VADER'S EXTRATJE.
Bergenaren, opgepast!
achtiger en onzuiverder wordt door de grootere
veenlagen in den bodem. De outsider zal echter
nu ook wel begrijpen, dat een bad als Karperton,
door de zeer gunstige ligging, betrekkelijk vlak
achter de duinen, over water beschikt, dat inder
daad ideaal genoemd mag worden. Niets te doen
met ingewikkelde pompen, die defect kunnen
raken, geen chloor- of andere scheikundige ver
bindingen, maar een natuurlijke waterverversching.
In de tweede plaats heeft de Karpertonvijver een
natuurlijken zandbodem en natuurlijke bassinwan-
den, slechts beschut door houtschoeiïngen, die er
afdoende voor zorgen, dat geen zand en gras kan
worden ingétrapt, en het water glashelder blijft.
In de derde we hadden ook hiervoor kunnen
zeggen in de eerste plaats heeft Karperton zijn
unieke omgeving,
zooals men die in ons heele land maar bij een
enkel natuurbad en in Noord-Holland nergens
vindt. Stel U voor, waarde lezer, de prachtige
vijver met grooten waterval, omsloten door rustie
ke hekken, met op den achtergrond 'n fraai, voor
naam landhuis. Daarbij, op de terreinen, waar
Karperton haar gasten ontvangt op verschillende
plaatsen bosschages met aardige zitjes in gemak
kelijke stoelen, op leuke banken en onder kleurige
parasols. Wie de zon zoekt heeft op de groote
zonnebadterreinen ruimte te over om zich heerlijk
te laten bruinbraden. Een aardig restaurant, ge
ëxploiteerd door een eerste klas zaak uit Alkmaar
het paviljoen Kinheim laaft dorstigen en
spijst hongerigen, met alle goede gaven, die kelder
en keuken bieden.
Wie zich met sport en spel wil bezighouden,
kan terecht; voor meer dan 100 spelen zijn attri
buten aanwezig. Een apart sport- en speelterrein
eigent zich bijzonder voor dat doel zonder dat de
sportenthousiast „rustiger" bezoekers overlast
aandoet, of op zijn beurt door hen wordt ge
hinderd.
Wij zullen U niet vermoeien met opgave van
zóóveel dit en zóóveel dat, natuurlijk hebben bij
bouw van cabines, douches en garderobe practi-
sche eenvoud, hygiëne en mogelijkheid van vlugge
bediening de heldenrollen gespeeld. Deskundig,
gediplomeerd personeel, dat overal is, maar zich
nimmer opdringt geeft den bezoeker zoo'n idee
van „veilige vrijheid". Zooals een gast dat zoo
aardig zei: „Een zaligheid, in dezen tijd, dat je met
de wet opstaat en met de wet naar bed gaat, dat
op Karperton je niet gemaszregelt wordt". In hoe
verre Karperton haar devies „onze bezoekers
onze gasten, onze gasten onze vrienden" nakomt,
vraagt dat eens aan bezoekers die er zijn geweest
en een doorgaans lang tijdje op Karperton
hebben vertoefd.
Hoe komt U op Karperton?
Een kaartje, gratis verkrijgbaar in verschillende
winkels, o.a. Brandwijk, Schoelink, Rose, enz.
wijst U den weg. De taxiondernemingen vervoe
ren U goedkoop. Tenslotte de speciale Karper-
De Heer van Hagen trekt de voordeur achter
zich dicht. De ochtendpost heeft hij ongeopend in
zijn zak. Er was niets bij wat hem nieuwsgierig
maakte of wat zijn vrouw kon interesseeren van
die paar enveloppen en hij houdt ervan 's mor
gens zonder haasten naar zijn bureau te gaan.
Zoo wandelend van de buitenwijk naar het cen
trum der stad komt de dag, met wat hem te doen
staat, geleidelijk op hem af en 't is maar zelden dat
fiets of tram gebruikt worden in dit uur van
bewustwording.
De Heer van Hagen is een ordelijk en bedacht
zaam man, een ambtenaar van importantie, chef
van een afdeeling ter secretarie van een onzer
grootste steden, 't Is een van de weinig opvallende
hoeksteenen in het bouwwerk, dat men gemeente
bestuur noemt, waar veel op rust en langs gewre
ven wordt, maar van wiens werk en inzicht meer
uiterlijke ambten den dank of waardeering ont
vangen.
