VALK's LUNCHROOM
HOOG EN LAAG WATER
j v.m. j
Bediening in Oud-
Hollandsch Costuum
CAFÉ-RESTAURANT
DUIN VERMAAK"
GROOTE KINDERSPEELTUIN.
EEN BEKEERDE.
l
ORANJE-HOTEL
Het volksgeloof en het weer.
te BERGEN AAN ZEE (in Zomertijd).
AUG.
Hoog water:
Laag water:
Datum
v.m.
n.m.
n.m.
29
1.15
1.54
9.59
10.30
30
2.18
2.49
11.08 1
11.30
31
3.07
3.34
11.58
Gedurende 't seizoen
eiken Woensdag-, Vrijdag
en Zaterdagmiddag
in
Kaasmarkt t.o. Bureau V.V.V.
Tevens Expositie van Schilderijen
en Pastels van den Kunstschilder
BOWIEN uit Egmond.
Opgaaf van het aantal vreemdelingen te Bergen en Bergen aan Zee
over de jaren 19291936 volgens „De Badbode".
11
Mooi gelegen aan den voet der duinen.
ZONDAGSMIDDAGS
Concert Openlucht-Dancing
door 1ste klas Orkest.
Ruim Parkeerterrein.
In ons nummer van 1 Augustus gaven wij te
kennen, dat wij geen bewondering gevoelden voor
de houding van de N. V. Haarlemsche Brandver
zekering Maatschappij van 1846, die het verzoek
van de V. V. V. had geweigerd, om de buurtcom-
missie van de St. Anthoniestraat tegemoet te ko
men voor de verbrande lampions, die in de bak
kerij van den heer Vijn verloren gingen.
De V. V. V. motiveerde dit verzoek in een
schrijven van 20 Juli, door er op te wijzen, dat de
buurtbewoners zeer actief waren opgetreden om
den brand te beperken.
Per schrijven van 27 Juli werd het verzoek afge
wezen en de buurtcommissies in overweging ge
geven, voortaan haar eigendommen te verzekeren.
Thans, na kennisname van onze bemerking in
„De Badbode" schrijft de Mij., dat ze bijzonder
werd getroffen door de opmerking, dat verschil
lende buurtbewoners krachtig waren opgetreden
om den brand te beperken. Dit nu wordt in strijd
met de feiten genoemd.
„Wanneer", zoo vervolgt het schrijven, „zij zich
inderdaad alle moeite gegeven zouden hebben om
den inhoud der bakkerij, of althans een deel daar
van, te redden, zou er voor de voorstelling, welke
in uw blad gegeven wordt, heel wat meer te zeg
gen zijn geweest dan nu het geval is. In zulke ge
vallen verleenen wij aan hen, die zich bij de blus-
sching of bij de redding van verzekerde goederen
onderscheiden hebben, gaarne een gratificatie".
Wanneer de directie het schrijven van 20 Juli
goed had gelezen, dan zou zij hebben geweten, dat
juist op deze gronden de tegemoetkoming was ge
vraagd.
Haar inlichtingen, dat de buurtbewoners zich
niet verdienstelijk hebben gemaakt moet op een
onjuist gegeven berusten. Zoowel de directeur van
gemeentewerken als de commandant van de
brandweer verzekerden ons, dat vóór de brand
weer aanwezig was, buurtbewoners zich reeds met
een tuinslang op het dak van de op 2 M. afstand
van de bakkerij staande woning bevonden, en dat
het aan dit optreden te danken is, dat dit per
ceel behouden bleef.
Intusschen verheugen wij ons er over, dat de
directie principieel het standpunt inneemt, dat in
dergelijke gevallen een tegemoetkoming op zijn
plaats is.
Principiëel zijn wij het dus eens, al zou het ons
aangenaam zijn wanneer de Mij. alsnog een tege
moetkoming aan de buurtcommissie verleende.
Nu er principieel geen verschil meer is, hopen
wij met de directie, dat thans in de toekomst bij
een eventueele brand, de burgerij, ook als het bij
de Haarlemsche is verzekerd, zich zal inspannen
om de schade te beperken.
No.
