DE HOOG EN LAAG WATER W. AKERBOOM, RIJPAARDEN TE HUUR, ORANJE-HOTEL, origineel Engelsche GRAPE-FRUIT Lunchroom in Alkmaar VALK's Lunch room AAN HET STRAND. Radio en Electriciteit. J. M. WITTEBROOD Z.O.GENEVER DE GRASBOTER „CONCORDIA" Een KOPJE KOFFIE „DE OUDE PRINS'' te BERGEN AAN ZEE (in Zomertijd). J U N I—J U L I. Hoog water: Laag water Datum v.m. n.m. v.m. n.m. 26 5.38 6.01 2.10 2.26 27 6.14 6.37 2.44 3.01 28 6.49 7.12 3.17 3.35 29 7.26 7.50 3.55 4.12 30 8.08 8.36 4.35 4.53 1 9.01 9.28 5.18 5.40 2 9.58 10.29 6.09 6.38 Buerweg 15 - Telef. 221 - Bergen N.-H. f1.50 per uur; per abonnementskaart van 10 uur a f 1.40 per uur. Paarden en zadels in uitstekende conditie. OP HET TERRAS VAN HET het mooiste zitje van Bergen, wordt geserveerd a 30 cent en een uit gebreide THÉ-COMPET a 40 cent per persoon. jongen aanplant en het vastleggen van met ver stuiving bedreigde duinen, goed werk heeft ver richt. In het begaanbaar maken van de als paden aangegeven zandgeulen hadden wij gaarne echter wat meer voortgang gezien. Aangenomen dient echter, dat hiervoor de voldoende middelen heb ben ontbroken. Wij leven thans echter in 1937 en zoo langzamerhand dient de vraag gesteld te wor den of het geen tijd wordt dat het vele puntdraad in het natuurreservaat dient te worden opgeruimd. Wij althans zouden het ten zeerste gewaardeerd hebben, wanneer de raad de Bonefaasschouw zou hebben benut om deze vraag onder de oogen te zien en zouden het zeker niet betreuren, wanneer daarvoor een twe.ede Bonefaasschouw werd belegd met een daaraan verbonden diner, wanneer het resultaat zou zijn, dat het puntdraad werd opge ruimd. Een huishoudelijk probleem. Als het in Bergen aan Zee regent, dan neemt het manlijk gedeelte van ons gezin al spoedig de wijk naar Amsterdam. Als huisvrouw ben ik dan (ongestoord) een ge- heelen dag thuis en heb overvloedig tijd om grondig kennis te nemen van huishoudelijke bezig heden en den duur van diverse dagelijksche verrichtingen. Hoeveel tijd kost „de bel"? Al vroeg draaft mijn hulpje de trap op, want de slager vraagt, wat hij mag bezorgen. Even later meldt een bloemenman zich met zijn kleurrijke vracht. Daarna komen in vrije volgorde: de kruidenier, de melkboer, de bakker en de groentenventer. „Hè, hè", zegt Maartje, als ze denkt haar vaste klanten geholpen te hebben, „dat hebben we voor vandaag weer gehad". Na de derde bel, heb ik me meer in Maartje's bereik kunnen opstellen, zoodat ik haar de extra race-partijtjes van trap op-trap af, om mij haar orders te vragen, heb kunnen besparen. „Ze gunnen me gewoon niet, dat 'k knappies m'n bed opschud", filosofeert ze hardop en nauwelijks is ze weer boven of daar komt de slager het vleesch brengen. „Blijf maar, ik neem het wel aan!" roep ik mijn dravertje toe, die weer halfweg de trap af is gesneld. 