A. E. ROMENY
„Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode"
TWEEDE BLAD.
IETS OVER HOMMELS.
HET RUSSEN-MONUMENT.
BERGENSCHE
DROGISTERIJ
EINDELIJK ZOMER!
27e Jaargang. No. 3.
van ZATERDAG 20 JUNI 1936.
N.V. BOUW-EXPLOIT.-MAATSCHAPPIJ
BERGEN AAN ZEE.
ZONNEBAD.
De N. V. stelt voor de badgasten en villabewo
ners de gelegenheid open zich ten kantore van de
Vennootschap te Bergen aan Zee aan te melden
voor het lidmaatschap van het Zonnebad.
De naam lidmaatschap is gekozen, omdat de
Vennootschap voor de badgasten en villabewoners
een badgelegenheid wil scheppen, waarbij het in
tieme karakter van de badplaats zooveel mogelijk
blijft behouden.
Het lidmaatschap is strikt persoonlijk.
Contributie.
Ie. Gezinskaarten voor één en het zelfde gezin:
a. voor een gezinshoofd (vader of moeder)
6.00 voor vier weken of korter;
b. voor het tweede gezinshoofd 4.00 voor 4
weken of korter;
c. voor het tweede gezinshoofd indien dit
slechts over den Zondag te Bergen aan Zee
is 1.50 voor 4 weken of korter;
d. voor een kinderjuffrouw of verzorgster
3.voor 4 weken of korter;
e. voor kinderen van 1216 jaar 2.50 voor
4 weken of korter;
f. kinderen beneden 12 jaar van dit gezin zijn
vrij mits in begeleiding van één der beide
gezinshoofden, de kinderjuffrouw of ver
zorgster van dit gezin, die een diploma moet
hebben;
g. één logé van dit gezin 1.50 per week of
korter.
2e. Afzonderlijke kaarten worden slechts aan vol
wassen personen afgegeven ad 6.00 voor vier
weken of korter.
Ieder lid neemt zijn eigen badcostuum en hand
doek mee.
Voor de leden is gereserveerd een mooi gedeelte
duinterrein bij de badkoetsen.
Hierop mogen de leden tenten of vierkante
doekomheiningen plaatsen, waarn zij zich kunnen
ontkleeden, om zich vandaar-uit in badmantel
langs de daarvoor bestemde trap naar het bad bij
de badkoetsen te begeven om aldaar in den tijd
dat het bad geopend is, onder toezicht te baden.
De badmantels, waarop het diploma zichtbaar
gedragen moet worden, worden aan den daarvoor
bestemden kapstok op het strand gehangen.
Het aan- en uitkleeden in een tent of in een ge
heel door doek afgesloten vierkant is verplichtend
gesteld.
Op het Zonnebadterrein mag men niet zonder
badcostuum vertoeven.
De leden mogen baden zoo dikwijls zij verkie
zen, zonder verdere betaling.
De tenten mogen blijven staan, echter geheel
voor risico van de eigenaars. De Maatschappij en
hare aangestelden kunnen zich niet daarmede be
moeien.
Indien gewenscht, wordt voor de damesleden
een afzonderlijk deel van het terrein afgezet.
De leden zijn gehouden de instructies van het
toezichthoudend personeel op te volgen en zich na
het baden direct naar het gereserveerde duinter
rein te begeven. Zij mogen in badcostuum niet op
het strand blijven vertoeven.
Gerekend wordt op de medewerking van de le
den ten aanzien van de naleving van dit reglement,
het gebruik van het terrein (b.v. niet op de helling
van den zeekant loopen) en hetgeen verder voor
den goeden gang van zaken noodig is.
De Vennootschap zal gerechtigd zijn het lid
maatschap vóór dezen bestemden tijd te doen
eindigen tegen eene evenredige restitutie van
betaalde contributie.
Buiten den door de Directie vastgestelden bad
tijd mag niemand op het terrein vertoeven, vooral
niet des nachts.
