In de Studio bij Merijntje
Gijzen.
Nieuwsberichten.
OPVOERING „ROMANESK".
De openingsvoorstelling in het V. V. V. Open
lucht-theater te Bergen heeft dit seizoen 8 Juli
a.s. plaats,
In een avondvoorstelling, aanvang 8.30 uur,
wordt door Vereenigde leden van „Het Nieuw
Schouwtooneel", onder leiding van Ko van Dijk
en Frits Bouwmeester, gespeeld „Romanesk",
romantisch blijspel in drie bedrijven door Edmond
Rostand, met in de hoofdrollen Dogi Rugani, Ko
van Dijk, Frits Bouwmeester, Adr, van Hees en
Henk Schaer.
Het is wel merkwaardig, dat de Vereenigde
leden van het Rotterdqmsch Hofstad Tooneel in
het Openlucht-theater te Wassenaar hetzelfde blij
spel spelen. Vermoedelijk vindt dit zijn oorzaak in
het feit, dat dit blijspel van Rostand, zijn tweede
van de zes door hem geschreven tooneelstukken,
dat in 1894 verscheen, voor een opvoering in de
openlucht is geschreven.
Zijn fijne geest en gratie komen in dit stuk,
waarin Sarah Bernhardt triumfen vierde, bijzonder
goed tot uiting.
Edmond Rostand behoort tot de Fransche too-
neeldichters, die zich als ernstige zoekers hebben
doen kennen. Hij was een eenvoudig, oprecht
mensch met warme gevoelens voor anderen.
Als schrijver van Cyrano de Bergerac bracht hij I
in den zwarten tijd van het pessimisme en
't naturalisme een geweldigen opbloei van het
idealisme.
„Romanesk" is schoon van taal en eischt juist
daarom een uitnemende vertolking. Bij de boven
genoemde wakkere troep is deze vertolking zeker
in goede handen.
„Romanesk" getuigt van een fijne menschen-
kunde van den schrijver. Twee naast elkander
wonende weduwnaars, de een vader van een
huwbaren zoon, de ander vader van een huwbare
dochter, verlangen er naar dat de jongelui een
paar worden, opdat zij beiden in nog hechter
vriendschap hun ouden dag kunnen doorbrengen.
Wetende, dat het verbodene trekt, wenden zij
voor hun kinderen vijandschap voor en verbieden
zij aan deze eiken omgang.
Het gevolg is, dat deze in het geheim elkander
in den tuin regelmatig spreken en droomen van
een romantische liefde. De beide oude heeren
verheugen zich daarover in hun gesprekken over
den tuinmuur, wanneer zij zich niet bespied we
ten, in hooge mate en zetten een schaakpartij van
de dochter, door als negers en spadassins ver-
kleede tooneelspelers in elkander, om den zoon in
de gelegenheid te stellen zijn verloofde te redden,
met als gevolg een verzoening tusschen de families
en toestemming voor het huwelijk. Alvorens dit
tot stand komt, verneemt het paar het spel van
de beide vaders, met de noodige geestige verwik
kelingen als gevolg, welke verwikkelingen nog
vergroot worden door de verwezenlijking van het
ideaal der beide vaders: „steeds dagelijks als
vrienden in elkanders nabijheid te kunnen zijn",
een ideaal, dat werkelijkheid geworden, geen
ideaal meer is en dan ook eindigt in het weer her
stellen van de afgebroken scheidingsmuren.
Psychologisch is „Romanesk" dan ook een fijn
stuk, terwijl het als blijspel kostelijk kan worden
genoemd,
In het geheel zal het stuk vijf maal worden op
gevoerd en wel op 8, 16 en 28 Juli en 5 en 12
Augustus, telkenmale des avonds 8.30 uur.
CONCERT
in den muziektuin te Bergen op Dinsdag 30 Juni
1936, des avonds 8 uur, door „Bergen's Harmonie", j
Beschermheer: de Ed.Achtb, Heer Jac. v. Reenen.
Directeur: de Heer P. Pranger.
Programma:
1. „Tout-Charnay", marsch, A. Delbecq.
2. Ouverture „Lodoiska", Kreutzer.
3. „Fantaisie Romantique", L. Montagne.
4. „Fête de Nuit", fantaisie-ballet, R. Deneufbourg.
