A. E. ROMENY HET OPENLUCHT-THEATER. BERGENSCHE DROGISTERIJ Waar sterven de dieren De avifauna wordt volgende week voortgezet. De vraag, waar de dieren sterven of hun graf vinden, is eensdeels zeer gemakkelijk te beant woorden. Het antwoord luidt voor de meerder heid: zij vinden hun graf in de maak van andere dieren of menschen. Maar voor de rest is een be vredigend antwoord niet altijd zoo gemakkelijk te geven. Aan niemand, die zich wat nader met het wor den en vergaan in de dierenwereld bezighoudt, kan het ontgaan, welk een groote rol het verslin den en verslonden worden daar speelt. De plan- teneters komen bijna regelmatig in de maag van de vleescheters terecht en bij de kleinere roofdie ren mag men vragen: wie eet gij en wie eet u? Deze eeuwige kringloop in de natuur is overal te herkennen. In een schoolboek staat een verhaal, dat in zijn eenvoud wel geschikt is om indruk te maken. Een trapper in Amerika bespiedde een muis, die over de sneeuw liep. Het duurde niet lang, of ze werd de prooi van een wilde kat, die in de nabijheid loerde. Doch deze had weinig plezier van haar succes, want een vos maakte jacht op haar en ver slond de kat, die in de nabijheid was. Nu ver scheen een wolf op het tooneel en maakte een eind aan Reintje's leven en bestaan. Nu trad de mensch op en de wolf vond den dood door een kogel. Op zichzelf beschouwd is het verhaal niet on mogelijk, want hoewel in de fabels wolf en vos samen op avontuur uitgaan, in de ruwe werkelijk heid is dat niet het geval. Verder is het ook niet wonderlijk, dat de genoemde dieren hun leven door een sterker schepsel verliezen; alleen is het wat vreemd, dat het proces zoo snel afloopt, dat geen van alle tijd heeft, om zijn buit te verteeren, zoodat de wolf ten slotte met een heele menagerie in zijn maag zit. Het gekste in het verhaal is de alleenspraak van den trapper, die een soort van strafpredikatie hield op de dieren om hun roof- en moordlust. Alsof de mensch maar niet even in den spiegel behoeft te kijken, om den grootsten roo- ver en moordenaar der schepping te zien! Zou er een schepsel op de wereld bestaan, dat zich in moordlust men den mensch meten kan? Men den- ke slechts aan het in massa vangen van zang vogels, aan de uitroeiing van geheele diersoorten als de drontes, de moa's en de zeekoeien. Het blijkt dus duidelijk, dat de vermenigvuldi ging van de planteneters door de roofdieren bin nen zekere grenzen gehouden wordt, en dat de tallooze vleescheters het levende graf voor de planteneters zijn. Op dat punt spelen dus de roof dieren een zeer gewichtige rol in de natuur. Daar uit is het te verklaren, dat de landmandem..ï!os niet zoo zal haten als de jager, omdat Reintje een voortreffelijke muizenvanger is. Evenzoo worden reeds waarschuwende stemmen gehoord tegen een totale uitroeiing van den tijger in Indië. Zoolang dit vreeselijke roofdier nog niet te veel door de gebreken van den ouderdom ge plaagd wordt, leeft het bijna uitsluitend van scha delijke dieren, voornamelijk van wilde zwijnen en apen. En juist die beide laatste verwoesten en plunderen de akkers in die mate, dat op vele plaatsen zonder den tijger de bebouwing van het land de moeite niet loonen zou. Zonder roofdieren zouden de planteneters zich spoedig zoodanig ver menigvuldigen, dat ze door gebrek aan voedsel ellendig zouden moeten omkomen. Men heeft dit meermalen waargenomen op eilanden zonder roof dieren, waar men konijnen had uitgezet. De roofdieren zijn dus het levende graf van de planteneters en het gaat daarbij doorgaans zoo, dat van de laatste de oude en zieke dieren het eerst buit gemaakt worden. Heeft een jong dier zijn moeder verloren, dan wordt het ook meestal binnen korten tijd de prooi van een vleescheter, wanneer het ten minste niet tot een kudde be hoort en dus door oudere dieren wordt bewaakt. Wanneer men bedenkt, dat bij voorbeeld volgens een mededeeling van Jules Gerard een zestigtal