De Avifauna van Bergen. „v. Hasseltstr. 6". Fam. Mevr. Stol, A'dam, De Hr. en Mevr. Ris, R'dam, „Herline". Fam. A. Wurdemann, A'dam, Dames S. en E. Wurdemann, A'dam, De Hr. W. Wurdemann, A'dam, „Hilda". De Hr. en Mevr. Mr. B. van der Burg, Heemstede, „De Hoek". Fam. Mevr. C. Jolles van de Kasteele, Utrecht, „Hoog Droog". De Hr. en Mevr. Dr. J. J. W. Vader, R'dam, „Het Hooge Duin". Fam. Mevr. A. HonigMeevers, K, a. d. Z., Mevr. NikkelsHonig, Wassenaar, De Hr. Dr. Nikkels, Arnhem, Mevrouw Meevers, den Haag, „Joke". De Hr. en Mevr. G. Grondsma, Alkmaar, „Kieviet". De Hr. en Mevr. C. H. Paul, Apeldoorn, „De Kluis". De Hr. en Mevr. Dr. Ruinen, Bussum, „De Kokkel". De Hr. en Mevr. G. J. Annegarn, den Haag, De Hr. en Mevr. A. J. Schravendijk, den Haag, „Kooy". De Hr. en Mevr. F. E. KnooteMomma, Apeldoorn, „Laura". De Hr. en Mevr. Mr. Jacq. Dutilh, R'dam, „De Lijster". De Hr. en Mevr. P. B. M. Hendrix, A'dam, ..Longroom", De Hr. en Mevr. S. W. Eeys'sen, Alkmaar, „Magnolia". De Hr. en Mevr. E. Glerum, A'dam, „Marijke". De Hr. en Mevr. A. C. Abbing, A'dam, „Mei". De Hr. en Mevr. 0. J. Verkerk, Bergen, „Molenbeeke". De Hr. en Mevr. J. H. Schmiedell, Bremen, „Noviomagum". Fam. Mevr. de Nerée van Babberich, Utrecht, „Parkhuis". De Hr. en Mevr. J. C. M. Warnsinck, den Haag, „Parnassia". De Hr. en Mevr. Mr. H. T. Asser, A'dam, „Paulina". De Hr. en Mevr. Mr, D. M. Meertens, R'dam, „Paviljoen". De Hr. en Mevr. Mr. H. D. A. van Reenen, Bergen, „Pax in Terra". De Hr. en Mevr. Dr. H. E. Driessen, A'dam, „Primula", De Hr. en Mevr. J, van der Bijl, Zeist, ,,'t Roeije". De Hr. Leo Peltenburg en Fam., Bussum, „Sandy-Corner". De Hr. en Mevr. J. Th, Fernhout, Baarn, De Hr. en Mevr. Dr. W. G. Harrenstein, A'dam, „Schelpduin". De Hr. en Mevr. Dr. P. G. van de Vliet, Hilversum, „Scholekster". De Hr. en Mevr. Mr. D. Crena de Jongh, A'dam, „Shanti". De Hr. en Mevr. Prof. E. Laqeur, A'dam, „Sterntje". De Hr. en Mevr. H. de Sonna- villeArkesteijn, Nijmegen, Mej. F. Arkesteijn, Nijmegen, Lou Overes, Nijmegen, „Skopia". Fam. Mevr. Dr. de Boer, Leiden, Mevr. en Jkvr. Teding van Berkhout, A'dam, „Spoorklok I". De Hr. en Mevr. van den Berg, Eelst, „Tine". Fam. Mevr. Hilde Kugel, Berlijn, „Ulysses". Jhr. en Mevr. Ir. C. E. W. van Panhuys, den Haag, „Verbrandepanhoeve". De Hr. en Mevr. Dr. P. A. van de Harst, A'dam, „Voor Anker". De Hr. en Mevr. J, H. Smits en logé's, Schoorl, Pers. A. V. Opgaaf van het aantal vreemdelingen te Bergen en Bergen aan Zee over de jaren 19271934 volgens „De Badbode". No. Maand 1927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 1 Juni 900 887 466 536 442 522 1003 579 2 1002 737 792 1389 952 721 880 1008 3 1054 937 1030 1373 1160 1097 1083 1217 4 1107 1053 1378 1413 1543 1386 1560 1522 5 Juli 1351 1368 1574 1622 1518 1760 1673 1788 6 1546 1570 1848 2074 1885 1941 2116 2013 7 1950 1863 2488 2431 2173 2763 2732 2938 8 2417 2758 3414 3302 2868 3186 3341 3638 9 2838 3087 4065 3850 3738 4185 4301 4346 10 Augustus 3053 3304 4505 4190 4548 4542 4823 5110 11 3091 3252 4669 4574 5180 4285 4785 4943 12 2664 2818 4321 3984 4830 3676 4314 4441 13 1872 2083 3759 3424 3923 2910 3022 3792 Totaal 24845 25717 34309 34162 34760 32975 35633 37335 „Wernau", De Hr. en Mevr. Prof. Dr. A. Pannekoek, A'dam, 6 „Westerlicht". Fam. Mevr. Urban, Thoury-Ferrottes, Frankrijk, 6 De Hr. Ph. en J, Smit, Thoury-Ferrot tes (Fra.), 2 „Windy-Ridge". De Hr. en Mevr. J. C. Spangenberg, A'dam, 9 „Zeedroom". De Hr. en Mevr. I. Keesing Jr., A'dam, 8 „Zeevonk". De Hr. en Mevr. J. Kraayenhof, A'dam, 8 „Zonnehuis". De Hr. en Mevr. Reindersma, den Haag, 7 Pers. Bio-Vacantieoord „Russenduin", A'dam, Duitsche Ferienkolonie, A'dam, Vacantiehuis „Voor Jong Nederland", A'dam, Vacantieoord „Zeehuis", A'dam, 110 40 60 120 Totaal aanwezig 3792 pers. Zeezwaluwen. Toen we de Meeuwen en wel in 't bijzonder de Zilvermeeuwen hpbben behandeld, spraken we af, dat we ook nog zouden behandelen de zeezwalu wen en de roofmeeuwen. Zeezwaluwen of Sterns geven wel sterke voor beelden van gezellig broedende vogels, en 't is den hoogst bekwamen fotograaf uit „Artis", den Heer P. L. Steenhuizen, gelukt, er kolonies van te „kie ken". Vooral de opname van broedende Groote Zeezwaluwen (Sterna cantiaca) doet zien, hoe on middellijk bij elkander deze sierlijke vogels hun nesten maken. Tenminste, wanneer men de een voudige kuiltjes, waarin deze Sterns haar drie bleekgroene, zwartgevlekte eieren leggen, aldus wil noemen. Want voor den nestarbeid van Zee zwaluwen behoeft geen achturigen werkdag inge voerd te worden. Zij zijn in ettelijke minuten klaar. Meermalen is het gras wat platgedrukt, of is de voetindruk van een dier tot sternnest bevorderd. Jammer, dat de Groote Zeezwaluw nog maar op een paar plaatsen in ons land broedende voorkomt. Schouwen en Rottum schijnen de laatste schansen van deze vogelsoort te zullen worden voor zoo verre het ons land betreft. Vroeger was ook op Texel een uitgebreide kolonie, doch de donder van het Heldersche geschut heeft deze naar rusti ger broedplaats gedwongen. Ook heeft de hebzucht der menschen veel verandering ten kwade ge bracht. Met genoegen daarentegen heeft men kunnen constateeren, dat de Sterna macrura of Zilvergrijze Zeezwaluw, die vroeger als een rariteit voor ons land werd beschouwd, op zeer verschillende plaat sen tusschen Dollard en Schelde vermenigvuldi gingsterrein heeft gezocht, 't Kan ook zijn, dat deze soort langen tijd aan de aandacht der menschen is ontsnapt, door haar groote overeenkomst met het overal bekende vischdiefje (Sterna hirundo). Alleen voor zeer geoefende oogen vallen de ver schillen der beide laatstgenoemde species op eeni- gen afstand in het oog. Voor een juiste determi neering moet men dikwijls in de onmiddellijke na bijheid der vogels zijn. De genoemde Zeezwaluwen met de Dwergzee zwaluwen (Sterna minuta) zijn voor onze polders een heele vervulling. Gedurende den ganschen zomer treft men ze er aan boven alle slooten en plassen, om er haar „biddende" bewegingen te ver- toonen. Verbazen moet men zich over de scherpziend heid van deze vogels. Met forsche vleugelrukken vliegen ze wel een meter of vijf boven het water vlak, en op die hoogte valt hun het kleine vischje of het zoetwatergarnaaltje in het oog. Plotseling houdt zoo'n Stern zich dan „staande" in de lucht, om de vleugels langs het lichaam te strijken, om dan met kracht op haar prooi neer te storten. Spoedig herrijst het dier, schudt de waterdroppels van den vorkstaart en van de lange vleugelpennen, om op nieuwe schatten uit te vliegen. Wie een broedkolonie van Sterns bezoekt, voor al een van de Dwergstern, heeft kans kennis te maken met de scherpgepunte snaveltjes van deze vogels. Kwaadaardig schieten ze dikwijls toe op menschen of dieren, die zich in de nabijheid hun ner eieren of jongen durven begeven. Mannetje en wijfje van de Zeezwaluwenpaartjes broeden bij beurten, wat men lang niet van alle vogelsoorten kan zeggen. En wanneer men een van beide opvangt, zet de overblijvende echtgenoot(e) het broedingswerk voort. Een Sternasoort, die we nog niet genoemd heb ben is de Zwarte Zeezwaluw (Sterna nigra). Deze wordt zoo genoemd naar de donkerblauwe kleur, waarbij de vleugels heelemaal zwart zijn. Ook deze durven wel op onwelkome bezoekers af te schieten en dan venijnige pikken te geven in pet of hoed. De nestjes van deze soort kunnen zoo dicht bij elkander zijn, dat er groot gevaar bestaat van de eieren te vertrappen, als