HOOG EN LAAG WATER CAFÉ-RESTAURANT „DUIN VERMAAK" GROOTE KINDERSPEELTUIN. VALK's LUNCHROOM ORANJE-HOTEL te BERGEN AAN ZEE (in Zomertijd). JUNI—JULI. Datum Hoog water Laag water: v.m. j n.m. v.m. 1 n.m. 27 9.54 10.22 5.59 6.25 28 10.53 11.25 6.55 7.30 29 11.59 8.00 8.39 30 0.29 1.05 9.05 9.42 1 1.30 2.02 10.02 10.39 2 2.21 2.50 10.58 11.33 3 3.06 3.34 11.46 Mooi gelegen aan den voet der duinen. ZONDAGSMIDDAGS Concert Openlucht-Dancing door 1ste klas Orkest. Ruim Parkeerterrein. Wie de Kaasmarkt niet gezien heeft, is niet in Alkmaar geweest, maar wie niet in gegeten heeft, is niet op de Kaasmarkt geweest. Tentoonstelling Bloem-stillevens van D. H. W. Filarski en Germen de Jong. Tijdens de Bloemen- en Plantententoonstelling te Bergen aan Zee exposeeren in het nabij het Parnassiapark gelegen Hotel Stroomer twee be langrijke kunstenaars: D. H. W. Filarski en Ger men de Jong. Beide artisten zijn Amsterdammers van ge boorte en hebben, vooral in het buitenland, veel samen gewerkt. Met voldoening konden wij constateeren, dat het publiek ontvankelijker wordt voor hun im pressionistisch werk. In het algemeen is het Ne- J. A. DALLOYAUX. GEHEEL GEMODERNISEERD. ONZE CONSUMPTIE VOLDOET AAN DE HOOGSTE E1SCHEN. ONZE PRIJZEN ZIJN BILLIJK. ONZE BEDIENING IS CORRECT. ONZE TERRASSEN ZIJN GEZELLIG. derlandsche publiek, voor wat de schilderkunst betreft, gevoelig voor de natuur-imitatie. Vaak treft het ons evenwel, hoe soms eenvoudige lieden bij het aanschouwen van het impressionistische werk het bewijs leveren, dat zij gevoelen, dat hier in verf een taal gesproken wordt, waarbij de na tuur als levensbron was gebruikt, doch niet slaafsch is uitgebeeld. Om deze taal te verstaan, is het noodig, dat de verschillende kleuren en lijnen, de compositie, het rythme, enz. op hun eigen manier hetzelfde uitdrukken. Beide kunstenaars brengen in hun werk nog het uitzonderlijke. Zij houden zich niet bezig met de sociale toestanden der menschen, hoewel het ons bekend is, dat beide kunstenaars daarvan volko men op de hoogte zijn. Ieder schilder wordt echter bij het weergeven van zijn gevoelens door eigen talent bepaald en daarom komt het er vóór alles op aan, of in een kunstwerk valt waar te nemen de inspanning van den schilder om weer te geven, wat in hem leeft. Filarski en De Jong hebben in het buitenland veel samen gewerkt. Zij ontmoetten elkander in Zwitserland, Duitschland, Zuid-Frankrijk, Spanje en Marokko en voor beiden geldt, dat zij juist in het buitenland door een grooten scheppingsdrang zijn gegrepen. Filarski. Filarski vestigde zich in 1907 in Bergen; thans woont hij weer in Amsterdam. Aanvankelijk lumi- nist, ging hij langzamerhand meer tot het impres sionisme over en vooral in de laatste jaren heeft hij zich doen kennen als een kunstenaar met een sterk ontwikkeld compositie-vermogen. Stillevens met bloemen vormen naast landschappen zijn fort. Zoowel in het Amsterdamsche- als in het Haag- sche museum vindt men daarvan de bewijzen aan wezig. Zijn grijze achtergronden zijn van een bizondere fijnheid. Men zie hiervoor op de tentoonstelling te Bergen aan Zee nr. 10: Vruchten met artisjokken op blauw kleed, een doek, fijn van compositie en toon. Ook zijn „Zonnebloemen" behooren tot zijn beste werken. In de eetzaal trok bizonder onze aandacht de vaas met bloeiende Dahlia's en sierkalebassen