Maand
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1
Juni
466
536
442
522
1003
579
593
959
2
792
1389
952
721
880
1008
1225
963
3
1030
1373
1160
1097
1083
1217
1076
1176
4
1378
1413
1543
1386
1560
1522
1197
1388
5
Juli
1574
1622
1518
1760
1673
1788
1400
1741
6
1848
2074
1885
1941
2116
2013
1702
2215
7
2488
2431
2173
2763
2732
2938
2242
2659
8
3414
3302
2868
3186
3341
3638
2820
3404
9
Augustus
4065
3850
3737
4185
4301
4346
3381
4449
10
4505
4190
4548
4542
4823
5110
3993
4809
11
4669
4574
5180
4285
4785
4943
4633
4546
12
4321
3984
4830
3676
4314
4441
3983
3901
13
3759
3423
3923
2910
3022
3792
3241
3045
Totaal 34309
34162
34760
32975
35633
37335
31486
35255
GEHEEL GEMODERNISEERD.
ONDER NIEUWE LEIDING.
GEZELLIG TERRAS.
RESTAURANT.
Dagschotels vanaf 75 cent.
J. A. DALLOYAUX.
Wanneer hielden onze voorouders
op zich te wasschen
De antieke volkeren hadden een voortreffelijk
begrip van hygiëne en in Italië en Zuid-Frankrijk
zien wij de schoone resten van de „Thermen", de
badgelegenheden der Romeinen, benevens de
ruïnes van kolossale aquaducten die het water
aanvoerden.
Wij wasschen ons weer sedert er waterleidin
gen zijn.
Wij hielden er mee op in de zestiende eeuw,
toen het Humanisme in de lichaamscultuur iets
onfatsoenlijks begon te zien. Gedeeltelijk droegen
ook de besmettdlfjke ziekten de schuld, dat de pu
blieke badhuizen gesloten werden en vervolgens
in verval geraakten. De behoefte aan lichaams
verzorging en wasschen daalde en verdween.
In 1640 verschijrit te Parijs een boek over de „Ga
lanterie", waaronder men het algemeene en voor
name levensgedrag heeft te verstaan, In dit boek
wordt verhaald, dat het wasschen weer in de mode
dreigt te komen er waren menschen, die zich
meermalen per dag de handen waschten en
men mag er niet aan denken: zelfs de voeten.
Gelukkig trekken de medici van dien tijd
oogenblikkelijk te velde tegen dergelijke verdwa
zing. Zij waarschuwen tegen de in hooge mate ge-
zondheidschadelijke liefhebberij van het wasschen.
Was er niet een dame, Ninon de Lemclos, die het
geheim van haar frischheid en blijvende jeugd toe
schreef aan het feit, dat zij dagelijks lichaam en
gezicht met frisch water waschte. Dat was natuur
lijk een dwaling; Men moest zich het gezicht
beschilderen en poederen de eene laag over de
andere heen en aangezien vele gezichten de
sporen vertoonden van de pokken, waren er reus
achtige kwantiteiten noodig om wangen en voor
hoofd glad te doen schijnen. En men wachtte tot
het aldus zich vormende masker in stukken viel,
om dan op den ondergrond weer opnieuw te be
ginnen.
Badkamers kende men niet. Ze ontbreken in
alle paleizen, tot en met de 19de eeuw, ook in ons
Raadhuis-Paleis op den Dam. Beweging in de
frissche lucht was niet a la mode. Hoogstens wan
delde men in de verknipte tuinen en zette zich de
maskers op die uit Italië ingevoerd waren, opdat
elke vleug lucht, elke zonnestraal buitengesloten
zou blijven. Lodewijk XIV veegde zich iederen
morgen gezicht en handen met een vochtig servet
af zijn toiletkamer en die van zijn mannelijke
en vrouwelijke tijdgenooten bevatte geen enkele
waschkom, doch slechts eenige vingerkommen. De
gansche menschheid vervuilde is het geen won
der dat velen toch nog een hoogen leeftijd haal
den, ondanks het overmatige eten, het overmatige
wijngebruik, het slapen in ongeluchte vertrekken
en de weinige lichaamsbeweging? Men moet zich
niet verwonderen, dat de dames in de voornaam
ste gezelschappen lange naalden bezaten met een
versierden greep, om hetgeen zich langzamerhand
aan onwettigs verzamelde onder de hooge toren
pruiken, tijdelijk tot zwijgen te brengen, of liever:
tot werkeloosheid. Het was volkomen comme il
faut zich te krabben. Men bezat vele en schoone
kleederen, doch slechts één hemd. Men droeg dit
tot het in stukken viel en kocht dan een ander.
Handen en nagels werden niet verzorgd, evenmin
de tanden. In 1750 was tandenpoetsen een mode
krankzinnigheid tegen het einde der 18de eeuw
kwam om de vier weken in voorname families een
man, om met zijn borstels voor alle klanten de
gansche familie te borstelen.