'k Help daarna het aardbeien-meisje. „Ben 'k hier bij het kantoor van de V, V, V.?" vraagt een donkerharige onbekende. „Neen mijnheer!" en 'k verwijs hem naar den Heer Haasbroek, mijn achterbuurman. „Hoe kan men nu zeggen, naast den sigaren winkel?", zegt de man wat verwijtend. „Ja, dat kan ik U niet uitleggen", en 'k sluit mijn deur en laat hem die puzzle zelf oplossen. Dan iemand plus fox-hondje. Maartje, die me weer te vlug af is, laat hem binnen met zijn viervoeter. Kaasmarkt, t.o. Bureau V.V.V. voor Uw kopje Koffie, - IJs, Koffietafel, - Lunch of Diner. De arme rijken. Ze waren ter hoogte van het stoelenstrand al eenige malen heen en weer geloopen. Onwennig, want ze hoorden er niet. Dat zag ieder. Zij pasten noch tusschen het kleurig strandspel, noch bij de luiërenden, op en bij de stoelen. Want alles was van een veel grootere fleurigheid en losheid dan het paar dat mijn aan dacht had. Zij zochten iets, terwijl ik dacht dat er niets en niemand voor hen te vinden was. Ik had vastgesteld, dat het waren: rijk geworden provincialen. Hij droeg zijn Zondags pak met de gouden ketting, en haar glimmend lijf was rijkelijk behangen met allerlei overbodige getuigenissen van welstand. Het paar streek nu neer in eenige leeg gebleven strandstoelen. En aldaar begon men terstond verschillende papieren pakjes los te wikkelen, waar een ruime verscheidenheid van eetwaren uit te voorschijn kwamen. Af en toe gleed den blik van de man dan links- dan rechts, langs het kleurig strandgewoel. Men had daar zoo ongeveer een kwartier door gebracht het middagmaal gebruikt toen de man na haastige bewegingen uit z'n stoel schoot, gevolgd door de vrouw. En nu had ik ze meteen „door". Daar kwam de „stoelenman". Zijn leeren tasch moest deze man tot „dienst man" maken. Zijn sterk zomerschen kop en z'n bloote voeten deden daar een weinig aan mee. Maar toch de zeldzamen op dit zomBr- strand verkenden hem als zoodanig. En ook ons paar dat hem zoo gniepig was ontloopen. De „dienstman" had echter ook de „vluchtelin gen" in de gaten. En waarschijnlijk had hij hen, in hun triumph, laten schieten, zoo z'n blik op de ledige stoelen daar niet op iets bijzonders was gestuit. Natuurlijk lagen daar de „papieren en de doo- zen". Maar ja, zoover is het nog niet dat ieder deze opruimt. Neen, daar lag meer, een tasch, een groote damestasch. „Mevrouw! Mevrouw" riep hij het paar achterna. „Mevrouw, wéér 'n mijnheer!", zegt ze even schouderophalend. „Wat komt hij doen?" „Ja, dat weet ik niet, maar ik zei kom t er maar in, de wind staat zoo op die deur." „Vraag maar gauw wat die mijnheer wil en laat nooit meer zoo maar iemand binnen, die je niet eens kent". „Hij ziet er nogal goedelijk uit hoor mevrouw!", sputtert ze geruststellend. 't Blijkt een afgezant van de Schoolfeest commissie te zijn met een inteeken-lijst. „Maar mijnheer, 'k ben maar tijdelijk bewoon ster, kom ik wel in aanmerking?" „Oh mevrouw, juist! Dat is nu net tweemaal zoo welkom als van de vaste bewoners", repliceert hij handig, ,,'t Is een uitje voor de kinderen, ziet U. 't Moest eigenlijk niet noodig zijn er voor langs de huizen te gaan, maar werkelooze vaders ouders die zelf niks kunnen missen, hoe graag ze ook willen Z'n mimiek en gebaar zeggen: Ik offer mijn tijd, geef jij wat geld. Dat laatste brengt hem een gulden op en dat valt hem zeker mee, want hij neemt afscheid met een: „Nou, tot volgend jaar, mevrouw". „Nu, zeg ik, „ik beloof nog niets voor 't volgend jaar". Wie heeft er niet 'het land aan vaste lasten „Neen", zegt de diplomatieke inzamelaar, „maar als 'k u 't volgend jaar weer zie, zijn we in ieder geval allebei nog in 't land der levenden", 'k Laat hem lachend