met grijzen achtergrond. Dit doek prijkte met het voor den kunstenaar verheugende opschrift: „Verkocht". De nrs. 13 en 19 in de eetzaal zijn mede doeken, waarin de kracht van Filarski, als schilder, tot uiting komt. Eeuwige waarheden komen hierin tot uitdrukking. Wie dezen schilder persoonlijk kent, weet, dat deze oogenschijnlijk onverschillige man een mensch is met een zeer gevoelige natuur. Hij blijft zich zelf; mode-kunst is hem vreemd. En daarom staat zijn kunst dicht bij die van de besten van alle tijden. Germen de Jong. Germen de Jong mag ongetwijfeld eveneens een groot kunstenaar worden genoemd. Zijn werk is minder krachtig dan dat van Filarski, doch sier lijker. Vooral de sfeer van het Fransche landschap voelt hij bizonder goed aan. Van het stadsbeeld kennen wij van hem een doek uit Parijs, met de Sacré Coeur op den achtergrond, waarin hij zich als een meester uit het land van Rembrandt openbaart. Een fijn, teer doek hangt van hem in het con versatie-zaaltje van Hotel Stroomer, voorstellende een vaas met lupine en irissen op blauw kleed met grijs en groen en een zwart-rooden achter grond. In de eetzaal {deze eetzaal maakt door de lichte, frissche kleuren en de vele bloemen- en planten een prettigen indruk) zien wij van Ger men de Jong meer visionnair werk. Zijn chrysan ten en anjelieren zijn bizonder fijn. De daar geëxposeerde pastel „Bloemen met berglandschap op den achtergrond" is van een bijzondere voornaamheid. Ook voor de Jong is de natuur een levensbron, maar toch is het imiteeren van de natuur hem vreemd. Zijn kunst moet men leeren zien, zooals men goede muziek moet leeren verstaan. Wie in kunst belang stelt, mag niet verzuimen deze expositie, die gratis toegankelijk is, te be zoeken. Historische Anecdoten. Frederik VI, koning van Denemarken kwam in een dorpsschool en vroeg aan de jongens: Wie zijn de grootste koningen van Denemarken? Karei de Groote, Wladimir en Christiaan IV! zeiden de leerlingen. Een jongen, wien de onder wijzer iets in het oor gefluisterd had, stak den vinger op. Weet ge er nog een? vroeg de koning. Ja, Frederik VI. Wat heeft hij dan voor goeds gedaan? Verlegen zweeg de knaap en stamelde ten slotte: Ik weet het niet! Troost je dan maar, ventje, sprak de koning lachende, ik weet het waarlijk ook niet. Voltaire en Rousseau hadden soms, ondanks hun groote vriendschap, echte kibbelpartijen. Op een dag dineerde Rousseau bij Voltaire, er kwamen oesters op tafel en Rousseau beweerde: „Ik kan net zooveel oesters achter elkaar opeten als Samson Philistijnen versloeg". „En ook met hetzelfde wapen?" (met de ezel kinnebak), vroeg Voltaire lachend. Rousseau vergat niet gauw een grap, die te zij nen koste werd gemaakt en besloot zich nog wel eens te wreken. Na eenigen tijd kwam Voltaire, terwijl Rousseau afwezig was, bij hem. Daar de deur open stond, ging hij de studeerkamer van zijn vriend binnen, zag, dat al de boeken, die in groote wanorde door elkaar lagen met een dikke stoflaag bedekt waren en schreef met zijn vinger „cochon" (zwijn) in de stof. Toen Voltaire eenige dagen later Rousseau sprak, zei hij, dat hij bij hem was geweest. „Ja", zei Rousseau, „ik heb je visitekaartje ge vonden". GERM. DE JONG: .Bloemen" D. H. W. FILARSKI: .Bloemen' Foto .Giacomelli' Venezia.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1936 | | pagina 2