Er zijn linnen strandtenten te huur a 4.00 per
week.
DE BADDIRECTIE.
Als er een groep van levende wezens in de na
tuur is, die zich totaal niet in de belangstelling van
het natuurminnend publiek mag verheugen, dan
behooren daar ongetwijfeld de diverse insecten
toe.
Niet waar, juist als U eens gezellig ligt te zon
nen in bosch of duin op een van de weinige zon
nige dagen die ons regenlandje ons schenkt, dan
krioelt het van allerlei gedierte op of om uw heen.
Mieren en wespen komen op de meegebrachte
lekkernijen af en allerlei naamloos eng gedoe vol
tooit deze ongedierteplaag. Is het wonder dat de
meesten liever kijken naar de vogels, die met hun
opgewekt gefluit, hun typische vaak mysterieuze
levensgewoonten veel meer spreken tot den wan
delaar, die geniet van bosch en duin in zomer-
pracht.
Toch wil ik ditmaal iets vertellen over enkele
van die diertjes, die ieder van name kent en
door hun prachtige kleuren en eigenaardige le
venswijze de belangstelling van de natuurliefheb
ber meer dan waard zijn.
In dezen tijd van 't jaar, als het overal in de
tuinen, de bosschen, de duinen en het polderland
een bloemenweelde is, dan kan het je gebeuren
dat je, stilstaande om deze bloemenpracht te be
wonderen, getroffen wordt door een gekrioel van
allerlei bijen, vliegen en later van vlinders. Het is
een komen en gaan, een gefladder en gegons, één
bonte kleurenschittering van bezoekende insecten.
En boven dit alles treft een brommend geluid als
van vele miniatuurvliegmachientjes uw oor en al
gauw ontdekken we de eigenaar van dit brom
mend geluid, een groote behaarde bij: een hom
mel.
Tevreden zoemend komt onze aardhommel,
want zoo heet hij van z'n van, met een sierlijke
zwaai aanzeilen, de motor wordt gestopt, en hij
landt op een van de bloempjes van de witte doo-
venetel, die hier met z'n mooie schijnkransen in
een groote groep langs den weg staan te pronken.
Nu kunnen we sinjeur eens goed bekijken. Een
witte achterlijfspunt en twee gele ringen Onder
breken z'n overigens zwarte pakje, waarmee deze
algemeenste van onze hommels gesierd is. Den
heelen zonnigen morgen zwerft zij want deze
groote zijn de overwinterde koninginnen, die
straks het nieuwe nest zullen stichten van
bloem tot bloem, genietend van de bloemennectar.
Soms al wat stuifmeel verzamelend, tot in Mei
haar taak begint.
Maar let nu eens op! Even is haar roode tong
zichtbaar, waarmee zij de honing opzuigt. Zie je
haar achterpooten in beweging komen! Druk
schuifelend en vegend strijkt zij het stuifmeel naar
de onbehaarde eenigszins uitgeholde plaats op het
dijbeen; die glimmende plek is nu het beroemde
korfje, waar de balletjes stuifmeel vastgedrukt
worden en tijdelijk bewaard.
Zoo'n beladen hommel ziet er uit als een bur
gerjuffrouw die uit winkelen is geweest. Die ach
terpooten van een hommel zijn ingewikkelde me
chaniekjes, waarvan sommige ledematen zijn
voorzien van een kam en een borstel om het
stuifmeel uit de haren bijeen te vegen.
Zoo tegen half Mei kom je onze aardhommel
soms midden in het bosch tegen, laag langs den
grond vliegend, zoekend naar een plaats voor zijn
nest. In een of ander kuiltje graaft ze een potlood-
lange gang, aan het eind een paar zijgangen waar
in een klompje stuifmeel met een eitje en klaar is
Kees. Een super-heilstaat als die van de honing
bij is het dus niet.
Na eenigen tijd komen nu de werksters uit; ge
lijkgekleurde als de koningin, maar dan in zakfor
maat en zij beginnen met stuifmeel en honing te
halen.
