Bergensche
Duin- en Boschbode
Zes-en-twintigste jaargang. No, 13,
Zaterdag 24 Augustus 1935,
REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEFOON 21, - BERGEN (N.-H.)
EERSTE BLAD.
Ten afscheid.
Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v h. Herms Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar.
Gezien de re
sultaten, die het
seizoen 1934 had
gebracht, waren
de verwachtin
gen voor 1935
niet hoog ge
spannen. De za-
kenmenschen in
onze gemeente
en vooral de
grootere hotels en
pensions, zagen
met zorg het sei
zoen tegemoet.
Zij wisten, dat de
crisis in steeds
breedere volks
groepen nadeelig
doorwerkte. Zij
wisten ook, dat in tal van kringen, waar het nog
niet noodig was, een streven naar versobering
mode was geworden en hielden bovendien reke
ning met de zucht van de Hollanders om in de
jacht naar z.g. koopjes naar het buitenland te trek
ken. Toen in het begin van Juni de Belgische franc
devalueerde, stond voor hen vast, dat duizenden
naar de wereldtentoonstelling in Brussel zouden
gaan en aan dit bezoek zouden vastknoopen een
verblijf in de Belgische badplaatsen.
Gezien het feit, dat onze regeering, die n.b. bo
venal de verdediging van den gulden als hoogste
doel heeft gesteld, geen enkelen maatregel
wenschte te nemen om te voorkomen, dat de mil-
lioenen naar het buitenland werden gebracht, wa
ren ook onze verwachtingen voor het seizoen niet
hoog.
Een paar jaar lang hebben wij gedacht, dat het
gezond verstand van de Hollanders het zou win
nen van de begeerte om voor minder geld dan dit
normaal moet kosten, eens een buitenlandsch
reisje te maken. Wij dachten, dat de middenstan
ders zouden begrijpen, dat ook zij den terugslag
moeten ondervinden van de nadeelen, die een
groote volksgroep wordt toegebracht door den
trek van duizenden Nederlanders naar het buiten
land, zonder dat daartegenover een trek van bui
tenlanders naar ons land stond.
Ofschoon wij voorstanders zijn. van het vrije ver
keer tusschen de volkeren, hieven wij, gezien het
feit, dat de wereldontwrichting mede bracht, dat
andere volkeren ons land niet konden bezoeken,
mede de leuze aan: „Reist in eigen land".
Wij dachten zoo, dat ook de menschen van de
intellectueele beroepen zouden begrijpen, dat hun
diensten niet gevraagd zouden worden, wanneer
niemand meer dan het allernoodzakelijkste ver
dient. Wij dachten ook, dat de ambtenaren, die
uit de belastinggelden betaald worden, zouden be
grijpen, dat die gelden op den duur niet konden
worden opgebracht, wanneer niemand hier meer in
de gelegenheid was iets te verdienen.
Wij verwachtten ook, dat uit een verstandig
egoïsme de menschen zouden begrijpen, dat door
het betrachten van practische saamhoorigheid, ook
het eigen belang werd gediend en wij veronder
stelden, dat ons volk niet uit zulke dwazen be
stond, dat zij niet bereid waren om voor het alge
meen belang een persoonlijk offer te brengen,
door niet naar het buitenland te gaan. Wij veron
derstelden dit te meer, omdat ons land toch ook
zoo wonder mooi is.
De practijk heeft de laatste jaren wel geleerd, dat
wij den gemiddelden Nederlander te hoog hadden
aangeslagen. Uit intellectueele kringen rees wel
allereerst een protest op, toen uit de leidende
kringen van het hotelbedrijf stemmen opgingen om
door de invoering van een pasbelasting de weg-
vloeiïng van den door het buitenland zoo begeer
den Hollandschen gulden te voorkomen. De ambte
naren, die vanuit Den Haag ons land regeeren,
wenschten bovenal voor hun uit de belasting ver
kregen guldens in het buitenland het grootere
weeldeleven te koopen, dat er dank zij het valuta-
verschil voor gekocht kon worden.