leeuwen, die zich in Bona ophielden, in het jaar 1856 alleen 10.000 stuks groot en klein vee ver scheurden en dat de meeste roofdieren meer moorden, dan voor hun onderhoud noodig is, dan begrijpt men, dat overproductie van planteneters tot de zeldzaamheden behooren moet. Een enkele wolf, wiens rekening men had nagegaan, richtte in 9 jaar voor bijna 10.000 gulden aan schade aan. In Rusland worden door de wolven jaarlijks 180.000 stuks groot vee en 560.000 stuks klein vee vernietigd. Hierbij is niet gerekend het gevogelte en ook niet de zeer belangrijke hoeveelheid vee, die wordt verscheurd, zonder dat er melding van gemaakt wordt. Wat een arend in den tijd dat hij jongen heeft, vermoordt, is niet te zeggen. Bechstein vond bij een nest eens de overblijfselen van 40 hazen en 300 eenden. De moordlust van een havik is ook algemeen bekend, en het schijnt wel, zooals Brehm zegt, dat hij niets levends kan zien, zonder er op aan te vallen. Maar de schepselen, die den bloedgierigen vogel vernietigen, hebben doorgaans ook een respectabelen eetlust, want een jongen, die een spreeuw gevangen hield, gaf deze eens 19 kevers, die achter elkaar werden opgepeuzeld. Een jonge koekoek at achter elkander meer dan 100 koolrupsen op, De gevaarlijke roovers schijnen echter in het water te leven. Het is zelfs de vraag, of zich on der de visschen wel uitsluitende planteneters be vinden. In elk geval spelen die dan een onderge schikte rol. Bij de vischen is moord het wacht woord bij dag en nacht, en zelfs worden de eigen Als datum voor de opening van het Openlucht theater is in een Woensdag door de V. V. V. met de vertegenwoordigers van de medewerkende ver- eenigingen 17 Juli a.s. vastgesteld. Zooals wij reeds mededeelden, kwam dit mooie openluchttheater, dat plaats biedt voor duizenden bezoekers, met steun van het rijk en de gemeente als werkobject voor jeugdige werkloozen, in 18 weken tot stand. Het prachtige duingebied werd daarvoor welwil lend afgestaan door den heer Macdonald. Aan den openingsavond wordt medegewerkt door Bergen's Harmonie, de Gymnastiekvereeniging „Be Quick", het Mannenkoor en het Gemengd Koor, terwijl aan het slot een door den heer G. Kooyman vervaardigd spel zal worden vertoond, waarbij de boschbewoners, de boschgod en de elfen een be zoek brengen aan het Openluchttheater. Dit fan tastisch spel zal door bengaalsch vuur worden be licht. Om een ieder in de gelegenheid te stellen deze bijzondere openingsavond mede te maken, is de entreeprijs op slechts 0.50 gesteld, voor kin deren op 0.25, terwijl voorverkoopkaarten voor 0.40 en 0.20 beschikbaar worden gesteld. Aan gezien, ter besparing van de duinhellingen, geen plaatsen meer verkocht zullen worden dan er zit plaatsen zijn, raden wij een ieder aan zich te voren van voorverkoopkaarten, die aan het bureau van de V. V. V. en bij de boekhandelaren verkrijgbaar worden gesteld, te voorzien. Het aanvangsuur voor den openingsavond is op 8.30 uur gesteld. Om 8 uur zullen de 150 gymnas ten, vooraf gegaan door Bergen's Harmonie, vanaf de Uloschool in het Beemsterperk naar het Open luchttheater wandelen. Ook de gasten worden ver zocht aan deze wandeling deel te nemen. Na afloop van de voorstelling organiseert tot 2 uur „de Rustende Jager" een bal. APOTH.-ASSISTENTE. TELEFOON 10 9. BREELAAN 17, BERGEN (N.-H.) soortgenooten niet verschoond. Hoe zou het ook anders kunnen zijn. Een snoek heeft 150.000 eieren en een karper 100.000. Er moeten dus wel roofvisschen zijn, die deze overvloed beperken. Van de grootere roofvisschen staan de haaien als zeer roofzuchtig bekend. Nog erger maken het sommige dolfijnen, o.a. de zwaardvisschen; de groote walvisschen worden meermalen hun prooi. Een natuuronderzoeker vond in de maag van zoo'n monster van 5 meter lengte de overblijfselen van 27 zeedieren en in het acht en twinstigste, een zeehond, was de veelvraat gestikt. De daden van de groote moordenaars