MOTORRACES. M FUNKE's ROGGEBROOD, mm w 3 ZONDAG. ALKMAAR. Alkmaar brengt U ZONDAG Kermis en MOTORRACES! ALLE NEDERL. CRACKS Half twee. 25 AUG. BEKENDMAKING! Bergen steeds mooi. Leuke, aardige Kiekjes hetwelk een reputatie heeft van 100 jaar, is bij de navolgende bakkers verkrijgbaar JOH. VAN BALEN, Dorpsstraat 80, Telefoon 113. FuNKE s N. C. BUISMAN, Jan Oldenburglaan 6, Telef. 139. J" BUISMAN, Molenstraat 14, Telefoon 104. Krenten-Koggebrood H. DIJS, Dorpsstraat ll, Telefoon 134. een delicatesse J' LEIJEN> Leo Gestelweg 5. W. DEN HAAN, Bergen aan Zee, Telefoon 534. In de Guurfjeslaan. Hij „Vond je het boek aardig dat ik je leende Zij „O, opwindend Je had er zoo'n hoop brieven in achter gelaten als bladwijzers". (Passing Show) Nog slechts enkele dagen en wij schrijven weer „Herfstmaand". Dan wordt het stil in mijn dorpje, dat zich begint op te maken voor den winterslaap. De gasten zijn vertrokken, het tramstationnetje ligt eenzaam in het najaarszonnetje, terwijl de wind in de boomen van de nu zeer stille Eeuwigelaan een afscheidslied fluistert evenals de zee, die onafge broken haar eeuwenoude melodie zingt, thans met een verstaanbaar refrein, waarin den heengeganen zomer wordt bezongen. iMen kan door de duinen dwalen thans met het kleed der paarse heide getooid, door de verla ten bosschen dolen met hun prachtige goud-gele herfsttinten of nog eens den thans uitgestorven weg naar zee wandelen, alom ziet men de voor boden van den komenden herfst. Mijn dorpje gaat droomen, droomen van een nieuwe lente en nieuwen zomer, die straks ook weer zal aanbreken met nieuw leven en nieuwe pracht. Straks, over schijnbaar zeer langen tijd. Maar nu gaat het stil worden, de immer voortsnel lende tijd schijnt thans aan mijn dorpje voorbij te gaan. Stil wordt het, wonderlijk stil. Want kent gij mijn dorpje als het prijkt met zijn bloeiende heide en zijn prachtige herfsttinten, hebt gij 't wel eens bezocht als de sneeuw de duinen bedekte, als wilden zij in trotsche verwaandheid de Zwitsersche bergen imiteeren, zag gij wel eens in de mistroostige Novembermaand de loeiende Zuidwester onze kust beuken, terwijl enorme wol kengevaarten dreigend door het luchtruim jaag den en hebt ge ook wel eens door de geheel ver laten bosschen en duinen gewandeld, als de eerste bladerloos en de laatste angstig stil waren, als be roerd door den adem des doods? Ook dan zoudt gij de schoonheid moeten erken nen van mijn dorpje aan den duinvoet, dat zijn schoonheid in iederen tijd van het jaar in een andere schakeering toont. Als gij dat dorpje nog eens zoudt bezoeken in den tijd, dat de zon zich nauwelijks vertoont en alles wat leeft schijnbaar ingeslapen is, dan zult gij 't ongetwijfeld nog meer lief krijgen dan reeds het geval was. Dankbaar zoudt ge worden gestemd voor al hetgeen de natuur ook in dien tijd biedt en met des te meer vreugde de geboorte van de nieu we lente meemaken. Onwillekeurig besluipt U dan een gevoel van vrede en berusting, als gij in de korte en soms donkere dagen de machtige natuur aanschouwt, die mijn dorpje biedt. Het is geen wonder of toeval, dat de penseelen van bekwame schilders en de vaardige pennen van knappe dichters hier hun beste producten vervaar digden, omdat dan in mijn dorpje alles vrede schijnt te ademen. Kom naar de Ruïnekerk en eeuwen schijnen te rug te rollen, zoo was het 100, 200 ja 300 en meer jaren terug, alles bleef hier nagenoeg onver anderd evenals in duin, bosch en aan zee. Gij, die in den zomer de weergalooze schoonheid van mijn dorpje komt bewonderen, moet daar ook in den winter één of meer week-ends doorbrengen. Wij hebben allen onzen strijd des levens te strijden, een strijd, die voor velen onzer zwaar, voor nog meerderen te zwaar is. Onoverkomelijke moeilijkheden en veelzijdige vraagstukken houden ons bij voortduring in hun greep gekneld, zonder dat onze gedachten voldoende tot rust komen. Die rust vindt gij in mijn droomend dorpje. Reeds Rousseau wees ons den weg terug naar de natuur. Als gij weer eens naar hartelust in de herfst- of wintermaanden hebt gedwaalf op dezelfde plek, waar gij 's zomers zoo graag mocht toeven of als gij na de intrede van het nieuwe jaar de dan nog microscopisch kleine knopjes hebt aanschouwd, die straks weer in rijke pracht zullen opbloeien en gij den frisschen wind weer eens door de wuivende helm hebt hooren fluiten, dan kan niets anders dan vrede Uw hart doorstroomen. Zeker, in deze laatste dagen van de stervende Oogstmaand schuilt eenige melancholie. Hoe gaar ne zouden wij den zomer met zijn warme zonne schijn met beide handen willen vasthouden, maar wij weten dat millioenen en nog eens millioenen handen hier te kort zouden schieten, omdat niets de natuur vermag te remmen. Die natuur weigert met ons mede te gaan, wij niet met de natuur. Kom daarom tusschen Augustus en Mei van de grootsche schoonheid van mijn dorpje genieten, die gij overal zult vinden, zoo gij er slechts oog voor hebt. Want de glans van mijn dorpje sterft niet, doch maakt zich slechts op om in een nieuwe schakee ring en frisscher kleed te schitteren. Onze wegen schijnen voor minstens één jaar uit één te loopen, doch wij spreken af, dat het zoo lang niet behoeft te duren. Binnenkort zien wij elkaar hier dus weer. Vergeet mijn dorpje niet als de dagen kort en de nachten donker zijn, na den nacht komt de dag er altijd, zooals na regen de zonneschijn, na den winter de zomer. Neen, geen afscheid maar tot weerziens. in bosch en duin. Voor het kieken van kinderen levend paardje beschikbaar. Vakkundige afwerking. Zonder prijsverhooging overal te ontbieden. ADR. SCHOEN. De Iersche tooneelspeler Barry Sullivan vervul de eens in den schouwburg van de stad Shrews bury de rol van Richard III. Toen hij de bekende woorden sprak: „Een paard! een paard! mijn koninkrijk voor een paard" riep een der toeschouwers boven van de galerij: Kan 'n ezel soms ook dienen, meneer Sulli van? Jawel, antwoordde de kunstenaar gevat, zich tot den spreker wendend, kom maar hier! Jongmensch (de eerste maal een bal bezoekende, tot ouderen vriend): Waarover zal ik in vredes naam met mijn dame spreken? Over hare schoonheid. Maar als ze nu niet schoon is? Dan over de leelijkheid van anderen. Wat zijn we toch ezels! Zeg eens, spreek al je blieft in 't enkelvoud. Ook al goed. Wat ben jij toch een ezel!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1935 | | pagina 14