De regeeringspersonen deelden hun meening en
gaven het verkeerde voorbeeld. Ook de midden
standers, die collectief het verkeerde hiervan in
zagen en begrepen, dat de moeilijke tijden,
waarin wij leven, buitengewone maatregelen vor
derden, deden individueel, wat zij collectief in de
ambtenaren veroordeelden.
Als gekken trokken zij bij duizenden naar de
voetbalwedstrijden in Antwerpen, Dusseldorf en
Brussel, er zich geen rekenschap van gevende, dat
dit alleen kan, wanneer hiertegenover een bezoek
van duizenden buitenlanders aan onze internatio
nale wedstrijden staat.
Men behoeft maar in eigen kring om zich heen
te zien, om te kunnen vaststellen, hoeveel kleine
menschen, die er over klagen, dat zooveel Neder
landers naar het buitenland trekken, zelf gebruik
maken van de goedkoope gelegenheden, om met
reisgezelschappen als kuddedieren naar het bui
tenland te trekken.
De groote bladen, die voordeel trekken van de
annonces, die het slimmere buitenland plaatst om
den dommen Hollander financieel lichter te maken,
bleven in gebreke om ons volk de juiste voorlich
ting te geven, en de banken, die toch in hoofdzaak
moeten bestaan van het verleenen van credieten
aan ons bedrijfsleven, aarzelden niet om voor de
geringe winst die met het verkoopen van reismar
ken is te maken, door een speciale propaganda
hun cliënten tot het koopen er van over te halen.
Wij vreezen, dat dit spel zal voortduren tot nie
mand meer over geld beschikt. Maatregelen wor
den in Nederland nu eenmaal genomen als het te
laat is.
Gezien bovenstaande beschouwing, verwonder
den wij ons er over in de twee eerste weken van
Juni te constateeren, dat er in Bergen en Bergen
aan Zee 14 en 217 gasten meer vertoefden dan in
dezelfde weken van het vorig jaar.
Zou onze vrees dan toch ongegrond zijn ge
weest? De volgende weken leerden ons wel an
ders. In de 3e week van Juni waren er 141 gasten
minder en in de 4e week 325. De le week van Juli
bracht 388 gasten minder, de 2e week 311, de 3e
week 696, de 4e week 818 en de 5e week 965. In
Augustus ging het niet beter. In de le week van
Augustus vertoefden er 1127 gasten minder in
Bergen aan Zee dan in de le week van 1934, de 2e
week werd het beter, toen waren er slechts 310
gasten minder, terwijl er in de 3e week 458 gasten
minder vertoefden,
In het geheel vertoefden er in Juni, Juli en
Augustus te Bergen en Bergen aan Zee gedurende
een week 31536 gasten, tegen 37335 in 1934. Dit
jaar verbleven er, vergeleken bij het vorig jaar,
5808 gasten gedurende een week minder in Bergen
dan in 1934 of in procenten uitgedrukt 18 pet. min
der. Augustus heeft, dank zij het mooie zomerweer
en' dank zij het feit, dat velen moesten ervaren,
dat ze in het buitenland, vooral in het overbezette
België, toch niet zoo goedkoop uit waren als zij
verondersteld hadden, nog veel goed gemaakt. Wij
kennen groote hotels en pensions die desondanks
30 pet. minder hebben ontvangen dan het vorig
jaar, dat ook al slecht was.
Wij willen ons er ditmaal van onthouden om dui
delijk te maken wat dit voor den middenstand be-
teekent. Iemand met eenig inzicht zal onmiddellijk
inzien, dat dit niet veel minder dan funest moet
worden genoemd.
Gezien deze feiten, is het alleszins verklaarbaar,
dat uit middenstandskringen een protest is opge-
N.V. BOUW-EXPLOIT.-MAATSCHAPPIJ
BERGEN AAN ZEE.
