NATIONALE ZWEMWEDSTRIJDEN.
DAW.
D.A.W.
DAW. PESIE's bap! DAW,
Zondag a.s.
2 uur.
Ruim IPG inschrijvingen.
Rie Mastenbroek.
Jenny Kastein.
Neêrland's beste zwemmers
Kreffer.
Scheffer.
Een Zwem-evenement.
-
Taxi-chauffeur: Nu vergat ik om den meter
aan te zetten, zoodat ik niet weet hoeveel ik u
moet vragen.
Eeuwige student: Dat komt goed uit, kerel,
want ik vergat mijn beurs, zoodat ik je toch niet
betalen kon.
Er is iemand geweest, mijnheer, die U een
pak slaag wou geven.
En wat zei U.
Dat het me erg speet, maar dat U er nog niet
was.
Dichterlijke toaster: Het huwelijk is een rus
tige haven, waar twee schepen elkaar ontmoeten.
Een der gasten: Nou, dan heb ik zeker een
oorlogsschip getroffen.
Ontdekkingsreiziger die door de wilden achter
volgd wordt: Kolossaal wat loopen die kerels;
m'n eenige kans is, dat ze contingenteering heb
ben van buitenlandsch vleesch!
Mevrouw tot haar zoontje: Willem, heb jij
van ochtend vader's boek in het bad gelegd?
Willem: Ja, mama, dat heb ik gedaan, want
vader zei gisteren, dat het boek hem te droog
was.
Een redenaar beweert vol overtuiging: „de man,
die toegeeft als hij ongelijk heeft is verstandig,
maar de man, die toegeeft als hij gelijk heeft
is
„Getrouwd", onderbreekt hem een stem uit het
publiek.
Wat is die mevrouw X. eigenlijk voor
iemand?
Tja, dat is moeilijk te zeggen. Ze draagt bij
voorbeeld hoeden van verleden jaar, rijdt in een
auto van dit jaar en leeft van haar inkomen van
het volgend jaar.
Wat ben je ijverig, Piet!
Ja, tante, ik werk als een paard.
En waarom, mijn jongen?
Ik wil rijk worden, dan kan ik een automo
biel koopen.
En jij, Kees, jij voert niets uit.
Hoeft niet. Ik rijd met hem mee.
Else: Moet je me werkelijk zoo vroeg verla
ten, liefste Paul?
P.aul:. T'en jaren van mijn leven zou ik geven,
indien ik langer bij je kon blijven, schat! Maar als
ik te laat in de club kom, moet ik een kwartje
boete betalen.
Gast tot hotelhouder): Zeg eens, die worst l
ruikt naar den schimmel.
Hotelhouder: 't Is ook van een schimmel.
Je bent een heel stout meisje. Ga den auto
matisch werkenden mattenklopper halen en dien
je zelf een afstraffing toe!
Bandiet: Kom Lies, geef me 't jawoord en ik
steel n wagen, ik sla 'n ruit in en gap twee ringen;
dan kunnen we meteen naar 't stadhuis rijden.
Gieltje had op een Zondagavond zoo diep in het
glas gekeken, dat hij op weg naar huis tegen een
boom in slaap gevallen was.
Opeens begon de torenklok brand te kleppen.
Gieltje schrok wakker en telde:
Een, twee, drie, enz
Maar toen hij aan zeventien kwam, sprong hij
ontnuchterd recht. Verduiveld! Zoo laat ben ik
nog nooit geweest!
Vader, ik dacht dat de slavenhandel afge
schaft was?
Dat is toch zoo, jongen.
En kijk dan hier eens in de krant: „Billijk te
koop een Pers".
Historische Anecdoten.
Maarschalk Castellane had de slechte gewoonte I
op vaak zeer onbescheiden wijze naar de familie-
aangelegenheden zijner officieren te vragen. Dat
beviel dezen volstrekt niet en het berokkende
hem dikwijls onaangenaamheden. Toen eens een
regiment naar Lyon was verplaatst, waar Castel
lane het bevel voerde, besloten de officieren, die
van 's maarschalks gebrek wisten, hem dat geza
menlijk af te leeren. Spoedig hadden zij daartoe
gelegenheid.
Op een partij, welke de maarschalk ter eere van
het nieuwe garnizoen gaf, hield hij opeens een offi
cier staande en begon hem op de gewone manier
naar zijn familieaangelegenheden te vragen.
Mijn vader is in het Invalidenhuis, antwoord
de de officier buigend, mijn moeder is dood en
mijn zuster
Nu, wat is er met uw zuster? vroeg de maar
schalk nieuwsgierig, toen de officier zweeg.
Ach, dat zijn dingen, waarvan men liefst
niet spreekt. Zij is, helaas, slecht getrouwd.
De maarschalk mompelde eenige woorden van
leedwezen en ging verder.
Een oogenblik later vroeg hij een anderen offi
cier naar diens familie, en met eenige verwonde
ring ontving hij nu woordelijk dezelfde antwoor
den als van den vorigen officier: Mijn vader is in
het Invalidenhuis, mijn moeder is dood en mijn
zuster is helaas slecht getrouwd.