Karei, zijn oudste zoon, heeft weer niet geschre
ven, gaat het door hem. Hij moet toch een dezer
dagen voor herhalingsoefeningen opkomen. Dat
zoo'n jongen nu niet even bericht, wanneer hij
komt om zijn dienstplunje te halen.
Ja als er van Karei een brief bij de post was
geweest, dan had hij twee treden tegelijk de trap
nog even opgewipt en op den rand van het bed
met zijn vrouw, die aan migraine lijdt, den brief
doorgevlogen.
Hun oudste. De van Hagen's hebben drie jon
gens en ze maken elkaar en zichzelf wijs, dat
ze rechtvaardig zijn en van alle drie evenveel
houden. Maar wat Karei zegt of schrijft, het heeft
voor hen veel meer beteekenis dan van Bert of
Jan, die nog maar op het gym. gaan.
't Is in de tweede helft van de maand en op eens
denkt de Heer van Hagen: „Waarom krijg ik wat
van de giro-centrale?"
Zijn salaris, dat hij maandelijks gestort krijgt,
heeft hij al lang ontvangen en bijna geheel gedis
tribueerd.
De vaste posten komen hem voor den geest.
Deze maand een gedeelte erfpacht van het ter-
reintje waar zijn huisje op staat, volgende maand
een gedeelte hypotheek-rente. De belasting in al
haar schakeeringen van aanslagen het school
geld van zijn jongsten, de toelage voor zijn oudste,
de kleermaker, enz, enz.
Wat is het toch een serie, bijna kent hij ze niet
tonservice in speciale gevallen, als geen taxi
vrij is en onze tijd laat het eenigszins toe halen
wij Uwe familie graag even met onze eigen wa
gen. Karperton wil U alles geven wat U van een
eersteklas zaak verwacht, die misschien niet voor
iedereen, maar zeker „voor U" is. Tot ziens dus,
op Karperton?
F. Gr.
CONCERT
in het Parnassiapark te Bergen aan Zee op Zondag
5 Juli 1936, des avonds 8 uur, door „Bergens
Harmonie".
Beschermheer: de Ed. Achtb. Heer J. v. Reenen,
Directeur: de Heer P. Pranger.
Programma:
1. „Tout a la Joie" marsch A. Delbecq.
2. Ouverture „Lodoiska", Kreutzer.
3. Fantaisie uit de opera
„La Reine d'un jour", Ad. Adam.
4. „Traum-Ideale", walzer, Jul. Fucik.
5. Fragmenten uit de operette
„Die Lustige Witwe", Fr. Lehar.
6. Ouverture „Alceste", Ch. W. von Gluck.
arr. P. Pranger.
7. Potpourri uit de opera „Gitana", Balfé.
8. „Les Fantoccini", ballet-
pantomine, arr. P. Pranger, Ch. Lecocq.
a. Polichinelle; b. Colombine; c. Arlequin;
d. Cassandre; e. Léandre; f. Pierrot.
9. „Esmeralda", concertwals, M. J. H. Kessels,
10. Marsch finale.
Met de laatste warme dagen, die ons nog versch
in het geheugen liggen, heeft zich, jammer genoeg,
op sommige punten in de Gemeente het euvel van
RADIO-STOORNIS wederom voorgedaan.
Dat hiertegen klachten zijn ingekomen, is des te
meer te begrijpen, omdat, zooals voor iedereen te
constateeren valt, het overgroote deel der bevol
king aan de vroeger gepubliceerde verzoeken van
het Bestuur van de V. V. V., n.l. om radio's niet
voor open deuren of ramen, in den tuin of op het
balkon te laten spelen, spontaan gevolg heeft ge
geven.
Waar dus door algemeene samenwerking onze
Gemeente voor zijn bewoners en niet minder voor
de door de radio vaak wanhopig gemaakte gasten
uit de groote steden, een soort oase in de radio
woestijn is geworden, is het ergerlijk, dat sommige
personen dit verkregen succes afbreuk trachten te
doen.
„Is het toelaatbaar, vroeg ons een dame, dat
mijn kind, dat voor het overgangs-examen werkt,
in deze hitte de koele kamer moet verwisselen met
een bank in het bosch, omdat onze buurman op
de meest willekeurige uren en niemand kan van
te voren zeggen hoelang, zijn radio op het balkon
laat spelen?"
meer uit het hoofd. Maar de laatste paar dagen
had hij niet gedisponeerd, dat weet hij zeker!