TENNISBANEN.
Uitstekende gravel- en roode baksteenbanen,
mooi en beschut gelegen in het Parnassiapark te
Bergen aan Zee.
Tarief.
Per uur per persoon0.50
Abonnement voor 10 uur spelen 4.00
Abonnementen, dit jaar afgegeven, zijn voor een
volgend jaar niet meer geldig.
De voorwaarden tot het bespelen van deze ba
nen, zijn ter plaatse aangeplakt.
DE BADDIRECTIE.
gaan tegen het feit, dat B. en W., om een plaatse
lijke vereeniging, die lichtvaardig met beschikbare
gelden had omgesprongen en daardoor financieel
in de put was geraakt, ter wille te zijn, het organi-
seeren van een kermis hebben toegestaan, die ten
gevolge heeft gehad, dat door ondernemers, die
niets in de plaatselijke lasten bijdragen, groote be
dragen uit de gemeente zijn gehaald, die voor een
deel aan wèl-bijdragende middenstanders ten
goede hadden kunnen komen.
Wie kennis heeft genomen van de bereikte resul
taten in het hotel- en pensionbedrijf in onze
Noordzee-badplaatsen, kan evenwel niet ontken
nen, dat Bergen er onder de gegeven omstandig
heden nog goed is afgekomen.
Tal van families, die hier regelmatig verblijven,
zijn Bergen trouw gebleven en ook het dagbezoek
bewees, dat vacantie doorbrengend Nederland
Bergen en Bergen aan Zee weet te vinden. Hierin
ligt het bewijs, dat men niet voor de toekomst,
wanneer Europa geen algeheele instorting beleeft,
niet ongerust behoeft te maken.
De vraag of Europa aan het einde is gekomen
van zijn economische opperheerschappij, is een
vraag die thans ernstig aan de orde wordt gesteld
en bevestigend wordt beantwoord in het nieuwe
werk van den uitstekenden schrijver André Sieg
fried, getiteld: „La Crise de l'Europe".
Hij voorspelt, dat Europa op veel kleiner voet
zal moeten gaan leven. Hoopvol constateert hij
echter, dat Europa in het bezit blijft van zijn heer
lijke oude cultuur en zijn grooten intellectueelen
voorsprong en hij verwacht, dat het mogelijk zal
zijn daarbij ook op kleinere voet dan tot nog toe
mogelijk was, gelukkig te blijven leven.
Wij weten niet of de toekomst hem in het gelijk
zal stellen. Wel vreezen wij, dat de eerstkomende
jaren, evenals 1935, vooral voor de grootere meer
comfort biedende hotels en pensions, moeielijke
jaren zullen zijn en dat het aantal gegadigden voor
de grootere luxe huizen steeds geringer zal wor
den.
De diners met verschillende gangen zullen nage
noeg geen liefhebbers meer vinden en voor het
bedrag, dat men zal willen besteden, zal het niet
meer mogelijk zijn om een aparte slaapkamer met
badkamer aan te bieden.
De luxe dancings met kostbare tapijten,
kilowatturen verslindende verlichting en hon
derden guldens vorderende bands, zullen in steeds
geringer getale gehandhaafd kunnen worden. Iets
van de verfijnde cultuur zal daardoor verloren
gaan. De zon, het bosch, het strand, de zee en het
polderland zullen echter behouden blijven. Mis
schien zullen de menschen zich wat minder in de
luxueuze, geldverslindende en voortjagende auto's
kunnen bewegen, maar misschien zullen zij daar
door dichter komen te staan bij de zich steeds ver
nieuwende natuur en leeren als de vogels zich te
verlustigen in de heerlijkheid van het zonnige land
schap.
De schoonheid daarvan blijft en daarom roepen
wij de gasten, die hiervan iets in Bergen hebben
leeren kennen, een tot weerziens toe in de hoop,
dat zij ook in den a.s. herfst deze schoonheid in
een ander kleed eens zullen komen aanschouwen.