Hól-el .TRIANON"
J. BLOMBERGEN,
Bergen aan Zee
RUSTIG TERRAS
Dames- en Heerenkapper
iiiiiiiiiiiiiiiiiiii AAN ZEE llllllllllllllllllll
Prima consumptie Billijke prijzen
„De Lijster".
De Hr. en Mevr.
Mr. Ph. A. J. Mees, R'dam, 6
„Pax in Terra",
De Hr. en Mevr.
A..H; Vlietstra, Leeuwarden, 6
„Roeije".
De Hr. en Mevr,
Dr. H. C. Jelgersma, Oegstgeest, 7
„Shanti".
De Hr. en Mevr.
W. G. Wieringa, Brummen, 6
„Skopia".
De Hr. en Mevr. Th. van Hoorn, A dam, 6
„Ulysses".
De Hr. en Mevr.
Mr. C. P. Eecen, Oudkarspel 8
„Wernau",
Mej. Loman en verzorgster A'dam, 2
„Zeevonk".
De Hr. en Mevr. P. Visser, Alkmaar, 8
Bio-Vacantieoord „Russenduin", A'dam, 1.00
Deutsche Ferienkolonie, A'dam, 40
Vacantiehuis
„Voor Jong Nederland", A'dam, 46
Totaal aanwezig 593 pers.
Predikbeurten.
Ned. Herv. Gem. (Ruinekerk) te Bergen.
Zondag 2 Juni, voorm. 10 uur, ds. v. d. Kieboom,
doop.
Ger. Kerk te Bergen.
Zondag 2 Juni, voorm. 10 uur en nam. 5 uur,
hulpprediker J. H. Slager.
Rechtz. Herv. Evangelisatie „Maranatha".
Zondag 2 Juni, voorm. 10.30 uur, ds, Norel, van
Amsterdam,
Rem. Geref. Gemeente te Alkmaar.
Zondag 2 Juni, voorm. 10.30 uur, ds. Rappold.
Ev. Luth. Kerk te Alkmaar.
Zondag 2 Juni, voorm. 10.30 uur, ds. Makkink.
R. K. Kerk te Bergen.
Zondag: Heden sluiting van het 40-urengebed.
H.H. Missen te 6, 7.30, 10 uur; 4.40 ommegang van
Bergen. Geheel den dag aanbidding. 7 uur plechtig
Lof met preek, processie en Te Deum.
Dinsdag 9.30 uur gezongen H. Mis met Veni
Creator en huwelijksinzegening.
Woensdag 7.30 uur H. Familie afd. vrouwen.
Donderdag 57.30 uur gel. om te biechten; 7.30
uur Lof en rozenhoedje voor de bekeering van ons
vaderland.
Vrijdag: eerste Vrijdag van de maand 7 uur ge
zongen H. Mis; 7 uur Meisjescongregatie; 7.30 uur
Lof.
Zaterdag Vigilie van Pinksteren, geboden vas
ten- en onthoudingsdag.
6.30 uur wijding v. d. doopvont; 49 uur gele
genheid om te biechten.
Stationsstraat-1, Bergen (N.H.)
Coiffeur Hotel „Nassau-Bergen", Bergen a. Z.
Historische Anecdoten.
Toen Philips II, koning van Spanje, voelde dat
hij weldra zou'sterven, vorderde hij van zijn on
derdanen een groote som gelds, het opbrengen
waarvan, zoo hij wel wist, voor het volk zeer be
zwaarlijk zou zijn.
Zijn zoon Philips III beval hij echter direct na
zijn aanvaarding der regeering, de vordering van
zijn vader te herroepen.
Aldus geschiedde en Philips III verwierf door
deze list de dank en genegenheid van zijn volk.
Te Washington werd de zoon van den heer P.
Mac-Lean, eigenaar van de Washington Post, op
eltjarigen leeltijd door een automobiel gedood, op
het oogenblik dat hij met een paar knapen op den
weg voor de deur van zijns vaders woning speelde.
i/it kind, Vinson Walch Mac.Lean genaamd,
stond bekend als „de knaap met de 100 millioen
dollar" vanwege de onnoemelijke geldsommen die
hem als erfenis wachtten. Er was in de Ver. Sta
ten misschien geen kind dat beter bewaakt werd
dan Walch. Toch was de jongen er in geslaagd de
waakzaamheid zijner wachters te verschalken en
op den weg te geraken, waar de dood hem
wachtte.
Het overlijden van dezen millionnairszoon werd
in verband gebracht met een eigenaardig feit, dat,
ofschoon het maar eenvoudig volksbijgeloof is,
toch druk besproken werd.
Lie moeder van den jongen was eigenares van de
beroemde „Hope '-diamant die, naar de volksover
levering wilde, zijn bezitter ongeluk bracht.
De heer Mac.Lean kocht het kleinood Voor
36.000 pond sterling en gaf het in 1811 zijn vrouw
ten geschenke.
Ofschoon mevrouw Lean een uitstekende ge
zondheid genoot, deed zij kort nadien een longont
steking op die haar ten grave sleepte, ondanks de
beste specialisten bovenmenschelijke pogingen de
den haar in het leven te behouden.
Onlangs de moeder Nu het kind
Het samentreffen mocht wel zonderling heeten.
Vanwaar komt die noodlottige „Hope"-dia-
mant?
De Hope werd medegebracht uit het Oosten door
een groot reiziger, wiens zaken een slechten keer
genomen hadden. Lodewijk XIV kocht het juweel
en gaf het beurtelings ten geschenke aan mevr,
de Maintenon en aan Marie Leczinska, die beiden
bij den vorst in ongenade geraakten. Marie An
toinette, die de Hope boven al haar andere ju-
weelen verkoos, stierf op het schavot.