De Fransche revolutie doet het gepruikte hoofd
vallen van Lodewijk XVI als de revolutie haar
eigen aanstichters onder de valbijl brengt, draagt
nog het hoofd van Robespierre een pruik. Welke
ideeën ook in opmarsch zijn in de hoofden, van
buiten blijven zij gesminkt en ongewasschen. Anna
van Rusland doet onbewust een stap in de rich
ting van de gelaatscrème alvorens nieuwe
schmink en nieuwe poeder op haar keizerlijke ge
laat te smeren, wrijft zij zich het gezicht af met
boter of zwijnsvet. Napoleon neemt om gezond
heidsredenen heete baden, waarin liters Eau de
Cologne gegoten worden. Goethe had in zijn jeugd
een voorliefde voor baden in de vrije natuur
later komt hij tot inkeer en ziet in, dat dit een
„jeugdkrankzinnigheid" geweest is.
Zoo blijven wij tot in het midden der negen
tiende eeuwsmerig. In het „Kronprinzen-
palais", dat vroeger door keizer Wilhelm I be
woond werd, staat een badkuip. Deze badkuip
werd iedere week uit een Berlijnsch hotel ge
haald, om den keizer gelegenheid te geven een
bad te nemen. In de zestiger jaren was het de
eigenaar van hotel Mariënbad te München, die
geregeld zijn groote badkuip bij voorname familie
afleverde. Stond ergens het karretje voor de deur,
dan wist men, welke familie een reinigingskuur
onderging.
Dan is langzamerhand de medische wetenschap
zoo ver gevorderd, dat zij zindelijkheid predikt -
de hygiëne leert ons het lichaam zindelijk te hou
den de zeep doet haar intrede er worden
waterleidingen aangelegd. Onze nog levende gene
ratie weet, hoe het aan het einde der 19de eeuw
in de dorpen en de kleine steden gesteld 'was
hoe de boer zijn melkvaten waschte in slooten die
verontreinigd waren door den afvoer van op die
slooten uitmondende primitieve toiletten. Vandaar
tot de melkkeuring, de gemeentelijke badinrich
tingen, de moderne, verwarmde zwembaden, de
prachtige waterleidingen was een niet geringe
stap. Nóg schminken de dames zich, maar de prui
ken zijn verdwenen, zelfs bij oude heeren. Zelfs
de kleine man zou zich onder de hygiënische con
dities van Versailles en Trianon doodongelukkig
voelen. Het water, opnieuw ontdekt aan het einde
der 19de eeuw, is voor de menschheid een mis
schien even belangrijke uitvinding als de motor
en de telefoon. Wij baden zelfs in de zon Hoe
kort is het nog maar geleden, dat huismoeders de
gordijnen neerlieten, wanneer de zon dreigde te
schijnen op de mooie meubels?
Nu wij wat men noemt een natte zomer achter
ons hebben en pas in de laatste dagen van mooi
zomerweer genieten, valt het ons bijzonder op
hoe spoedig de menschen vergeten hoe het weer
geweest is. Zelfs na twee dagen blijkt men alles
hierover vergeten te zijn, want men krijgt de
meest uiteenloopende antwoorden. Rechters, ad
vocaten enz. zouden daarvan ook zeer typeerende
staaltjes kunnen vertellen. Terwijl een verdachte
bij hoog en bij laag beweert, dat het op een be
paalden dag regende, durft een getuige er een eed
op te doen, dat het droog was. Meestal moet dan
het Meteorologisch Instituut beslissen, wie gelijk
heeft en wie (zij het dan meestal onbewust) loog.
Steeds weer blijkt, hoe slecht het geheugen is voor
weerstoestanden, daarom men mag niet aan
nemen, dat werkelijk de ervaring geleerd heeft,
dat het volksgeloof, dat het weer op len Kerstdag
beslissend zou zijn voor de weersomstandigheden
in Januari van het komende jaar en dat van den
2en Kerstdag over het weer in Februari zou be
slissen, eenige waarheid bezit. Het moet onvoor
waardelijk naar het rijk der fabelen verwezen
worden.
Er zijn meerdere gezegden, die aan bepaalde
dagen een voorspellend karakter geven. Zeer be
kend is het „Vrijdagsweer is Zondagsweer". Velen
zijn er, die meenen, dat na een regenachtigen Vrij-