Introduction; Mazurka; Adagietto;
Valse Lente; Tarentelle et final.
Pauze.
5. Ouverture „Alceste", Ch. W. van Gluck,
arr. P, Pranger.
6. Fragmenten uit:
„Die Lustige Witwe", Fr. Lehar.
7. „Esmeralda", wals, M. J. H. Kessels.
8. Marsch finale.
BERGEN'S WARENHUIS.
Voor 16 jaar vestigde de heer Kwant uit Am
sterdam zich als ijzerhandelaar in de Oldenburg-
laan en al spoedig verbaasde een ieder zich over
de uitgebreide hoeveelheid artikelen en de zeer
lage prijzen.
Zoowel de vakman als de particulier kon hier
terecht. Een keuze uit duizenden artikelen
maakte dat de heer Kwant steeds meer ruimte en
kapitaal noodig kreeg. Vóór drie jaar werd de
zaak in een N. V. omgezet en belangrijk uit
gebreid.
Heden is aan de zaak wederom een uitbreiding
gegeven, waardoor thans een frontbreedte van
18 M. en een winkeloppervlakte van 700 vierk. M.
is verkregen.
De nieuwe afdeeling omvat de artikelen glas,
porselein, kristal en aardewerk. Wie kennis neemt
van de lage prijzen, ziet dat ook in deze afdeeling
de heer Kwant getrouw blijft aan zijn devies:
„Kleine winst, maar groote omzet".
Heden wordt deze nieuwe afdeeling geopend.
BRIDGEN.
Nu de gasten van lieverlede de schoone dreven
van Bergen weer komen opzoeken, stellen wij ons
voor, dat er onder hen enkelen, misschien velen,
zullen zijn, die een enkelen avond in de week
gezellig zouden willen bridgen.
Daarvoor bestaat thans gelegenheid.
Bergen bezit een heel goede Bridgeclub, be
staande uit Dames- en Heerenleden, die eiken
Maandagavond van 8 tot 12 uur clubavond houdt.
De gasten worden in de gelegenheid gesteld,
aan dezen avonden deel te nemen tegen betaling
van de contributie, zijnde 15 cent per keer.
Vrijwel elke 14 dagen is er een wedstrijd om
aardige prijzen. Ook daaraan kunnen de gasten
deelnemen tegen een kleine inlegpremie.
Het doel der club is: de leden en gasten in de
gelegenheid te stellen, gezellig te spelen en het
spelpeil zoo hoog mogelijk op te voeren.
Wij meenen hiermede onze gasten, die bridgen,
een plezier te doen en vertrouwen, dat zij ruim
schoots van deze gelegenheid gebruik zullen
maken.
Het clublokaal is bij „Huize de Vries" bij de
Ruïne.
N.V. BOUW-EXPLOIT.-MAATSCHAPPIJ
BERGEN AAN ZEE.
ZONNEBAD.
De N. V. stelt voor de badgasten en villabewo
ners de gelegenheid open zich ten kantore van de
Vennootschap te Bergen aan Zee aan te melden
voor het lidmaatschap van het Zonnebad.
De naam lidmaatschap is gekozen, omdat de
Vennootschap voor de badgasten en villabewoners
een badgelegenheid wil scheppen, waarbij het in
tieme karakter van de badplaats zooveel mogelijk
blijft behouden.
Het lidmaatschap is strikt persoonlijk.
Contributie.
Ie. Gezinskaarten voor één en het zelfde gezin:
a. voor een gezinshoofd (vader of moeder)
6.00 voor vier weken of korter;
b. voor het tweede gezinshoofd 4.00 voor 4
weken of korter;
c. voor het tweede gezinshoofd indien dit
slechts over den Zondag te Bergen aan Zee
is 1.50 voor 4 weken of korter;
d. voor een kinderjuffrouw of verzorgster
3.voor 4 weken of korter;
e. voor kinderen van 1216 jaar 2.50 voor
4 weken of korter;
f. kinderen beneden 12 jaar van dit gezin zijn
vrij mits in begeleiding van één der beide
gezinshoofden, de kinderjuffrouw of ver
zorgster van dit gezin, die een diploma moet
hebben;
g. één logé van dit gezin 1.50 per week of
korter.
2e. Afzonderlijke kaarten worden slechts aan vol
wassen personen afgegeven ad 6.00 voor vier
weken of korter.
