DE MOLENS IN BERGEN.
■en-twintigste jaargang. No. 6
REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 9, TELEFOON 21, BERGEN (N.-H.)
Is meer-
vervaar-
wij, in
goed te
m daar-
:rgen en
dadelijk
iloitatie-
ïandela-
Jong en
ijn daar-
tbaar te
rgen of
loor de
Bergen
Bouw-
gesteld
rgen of
de Re-
rgen of
gesteld
ran;
:rgen of
gesteld
srgen of
aar ge-
rgen en
te foto-
Jong's
ek: een
ior den
iomeny;
e kiek:
Haan's
leid ge-
i of zij
jneeren
een ge-
>towed-
ndt en
d moet
alleen
Auto,
rgelijks.
oppe te
motto,
tus des
Augus-
n Ame-
n heer
Focus",
:t J. H.
Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar.
In 1935 maakten wij melding van de overeen
komst tusschen den Rijkswaterstaat en het bestuur
van den Sluispolder, om, ten behoeve van het te
maken rijwielpad langs den primairen weg Alk
maarDen Helder, den molen van den Sluispolder
op te ruimen.
Iedere bezoeker die met de tram Bergen nadert
en oog heeft voor het landelijk schoon, zal steeds
getroffen worden door dit baken op de grens van
onze gemeente.
Een van de Berger kunstenaars, de heer
J. Ponstijn, onderschreef onmiddellijk in een
vlammend protest onzen wensch om te trachten
een andere oplossing te brengen. Het bestuur van
de V. V. V. richtte zich in een gedocumenteerd
schrijven tot den heer Ir. Krayenhof, den inspec
teur van den Waterstaat, die hier de verkeers-
puzzle had op te lossen en het verkreeg onmiddel
lijk de medewerking van dezen technicus, wien men
ten onrechte reeds had verweten, dat hij als ratio
nalist slechts voorstander was van de rechte lijn,
omdat dit nu eenmaal de kortste is tusschen twee
afstanden.
Ingenieur Reigersman wist tenslotte een oplos
sing te vinden, die het groote gevaar voor de wiel
rijders langs dezen drukken verkeersweg ophief
en tevens den molen voor slooping behoedde. Wij
hebben reden hem daarvoor dankbaar te zijn,
want het is altijd veel moeilijker om een oplossing
te brengen, die ook het moderne verkeer tegemoet
komt, dan een protest tegen de schending van
schoonheid op te stellen.
Natuurlijk is het wenschelijk, dat menschen nog
warm loopen voor het historisch gewordene, al
zijn wij daarnaast van oordeel, dat men daarbij
niet zoover mag gaan, dat men volstrekt geen
rekening wil houden met de eischen, die het mo
derne leven stelt.
De molen is van een erkende schoonheid in het
Hollandsche landschap, maar nimmer mogen wij
uit het oog verliezen, dat de molen door onze
voorouders in het landschap werd gebouwd om
met behulp daarvan de windkracht voor indus-
trieele doeleinden te benutten. De uitvinding van
de stoommachine alsmede het benutten van de
electriciteit als krachtbron moest dan ook wel ten
gevolge hebben, dat de molen voor industrieele
doeleinden verdween.
De Zaanstreek, waar de meelmolens, de pel
molens, de papiermolens en de houtzaagmolens
eeuwen aan zelfstandige families een bestaan heb
ben verschaft, is hiervan wel het levende voor
beeld. De onverbiddelijke economische wet, die
leert, dat men op den duur zich voor de fabricatie
van 'n product op de wereldmarkt slechts kan hand
haven, wanneer men de productiekosten met be
hulp van de moderne wetenschap tot het laagste
minimum reduceert, deed ook hier deze bedrijven
concentreeren in N. V. fabrieken, met het onaf
wendbare gevolg, dat vele zelfstandigen gesala
rieerde ondergeschikten werden of fabrieks
arbeiders.
Dwaas zou het zijn deze Zaanlanders te verwij
ten, dat zij hun molens maar hebben gesloopt. Dat
ook de molen hun liefde had, bewijst wel het
fraaie, in een oud Zaanlandsch huis onderge
brachte „Molenmuseum" te Koog aan de Zaan,
waar men kan zien, hoe mooi de Zaanstreek
was, toen de honderden molens daar nog de wind
kracht benutten en de lucht nog niet werd veront
reinigd door rook en stank uitbrakende fabrieken.
Het langst is de watermolen wel in stand ge
bleven.
Vermoed wordt, dat de molens door de Kruis
vaarders in de 12e eeuw naar de lage landen aan
de zee zijn overgebracht. Bij het droogmaken van
de meren heeft men de molens benut om, na de
indijking, het water uit te malen.
In de Schermeer zorgde daarvoor een stelsel van
49 molens, die trapsgewijze voor de uitmaling zorg
droegen, omdat het bodempeil van dezen polder
dermate varieert, dat een trapsgewijze bemaling
noodzakelijk was. Drie eeuwen hebben deze mo
lens de bewoners uit het water gehouden, doch de
veranderde inzichten in de landbewerking en de
veranderde cultures in een groot deel van dezen
polder maakte het noodzakelijk, dat men het wa
terpeil meer in de hand kreeg en in 1929 viel het
besluit om deze bemaling door een gecentrali-
polder maakten het noodzakelijk, dat men het wa-
dat ook hier de molens als helpers van den mensch
geen dienst meer doen en de een na de ander
verdwijnen.
De molens in Bergen zijn over 28 jaar reeds vier
eeuwen oud. Zij dateeren uit de jaren 1564 tot
1565, toen de toenmalige heer van Bergen, Hen
drik van Brederode, de meren van Bergen liet
droogleggen.
Ook deze molens werden met ondergang be
dreigd, doordat de ingelanden voor hun land van
t nut van een electrische bemaling werden door
drongen. In 1922 moest daaraan de „Dikke Molen"
aan den Bergerweg, bij den voormaligen tol nabij
Pesie's zwembad, ten offer vallen. De molen
van den Sluispolder kon behouden blijven, even
als de Damlandermolen aan den Meerweg, doordat
men daarin een systeem van bemaling aanbracht
volgens het Ingenieursbureau-Erikson, waardoor
het mogelijk werd bij windstilte met electrische- of
motorische kracht den molen te benutten.
De molen in den Reeker- en Mangelpolder
maakte in 1930 plaats voor een zielloos centraal
gemaaltje en bij de opening van dit gemaaltje
sprak de toenmalige voorzitter, de heer J. v. Ree-
DE „DAMLANDER MOLEN" (einde Meerweg).
DE VERDWENEN .DIKKE MOLEN" NABIJ PESIE'S BAD.