m J nel* i Acht-en-twintigste jaargang. No. 4. Zaterdag 26 Juni 1937. REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEFOON 21, BERGEN (N.-H.) EERSTE BLAD. HET BERGERBOSCH. Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar. OUD BOSCH IN KENNEMERLAND. Het Bergerbosch is nog één van de laatste over blijfselen van de bosschen, die in oude tijden Kenemerland bedekten. In dit bosch neemt de berk een belangrijke plaats in. Deze berk behoort op het Noordelijk halfrond thuis, bepaalde er de vegetatie, toen de ijsgletschers zich van deze landen terugtrokken. In de sagen van de Slaven en de Germanen neemt de berk een voorname plaats in. Ten tijde van het animisme, den tijd, waarin men zich de natuur bezield dacht, geloofde men, dat de berk een beschermende taak vervulde tegen de heksen, die het vee wilden betooveren. Van oudsher is de berk ook de Meiboom, het symbool van het zich vernieuwende leven. Ook in onze dagen neemt deze boom in het volksleven nog een belangrijke plaats in. Aan aftreksel van berkenbladeren en afgetapt berkenwater wordt nog steeds geneeskracht toegeschreven. Het Bergerbosch is er getuige van geweest, hoe de bewoners als vereerders van Wodan bijeen kwamen. Dit bosch zou u kunnen vertellen van den strijd der invallende heidensche Noormannen en West-Friezen, tegen de eerder onder den invloed van St. Adelbertus tot het Christendom bekeerde Kennemers, die in hun strijd gesteund werden door de monniken van de Abdij van Eg- mond, welke Abdij in 1422 door Karei den Een voudige, aan Dirk I werd geschonken, doch in 1574 weer werd verwoest en thans na bijna 3% eeuw weer herbouwd zal worden, Wij vertelden u reeds eerder, dat ten tijde van de vele meren in N.-H., die ruim 300 jaar geleden werden drooggelegd, de weg langs den duinvoet de verbindingsweg vormde tusschen Kennemerland en West-Friesland. De bevolking (de streek was toen uitteraard dun bevolkt) leefde van jacht en visscherij .Het bosch, dat hun ook van brandstof voor hun primitieve woningen voorzag, was het centrum voor hun leven. Daar streden de goede met de kwade geesten en daar kwamen de ouden en wijzen bijeen om over oorlog of vrede te be slissen. Ondanks 20 eeuwen Christendom en on danks een Luther, die de boeren bespotte in hun geloof aan de heilzame kracht van berkenbezems tegen veeziekten, is er diep in den mensch die deze streek bewoont, nog wel iets van het animisme achtergebleven. Wie heeft als kind niet ervaren, dat bij het dalen van den schemer, de zoomen in het bosch allerlei gestalten aannemen? Wie heeft als kind, naarmate het donkerder werd, zijn hart niet snel ler voelen kloppen en momenten doorleefd, waar bij het bijna stilstond en men geen stap meer durfde verzetten, omdat allerlei ondefinieerbare geluiden doordrongen, die door oudere kameraad jes aan geesten werden toegeschreven? Juist door het mysterieuse heeft het bosch den mensch in alle eeuwen getrokken. Dank zij de natuurwetenschappen is het inzicht in het natuur leven verruimd, maar daardoor heeft het bosch steeds meer van zijn geheimzinnigheid verloren. De belangstelling heeft zich echter ontwikkeld in de richting van meerdere eerbied voor de natuur. Detijden, waarin de jeugd in het Berger bosch ongehinderd de lijstenstrikken uitzette, de nesten der vogels uithaalde en planten vernielde, en waarin hier een vinkenbaan werd gehouden, waar de gevangen vinken de oogen werden uitge pikt, omdat een blinde vink mooier zingt, zijn voorbij. De beoefenaars van de natuurwetenschappen hebben bij den mensch voor het leven in de na tuur, van de mier tot den reiger en van het een voudige mosplantje tot de parnassia een andere belangstelling gewekt. Hoewel door hun arbeid de wereld klaarder is geworden, is ze desondanks toch wonderbaarlijker geworden. Hoeveel eeuwen zijn er niet heen gegaan voor men tot het inzicht kwam, dat een druppel water een wereld van bewegende