Ieder lid neemt zijn eigen badcostuum en hand
doek mee.
Voor de leden is gereserveerd een mooi gedeelte
duinterrein bij de badkoetsen.
Hierop mogen de leden tenten of vierkante
doekomheiningen plaatsen, waarn zij zich kunnen
ontkleeden, om zich vandaar-uit in badmantel
langs de daarvoor bestemde trap naar het bad bij
de badkoetsen te begeven om aldaar in den tijd
dat het bad geopend is, onder toezicht te baden.
De badmantels, waarop het diploma zichtbaar
gedragen moet worden, worden aan den daarvoor
bestemden kapstok op het strand gehangen.
Het aan- en uitkleeden in een tent of in een ge
heel door doek afgesloten vierkant is verplichtend
gesteld.
Op het Zonnebadterrein mag men niet zonder
badcostuum vertoeven.
De leden mogen baden zoo dikwijls zij verkie
zen, zonder verdere betaling.
De tenten mogen blijven staan, echter geheel
voor risico van de eigenaars. De Maatschappij en
hare aangestelden kunnen zich niet daarmede be
moeien.
Indien gewenscht, wordt voor de damesleden
een afzonderlijk deel van het terrein afgezet.
De leden zijn gehouden de instructies van het
toezichthoudend personeel op te volgen en zich na
het baden direct naar het gereserveerde duinter
rein te begeven. Zij mogen in badcostuum niet op
het strand blijven vertoeven.
Gerekend wordt op de medewerking van de le
den ten aanzien van de naleving van dit reglement,
het gebruik van het terrein (b.v. niet op de helling
van den zeekant loopen) en hetgeen verder voor
den goeden gang van zaken noodig is.
De Vennootschap zal gerechtigd zijn het lid
maatschap vóór dezen bestemden tijd te doen
eindigen tegen eéne evenredige restitutie van
betaalde contributie.
Buiten den door de Directie vastgestelden bad
tijd mag niemand op het terrein vertoeven, vooral
niet des nachts.
Er zijn linnen strandtenten te huur a 4.00 per
week,
DE BADDIRECTIE.
Bezoeker (tot theaterdirecteur): Ik snap niet,
dat er op dit mooie theatergebouw geen bliksem
afleider staat; bent u dan nooit bang voor het in
slaan?
Directeur: O neen. In dit gebouw is nog nooit
iets ingeslagen.
Hoe een klein jongetje lilmt.
„Also, Herr Krols, als dat nou gut geht dan
kraig jai nog een glas Jaffa-appel-limonade
mitAis"
Een zware, dikke man in polohemd, opge
stroopte mouwen, grijze broek, heeft tusschen zijn
knieën een klein, mager jongetje, dat zwaar ge-
schminckt is. Hij praat zacht met hem, met drukke
gebaren en gearticuleerd mondbeweeg en het
jong, een leuke vlaskop met een intelligent snoet,
luistert nauwlettend naar wat hem verteld wordt.
Herr Krols, die door heel Filmstad Merijntje
wordt genoemd, lacht eens, kijkt zijn regisseur
aan, ziet naar enkele krijtstrepen, die op den
grond vlak voor de camera in V-vorm zijn getee-
kend, zet zijn beide voeten erop en wacht verder
de dingen die komen zullen, af.
De lezer zal het wellicht al bemerkt hebben:
wij zijn in Loet C. Barnstijn's Filmstad, waar de
verfilming plaats heeft van A. M. de Jong's Me
rijntje Gijzen's Jeugd, en waar een bevriende
mogendheid ons in staat gesteld heeft enkele op
namen bij te wonen.
De dikke meneer, die een prachtig mengelmoes
van Duitsch en Hollandsch spreekt, is Kurt Ger-
ron, de bekende filmacteur-regisseur, die in al heel
wat films is opgetreden en er nog meer gemaakt
heeft. In „De Blauwe Engel", zooals men zich
herinnert de eerste film van Jannings en Mariene
Dietrich, vervulde hij een rol, en verschillende
foto's van Mariene uit Hollywood aan haar vriend
Kurt vormen zijn trots en hangen aan den wand
van zijn werkkamer.