men de kolonie betreedt. Bijna alle soorten van de Zeezwaluwen dragen een zwart kruinkapje, dat bij Sterna nigra niet opvalt, omdat deze soort geheel bauwzwart is. Verder kent men de soorten goed uit elkander aan de kleuren van snavels en pooten en aan de geluiden. Het vischdiefje heeft een rooden bek, waaraan een zwarte punt en zijn geluid klinkt als kierrah! De zilvergrijze Zeezwaluw, als Nederlandsche broed- vogel ontdekt door den heer mr. R. Baron Snoeuckaert van Schauburg, voor 30 jaar onze grootste ornitholoog en door ondergeteekende; heeft geheel intens roode pootjes en een dito sna vel; geluid niet te onderscheiden van dat van de voorgaande soort; de dwergstern heeft oranjekleu rige snavel en pootjes en boosaardig roept hij retsj! retsi; de groote zeezwaluw heeft een zwarten sna vel met gelenpunt en het geluid is moeielijk na te bootsen; het klinkt ongeveer als een langgerekt tierrr! Al die soorten leggen 3 eieren met een onder grond van lichter of donkerder groen en vrij don kere stippen en vlekken. Er is veel variatie in grondkleur en bevlekking en 't is geen kunst om uit een kolonie 40 of 50 eieren te zoeken, die alle aanmerkelijk verschillend zijn. 't Is een groot genot, zich eens een poosie in een dergelijke dichtbevolkte kolonie te bevinden, J. DAALDER Dz. DAGBOEK. De verloving was uit! En ach, nu eindelijk aan de zenuwsloopende on zekerheid een eind was gekomen, leek het al thans voor de wederzijdsche families en de vele vrienden inderdaad nog het beste. Ja, hoe mooi was niet die verlovingsdag geweest. Stralend van geluk over dezen beslissenden stap naar het huwelijk, hadden Sonja en Herman geen oogenblik gedacht aan zorgen van ernstigen aard. Natuurlijk zou er wel eens wat voorvallen, waar ze 't samen niet over eens zouden zijn, maar dat zou juist hun verloving interessanter maken. Dan leerden ze eikaars goede eigenschappen waardee- ren en zonder twijfel zou hun huwelijksdag een droom van blijheid zijn. Herman had zijn candidaats-examen in Delft vlot gehaald en bezield met al de energie die in hem was, begon hij de eindspurt, zich sterk voelend met Sonja aan zijn rechterzijde. Hoe heel anders was echter de toekomst nader gekomen. De wereldcrisis barstte los, schiep wan orde bij rijk en arm, maakte jong en oud tot prooi der wanhoop. Banken sprongen, faillissementen vielen links en rechts en de diepbeproefde wereld niet begrij pend het doel van deze ellende staarde ontzet naar de financiëele en moreele verwoestingen, welke het crisisspook aanrichtte, niets en niemand ontziend. Dit alles gebeurde in zoo'n kort tijdsverloop, dat men nauwelijks de ernst ervan kon realiseeren. Kortom, de gekwelde wereldbol was gehuld in een waas van benauwing en de schaarschte van arbeid werd nijpender. Zoo stonden de zaken, ook voor Sonja en Her man. Innerlijk geknakt door de liquidatie van de zaak van Herman's vader, lukte het hem niet voor zijn examens regelmatig te slagen. Eerst voelde Sonja zich sterk, zij was toch zijn vrouw en wat er ook gebeurde, zij behoorde haar man te steunen. De theorie was prachtig opgebouwd, zij zou een kantoor zoeken, al was 't maar voor haar uitzet en dan moest hun huwelijk maar een tijdje verscho ven worden. Maar de koude, nuchtere praktijk leerde wel an ders, Sonja vond geen kantoor en toen eenmaal alles leek te mislukken, was ze ten einde raad en noch Herman noch haar moeder kon haar tot reden brengen. Ze was en bleef opstandig tegen deze on redelijke wereld en zienderoogen verflauwde daar mee ook haar altijd warme belangstelling voor Herman's werk. De arme kerel ging hieronder diep gebukt, hij werd stiller en stiller en langzamerhand

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1934 | | pagina 9