V.V.V. Openlucht-Theater ROLANDA" &Mi BERGEN Woensdag 7 Augustus, 's avonds 8.30 uur, 99 V In de duinen te Bergen aan Zee. OPVOERING „ROLANDA" BERGER OPENLUCHT-THEATER. Rolanda, dramatisch zangspel in 3 be drijven. Schets uit het zigeunerleven. Tekst en muziek van Jac. Jansen. In het Openluchttheater te Bergen organiseert de V. V. V. Woensdag 7 Aug. a.s. des avonds 8.30 uur een opvoering van bovengenoemde operette, waarvoor de medewerking werd verkregen van de Alkmaarsche en de Berger operetteclub en het Alkmaarsche symphonie-orkest, onder leiding van den componist Jac. Jansen. 125 medewerkenden zullen in dit stuk optreden, In deze operette zal men kennis maken met de vrije zigeuners in hun typeerende kleederdracht. De regie is in handen van den heer R. Vóórhaar uit Alkmaar, een re gisseur van groote bekwaamheid, die hooge eischen stelt, terwijl de dans en de balletten in Rolanda staan onder leiding van mevrouw Polman- Schagen te Hoorn. De hoofdrollen worden vervuld door mevrouw Molenaarvan Vliet „Rolanda", en de heer Ab. Govers „Dzjahiski" beiden uit Alk maar en de heer Han Huizing, operazanger te Rot terdam, die de rol van den „heer" in het stuk zal vervullen. Het eerste bedrijf speelt op een open plek in het bosch in een zigeunerkamp. De zigeuners vieren het Meifeest. Een knappe jonge zigeuner (Dzja hiski) houdt zich afzijdig. Hij weet, dat Rolanda van hem houdt, maar in haar eerzucht om een rijke dame te worden, hem zou willen vergeten. Daarover peinst hij. Wanneer de troep zigeuners met Rolanda, die tot koningin is uitgeroepen, uit het bosch terug keert, wordt Dzjahiski door de meisjes geplaagd, die hem vertellen, dat een stadsheertje een oogje op Rolanda heeft. Een oude zigeunerin legt Rolan da de kaart en voorspelt haar, dat ze een rijke dame zal worden. Dzjahiski wordt hierdoor opge wonden en het feest verloopt droevig. Het tweede bedrijf speelt op een kermisfeest in een klein stadje. Rolanda zoekt haar rijken heer en Dzjahiski kan haar niet weerhouden en onder de invloed van haar ijdelheid weet de heer Rolan da over te halen, de stam te verlaten. Dzjahiski zweert wraak aan den rijkaard en de stam trekt vol wraak verder om Rolanda te zoeken. In het derde bedrijf zien wij Rolanda weder als zigeunerin, omdat zij genoeg gekregen heeft van het schijn-mooie leven, dat haar zoo tegenviel. Zij bevindt zich in een woordenwisseling met den heer en Dzjahiski, die toevallig verschijnt, geraakt met hem in twist, slingert hem harde waarheden naar het hoofd en verjaagt den rijkaard. De liefde voor Dzjahiski ontwaakt opnieuw bij Rolanda; Dzjahiski vergeeft haar en samen trek ken zij als verworpenen der maatschappij, maar kennende het hoogste geluk van de eerlijke liefde, door het leven. Het geheel wordt begeleid met zang, dans en muziek. De opzet. Van Jac. Jansen vernamen wij, dat dit werk ontstaan is in 1918. Het was hem opgevallen, dat in vele operettes het koor vooral te weinig werk zaam aandeel had in het gebeuren en dat door gemis aan bewegelijkheid en kleurenspel de ope rette sterk was gedaald. Zoekende naar een motief, dat vatbaar was voor sterke gevoelsmuziek, bewegelijkheid op het too. neel en kleurenpracht voor het oog, kwam hij on der de zigeuners. Geen minderwaardig kermisvolk, maar in een kamp van echte, vrije fiere zigeuners, die op hun feestdagen door hun kleeding een lust zijn voor het oog, brachten hem tot zijn inspiratie. De componist werd bewogen en aangetrokken tot dit primitieve natuurvolk, dat beheerscht wordt door sterke natuurwetten, in wezen hoogst ar tistiek is en bezield met een sterk ontwikkeld ge voel voor dans en muziek. Met Henri Borel er- vaarde hij, dat wat voor de westerlingen de spreektaal is, voor de zigeuners de muziek betee- kent. In zijn ziel voelde Jac. Jansen zich verwant aan de levensopvatting van dit volkje en daardoor was hij in staat, het werk te schrijven en te cojn- poneeren, dat onder de beste operettes, die ge speeld worden, gerekend kan worden. De tekst staat in ieder geval ver boven de slechte vertalingen, die wij van buitenlandsche operettes hebben. In deze operette is als gegeven verwerkt de liefde tusschen twee menschen: de man grootmoe dig, ernstig, tevens jaloersch; de vrouw liefdevol, vroolijk, ook coquet en nog niet ernstig. Deze ge moedstoestanden leiden tot conflikten, waarvan een „heer" handig gebruik weet te maken. De ver leiding van Rolanda door den rijkaard wordt dooi den zigeuner in scherpe bewoordingen becritiseerd. Om het dramatisch gebeuren heen is de oogen- schijnlijk lichte kant van het leven: feestvreugde, dansen, kermisgedoe behandeld. De muziek. De muziek is gevoelsmuziek, d.w.z. muziek voortgekomen uit het hart. In dit werk is ze als uiting van den zigeuner als hoofdzaak te be schouwen. Er ligt in tot grondslag een zeker dui delijk motief, dat zich tot het einde toe ontwik kelt. Problemen komen in deze muziek niet voor. Bloeiende melodiën wisselen elkander af, gemak kelijk loopend, vol temperament, want de bedoe ling was, hét innerlijk gevoelsleven weer te geven. Het derde bedrijf wordt geheel als opera behan deld. Niet meer het gesproken woord, maar steeds de verbinding van woord en toon, een climax tot het einde toe. Onder de bezielende leiding van Jac. Jansen zullen jong en oud Woensdagavond kunnen genie ten van dit romantische gegeven. De V. V. V. ver plicht zeker de gasten aan zich, door hen in staat te stellen voor den geringen prijs van 1.eerste rang en 0.60 tweede rang deze belangrijke avond bij te wonen. Willy is padvinder. Ga jij straks tante Tine van den trein halen, zegt zijn moeder. Tante Tine staat niet in de gunst bij haar neef en het jongemensch trekt een leelijk gezicht. Denk eraan, dat je eiken dag een goede daad moet verrichten, onderwijst zijn moeder hem. Jawel, maar misschien doet er zich nog wel een andere gelegenheid voor, moeder. Je schijnt je gebeterd te hebben, Mina, want mijn vrouw kijft niet meer zoo op je als vroeger. Ikke?! Mevrouw heeft zich gebeterd. opvoering van het Zigeuner-Zangspel 125 Medewerkenden met symphonie-orkest en ballet. Entrée: 1ste rang fl.—2e rang fO.óO. Voorverkoop bij de boekhandelaren en bureau V.V.V. f 0.90 en f 0.50.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1935 | | pagina 4