Acht-en-twintigste jaargang. No. 9. Zaterdag 31 Juli 1937. REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 9, TELEFOON 21, BERGEN (N.-H.) Bergen en Bergen aan Zee als vacantieoord. Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar. Zaterdagavond, 17 Juli, toen het Openlucht theater druk bezocht was, de Rustende Jager tjokvol, het terras van Hotel Nassau-Bergen over bezet, het Casino-Kegelino een ongekende drukte beleefde, op de terrassen van de Oude Prins, Oranje-Hotel en Spoorzicht, velen genoegelijk bij een zaten en langs den weg een zeer levendig verkeer viel waar te nemen, kon wel geconstateerd worden dat het drukke vacantie-seizoen was in geluid, al was het hoogtepunt dan ook nog niet daar. Dit zal het geval zijn in de komende drie weken, wanneer er in Bergen en Bergen aan Zee nog een paar duizend gasten meer zullen vertoe ven. De vorige week waren er al een 700 meer dan in de week van 10 op 17 Juli, terwijl deze week dit aantal een 1500 personen grooter is. Wanneer men zoo hier en daar een praatje met een hotelhouder, winkelier of verhuurder van ge meubileerde huizen maakt, dan hoort men nog al eens de opmerking, dat het dit jaar stiller is dan het vorige. Ook op het bureau van de V. V. V. wordt daarover geklaagd en in feite zijn ons pen sions bekend, die het belangrijk slechter hebben, terwijl er ook zijn, die het jaren lang vrij goed met het gemeubileerd verhuren hebben gehad en die het dit jaar daarmede zeer matig hebben, ja zelfs nog niet hebben verhuurd. Niet slechter dan het vorig jaar. Dit alles bewijst echter volstrekt niet, dat het over het algemeen slechter is dan het vorig jaar. In werkelijkheid worden, over het geheel, voor het verhuren betere prijzen gemaakt, terwijl in de goede hotels en pensions de ervaring wordt opge daan dat het publiek vlotter decideert. Op het bureau van de V. V. V. loopt het met de schrifte lijke aanvragen drukker dan het vorig jaar, terwijl het aantal mondelinge inlichtingen, dat verstrekt wordt, eveneens beduidend grooter is. Voor ons staat het evenwel vast, dat, vooral in Bergen-Binnen, het aantal gelegenheden, waar men vreemdelingen wil huisvesten om er wat aan te verdienen, te groot is; dat er te veel pensions zijn, die den naam feitelijk niet verdienen, omdat de exploitanten zelfs geen flauw benul hebben van de eischen waaraan zij moeten voldoen, met het gevolg, dat er prijsbedervend wordt opgetreden. Aan het einde van het seizoen ondervindt de winkelier, de bakker, de slager en de melkboer daarvan de schade, terwijl de bone-fide pension houder door de prijzenbedervers zich genoodzaakt gevoeld om eveneens voor prijzen te gaan werken, die een loonend bedrijf onmogelijk maken. Het groote gevaar van dit alles is vooral hierin gelegen dat men naar Bergen een publiek trekt dat geen reclame is voor dit vacantieoord. De tijden, waarin de eerste families uit het land in Bergen-Binnen hun vacantie doorbrachten, lig gen ver achter ons, al zijn gelukkig nog vele van die families Bergen trouw gebleven. Naast hen heeft men de kleine man gekregen, en op zichzelf is dit een gelukkig verschijnsel, omdat daarin een bewijs ligt, dat de behoefte aan vacantie in steeds breeder kring wordt gevoeld, wat tot versterking van de volkskracht moet leiden. Ongewenscht is het echter, dat makelaars terwille van de provisie, daarvoor ongeschikten suggereeren, dat ze in Bergen gemakkelijk een te duur huis kunnen huren, omdat men er in het seizoen wel genoeg mee kan verdienen. Dit leidt noodwendig tot te leurstelling voor deze menschen, die hun laatste spaarduitje kwijt raken en straks, in een hun vreemde gemeente om steun moeten aankloppen. Dit leidt ook tot schade van de middenstanders, die in onderlinge concurrentiezucht, te vaak, op hoop van zegen, op crediet leveren en dan groote schadeposten krijgen te boeken. De winkeliers zullen dan ook o.i. verstandig doen