met ons allen van dat beetje gras moesten leven, zagen we er niet zoo best uit. Eén uitzondering is er op de groote menschen. Die groenteboer, die daar op den hoek woont, brengt nog al eens een kistje groente, die is dan voor de menschen niet fijn ge noeg meer, maar voor ons is het een tractatie. Dus jullie hebt over bezoek niet te klagen? Bezoek genoeg; maar alle kijkers zijn nog geen gevers. Verleden week hadden we zelfs heel veel bezoek, wel duizenden menschen, maar die zaten allemaal met hun rug naar ons toe en een lekker hapje hadden ze ook niet. Er was muziek en ook zagen we veel bloemen, om van te smullen, maar we kregen er niets van. Ook de kinderen lieten ons dien dag in den steek. 'tWas een sof-dag voor ons. Maar niet voor Bergen. Dat heb ik gelezen in de Badbode zeg, wat 'n menschen, en 's avonds was het ook al zoo druk, we konden geen oog dicht doen, ook al niet vanwege de holle maag, want we hadden niet al te veel gehad door de hekspijltjes. - De gemeente zorgt toch goed voor jullie, je ziet er tenminste allemaal best en vet uit. Ja hoor, we hebben geen klagen. Maar wij herten eten meest, om ons niet te vervelen; als NIEUWSBERICHTEN. PRIESTERFEEST IN BERGEN. Ter eere van de neomisten Pater Schotten en Pater Leyen werd Maandagavond op het school plein van de R. K. jongensschool, met het bosch op den achtergrond, als openluchtspel het legende spel van den Vlaming Jos. v. d. Eynde: „De scha mele straatzanger en het miraculeuse lieve Vrouw- ke", waarvan het opvoeringsrecht welwillend was afgestaan door de Vereenigde Haagsche Spelers van Pierre Balledux, vertoond. Ongeveer een duizend parochianen hebben met groot genoegen de vertooning van dit geestige Vlaamsche stuk bijgewoond. De vertolking en de regie stond onder leiding van den heer J. Haak man en berustte in handen van leden van den R. K. Berger Kunstkring, van de Tooneelvereeni- ging St. Jan en van eerste krachten uit de Alk- maarsche Tooneelvereeniging Alberdingk Thijm, waaronder de heer Fok Keijsper. Bergen's Harmonie luisterde de pauze op, ter wijl de Graal reidansen uitvoerde. Aan het einde dankte Pater Schotten, mede na mens zijn mede-neomist voor het mooie feest, voor de schitterende ontvangst, hem Zaterdagavond be reid en voor de kerkelijke viering van de plechti ge Eerste H. Mis. HET WEER. „Wat hebben jullie buitengewoon geboft met het Bloemencorso en den verlichtingsavond. Het was 8 Augustus niet alleen de schoonste zomer dag van het seizoen, maar ook de mooiste zomer avond", aldus een der gasten, die vol lof was over hetgeen Bergen 8 Augustus had gedemonstreerd. Inderdaad kan de V. V. V. zich gelukkig prijzen, dat de goden in dat opzicht met haar zijn geweest. De dag na het Corso veranderde het weer en de geheele week kenmerkte het weer zich door een herfstkarakter. In vergelijking met het vorige jaar kan het weer in Augustus slecht worden genoemd. De gasten, die niet bang zijn voor een buitje en er op uittrek ken, zijn er het beste aan toe. Zij genieten deson danks van de mooie wandelingen en ervaren, dat het weer dan altijd nog meevalt. De meeste hinder van slecht weer hebben de gasten, die in de over volle pensions rondscharrelen en dan hun humeur verliezen. Voor dezulken is het eind, dat zij zich verkniezen en tot schade van den pensionhouder vroeger vertrekken. Zij handelen dom, omdat het weer over geheel West-Europa niet beter, maar wel slechter is. Wie de weerberichten heeft gevolgd, moet heb ben gelezen, dat de regenval overal grooter is ge weest en het is merkwaardig, dat zelfs in andere deelen van ons land veel meer water is gevallen dan er in Bergen viel. Bovendien biedt Bergen aan Zee het voordeel, dat het er na een regenbui direct weer schoon en droog is. Ons advies is dus: „Trekt er ook bij min der gunstig weer op uit". Als men zich er op kleedt, valt het altijd mee en het groote voordeel is, dat men daardoor zijn goed humeur en eetlust behoudt en dus geest en lichaam sterkt, waarvoor de vacantie dient. Bovendien wordt men door al dus te handelen, niet hinderlijk voor anderen, wat toch ook voldoening moet geven. we niet den heelen dag wat te eten hebben, ver velen we ons gruwelijk. Wat moet dat dan in den winter, als er geen gasten zijn? De Bergenaren komen ook wel eens een extra'tje brengen. Maar laatst dreigde er een hon gersnood in ons kamp. Er was een lid van den Raad, die wilde bij de begrooting voorstellen, om wegens de bezuiniging de hertjes maar niet meer van gemeentewege te voeren; daar moesten de gasten en de Bergenaren maar voor zorgen, om daarmee te toonen, dat ze prijs stellen op de attractie van de hertenkamp. Stel je voor, dat zoo'n dwaas voorstel er door was gekomen; mijn heele familie zou doodgehongerd zijn. Gelukkig is die man geen raadslid meer, dus dat gevaar is ge weken. We zijn nu alleen nog maar bang voor de her dershonden; als zoo'n bloeddorstig dier soms over het hek ons kamp binnendringt, kan zelfs onze villa daar geen beveiliging bieden. Dan verdwijnt er wel eens een broertje of een zusje, 'n neefje of een nichtje, die dan als reebout mag pronken op het menu van een of ander stadsrestaurant. Het is niet om aan te denken. Ik herinner me ook nog het is al lang geleden, dat er in het dorp sprake was van hertensoep. Het was in den tijd van levensmiddelennood, toen er overal gaarkeukens waren opgericht. Toen stelde een van die dames, die daarbij de leiding hadden, voor, om maar eens hertensoep te koken. Wijlen Mevrouw van Reenen, de echtgenoote van den oud-burgemeester, naar wien dit park genoemd is, heeft me die geschiedenis zelf verteld. Ze werd bleek van schrik bij de gedachte, dat haar lieve hertjes, waar ze zooveel van hield, in de soep te recht zouden komen. Gelukkig bleek het een misverstand te zijn en had die dame alleen maar erwtensoep willen koken. Dag hetties, zei meisje, toen we weggingen. Dag meisje, hurkte vader hert, die vroeg, of we nog eens terug kwamen, als straks de gasten weg zijn. We beloofden het. REPORTER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 4