uit. Daar komt de eierenleverancier vragen of ik ook piepkuikens wil bestellen. De Ato-dienst komt een pakje bezorgen en als mijn man me uit Amsterdam opbelt en belang stelt in wat ik doe met regen in Bergen aan Zee en tegen wie ik met nadruk neen zeg, dan leg ik hem uit, dat er juist iemand op de bel drukte, die om de gunst van de kruideniers-leverantie kwam vragen en 'k verzeker mijn echtvriend dat 't aan Zee druk is met allerlei, ondanks regen-weer. „Maartje, wie er nu komt om wat te verkoopen, je hoeft me niets meer te vragen, je zegt dank u of neen Nu was ook de aandacht van het strandpubliek gevestigd, en dit wees het paar nu op den dienst man. Deze naderde nu het paar en hield daarbij de tasch in de hoogte. Mevrouw, is die van U? Zonder die vraag te beantwoorden wordt deze evenwel uit 's mans handen gegraaid. „Goddank Frans, je portevuilje zit er nog in". Intusschen had de „Heer" de dienstman „iets" in de handen gestopt. Na de gave bekeken te hebben zeide de bad man, breed hoorbaar: „Dat is een kwartje te kort mijnheer, want het kost vijftien cent per stoel." Tableau. „Die arme rijken". JEHERVE. Oldenburglaan 3 - Telef. 177. ELKEN DAG ÉÉN GLAASJE BADGASTEN! met R ij k s m e r k van de N.V. MELKINRICHTING te ALKMAAR, - Telefoon 3185, is voorden fijnproever de begeerde delicatesse en toch niet duurder dan andere natuurboter. Vraagt ze aan Uw winkelier. TE BERGEN ALOM VERKRIJGBAAR. op het TERRAS van is een DELICATESSE en GOEDKOOP. Even later komt ze wat aarzelend bij me. „Er is een jongen met een Beemster-jubileum- lot". „Ja, maar mevrouw ,acht vette koeien kunnen we winnen". 'k Heb een bijna vleeschloos dieet en vette ran den aan 't vleesch stonden me altijd al tegen. „Acht koeien, waar moet ik ze bergen?" vraag ik kwasi wanhopig. „De veeprijzen loopen pittig op!" zegt ze wijs met 'r kinderlijk snuitje. „Hoeveel kost zoo'n lot?" „Twee kwartjes". Ze legt me een blocnootje voor, waarop ik moet teekenen en reeds machtiging verleen tot het afhalen van den eventueelen prijs. Zoo'n gokstertje. Als ze weg wil glippen, houd ik haar tegen: „Waarschuw dien jongen, niet zon der voorkennis van de Bouw-Exploitatie-Maat- schappij met die acht koeien te komen aanzetten, want zoover ik weet, kreeg geen levende koe ooit toestemming op Bergen aan Zee te komen; wel stukken en brokken". Maartje's oogen glinsteren nog een tikje vroo- lijker dan anders en ze zegt bedarend: „We hebben ze nog niet héelemaal zéker!" Als ik 's avonds het bel-probleem met Maartje bespreek vraag ik: „Vertel me eens, is dat nu iederen dag zoo of was dit een drukke bel-dag?" „Ja, 't was wat drukkig en 't kwam, omdat U aldoor thuis was èn omdat 't regende." „Leg me dat eens uit?" „Op een gewonen dag dan doe ik open tot ik alles heb, wat 'k van u op het lijstje heb staan. Als er dan nog wordt gebeld en 't komt me niet gelegen, dan denk ik 't is wel goed zoo, eerst m'n klusje af, waar ik aan ben en dan ga 'k eens kijken. Maar met dit weer, 't begrootte me om ze lang in den regen te laten staan. Maar je wordt er evengoed loof van, dat getippel naar die bel!"' „Slaap dan maar lekker Maartje!" „Genacht mevrouw". M. S. M. Bergen aan Zee, 15 Juni '37.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1937 | | pagina 2