Hoofdschuddend ging de maarschalk verder.
Daar vraagt hij een derden officier naar diens
familie en toen ook deze begon:
Mijn vader is in het Invalidenhuis, mijn
rook hij lont en viel hij den officier woedend in de
rede:
Genoeg, meneer! Ik weet het reeds Uw moe
der is dood en uw zuster is slecht getrouwd.
Maarschalk, wat ik u verzoeken mag, stoof
de officier op Mijn zuster is het reinste en
edelste meisje van de wereld. Niemang mag iets
kwaad van haar zeggen!
De maarschalk werd nu vuurrood van verlegen
heid. Hij stotterde iets, wat op een verontschuldi
ging leek en maakte dat hij weg kwam.
De les had geholpen. Hij was voorgoed van zijn
slechte gewoonte genezen.
Velen zullen misschien niet weten onder welke
omstandigheden de beroemde musicus zijn even
beroemden doodenmarsch componeerde. Op een
avond woonde Chopin bij een van zijn vrienden, I
in diens schildersatelier, een voorstelling bij van
houten marionetten. Het stuk eindigde met de be
grafenis van een van deze miniatuurspelers en,
deels op verzoek van zijn vriend, die hem ver
zocht de begrafenis, op de piano, met passende
muziek te willen begeleiden, deels uit scherts,
zette Chopin zich aan het klavier. Voortgedreven
door zijn verbeelding en vergfetend op dat oogen
blik dat het slechts ging om een houten popje,
improviseerde de schepper van de nocturnes de
zen schitterenden, diepgevoelden doodenmarsch.
Toen Bismarck nog werkzaam was bij de stede-
lijke rechtbank te Berlijn, ondervroeg hij eens een
echt Berlijnsch burger, die hem door zijn onbe- I
schaamdheid zoo driftig maakte, dat hij opsprong
en hem toeriep:
Neem u in acht, of ik werp u buiten de zaal!
De aanwezige Stadtsgerichtsrat klopte den in I
drift ontstoken ondervrager vriendelijk op de
schouders en zei kalmeerend:
Het buiten de zaal gooien is mijn zaak.
Het verhoor werd voortgezet, maar het duurde
niet lang, of Bismarck sprong weer op en riep met
geweldige stem:
Neem u in acht, of ik laat u door den Stadts
gerichtsrat buiten de zaal gooien!
Men kan zich het gezicht van dien heer voor
stellen.
ONS POST-, TELEFOON- EN
TELEGRAAFKANTOOR.
Het Postkantoor is geopend van 813, van
1416.30 en van 1819.30 uur. Dit geldt zoowel
voor het post, als voor het telegraaf- en telefoon
kantoor.
De aangeslotenen op het telefoonnet kunnen
van 's morgens 8 tot 's avonds 9 uur informeeren.
Dit geldt voor werkdagen, Zondags kunnen de
aangeslotenen van 13 tot 14 uur telefoneeren, ter
wijl er Zondags van 11.20—12.20 gelegenheid
wordt gegeven tot het afhalen van poststukken.
Voor postwissels, kwitanties, rijksverzekerings
bank, postcheque- en girodienst en postspaarbank
is het kantoor geopend gedurende de geheele
openstelling van het kantoor, doch niet na 15 uur.
Predikbeurten.
Ned. Herv. Gem. (Ruinekerk) te Bergen.
Zondag 16 Juni, voorm. 10 uur, Ds. F. W. J. v. d.
Kieboom.
Ger, Kerk te Bergen.
Zondag 16 Juni, voorm. 10 en nam. 5 uur, hulp
prediker J. H. Slager.
Rechtz. Herv. Evangelisatie „Maranatha".
Zondag 16 Juni, voorm. 10.30 uur, de heer G. C.
Dun, van Alkmaar.
Rem. Geref. Gemeente te Alkmaar.
Zondag 16 Juni, voorm. 10.30 uur, Ds. Rappold.
Vrije Evang. Gem., v. d. Meijstraat 16, Alkmaar.
Zondag 16 Juni, voorm. 10.15 uur, Ds. Ruijs.
Nam. 2 uur Zondagsschool.
R. K. Kerk te Bergen.
Zondag, feest v. d. Allerheiligste Drievuldig
heid. H.H. Missen 7 en 9 uur. Om 2 uur Lof
met vernieuwing van de Doopbelofte en Op
dracht aan Maria, 6 uur jongens-congregatie.
Dinsdag, algemeene H. Communie voor de
meisjes-congregaties.
Woensdag, van 67.30 gelegenheid om te
biechten, 7.30 H. Familie afd. mannen.
Donderdag, H. Sacramentsdag, 7 uur gezon
gen H. Mis, 7.30 Lof.
Vrijdag, 7 uur meisjes-congregatie, 7.30 Lof.
Zateidag van 46 en van 79 uur gelegen
heid om te biechten.
DUINLANDSCHAP.