De honing wordt opgeborgen in cocons, de z.g.
„honingpotten", die eiken dag opnieuw gevuld
worden, want daar alleen de nieuwe koningin
overwintert, hebben ze geen wintervoorraad
noodig.
Het leuke is, dat elke soort zijn eigen wijze van
nestbouw heeft: de akkerhommel zoekt vogelnest
kastjes en boomholen op, de moshommel voorziet
zijn nest van een dak van mos.
Als je zoo'n beladen hommel volgt, wijst hij van
zelf zijn nest aan en het is de moeite waard om
zoo eens een half uurtje dat bedrijvige gedoe gade
te slaan.
Maar interessanter misschien nog is het om de
hommels bij hun bloemenbezoek na te gaan; dan
leer je hoe nauw alles samenhangt in de natuur,
hoe sommige bloemen afhankelijk zijn, niet alleen
van enkele insectenfamilies, maar soms van enkele
soorten. Hoe het bestaan van een plant van zoo'n
klein diertje af kan hangen.
Ik vergeet nooit om heel vroeg in 't voorjaar een
bezoek te brengen aan de eerste bloeiende wilg,
die in een vochtige duinpan als een stralende gele
bol in 't nog grijze duin steekt, om de eerste hom
mels te zien: de voorboden van de zonnige dagen,
die ons wachten en waarmee zij zoo onafscheide
lijk zijn verbonden.
W. B. Z.
Pl.m. 12 K.M. ten Zuiden van Brussel ligt de
vlakte van Waterloo. Thans schiet het zomerko
ren er welig op en de gansche natuur in den heelen
omtrekt ademt vrede en stilte.
Enkele huisjes en een landelijke herberg, waar
men snuisterijtjes kan koopen, liggen aan den
smallen steenweg.
Eén van die huisjes, van buiten smetteloos wit
gekalkt, draagt met zwarte letters het opschrift
„La belle Alliance".
Het is de historische boerderij, bekend uit den
slag van den 18den Juni 1815, die destijds over
het wel en wee van Europa besliste.
Op zeer korten afstand van de boerderij verheft
zich een heuvel, waarop een enorme steenen
leeuw dreigende blikken in de richting van de
Fransche grens werpt.
Het monument staat daar als een herinnering
aan de overwinning van de verbonden mogendhe
den, die tenslotte het Fransche juk van zich af
wisten te schudden.
Als wij de ontelbare steenen trappen van het
monument beklimmen, ontwaren we den histori-
schen hollen weg, waar in 1815 de Nederlandsche
troepen, onder opperbevel van den Prins van
Oranje, den lateren koning Willem II zich met
krijgsmansroem belaadden en zien voorts nog en
kele andere monumenten als die van de Duitschers,
de Hannoveranen en het ontroerende gedenktee-
ken, gewijd aan „Aux derniers combattants de Ia
APOTH.-ASSISTENTE.
Telefoon 109.
^BREELAAN 17, BERGEN (N.-H.)^|
Grande Armée", aan de laatste strijders van het
Groote Leger.
Het valt op, dat vrijwel alle gedenkteekenen
goed zijn onderhouden, wat pleit voor de gevoe
lens van piëteit en dankbaarheid van de volkeren,
die de betreffende monumenten oprichtten.
Ook in ons land vindt men nog herinneringen
terug aan de Napoleontische heerschappij.
Daar is allereerst de bekende „Pyramide van
Austerlitz", opgericht door de soldaten van Na
poleon, ter herinnering aan de victorie der Fran
sche wapens in den gelijknamigen slag.
Verder is daar het veel minder bekende „Rus
senmonument" in Bergen.
Aan het eind van den Russenweg, door hoog
opgaande eikeboomen gescheiden van de villa
„de Windroos", waar de veel te vroeg gestorven
dichter Adama van Scheltema, zijn onverganke
lijke gedichten schiep, staat op een voetstuk van
ruwe granietblokken een hoog marmeren Rus
sisch kruis.