vallen al tijd meer in het oog, dan die van de kleinere, doch wanneer men op de kleinere let, dan winnen deze het ver in aantal. De spin stort zich bloeddorstig op de insecten, die in haar net blijven hangen. De mierenleeuw bombardeert in zijn trechter geraakte mieren .met zandkorrels, om hun het vluchten te beletten. Er is wel eens een nijlpaard gevonden, dat blijkbaar door roofdieren was omgebracht. Nomadiseerende roofdieren, als wolven b.v., eten de zieke en oude familieleden eenvoudig op. Leeuwen en tijgers worden veelal door den mensch gedood en trekken zich in hun holen terug. J. DAALDER Dz. Historische Anecdoten. De algemeene leider der padvindersbeweging, Sir Robert Baden-Powell heeft indertijd het parool uitgevaardigd: „elke dag een goede daad". Sinds dien laat geen rechtgeaard padvinder een dag voorbijgaan zonder een goede daad bedreven te hebben. Maar, helaas, elke dag levert niet altijd een gewenschte gelegenheid! Zoo liep onlangs een wanhopig padvinder rond om het menschdom te dienen, toen hij opeens een collega in het oog kreeg, die in een moddersloot terecht was geraakt en hopeloos spartelde om er weer uit te komen. Fluks wierp hij hem een touw toe en bracht hem op het droge. Hij informeerde daarop belangstellend, hoe hij in de sloot was te recht gekomen. Dat is jouw schuld eigenlijk, was het ant woord. Ik zag je rondzien naar een goede daad, en daarom sprong ik moedig in den modder om je een gelegenheid te geven. Dat was nu eens m ij n goede daad van vandaag! Het cijfer 21 speelde een zonderlinge rol in het leven van Lodewijk XVI. 21 April 1770 huwelijk te Weenen; toezending van de ring. 21 Juni van hetzelfde jaar zijn rampspoedig huwelijksfeest. 21 Januari 1781 feest ten stadhuize van Parijs bij gelegenheid van de geboorte van den Dauphin. 21 Juni 1791 vlucht naar Varennes. 21 Januari 1793 zijn dood op het schavot. Wij voegen er nog aan toe dat de verklaringen die hem op het schavot brachten, afkomstig waren van de commissie van 21, In de dagen van President Lincoln vroeg gedu rende een Kabinetsvergadering Generaal McMel- lon tijdens een discussie aan den grooten Presi dent: „Houdt U mij soms voor een halven gek?" „Neen", antwoordde Lincoln slagvaardig, „maar ik kan mij vergissen". Eertijds regeerde in Perzië een groot vorst, Sjah Noshirwan genaamd. Nimmer had ooit eenig gebie der menschen, met uitstekende gaven bedeeld, zoo hoog geschat als hij. En om hen eenig bewijs te geven van zijn edelmoedige welwillendheid, begaf hij zich met zijn schatbewaarder op weg, vast be sloten elk bescheid, eiken kwinkslag dien hij zou hooren, met een beurs van 25 gouden sechinen te beloonen. Reeds des morgens ontmoetten de Sjah en zijn minister een grijsaard die boomen plantte. De monarch naderde hem. Mijn goede man, zeide hij, denkt gij niet dat ge uw tijd verbeuzelt? Nooit zult gij de vruchten van die boomen zien en genieten. Gedurende zeventig jaren, dies luidde het antwoord van den grijsaard, heb ik de vruchten genoten van boomen die ik noch gezaaid, noch ge plant had. Ik zou terecht ondankbaar worden ge- heeten, als ik die schuld aan anderen die na mij komen niet afloste. Op een wenk van den Sjah wierp de schatbe waarder den grijsaard een beurs toe. Zie, zie, riep deze uit. De vruchten laten zich niet wachten. God laat mij oogsten voordat ik zelfs met planten geëindigd heb. Op een tweeden wenk van den Sjah rolt er andermaal een beurs in de handen van den grijze. Ach Heer, zeide hij, zag men immer, voor dat God de kroon op uw hoofd had geplaatst, der gelijk wonder: twee oogsten op één dag. Een derde wenk; een derde beurs. Doch de Sjah gaf dezen keer zijn paard de spo ren en riep den schatbewaarder toe hem te volgen. Laat ons vluchten; de landbouwers in deze streek bezitten te veel geest; voor dat de dag teneinde was zou onze schat vervlogen zijn,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1935 | | pagina 4