J. P. KREB NIC. DE VRIES AND HIS RASCALS. DANCING. C. F. en G. M E IJ E R, „DE PHILATELIST". TESSELAAR, S. en P. J. STEKELBOS, Groenten en Fruit. SCHEMERING. Een slimme strooper. HOTEL-PENSION Electrische Luxe Brood-en Banketbakkerij Een DAGSCHOTELTJE in „De Oude Prins Tentoonstelling BERGEN (N.-H. lederen dag, middag en avond CONCERT. Nergens gezelliger. DORPSSTRAAT. Badgasten! HIER UW ADRES voor Hengelsport-artikelen. WIJ ZIJN RUIM GESORTEERD. POSTZEGEL-HANDEL Speciaal Ned. Kol. en Europa-zegels. KA-BE-ALBUMS, Gomstrookjes, enz. LAAT 95, - - - ALKMAAR. BERGEN AAN ZEE, TELEFOON 516. Dagelijks versche aanvoer. In lange schaduwlijnen Gaat het zonlicht kwijnen Langzaam en verdwijnen In de schemering. Zoo kwijnen leed en klachten Die het lot ons brachten Langzaam maar verzachten De herinnering. I. M. Kees Duin was een kleine boer, want hij had meer kinderen dan koeien en in den loop der jaren kostte het - hem moeite genoeg de grage monden te stoppen. Zijn boerderijtje lag wat algelegen op schralen grond en niet ver van zijn moestuin, gescheiden door het achterpad, begon de glooiing der duinen. Geen wonder, dat haas ol konijn eens kwamen kijken ol er in den hol van Kees een malscher blaadje was te vinden, dan stekelige helmsprieten en harde dennennaalden. Maar ook menig haas ol konijntje had die bru taliteit met den dood moeten bekoopen en Kees zocht zijn gasten soms op in het duingebied en dat mocht niet, want de jacht in de duinen wordt verpacht en wat Kees dus deed, heet „stroopen". De boschwachters hadden opdracht gekregen het overmatig stroopen tegen te gaan en wat scherper toe te zien op de gangen van een paar menschen, die er om bekend waren de hazen en konijnen te vlug af te zijn en onder die extra genoemden was Kees Duin. Kees merkte al spoedig de bijzondere attentie van de boschwachters en zag de surveilleerende HET VANOUDS BEKENDE biedt U een intiem en gezellig zitje. gekoeld" buffet. Annex fijne Banketbakkerij. Beleefd aanbevelend, J. P. KREB, Eigenaar. GRAPJES. Nieuwsgierige klerk achter typiste staande: Juffrouw U tikt daar „koffer" moet dat niet „kaffer" zijn? Typiste: Pardon, mijnheer het is geen brief voor U. Het grootste gevaar in Indië, vertelde de natuurvorscher, zijn de vergiftige slangen. Men is er nooit zeker van, ook niet binnenshuis. Verschrikkelijk, huiverde z'n tafeldame, als ik plotseling zoo'n beest voor me zag, zou ik zeker van schrik sterven. Och, dat doet men alleen maar den eersten keer, kalmeerde haar de verteller, later wordt men er aan gewoon. Wat? een dag vrijaf om je vrouw bij de schoonmaak te helpen? Dat kan ik onmogelijk toestaan. Ik dank U wel, mijnheer. Ik wist wel, dat ik op U kon rekenen' Damlander molen. Ik wou je graag wat vragen. Zou je mijn vrouw niet willen worden? Weet je niets beters? Ja wel, maar die wil niet. Jansen: Waarom lach je zoo Pietersen? Pietersen: Wel mijn vrouw gaf dien politie agent die mij kwam halen 'n opstopper en toen nam die haar mee. Johan, dien je al lang in deze familie? De met vreemde woorden overhoop liggende huisknecht: O ja, mijnheer, al sinds de derde degeneratie. Heeft de dokter je niet uitdrukkelijk verbo den om onder het werk nog te rooken??? Ja, maar ik heb het toch opgegeven. Wat, het rooken? Neen, het werk. Kleine Betsie heeft reeds verschillende malen naar