MÏfflwwwiiiïfflw
Jllll!
Historische Anecdoten.
Mozart was geduldig en zachtmoedig voor zoo
ver althans een componist die eigenschappen kan
bezitten. Maar bij de repetities van zijn opera's
was hij verbazend streng in zijn oordeel en zag
geen enkele fout door de vingers. Hij verlangde
dat alles geschiedde overeenkomstig zijn opvat
ting.
Eens werd zijn „Don Giovanni" gerepeteerd. Op
het oogenblik dat de held haar aangrijpt moest de
primadonna een gil geven. Maar die gil kwam naar
Mozarts bedoeling niet flink genoeg uit. Wat hij
ook aanmerkte, de fout werd maar niet verbeterd.
Hij stond dus in alle stilte van zijn piano op, gaf
aan 't orkest een teeken dat men zonder hem ge
woon verder moest spelen en sloopt het tooneel
op voorzichtig achter Zerlina. Op het oogenblik
dat de gil moest komen, sprong hij opeens naar
voren en greep hij de zangeres plotseling om het
middel met het gevolg dat ze een gil van schrik
liet hooren. Zoo is het goed, zei Mozart goed
keurend. De zangeres wist thans hoe zij te gillen
had om zeker te zijn van succes.
Een Wurtembergsch soldaat, wien bij Sedan
een oor was afgeschoten, komt te Stuttgart in
een spekslagerswinkel en vraagt voor zijn geld
een stuk worst.
Hoeveel wilt ge hebben vriend, vroeg de
slager.
Hoeveel vraagt ge wel voor een stuk worst
dat van mijn eene oor tot het andere reikt?
De slager lacht over deze maat en zegt 20
kreutzer.
Goed, gij moogt het stuk over mijn kin of
over mijn voorhoofd meten.
Hierop neemt de invalide zijn pet af, strijkt
zijn haar weg en zegt:
Hier is mijn eene oor, het andere ligt voor
Sedan. Daar uw voorraad worst waarschijnlijk
niet voldoende zal zijn, zal ik voorloopig maar
nemen wat hier voor de hand ligt en zoodra je mij
het ontbrekende levert zal ik u de 20 kreutzer
betalen.
Op een goeden dag bezocht Napoleon in ge
zelschap van den opperstalmeester, generaal
Fleure, de stallen van het Louvre. Daar trad hij
de woning van Cref, zijn koetsier, binnen, doch
bleef ineens staan, terwijl hij zijn neus in de lucht
stak en een heerlijken geur opsnoof. Hij was bij
de keuken, waar Madame Cerf met opgebonden
schort en opgestroopte mouwen een kostje klaar
maakte, dat op het haardvuur pruttelde en wel
riekende dampen deed opstijgen.
Hé, zei de keizer, dat riekt heel lekker. Wat
kookt u als ik u vragen mag?
Erwten met schapenvleesch, Sire.
Erwten met schapenvleesch wanneer is
het gaar?
Over drie kwartier, Sire.
Prachtig.
De Keizer zette zijn inspectie voort en kwam
precies over drie kwartier terug. Het tafellaken
was al uitgespreid en Madame Cerf stond juist op
het punt de kostelijke gerechten van het vuur te
nemen.
Toe geef mij dat gerecht, zei de keizer le
vendig. Hier zijn 100 francs. Ga met uw familie
maar dineeren in het Palais Royale en geef mij
uw middagmaal.
Sire, antwoordde de koetsiersvrouw, ik zal
het naar de slotkeuken laten brengen.
Neen, doe dat niet. Dupius, de kok, zou in
staat zijn het te bederven. En zonder meerdere
complimenten zette de keizer zich aan tafel en
smulde kostelijk.
Koningin Marie van Roemenië bezocht op haar
Amerikaansche reis ook de Metropolitan Opera.
Zij liet een bariton, wiens stem grooten indruk op
haar gemaakt had, tijdens de pauze aan zich
voorstellen.
Zij reikte hem vriendelijk de hand en zeide:
U hebt een buitengewoon mooie stem!
Ja, gaf de zanger verlegen ten antwoord, ik
geloof het ook. Hij aarzelde even en voegde er
toen aan toe: Maar uwe Majesteit heeft een heel
mooie positie!
Gober, die lang in de Fransche schouwburgen
de rol van Napoleon I gespeeld heeft in alle stuk
ken, die tafereelen uit de loopbaan van den ver
overaar voorstelden, had een slecht geheugen, en
altijd, als hij een brief of dépêche in zijn rol moest
lezen, liet hij er een afschrift van maken, om stu
die uit te winnen. Bij zekere gelegenheid, dat de
keizer een gewichtige dépêche van zijn adjudant
had ontvangen, moest hij die aan den verzamelden
staf voorlezen en het gevoelen van zijn generaals
er over vragen. De rol van den adjudant werd ge
speeld door een aarts-grappenmaker, Gautier ge
naamd, die, het gebrek van den ander kennende,
een stuk wit papier, in plaats van het geschrevene
gaf. Het oogenblik kwam. De adjudant bracht de
dépêche. De keizer opende het papier, bemerkte
de grap, fronste het voorhoofd, overhandigde de
dépêche met een bevelend gebaar aan Gautier en
zeide: Lees die dépêche aan den staf voor, ko
lonel, terwijl ik op de kaart zie. De adjudant werd
verlegen, wist zich er niet uit te redden, en werd
duchtig uitgefloten.
De vacantie van een Surinaamschen
jongen te Bergen aan Zee.
