Bergensche
Bad-, Duin- en Boschbode
BERGEN AAN ZEE.
®Pt:
Voor de Badgasten
Het duingebied van de Provincie.
Zes-en-twintigste jaargang. No. 6.
Zaterdag 6 Juli 1935.
EERSTE BLAD.
DE BADBODE"
Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v h. Herms Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar.
REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEFOON 21, - BERGEN (N.-H.)
11
is verkrijgbaar te Bergen-Binnen:
lo. in den boekhandel van den heer P. de Haan
in de Stationsstraat;
2o. in den Eersten Berger Boekhandel, Oude
Prinsweg;
3o. in den boekhandel van den heer G. Schoe-
link, Oldenburglaan;
4o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer"
naast het Postkantoor;
5o. in den Bergenschen Kunsthandel van den
Heer P. Hopman;
6o. in de zaak van den heer Thomas, Dorps
straat, hoek Kleine Dorpsstraat.
Te Bergen aan Zee;
lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman;
2o. in de zaak van den heer A. Passer;
3o. in den boekhandel van den heer K. Lek.
Voorname, rustige Badplaats
met breed, helder wit strand.
Geen stof Geen grondvervuiling.
Verrassende resultaten, vooral bij kinderen.
Uitstekende Tennisbanen. (Gravel, rood).
Schitterende wandeling in c.a. 1500 H.A. der
prachtige duinen en duinbosschen voor badgasten,
op kaarten die tegen betaling van 25 cent worden
verstrekt.
Duinwaterleiding en electrisch licht.
Post- en Telegraafkantoor.
Het bebouwingsplan en de gansche opzet der
badplaats maken haar tot een der lieflijkste plaat
sen om een buitenverblijf te stichten.
Voor bouwgronden en andere inlichtingen wende
men zich tot de
N.V. BOUW-EXPLOITATIE-MAATSCHAPPIJ
BERGEN AAN ZEE.
Huize „Kranenburgh", Bergen (N.H.) of bij den
Heer D. HAASBROEK te Bergen aan Zee.
is het van belang te weten:
lo. dat het Berger Museum naast het Postkan
toor dagelijks van 1012 en 24 uur, op
Zon- en Feestdagen alleen van 24 uur
geopend is, toegangsprijs 25 ct., (ingang bij
het tuinpoortje);
2o dat de toegangskaarten voor wandelingen in
de Berger duinen uitsluitend verkrijgbaar zijn
ten kantore van de Baddirectie te Bergen aan
Zee aan de v. Hasseltstraat naast het Post
kantoor, tegen betaling van 25 cents;
3o. dat het Duinmuseum in het Parnassiapark, te
Bergen aan Zee eiken dag is geopend van
96, toegang kosteloos. Kinderen zonder ge
leide worden niet toegelaten en bezoekers
worden beleefd verzocht niets te beschadigen;
4o. dat de bekende collectionneur van moderne
kunst, de heer P. Boendermaker, belangstel
lenden in de gelegenheid stelt Donderdags
middags van 2 tot 4.30 zijn collectie, onderge
bracht in de door hem in 1928 gestichte
kunstzaal, Loudelsweg, te bezichtigen. Ingang
ten westen van huize „Joke
Toen in 1928 Ged. St. van N. H., zich, ingevolge
een door de heeren Polak en Thomassen inge
diende motie, tegenover Provinciale Staten bereid
verklaarden te onderzoeken op welke wijze de be
schikking over de duingebieden voor de Provincie
waren te verkrijgen, hebben wij ons daarover ver
heugd. Wij begrepen dat dit groote offers zou vra
gen, maar toch achtten ook wij dit de eenige ma
nier om voor de komende geslachten iets van het
schoone Kennemerland te behouden.
Wij hebben ons er over verheugd dat dit tenge
volge heeft gehad dat in 1933 tot den aankoop van
de duinen te Egmond en Heemskerk werd besloten,
waardoor de provincie, die reeds te Castricum een
landgoed van 1700 H.A. bezat en te Bergen een
dito van 254 H.A., in het bezit is gekomen van een
servatie-oord ter grootte van ruim 5000 H.A.
Wij hebben toen tevens de hoop uitgesproken,
dat de bevolking, die de lasten van de daarvoor
benoodigde gelden heeft te dragen, er wat de mo
gelijkheid betreft om in de natuur te verkeeren
doordat het gebied overheidsbezit, dus gemeen-
schapsbezit werd, er op zou verbeteren en niet
zou moeten ervaren, dat door autoritaire ambte
narij en een ruime financieele mogelijkheid om in
die gebieden te experimenteeren, de toegankelijk
heid tot deze gebieden geringer werden dan met
het particulier gebied het geval was. Gezien de
dictatoriale neigingen van den directeur van het
Prov. Waterleiding- en Electrische Bedrijf en de
gemakkelijkheid waarmede de wel goedwillende
Provinciale Statenleden Ged. St. in üe door de
ambtenaren aangegeven richting volgen, waren wij
in dit opzicht niet gerust. Wij gaven desondanks
toch de voorkeur aan het in overheidsbezit bren
gen van deze gebieden, omdat die gebieden er dan
ook nog zullen zijn wanneer in breeder kringen de
cultureele waarde van dergelijke natuurreservaten
meer zal worden erkend en het eenvoudig aan
ambtenaren niet meer zal gelukken de vertegen
woordigers van de bevolking er genoegen mede te
doen nemen om die gebieden af te sluiten.