De enveloppe van de giro-centrale -het
groen-blauwe couvert begint hem te interesseeren.
Hij diept het uit den zak van zijn colbert een
heele toer nog met zijn overjas aan en scheurt
het open.
Wat! Een bijschrijving van 25.Dat is nu
eens een meevallertje.
De Heer van Hagen had een paar maanden ge
leden, op verzoek van een maandblad over
gemeentezaken, een artikel geschreven.
Hij had er avonden over gedaan en 't was een
zeer ter zake kundig geschriftje geworden. Hij
had heel wat paragrafen van wetjes en verorde
ningen aangehaald en het voor en tegen van an-
derer beweringen over zijn onderwerp overwogen.
Als je het werk rekende, dat hij er aan had
gehad, was het dubbel en dwars verdiend. Maar
en zoo is de Heer van Hagen, hij had dat gedaan
en er niet aan gedacht, dat het een extra'tje zou
kunnen opleveren.
Voor „extra-ontvangsten" mag je je „extra
uitgaven" permitteeren, gaat het door zijn brein.
Als hij nu eens een week-end naar Bergen ging?
Dat is hét idee, daar zal hij haar mee verrassen,
en zeelucht is goed tegen migraine.
Hij kijkt met zorg naar zijn besmeurde schoe
nen, want uit louter vreugde heeft hij vergeten
wat straatvuil te mijden.
Misschien blijft er nog wat over, peinst hij voort.
Zou hij niet beginnen met z'n vrouw zoo'n
pracht begonia thuis te zenden?
Hij kijkt veel meer naar de winkel-étalages waar
hij langs komt, dan gewoonlijk. Als hij alle kleine
verborgen verlangens van hem zou willen bevre
digen, bedenkt hij weer heelemaal reëel wordend,
dan zou hij wel tien maal zijn buitenkansje kun
nen besteden.
De Heer van Hagen stapt zijn bureau binnen en
vindt er een stapel post op zijn tafel. Hij kijkt die
vluchtig door, verdeelt het werk onder de ambte
naren in het nevenvertrek, belt, in zijn kamer
terugkomend, de steno-typiste, geeft haar wat
brieven op en blijft weer alleen met een wat inge
wikkelder adres.
Hij is een werkzaam man, deze ambtenaar en
wat hem sympathiek doet zijn is, dat hij ondanks
de sporten die hij geklommen is, zijn bereidvaar
digheid, ook voor zijn ondergeschikten, heeft be
houden.
„Vader je bent veel te goed", had Karei, zijn
oudste, wel eens tegen hem gezegd. „Je moet voor
je ondergeschikten veel meer de touwtjes strak
„Is het geoorloofd, vraagt een ander, dat ieder
willekeurig persoon, ook al is hem dat niet be
kend, zieken en herstellenden tot in zijn verre
omgeving de hun zoo noodige rust ontneemt met
krijschende muziek of dreunend voorgedragen
lezingen, waarnaar hij misschien zelf niet eens
luistert?"
„Ben ik verplicht, vroeg een derde, muziek aan
te hooren, welke mij kippeveld bezorgt en poli
tieke onderwerpen te hooren behandelen, waar
van de strekking tegen mijn persoonlijke overtui
ging in gaat?
Deze vragen stellen, is ze tevens beantwoorden.
Nu wordt omtrent dit punt wel eens het verweer
gehoord, dat piano-spel en zang toch ook verder
klinkt dan de kamer, waarin gezongen of piano
gespeeld wordt. Het wil ons echter voorkomen,
dat dit verweer geen steek houdt. In de eerste
plaats al niet, omdat de menschelijke stem en een
piano niet 1/10 van het geluidsvolume kan voort
brengen van een radio-toestel, dat „lekker hard"
speelt, produceert. Voorts zal een normaal per
soon niet langer dan hoogstens een uur zingen of
piano-spelen, terwijl er nog genoeg menschen zijn,
die hun radio, ofschoon ze niet thuis zijn, door
laten spelen, in de meening hierdoor eventueele
inbrekers af te schikken of omdat het zoo gezel
lig is bij het thuis komen, een „beetje geluid" in
huis te hebben|!