om bij nieuwe lingen niet langer in afwachting van het seizoen te leveren. De cijfers leeren ons dat Bergen jaarlijks zoo ongeveer op een gelijk aantal gasten kan rekenen. Ze zijn voor ons een aanwijzing, dat dit aantal niet onbeperkt kon worden opgevoerd. In het bestuur van de V. V. V. is daarom dan ook reeds de vraag aan de orde gesteld of er niet wat meer aandacht geschonken moet worden aan de propageering van Bergen als forensen-plaats. Het komt ons voor, dat hierin het gemeentebe stuur, in samenwerking met een op te richten Forensen-vereeniging een taak heeft te vervullen. De gemeente dient o. i, ook meer aandacht te schenken aan de bevordering van het vreemde lingenverkeer. Wanneer wij zien wat er in dit op zicht van de gemeentebesturen van de Belgische badplaatsen uitgaat, dan kunnen wij niet anders zegeng, dan dat de Hollandsche gemeentebesturen in dit opzicht ver ten achter staan. Het dient er kend te worden dat onze landsregeering hiervan wel de hoofdschuldige is. Vele gemeentebesturen toch hebben voor het behoud van de gemeente- subsidie's aan de V. V. V.'s moeten vechten, in het belang van de te voeren welvaartspolitiek. Onder miniser Gelissen is hierin eindelijk ver betering gekomen. Hij wist de regeering er toe te bewegen, om in het belang van de Nationale wel vaartspolitiek de subsidie aan de A. N. V. V. van 28.000 op 70.000 te brengen. De regeering krijgt daarvoor het recht om vier leden van het hoofd bestuur aan te wijzen en hopelijk wordt thans de A. N. V. V. V. zoo georganiseerd dat ze haar voor het landsbelang zoo belangrijke taak kan vervul len. Het is voorts te hopen, dat de opvolger van minister Gelisen, diens voetsporen zal volgen. Intusschen blijven onze hotels en pensions nog maar steeds bezwaard met den druk van sociale maatregelen, die voor de betrokkenen geen zin hebben en hebben zij er in de crisisjaren, waarin andere volksgroepen werden gesteund, de omzet belasting nog bij gekregen. Bergen blijft als vacantieoord zijn aantrekkingskracht behouden. Ondanks de toename van de reisvereenigingen en den stroom van Nederlanders naar het buiten land (dezer dagen heeft men nog in de bladen kunnen lezen, dat de reisbureaux een topjaar be leven en dat alleen al in Amsterdam 1000 passen meer voor het reizen naar het buitenland zijn uit gereikt dan het vorig jaar) blijft Bergen en Bergen aan Zee als vacantieoord zijn aantrekkingskracht behouden. Dit zeggen ons de volgende cijfers: In de le week van Juni vertoefden hier 907 (v. j. 959) gasten; in de 2e week 1091 (963); de 3e week 1483 (1176); de 4e week 1593 (1388). De cijfers van Juli zijn 1860 (1741), 2255 (2215), 2955 (2659), 3669 (3404). De tusschen haakjes geplaatste cijfers zijn die van het aantal gasten dat in dezelfde weken van het vorig jaar hier verbleef. Opmerkelijk is het groote aantal gasten dat ge meubileerd huurde. In de hotels en pensions ver toefden n.l. in de le week van Juni te Bergen- Binnen 129 gasten en te Bergen aan Zee 29; in de 2e week B.-B. 201, B. a. Z. 53, 3e week B.-B. 370, B. a. Z. 106, 4e week B.-B. 393, B. aZ. 290; le week Juli B.-B. 531, B. a. Z. 117, 2e week Juli B.-B. 747, B. a. Z. 175; 3e week Juli B.-B. 872, B. a. Z. 225, en de 4e week van Juli B.-B. 1241, B. a. Z. 331. In totaal verbleven dus in de pensions op 5 Juni 168 gasten (v. j. 285), 12 Juni 254 (v. j. 198), 19 Juni 476 (v. j. 313), 26 Juni 483 (v. j. 468), 3 Juli 648 (v. j. 536), 10 Juli 923 (v. j. 891), 17 Juli 1097 (v. j. 936), 24 Juli 1572 v. j. 1307). Ook hieruit ziet men, dat slechts in de eerste week van Juni het aantal in de hotels-pensions verblijvende gasten geringer was dan in dezelfde week van het vorig jaar en dat dit aantal in de daarop volgende weken niet onbelangrijk hooger ligt. Wanneer men weet dat dit aantal gasten ver- De Ruïne-Kerk te Bergen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1937 | | pagina 1