Reeds einde 1932 bleek, dat onze vrees niet on
gegrond was. Plotseling verrees aan het einde van
dat jaar het beruchte 2300 M, lange hek in de Ber
ger duinen, waardoor het 250 H.A. groote landgoed
van het in 1930 80 H.A. groote natuurreservaat,
waarvoor ook de provincie een offer van 40.000
bracht, werd gescheiden.
Dit hek kwam tot stand, zonder dat de staten
daarvoor de gelden gevoteerd hadden. Het lid van
Ged. St., Mr. Bruch, aan wien Bergen overigens
dank verschuldigd is voor de sympathieke wijze
waarop hij in 1930 de Provinciale bijdrage voor het
natuurreservaat had verdedigd, had in de zitting
van 18 Jan. 1933 al zijn talent noodig om te voor
komen dat een motie van de leden Thomassen,
Wendelaar en Asscher, waarin werd voorgesteld
dit hek te doen verwijderen, werd aangenomen.
Dat deze motie ten slotte met 35 tegen 21 stem
men werd verworpen, was uitsluitend het gevolg
van het feit dat Mr. Bruch had medegedeeld, dat
er aan de vrijheid om in dit gebied te wandelen
niets veranderde en dat daarvoor zelfs geen wan-
delkaarten noodig waren. Men zie hiervoor blz.
620 van de notulen van genoemde Statenzitting.
Hoewel wij de plaatsing van het hek uit aesthe-
tische overweging bleven betreuren en daarin ook
een onnoodige beperking van den mensch om zich
in de natuur te bewegen, bleven zien, verheugden
wij ons toch over de toezegging van Ged. St. dat
de gelegenheid om er vrij langs de paden te wan
delen, zou worden gehandhaafd.
Hoe onnoodig de plaatsing van dit hek was, is
wel gebleken uit het feit, dat de openstelling van
het er aan grenzende natuurreservaat van de ge
meente, dat dichter bij het dorp ligt en dus door
meerdere personen wordt bezocht, heeft geleerd,
dat de bezoekers het duingebied eerbiedigen, wan
neer men het gaan over de paden maar gemakke
lijker maakt dan dit op de begroeide duinstrook
het geval is.
In de jaren 1933 en 1934 zijn vanwege de directie
van het bedrijf verdere aanvallen op de bewegings
vrijheid in dit Provinciaal bezit uitgebleven en wij
dachten reeds dat onze groote grimmige buurman
een goede buur was geworden, die beter is dan
een verre vriend. Plotseling gewerd het bureau
van de V. V. V. echter een pak verschillende toe
gangskaarten van het Waterleidingbedrijf, waaruit
bleek dat de wandelaar in het 250 H.A. groote
duingebied van de Provincie voortaan per dag
10 cent, per maand 50 cent en per seizoen f 1.50
zal moeten betalen. Het seizoen loopt van 1 Juni
tot 31 Dec. Wie echter van Juli of Augustus tot
Dec. een kaart wenscht, zal eveneens 1.50 moe
ten betalen.
Wij namen hiervan allesbehalve in een prettige
stemming kennis en hebben daarom zoo'n kaart
eens critisch bekeken. Zelfs de tekst van de kaart
maakt den indruk, dat de heer Oldenburgh zich er
niet van bewust is, dat men hier te doen heeft met
een Provinciaal bezit, dat door de belastingbeta
lers betaald is. Wij lezen op de kaart niet dat door
de Provincie of het bedrijf onder opvolging van de
voorschriften tegen betaling toegang verleend
wordt, doch de kaart vermeldt dat „de Directeur"
dit recht verleend en is „Voor den Directeur voor
noemd geteekend door het hoofd der afd. Ter
reinen".
Wij ergerden ons hieraan een weinig, doch deze
ergernis is wel overkomelijk. Hoofdzaak is, dat
hierbij niet gehandeld wordt in strijd met gedane
toezeggingen en gemaakte overeenkomsten. En dit
is o. i. wel het geval, gezien de toezegging door het
lid van Ged. St., Mr. A. Bruch, in de zitting van
18 Januari (blz. 620 van de officieele staten) en ge
zien de gemaakte bepaling bij den verkoop van
het terrein door den heer J. van Reenen aan de
Provincie.
Deze bepaling toch verplicht de provincie om
op het bij deze acte verkochte terrein vrije wan
deling toe te staan aan de personen die in het
bezit zijn van wandelkaarten, door den comparant
van Reenen of de Bouw-Exploitatie Maatschappij
Bergen aan Zee uitgegeven voor hun respectieve
terreinen. In elk geval werd vrije wandeling voor
behouden op den Uilevangersweg, op het pad, loo-
pende van den Zwarteweg naar den van Blijden-
steinweg en op het Berger Paadje. Wij verwijzen
hiervoor naar blz. 619 van de notulen van ge
noemde zitting, waaruit tevens blijkt, dat de pro
vincie uit te geven vrije wandelkaarten in Bergen
verkrijgbaar moet stellen.
Nu zal een ieder begrijpen, dat geen mensch er
aan denkt, waar hij bij de Bouw-Exploitatie-Maat-
schappij Bergen aan Zee voor 0.25 per seizoen