Maar hoe dit alles ook zij, wij stellen ons op het
standpunt, dat, zeker in tijden als deze, waarin
alle zeilen moeten worden bijgezet om gasten,
bewoners en toekomstige bewoners het verblijf in
Bergen zoo aangenaam mogelijk te maken, den
enkeling niet het recht toekomt het streven van
de gemeenschap ter bereiking van voornoemd
doel, ongedaan te maken.
Ondergeteekende is bereid klachten, welke zich
onverhoopt na deze publicatie over radio-stoornis
nog mochten voordoen, in ontvangst te nemen,
mits daarin nauwkeurig melding wordt gemaakt
van den naam, van de straat en het huisnummer
van het perceel, welks bewoner tot de klacht
aanleiding geeft. Er zal onverwijld werk van wor
den gemaakt!
Laten wij echter hopen, dat geen enkele klacht
ons zal bereiken en zich ook in dit opzicht weer
de gemeenschapszin zal demonstreeren, waardoor
in Bergen zooveel tot stand is gekomen. Daarom:
BEHANDELT UW RADIO MET ZACHTHEID!
SPAART UW BUREN!
H. JUDELL,
Secretaris V. V. V.
Gevonden en vertoren voorwerpen.
Gevonden: badgoederen en doeken; sport
riem en sleuteltje; koralen broche.
V erloren: celluloidbril in schildpad; montuur
klein model vulpen; zwarte gebiesde handtasch;
een nikkelen lorgnet; grijze geruite ceintuur;
blauw jongensvest; rijwielplaatje in bruin étui.
houden en als chef werk je veel te veel. Je moet
meer laten werken".
Karei, even meer dan volontair op een secretarie
van een bescheiden dorpje, heeft het idéé, dat de
jongeren, zooals hij b.v. het werk gemakkelijk
verzetten. Zijn vader is te concentieus.
Als hij eens chef werd, net als zijn vader b.v.
met een 20 menschen onder zich, nou maar hij
zou zich toch zeker niet zóó uitsloven.
Vader van Hagen lachte toen hij dat hoorde en
zei: „Mijn jongen, ieder werkt naar zijn aard en
aanleg. Ik doe het op mijn wijze en ik ben er tot
nu toe wèl bij gevaren".
Een klop, en voor de Heer van Hagen nog „bin
nen" kan zeggen, kijkt om de deur zijn zoon
Karei.
„Wel jongen, dat is mijn tweede verrassing al
vandaag. Hoe gaat het, hoe gaat het".
Karei geeft zijn vader een hand. Hij is nerveus,
hoort nauwelijks wat zijn Vader zegt, vergeet naar
iemand of iets te informeeren.
„Ja, Vader, ik heb een poosje niet geschreven,
maar nou ja, ik dacht, ik kom toch zelf en! ja,
druk, en eh, ik loop nu even bij U aan, juist met
den trein gekomen en eh!"
Vader van Hagen kijkt al minder blij, ziet de
onrust van zijn zoon en stelt voor zichzelf vast:
„de derde verrassing zal minder aangenaam zijn".
„Zeg het maar Karei", klinkt het wat afgepast,
„hoeveel kom je dees' keer te kort?"
En Karei met wit vertrokken gezicht, zit voor
de zooveelste keer tegenover zijn Vader, de man
die zeker voor zijn zoon de touwtjes niet strak
genoeg weet aan te trekken; de harde zelf-
werker.
Hij weet maar al te goed, waarom Vader nu
zelfs zijn costumes op afbetaling heeft, hij weet,
waarom zijn moeder met migraine tobt, hij weet,
hoe slap hij weer is geweest met zijn onbenullige
uitgaven aan cigaretten, bioscoopjes en flauwitei
ten, en met neergeslagen oogen zegt hij: „Ja, ik
leende het zoolang van Wouter de Boer en 't is
25.Vader"
De Heer Van Hagen neemt het postcheque
boekje uit zijn bureau en vult een chque in.
„Verzend het vlug, dan is dat weer in orde en
zeg er Moeder maar niets van".
Karei stamelt dank en is alweer weg.
De chef van de afdeeling wil zich weer op zijn
werk concentreeren. Het lukt niet direct. Hij ziet
als door een waas naar het zelfbewuste portret
daar op zijn lessenaar voor hem van zijn oud
sten zoon zijn liefste kind zijn grootste zorg.
M. C.-M.