Tijdens de revolutie werd de kostbare steen ge
stolen en toen men hem terugvond was hij tot op
de helft der oorspronkelijke afmetingen verkleind
door den Amsterdamschen juwelier Falls. De zoon
van Falls stal den diamant en pleegde zelfmoord.
Alvorens te sterven gaf hij den steen aan een
Franschman genaamd Beaulieu, die van gebrek
omkwam zonder er in geslaagd te zijn het nood
lottig juweel te verkoopen.
In 1930 kocht lord Hope den steen voor 1800
pond sterling. Hij was de eenige over wien de
diamant geen onheil bracht. Lord Hope verkocht
den steen aan een Russische prinses, die hem ter
leen gaf aan een Fransche tooneelspeelster. Toen
déze de eerste maal het juweel droeg werd zij
gedood.
De volgende bezitter van den steen werd
krankzinnig; een andere kooper viel met zijn
vrouw in een afgrond. De Hope ging vervolgens
over op sultan Hamid, die hem den rijken Perzi-
schen koopman Halib verkocht, welke laatste op
de reede van Singapore verdronk.
MacLean kreeg toen den steen in bezit en be
dong een ruil tegen juweelen van dezelfde waarde
indien binnen 6 maanden na den koop iemand in
zijn familie stierf.
Toen twee zijner dienstboden en vervolgens zijn
moeder stierven, weigerde Lean de eerste storting
van 8000 pond. Hij voerde een proces en won. Hij
behield den steen. De rest weet men
Jan de Rotrou, een Fransch tooneeldichter uit
de zeventiende eeuw, had een zeer verkwistende
natuur. Het geld dat hij in handen kreeg was
steeds na zeer korten tijd op. Om zich toch voor
geldgebrek te vrijwaren, wierp hij dikwijls van het
geld dat hij ontving een deel in een hoop rijshout
dat hij voor zijn vuur gebruikte. Hij vond op die
manier van tijd tot tijd weer een goudstuk dat hij
dan maar al te goed weer kon gebruiken.
Eens kon hij een kleine schuld niet betalen.
Daar hij anders de gevangenis in moest, verkocht
hij zijn „Venceslas", zijn beste tooneelwèrk, voor
twintig pistolen 180).
Vrouw „Komt er nou nog
me zoudt nemen Hendrik V
Man .Ja maai wactit tot
ztjn. Dan komt er iets op dat
Op een van zijn eenzame tochten in Stiermarken
ontmoette aartshertog Franz Karl, de vader van
keizer Franz Joseph I, een Alpenbewoner met
wien hij een gemoedelijk gesprek aanknoopte. Na
dat de bergbewoner een en ander over zijn fami
lie verteld had, vroeg hij den heer, dien hij voor
een Weenschen burgerman hield:
Wat is uw vader vroeger geweest?
Keizer, antwoordde de aartshertog rustig.
De Alpenbewoner vermaande hem ernstig, toch
met zulke grapjes voorzichtig te zijn.
Bij ons hebben ze er pas een opgesloten, om
dat hij wat van den keizer gezegd had. En wan
neer gij nu zelfs zegt, dat uw vader keizer is ge
weest
Hij is ook keizer geweest, herhaalde Franz
Karl ernstig.
Zoo, zoo, merkte de boer nu sluw op. Wat
zijn dan je broers en zusters wel?
Mijn broeder is ook keizer, luidde het ant
woord. Nu vroeg de metgezel van den aartshertog
glimlachend:
Heb je kinderen?
God zij dank ja, daar heb je bijvoorbeeld
mijn Franz.
Nu, wat is die dan?
Keizer.
Nu wat ben jij dan wel, vroeg de wel wat on
zeker wordende ondervrager,
Als ik het gewild had, kon ik ook keizer zijn,
maar ik had er geen zin in.
De boer sprong in de lucht van het lachen en
kon zich niet houden van plezier.
Eindelijk klopte hij den aartshertog vertrouwe
lijk op den schouder en sprak:
't Is jammer, je had jager moeten worden.
Maar wanneer wij straks in Mariazell komen, zou
ik maar tegelijkertijd gaan biechten, jou kaiser-
laterner.
Eerst later vernam de ongeloovige Thomas, dat
zijn wonderlijke reisgezel heelemaal geen jagers
latijn gesproken had.
GRAPJES.
Een taalmeester heeft den nacht in een logement
doorgebracht; bij zijn vertrek ziet hij de rekening
in, die men hem aanbied en glimlacht;
Zou er een abuis op uw nota zijn?, vraagt
hem een bediende.
Ja, een klein abuis;* er staat voor mijn
dejeuner een ommelette met één t, in plaats van
twee.
O, dat is gemakkelijk te verbeteren, mijn
heer.
En de bediende verhoogt de rekening als volgt:
Een ommelette met twee thee.
In 'n Chineesche bioscoop had de eigenaar
een plakkaat aangebracht, waarop, natuurlijk met
Chineesche letters, geschreven stond: Niet roo-
ken, denkt aan den grooten brand in Kanton!
Den volgenden dag had iemand er onder ge
schreven: Niet spuwen, denkt aan de over
strooming in Hankou!
Heeft U wel eens een verschil van meening
met uw vrouw gehad?
Jawel, maar zij weet het niet!
Wij hebben een rekenmachine in ons kan
toor, daar kan nu iedere stommerik nog mee
werken.
Wat interessant! Mag ik eens probeeren?
Tooneelspeler (de hoofdrol vervullend in een
roerend drama): Mijn moeder, waar is mijn
moeder?
Stem van het Schellinkje: Op den dam zit ze
achter den appelwagen!
tets van dat kiekje dat Je van
we wat dichter hij dien molen
de moeite waard Is".
(London Opinion)