DINERS
NIC. DE VRIES
AND HIS RASCALS.
DANCING.
Electrische Luxe
Brood- en Banketbakkerij
Berg en's Warenhuis
en Ijzerhandel
Tentoonstelling
BINNENPRET.
HOTEL-PENSION
„BAKHUIS"
J. P. ROSIER. 1
BERGEN (N.-H.
lederen dag, middag en avond
CONCERT.
Zaterdag en Zondag Muziek.
D@©@©®@©©@@@@®@@©@<«
OUDE PRINSWEG 1 - TELEFOON 55.
Specialiteit in:
Ringers' en Droste's BONBONS.
Bekroond op den NATION ALEN VAKWEDSTRIJD,
10 October 1929 te Amsterdam.
Probeert ons KNEIPP-BROOD.
H. H. W. KLEIJBERG.
Oldenburglaan 15-17-19 (bij 't Station)
Telefoon 207.
Wat „De Bijenkorf" is voor Amsterdam,
Rotterdam of den Haag, dat is „Bergen's
Warenhuis" voor Bergen.
DAAR vindt U alles, èn goed,
èn concurreerend.
Aanbevelend, J. KWANT.
Hotel-Restaurant ,,PROOT
Langestraat 70 - Telefoon 4321 - Alkmaar.
GARAGE.
Stroomend, warm en koud water. BAD.
CENTRALE VERWARMING.
Kamer met ontbijt vanaf f 3.—.
ATELIER LIJTWEG 16A.
SCHILDERIJEN v.A. VERKERK
en JAAP SAX.
TOEGANG VRIJ.
De meneer stond aan den rand van het trottoir
en lachte. Hij lachte niet luid, maar lachte zoo
als men dat pleegt te zeggen „inwendig". Hij
had binnenpret! Nu en dan werd het hem te mach
tig en dan schok-schouderd-ie, waarbij hij dan z'n
mond vertrok en er een vreemd geluid uit het
diepst van z'n binnenste door z'n tanden heen een
uitweg naar buiten zocht. Dan schrok de meneer
en heroverde met spoed het decorum.
Een joch van een jaar of dertien, zoo eentje van
het slag dat altijd op straat zwerft en erop ge
traind is om op die straat alles op te merken, wat
er gebeurt, stond stil vlak naast den meneer, hief
een hoofd met ongekamde haren naar hem op en
vroeg nieuwsgierig: Hè je lol, baas?
Maar de baas hoorde niets en bleef genieten,
alsof er geen straatjongen bestonden.
„Hij het een twintigie gewonne" lichtte de ben
gel een slagersknecht in, die met z'n volgeladen
mand langzaam voorbij fietste, maar deze mede-
deeling belangrijk genoeg achtte om met z'n ééne
been, steunend op den grond vlak voor den me
neer te blijven stilstaan.
Met een vlugge handbeweging duwde de meneer
den slager weg. Even was er een trek van misnoe
gen over z'n gelaat gekomen, maar ineens was de
binnenpret er weer, had het stiekeme grinniken
weer voortgang gevonden.
Bergen aan Zee - Telefoon 510.
DAG EN NACHT VERBINDING.
AAN HUIS BEZORGD 1
VANAF f 1.25. 1
CUISINIER:
GRAPJES.
Wat is 't opmerkelijk, een vrouw van dertig
ziet er gewoonlijk ouder uit dan een man van
veertig. Hoe zou dat komen?
„Wel, heel eenvoudig. Een vrouw van dertig is
gewoonlijk ouder dan veertig.
Horlogemaker: Wie durft te zeggen, dat ik
mijn vak niet versta? Wie eens zijn horloge bij mij
heeft laten repareeren, komt altijd terug.
Ik begrijp niet waarover U te klagen hebt,
sprak de eigenaar van het restaurant. Deze koffie
smaakt heel goed.
Als het koffie is heb ik niets aan te merken,
sprak de gast. Maar de kellner houdt vol, dat het
bouillon is.
Naar Schotland kwam een stoomcaroussel. De
zoon van een Schot wilde ook eens draaien. De
vader wilde er niets van hooren.
Waarom zou jij dat willen, mijn zoon?
Och vader, ik wilde ook zoo graag eens
draaien.
De Schot antwoordde: Je wordt al voor niets
gedraaid. De aarde draait toch.
Leeraar: Onder „doorzichtige lichamen"
verstaan we voorwerpen, waar we doorheen kun
nen zien. Jantje van Gisteren geef jij nu eens een
voorbeeld.
Jantje: Een ladder, meneer!
Je bent zeker van plan gauw te trouwen,
Marie! Je bent zoo ijverig aan je uitzet bezig.