moeder geroepen, want ze slaapt in dezelfde kamer als haar ouders. Ongeduldig roept ze eindelijk uit: Moeder, slaap je nu écht, of droom je soms, dat je telefoonjuffrouw bent? - Je schijnt in het geheel niet te treuren over je mislukking als zakenman? Neen, dat laat ik aan mijn schuldeischers Rechter: Verdachte U heeft de keus tusschen honderd gulden of veertien dagen. Verdachte (gretig): Geeft U mij het geld maar, Edelachtbare. OUDE PRINSWEG 1 - TELEFOON 55. Specialiteit in Ringers' en Droste's BONBONS. Bekroond op den NATION ALEN VAKWEDSTRIJD, 10 October 1929 te Amsterdam. Probeert ons KNEIPP-BROOD. H. H. W. KLEIJBERG. is PRIMA VERZORGD en GOEDKOOP. Hotel-Restaurant 7J PROOT", Langestraat 70 - Telefoon 4321 - Alkmaar. GARAGE. Stroomend, warm en koud water. BAD. CENTRALE VERWARMING. Kamer met ontbijt vanaf f 3.— ATELIER LIJTWEG 16A. SCHILDERIJEN v. A. VERKERK en JAAP SAX. TOEGANG VRIJ. mannen meer dan hem lief was in het duin achter zijn huis. Op een avond ziet Kees een hazenpaadje, niet ver achter zijn erf en hoewel hij voorzichtig is, een hekel aan bekeuringen heeft, daar moeder de vrouw het beetje geld, dat hij verdient, maar al te zeer no odig heeft, kan hij het niet nalaten een koperdraadje te spannen zöö, dat bij 't passeeren van den haas, de gespannen strop zal dichtknijpen om den hazennek. Kees weet zijn tijd af te wachten en al heel vroeg den volgenden morgen heeft hij gezien, dat het begeerde beest in den val is geloopen; maar het onrustige van zijn hond maakt hem attent op onraad en Kees loopt op een paar meter langs den haas en laat het dier liggen. Hij speurt met zijn hond samen de omgeving wat af en is er nu van overtuigd, waar de loerende oogen van den boschwachter zijn en een stem klaar om hem halt te sommeeren, als hij een vinger naar dien haas uitsteekt. Kees gaat naar zijn huis, werkt wat in den hot en het goed gedresseerde hondje is bij hem, soms stil jankend van ongeduld om den haas te halen, maar gehoorzaam voor de dwingende oogen van zijn baas. Straks zullen zijn vrouw en kinderen opstaan en voor dien tijd moet hij iets bedacht hebben om den haas te bemachtigen en den boschwachter een poets te spelen, dat hij af kan druipen. Hij gaat naar zijn huisje, doet de dorschdeuren open, spant zijn paard voor de kar, geeft den indruk naar het weiland te willen rijden en den haas te laten liggen waar hij ligt. Met paard en kar achter zich aan gaat hij het achterpad langs en tegen 't hondje fluistert hij steeds: „koest-hond, koest-hond Trillend van spanning loont het hondje bij zijn baas, gewend als het is onder vreugde-blaffen het erf te verlaten. Paard en kar belemmeren het goede uitzicht van den boschwachter en Kees benut dit om de strik los te schoppen en het hondje begrijpt zijn baas, die opeens: „huis-toe huistoe" comman deert. Met het wild in den bek verdwijnt het in minder dan geen tijd in de open dorschdeuren. De boschwachter bemerkt dat Kees hem te vlug en te slim af is geweest, komt uit zijn hinderlaag in de meening Kees door zijn aanwezigheid wat schrik aan te jagen. Maar Kees zegt met kwasi-boetvaardige stem: „Jansen, 't is de leste, gerust en we eten 'm op je gezondheid, verdeid!" En strak komt uit Jansen's mond de weder vraag: „Zei je wat?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1937 | | pagina 6