In September 1901 werd het onthtild „ter eeuwi
ge herinnering zooals de in Russische letters
aangebrachte gedenkplaat vermeldt aan de
Russische krijgers, gevallen in de slagen bij Ber
gen 8 en 27 Sept. 1799.
Het hoekje grond is feitelijk Russisch gebied,
want het behoort in eigendom aan het Russische
Gouvernement. Vóór de onverwerping van het
Tsarenrijk in 1917 werd op den loden Sept. van
elk jaar door een Grieksch-Katholiek geestelijke
op deze historische plek een plechtige lijkdienst
gehouden, ter nagedachtenis aan de gesneuvelde
soldaten van Tsaar Alexander, die hier gevallen
zijn bij hun pogingen om in de slagen bij Bergen
en Castricum de Franschen te verdrijven en aldus
ook de toenmalige Nederlandsche republiek haar
onafhankelijkheid terug te geven.
Eerst 10 jaren na het uitbreken der Russische
revolutie werd de plechtigheid op den 27en Sep
tember 1927 herhaald door de in Februari 1927
opnieuw opgerichte „Union Patriottique Russe en
Hollande", waarbij de herdenkingsdienst per
soonlijk door den uit Brussel daartoe overgekomen
aartspriester Vinogradoff werd geleid.
Sindsdien zijn opnieuw 9 jaren verloopen eri in
dien tijd is het monument, in welks naaste omge
ving meer dan 500 Russen sluimeren, in verval
geraakt.
Het marmeren kruis, dat eens sneeuwwit moet
zijn geweest, heeft langzamerhand een grauwe,
roestachtige kleur aangenomen, het gras om het
monument staat meer dan twee voet hoog en de
geheele omgeving vormt een scherp contrast met
die van de monumenten van Waterloo.
Toen het monument werd onthuld, waren o. a.
aanwezig de Russische gezant alsmede de mili
taire attaché's van Rusland, Frankrijk en Enge
land, terwijl Nederland behalve door een deputatie
onder leiding van den generaal Laman Trip, me
de vertegenwoordigd was, door het destijds in
Alkmaar in opleiding zijnde cadettenkorps, dat de
militaire eerbewijzen bracht.
Het zou ons hier te ver voeren, om den slag bij
Bergen ook maar in het kort te beschrijven. Al
leen vermelden wij, dat de sterkte der hier ope-
reerende Russisch-Engelsche troepenmacht uit
pl.m. 11.500 man bestond, waarvan 9000 Russen,
die groote verliezen leden.
Groot is het land, dat zijn gevallen zonen eert,
maar wellicht nog grooter is de natie, die toont,
dat zij de dooden van een ander volk, die in haar
bodem den eeuwigen slaap sluimeren, niet heeft
vergeten.
Een bloemperkje om het kruis, wat verf op de
kettingen en het monument zelf van de verweerde
laag oxyde ontdaan, zullen de gasten van Bergen
vertellen, dat ook het Bergen van heden, de ge
vallenen van 1799 weet te eeren,
BRAM ELTE.
Voor de badplaatsen was het met het weer in
Juni om letterlijk wanhopig te worden.
De zomer bleef weg, het weer bleef guur. De
gelegenheid om te baden was er wel, doch nie
mand maakte daarvan bij een temperatuur van
13 graden Celsius gebruik, met als gevolg, dat de
lust om naar zee te gaan ontbrak en de hotels en
pensions onbezet bleven.
De optimisten verkondigden echter, dat het toch
wel eens zomer zou worden. Het vorig jaar kwam
die met den langsten dag en misschien moest ook
dit jaar daarop worden gewacht.
Woensdag plotseling een stralende dag. De
zomer was daar, uit een vrijwel onbewolkten
hemel straalde den geheelen dag de zon, terwijl
een zacht windje uit het oosten woei, Overal
vroolijke gezichten en met het mooie weer was
ook de trek naar het strand weer daar.
Het werd tijd. Moge het weer nu maar stand
vastig mooi blijven!