Aan mijn uitzet, mevrouw?
Nou ja, ik mis al weer twee kussensloopen.
DE BRONZEN CUPIDO.
Zij hield van hem en hij van haar,
Ze waren altijd bij elkaar
Of bijna altijd, want ze had
Ook af en toe een andere schat.
Ze hield van flirten.
Zij hield van hem, dat was toch waar,
En, och, zoo'n flirt dat deed ze maar
Omdat ze zich bewonderen liet
En hij bleef toch haar favoriet.
Ze hield van flirten.
Uit liefde en uit animo
Gaf ze hem een bronzen Cupido,
Die minnegod zou, zoo ze zei,
De harten binden van hun bei.
Onder garantie.
In d' avond van een kwaden dag,
Toen hij haar weer zoo flirten zag,
Kwam hij jaloersch en woedend thuis,
Het Cupido'tje moest aan gruis.
Die deed zijn plicht niet.
En door het open venster ging
Met groote vaart het bronzen ding
Naar buiten in de zwarte nacht
Daar klonk tegelijk een jammerklacht.
Wat kon dat wezen?
Dat kon toch niet het beeldje zijn
Wat daar zoo kreunde van de pijn?
En hoorde hij niet naar zijn raam
Het klagend roepen van zijn naam?
Hij stoof naar buiten.
Daar lag zijn meisje op den grond
Door Cupido'tje zwaar gewond.
Ze steunde, ik kwam juist naar jou
Om je te zweren, eeuwig trouw.
En nooit meer flirten.
I. M.
Een mooi plekje in het bosch.
As-je-me-nou wilde de slager boos uitvaren;
maar de meneer wuifde zeer nadrukkelijk met z'n
linkerhand.
„Halve gare" meende de fietsende vleeschbe-
zorger en peddelde valsch fluitend verder.
De straatjongen bleef den meneer echter met
groote hardnekkigheid beschouwen en wat opval
lend was, het joch werd ook van de binnenpret
bezeten.
Als de meneer schokschouderde, dan schok
schouderde hij mee; als het vreemde geluidje
kwam, dan kwam het door de tanden van beide.
Dan keken ze elkander aan; de meneer knipoogde
tegen den jongen, alsof hij daarmee zeggen wilde:
snap je de mop? En de jongen knipoogde terug,
omdat hij toch op z'n ochtendprogramma niets
anders had staan dan: slenteren door de straat en
kijken of d'r wat te beleven valt.
Dit was nu zijn belevenis, welke tot een machtig
gebeuren werd, toen de lachende meneer ver
trouwelijk z'n fraai gehandschoende hand op den
met een goor blousje bedekten schouder van het
joch legde, zich vervolgens tot hem overboog en
hem in het oor siste: „Heb je d'r gezien?"
Het joch rook „Violette de Parme", maar zag
niets.
,,'k Zie niks, fluisterde de jongen; waar is ze
dan?"
„Goed kijken, daar komt ze; aan den overkant."
Uit een winkel, vlak tegenover de plaats waar
de meneer stond stapte een dame met een gezicht
dat op onweer stond, beladen met een groot aan
tal pakjes, welke zij met groote moeite in even
wicht hield.
Het joch vreesde een drama en deed een paar
stappen op zij; wegduikend onder de zware hand»
die op z'n schouder rustte.
Blijf hier jongen, ze doet me niks meer. Zes
lange jaren heeft ze me getreiterd en gesard; als
een beul is ze voor me geweest; ik was haar slaaf
en dienovereenkomstig heeft ze me behandeld
ook. Maar nou is het uit. We zijn van mekaar af,
weet je. En nou ga ik elke morgen kijken, waar ze
inkoopen doet. Al die pakjes die ze nou zelf moet
dragen, daaronder ging ik vroeger gebukt. Ik heb
er nou lol in, d'r zoo te zien sjouwen. En ineens
baande zich de binnenpret een weg naar buiten en
het stiekumme lachje werd tot een daverende lach,
welke echo-de tusschen de huizen in de winkel
straat.
Als een pijl uit een boog schoot de jongen naar
den overkant. Voor u drage mevrouw? vroeg het
joch.
Een oogenblik later volgde de zwaarbeladen
jongen de vrouw, die, met het hoofd fier opge
heven, een vernietigenden blik wierp naar den
overkant, 't Kost 'r d'r cente, mompelde de meneer
op het trottoir. Maar de pret was d'r af en met iets
van droefenis in zijn goedige oogen vervolgde hij
z'n weg, in tegenovergestelde richting als die van
de vrouw. En hij wist niet waarheen!
C. t. B.