Meneer Krols is het kleine Brabantsche jongetje,
dat tegenwoordig Merijntje heet en hij is idolaat
op zijn leermeester, die dan ook allerliefst met zijn
jeugdige ster omgaat.
We treffen het, als we den tuin van filmstad
doorgewandeld hebben en vol bewondering stil
gestaan hebben bij alle bouwwerken, die noodig
zijn voor de film: het Brabantsch dorpje, met de
kerk, de woning, de smidse en de kroeg, als we
verder de hut van den Kruik en de woning van
Janekee hebben gezien, komen we in de kleine
studio, waar enkele close-ups van Merijntje ge
maakt zullen worden.
Allemachtig, wat een menschen, ze schijnen er
allemaal wat te maken te hebben. Er is een chef
belichter, die een heele staf lampenisten bevelen
toeschreeuwt, er is een architect, een camera
man met twee assistenten, er zijn geluidsspecia
listen, er is een juffrouw met het draaiboek
er zijn er nog veel meer, en die allen draaien om
één punt: om de camera met Farkas erachter,
Merijntje ervoor en Gerron ernaast.
Er moet een gróötg''k'öp van Merijntje gemaakt
worden en die moet gelascht worden in een al
opgenomen scène, die van het Verraad. De Kruik
wordt door politie weggeleid, en Merijntje ziet
angstig en ellendig toe, hoe zijn groote vriend
verdwijnt.
Gerron doet het hem voor, zet groote oogen,
kijkt angstig, roept vertwijfeld: „Kruik, Kruik,
Kruik" en laat zijn hoofd hangen. Marcel Krols,
zooals Merijntje officieel heet, begrijpt het heel
goed, knikt ja, en gaat op zijn afgeteekende plaats
voor de camera staan.
Farkas komt in actie, hij duikt onder een zwarten
doek, stelt in, laat verschillende belichtingen pro-
beeren, de chef-belichter roept de nummers van
de lampen die moeten branden, de geluidsmen-
schen zwengelen een microfoon op een soort
kraanwagen, boven Merijntje's neus, Gerron geeft
zijn laatste aanwijzingen en dan klinkt luid en
doordringend een claxon door de studio, roode
lampen gaan branden: Achtung, Camera.
Het wordt doodstil, de velen zwijgen, alleen dat
heele kleine jongetje, daar voor die groote camera,
spert zijn oogen wijd open, balt zijn vuistjes, en
klagend klinkt zijn stemmetje „Kroik
Króóóóiken dan voor de derde maal
angstig, verbaasd, bedroefd Króóóiiiik".
Gerron is tevreden, prijst Merijntje, strijkt hem
over zijn bol, maar toch is hij nog niet voldaan;
hij doet het opnieuw voor, geeft instructies, zegt
nog eens hoe het moet.
Het lijkt of Merijntje niet luistert, hij staat daar
maar rustig op zijn plaatsje, kijkt vroolijk rond en
lijkt zich nergens iets van aan te trekken. Maar
als er weer gedraaid wordt, blijkt het pientere
kereltje duvels goed opgelet te hebben, en een
half uurtje later is er wel zooveel van de close-up
opgenomen dat èn Gerron èn Farkas èn de ge
luidsstaf tevreden zijn: hier zit wel genoeg mate
riaal voor de film in. Of Merijntje zelf tevreden is?
We merken het niet, hij draaft naar zijn beloofde
limonade mit Ais. Merkwaardig zooals dat kleine
kereltje direct weer van Merijntje in Marcel Krols
verandert, merkwaardig ook, zooals hij, zoo uit
zijn spel gehaald, weer ernstig voor de camera de
rol van Merijntje kan spelen.
Even wordt er gerust, ander decor wordt ge
maakt, kwinkslagen vliegen heen en weer. Gerron
steekt een eind zwarte sigaar aan, dat al heel
den middag tusschen zijn lippen hangt, rooken is
wel verboden, maar hij kan het niet laten zoo nu
en dan even een paar flinke trekken te doen.
Farkas laat zijn assistenten de camera verzor
gen, nieuwe film wordt er in gedaan en het instru
ment wordt nog zwaarder met wollen dekens en
doeken omwikkeld dan het al was: de volgende
opname eischt dat de microfoon, dat overgevoe
lige instrument, nog dichterbij hangt en het gerik-
ketik van de camera mag absoluut niet gehoord
worden.