Het kwam zoo: Bram, een vriend van de kost
school, vroeg mij een week te logeeren. Mijn
voogd gaf ook zijn toestemming. Van 1 week
werd het 2 en van 2 weken de heele vacantie. In
het begin was het prachtig weer. Dan maakten
wij duinwandelingen. We vonden heel wat
meeuwennesten. Toen ze later uitgebroed waren,
hebben wij er kiekjes van genomen, die gelukt
zijn. Vooral het landschap was prachtig. Ook gaan
wij bijna elke dag in zee. In het begin was het
een beetje griezelig, maar dat gewend wel. Ook
's avonds met zonsondergang is het erg mooi op
het strand. Dan loop ik een stuk het strand op
en keer dan op tijd terug. Ook de bloemen
tentoonstelling was erg uitgebreid. De mooiste
bloemen waren er en de mooiste tuinzitjes. Achter
de bloemententoonstelling zijn de tennisbanen. Ik
tennis erg veel en hoop in de wedstrijden een
prijsje te winnen. Er is ook nog een tennistrainer,
van wien Bram en ik ook nog les krijgen.
Ook de fortenbouw trok mijn belangstelling en
wij wonnen den vierden prijs. Vlak achter ons
huis is het fietspad, dat erg veel door gasten be
reden wordt. Ook het trammetje doet goed werk.
Als ik zoo naar het strand ga, dan maakt Bergen
aan Zee een grooten indruk op mij. Overal van die
kleine, eenvoudige, doch leuke huisjes. Als het
een beetje ruw weer is geweest, maken wij een
wandeltocht naar Camperduin. Dan zie je allerlei
merkwaardigs, aangespoelde vischjes, soms een
bruinvisch op het strand geworpen. Dan zie je in
de verte Camperduin in een wazig licht. Als het
een drukke dag is, dan is het parkeerterrein
6tampvol. Dan verbaas ik me dat er geen onge
lukken gebeuren op den eigenaardig kronkelen
den autoweg Bergen aan ZeeBergen. Als wij
's avonds nog even naar Bergen geweest zijn, zien
wij soms heel wat konijntjes.
Terwijl ik dit schrijf, komt net de tram aan; hij
is weer stamp- en stampvol.
Het eenigste wat ik niet leuk vind is als er
kwallen zijn. Dat vind ik toch zpo griezelig als je
op zoo'n kwal komt te trappen. Dan spring ik
verschrikt op om een veiliger plaats op te zoeken.
Laatst dacht ik dat ik door zoo'n kwal gebeten
was. Mevrouw zei: steek je voet maar boven wa
ter. Maar jawel hoor, ze pakte me beet en daar
lag ik kopje onder. Dan wou ik naar den rand van
de badkuip grijpen, maar die zit natuurlijk in En
geland. Ook de tenniswedstrijden voor volwas
senen waren prachtig. Ik was er erg enthousiast
over. Als we een beetje vroeg in den morgen op
staan om een wandeling te doen, dan is Jansje,
onze hulp in de huishouden, op haar post om
boterhammen te maken.
Ook wordt Bergen aan Zee druk bezocht door
bewoners van vacantiekolonies. Als ik even
uit het raam kijk, dan zie ik het Bio Vacan-
tieoord rustig gelegen te midden van de schoone
natuur. En boven alles wappert de Nederland-
sche driekleur. Er is hier ook een manége die
druk bezocht wordt. En dus zie je menigeen in
het zadel het strand langs galoppeeren. Als ik
's avonds in bed lig, dan denk ik weer terug aan
al het heerlijks en de attracties van Bergen aan
Zee.
De ijsverkoopers doen goede zaken. Bijna al
ons zakgeld gaat dan ook aan ijs op. Nu is de
vacantie haast ten einde. Hard werken is dan de
boodschap. En dan zal ik met vreugde denken
aan de heerlijke, prettige vacantie die ik in Ber
gen aan Zee heb doorgebracht.
IVAN.
GRAPJES.
De rooverhoofdman der Abruzzen beschouwde
de gevangene, die hem werd voorgeleid.
Mevrouw, zei de man, als u werkelijk de
groote zangeres Elvira Belcantina zijt, zooals u
beweert, laten wij u vrij. Maar u moet het bewij
zen.
Bewijzen, vroeg de dame, hoe kan ik dat?
Door ons wat voor té zingen.
Voorzingen, antwoordde de dame veront
waardigd. Ik, zingen? Hier in dit vunze hol. Voor
zulke lieden. Bij deze accoustiek. Waar is het pu
bliek, dat mij waardig is? Waar zijn de bloemen?
Wat is het honorarium? Ik denk er niet aan, ik
zing niet
Kameraden!, onderbrak de hoofdman, laat
die dame vrij. Zij is de gróóte zangeres Elvira Bel
cantina.
Dronken hengelaar (tot verkeersagent, die zijn
beide armen uitsteekt): Wat ben je weer aan
het opsnijden!
Kan je kleine broertje al praten, Jantje?,
vroeg de buurvrouw.
Dat is heelemaal niet noodig, juffrouw, hij
behoeft maar te huilen, en dan krijgt hij alles wat
hij maar wil,
Zoudt u evenveel van mijn dochter houden,
als ze geen cent bezat? vroeg de rijke bankier,
Zeker, natuurlijk, het geld is heelemaal bij
zaak, antwoordde de jongeman geestdriftig.
Gaat u dan maar heen, sprak de bankier.
Menschen met zulke onpractische opvattingen kan
ik niet in mijn familie gebruiken.
Een intïem dorps
hoekje voor den
vreemdeling
van buitengewone
bekoring.