atomen was en hoe staan wij thans niet in bewondering voor de natuuronderzoekers, die er naar zoeken om de in één atoom aanwezige kracht te benutten en berekenden, dat de daarin aanwezige kracht voldoende is om een oceaanstoomer over den oceaan te voeren. Het Bergerbosch kan den wandelaar door de bestudeering van fauna en flora, maar ook door een beschouwing van de boven het bosch voort jagende wolken, tot de rust brengen, die de met angst voor het leven bezielde mensch van onzen tijd, tot levensaanvaarder kan maken. In de vorige eeuw, toen het bosch door het hak hout voor de bewoners, die in bescheiden huisjes woonden, ook een bestaansbron was (het bosch leverde toen ook het hout voor de woningen en schuren; de mooie groote met riet bedekte schuur in de omgeving van het oude Hof zijn geheel met hout uit het Bergerbosch gebouwd) nam dit voor de toen nog weinig zielen tellende bevolking als geheel een voorname plaats in. De arbeiders werkten er, wanneer zij zonder werk waren; de vrouwen sprokkelden er in den herfst het hout voor het haardvuur. Nu het zielental in Bergen voor een groot deel met menschen vermeerderde, die zich daar uit economische overwegingen met het oog op het vreemdelingenverkeer vestigden, is procentsge- wijze het aantal inwoners, dat nagenoeg niet in het bosch wandelt, grooter dan dit vroeger het geval was, al is natuurlijk het aantal dat dit wel doet, belangrijk grooter geworden. Tot 1930 is het bosch particulier bezit gebleven. Dit had het groote voordeel, dat 'het ongerept bleef, omdat uit den aard der zaak een particulier, die door de steeds stijgende belastingen een dergelijk bezit al bijna niet kan handhaven, minder kosten aan een der gelijk bezit kan besteden dan overheidslichamen zich daarvoor kunnen getroosten. Na 1930 is echter een groot deel van het bosch in het bezit van de gemeente gekomen. Wij heb ben dit destijds toegejuicht, omdat alleen daardoor de zekerheid verkregen kon worden, dat dit bosch ook voor het nageslacht behouden bleef. Een nieuwe eigenaar stelt zich echter altijd op het standpunt, dat hij zijn nieuw eigendom moet opknappen en dit was ook met de nieuwe eigena res van het Bergerbosch het geval. Onze vroed schap liet zich plotseling wijsmaken, dat thans het bosch en het daarbij behoorende duingebied der mate meer bewandeld zou worden, dat het aan brengen van K. M. lange afscheidingen met punt- draad, om de wandelaars binnen de z.g. paden te houden, noodzakelijk was. Wij hebben ons steeds op het standpunt gesteld, dat de doorsnee-duinwandelaar het liefst daar loopt, waar dit het gemakkelijkst is en zijn dan ook van oordeel, dat men wel op de paden zal blijven, wanneer dit werkelijk paden en geen zand- geulen zijn. Een deel van den Raad stelde zich op hetzelfde standpunt, doch vereenigde zich ten slotte met het aanbrengen van de gaas- en punt- draad-afscheidingen, omdat vooral de gaasafschei ding voor den jongen aanplant noodzakelijk was en de toezegging werd verkregen, dat de punt- draad-afscheiding tijdelijk zou zijn. Nu is het zoo langzamerhand een legende geworden, dat niets zoo lang duurt als wat door de overheid als tijde lijk is voorgesteld. Wij willen geenszins ontken nen, dat vastlegging tegen verstuiving van enkele duingebieden noodzakelijk kan zijn. De in de vorige eeuw door Staring aangevangen beplanting in de Schoorlsche woeste duinen, die aan verstui ving door den wind ten prooi lagen, is daarvan wel een goed voorbeeld. In deze tijden, waarin de overheid geen raad weet, 'hoe de werkloozen aan den arbeid te houden, komt echter steeds krachti ger de vraag naar voren of door het voortdurend aanplanten het karakter vah het duingebied niet te zeer verloren dreigt te gaan. Vast staat echter, dat in het Berger Natuurreservaat, de gemeente, door opruiming van oud hout, het aanbrengen van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1937 | | pagina 1