Acht-en-twintigste jaargang. No. 3. Zaterdag 19 Juni 1937. REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEFOON 21, BERGEN (N.-H.) EERBIED VOOR VROEGERE GROOTHEID. Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar. De 17e eeuw is de eeuw, die op bouwkundig gebied ons land veel waardevols heeft geschonken en het valt te betreuren, dat onze 19e eeuwers daarvan zooveel schoons verloren deden gaan. Men behoeft slechts een blik te werpen op de oude gravures van Alkmaar om tot de overtuiging te komen, hoeveel schoons er noodeloos verloren is ge gaan. Gelukkig is er in den tijd, toen onze bouwkunst zich weer vernieuw de, begrip gekomen dat het ons past, waar dit mogelijk is, vroegere schoon heid zoo lang mogelijk te conser- veeren. Het valt toe te juichen, dat onder den invloed van menschen, die hiervoor oog hebben, een monumen ten-wet tot stand kwam, waardoor het aan toevallige eigenaren belet kan worden, schoonheden uit het verleden te vernietigen. Wij zijn nog altijd den len voorzit ter van de V. V. V. te Bergen, den kunstschilder J. Veldheer, dankbaar, dat hij in 1918 de familie Sterken, toen de Bergensche overheid daar voor geen offers wenschte te brengen en in den raad bijna uitsluitend voor het sloopen van den bouwval werd gevoeld, wist te overtuigen, dat eer bied voor het verleden de restauratie vorderde van het uit 1655 dateerende woonhuis, waarin thans het museum is ondergebracht. Bergen heeft reden, de familie Sterken, die daarvoor be langloos een groot financiëel offer bracht, dankbaar te zijn, want daar door is in Bergen het eenige overgebleven bouwtype uit de 17e eeuw behouden gebleven. Wanneer wij een blik werpen op de afbeelding van het oude raadhuis, dat in 1902 op dezelfde plaats door het nieuwe werd vervan gen, dan betreuren wij het, dat onze toenmalige vroedschap het oude niet heeft laten staan, en het nieuwe niet elders bouwde, want dit oude raad huis, dat in 1565 door den toenmaligen heer van Bergen, Hendrik van Brederode, als rechthuis werd bestemd, paste zoo wondermooi bij de om geving van onze kerkruïne. Met voldoening kan echter geconstateerd wor den, dat het door den architect J. A. G. van der Steur ontworpen nieuwe raadhuis aan de omgeving geen afbreuk doet. Het valt alleen te betreuren, dat men toen geen kijk heeft gehad op de snelle ontwikkeling van Bergen, zoodat dit nieuwe raad huis voor de gemeenschap van thans te klein is geworden. Bergen telde toen slechts 1650 zielen en men heeft moeilijk kunnen voorzien, dat een 30-tal jaren later dit aantal tot ruim 6000 zou zijn gestegen. Het is overigens de fout van onzen tijd, dat men in het tot standbrengen van dergelijke gebouwen zich te veel naar de strenge noodzakelijkheid richt. Onze 17e eeuwers brachten in hun gebouwen voor de gemeenschap ook hun trots op die ge meenschap tot uitdrukking. Thans geldt in de overheidslichamen wel allereerst: „wat kost het en wat hebben wij er aan". Het zou ons niet moei lijk vallen, de oorzaken daarvan aan te geven, doch dit zou ons te ver voeren, en ons bovendien op een terrein brengen, dat in „De Badbode" niet thuis behoort. Wel willen wij den wensch uitspreken, dat de leden van onze vroedschap zich er van bewust toonen, dat „regeeren vooruitzien is" en dat zij bij het totstandbrengen van een nieuw raadhuis Het Raadhuis en het oude Rechthuis te Grootschermer. zich ervan doordrongen toonen, dat de velerlei arbeid, die thans in het gemeentehuis in allerlei vertrekjes wordt verricht, het meest nuttig effect zal ressorteeren, wanneer de inrichting van de lokaliteiten aan het doel beantwoordt. Eerbied voor de schoonheid uit het verleden wordt nog te weinig getoond. Het oude raadhuis in Schoorl dreigde vóór enkele jaren, ook aan het gemis aan eerbied voor het verleden, ten offer te vallen. Dank zij de vereeniging „Hendrik de Keij- zer" werd het verplaatst en onder leiding van den architect Jan de Meijer iets achteruit herbouwd. Nu zal wel iedere voorbijganger erkennen, dat dit juweeltje van bouwkunst de omgeving van het aardige kerkgebouw te Schoorl belangrijk ver hoogt. Het oude Rechthuis te Grootschermer. Een dergelijk gebouwtje bezit de gemeente Zuid en Noordschermer in het oude rechthuis, dat eveneens uit de 17e eeuw dateert. In de tachtiger jaren was dit totaal in verval geraakt en de toen malige burgemeester hechtte zoo weinig aan dit historische monument, dat hij van den raad gedaan wist te krijgen, dat het voor 'n honderd gulden aan een inwoner, die een turfschuur noodig had, werd verkocht, Toen de Rijksmonumentenwet tot stand kwam, wist de vorige burgemeester den raad te bewegen het gebouwtje weer tot gemeentebezit te maken. Een 300.voor restauratie had de raad er echter niet voor over, en zoo stond het oude rechthuis onbeschermd overgeleverd aan den tand des tijds. Een mooie zandsteenen leeuw, die den topgevel bekroonde, was inmiddels reeds in handen van een antiquair gevallen. De nieuwe burgemeester, de heer Kolb, die in de waardevolle archieven van de gemeente den sluier van het grootsche verleden van deze ge meente had opgelicht, interesseerde zich voor de zaak. Hij gevoelde dat het weinige uit het verle den in deze gemeente, waar de bevolking van de visscherij leefde, toen het oude land aldaar nog door de niet drooggelegde meren met de zee in verbinding stond, verdedigd moest worden. Hij vertelde den raad van de walvischvaarders, die destijds het dorp bewoonden en een fonds hadden gesticht voor hun weduwen en weezen, ingeval zij van hun toen gevaarlijke reizen niet terugkeerden, en waarvan de stichtingsakte nog in het archief gevonden was. Hij maakte den raad duidelijk, dat men in de tachtiger jaren het raadhuis vreeselijk verknoeid had door de kruisramen door schuif ramen te vervangen en er een dikke laag portland op te smeren. Hij stelde in het licht dat het raad huis, waarvan men een deel beneden maar had verknoeid, door er een bergplaats voor de brand spuit van te maken, niet meer aan de eischen van den tijd voldeed, dat meerdere ruimte noodzakelijk was en dat het ook onverantwoord bleef om het waardevolle archief van kerk, gemeente en polder op den zolder te bewaren. Hij wist zich den steun van rijk en provincie te verzekeren voor de restauratie van het raadhuis en de verplaatsing van het rechthuis bij het raadhuis, volgens plan nen van den architect van 's Rijksmonumenten zorg, den heer A. A. Kok, welk plan het voordeel heeft, dat de gemeente-administratie behoorlijk kan worden uitgeoefend, terwijl er door een ver bindingsgebouwtje tusschen het raadhuis en het te verplaatsen rechthuis een brandvrije archiefruimte werd verkregen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1937 | | pagina 1