„DE BADBODE"
EERSTE BLAD.
PINKSTER 1938.
Negen-en-twintigste jaargang. No. 2. Abonnementspriis:i2lvooMeederdne'rv.v.v. Zaterdag 11 Juni 1938.
Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn„ Voordam 9, Alkmaar.
REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, - TELEFOON 2039, BERGEN (N.-H.)
is verkrijgbaar te Bergen-Binnen:
lo, in den boekhandel van den heer P. de Haan
in de Stationsstraat;
2o. in den Eersten Berger Boekhandel, Oude
Prinsweg;
3o. in den boekhandel van den heer G. Schoe-
link, Oldenburglaan;
4o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer"
naast het Postkantoor;
5o. in den Bergenschen Kunsthandel van den
Heer P. Hopman;
6o. in de zaak van den heer Thomas, Dorps
straat, hoek Kleine Dorpsstraat.
Te Bergen aan Zee:
lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman;
2o. in de zaak van den heer A. Passer;
3o. in den boekhandel van den heer Kuitwaard.
Aan deze adressen kunnen ook advertenties
worden opgegeven, a 15 cent per regel. Voor
meermalen plaatsing reductie.
Het weer in de week voor Pinkster beloofde
niet veel goeds. Verschillende hotels, die reeds
vroeg bevredigend besproken waren, moesten
ervaren, dat diverse gasten afschreven of
afbelden, omdat geen weekender meer zelf het
risico van het weer wil dragen, daar hij weet,
dat hij, als het weer omslaat, altijd nog wel plaats
kan vinden. Aan de moeilijkheden, daaraan voor
den hotelhouder verbonden, wordt niet gedacht.
Het zijn helaas nog maar enkele gasten
die weten, dat het bij elke weersgesteldheid
mogelijk is in Bergen te weekenden. Toen Zater
dag het weer gunstig keerde, werden de beste ver
wachtingen gewekt en geraakten, wanneer wij ook
de mogelijkheden om gemeubileerd te huren mede
rekenen, Bergen en Bergen aan Zee nog voor 30
met gasten besproken. Wanneer wij alleen reke
ning houden met de hotel-pensions dan kan veilig
verklaard worden, dat deze voor 50 bezet ge
raakten. Enkelen, w.o. het badhotel, haalden zelfs
een bezetting van 80 Gezien het feit, dat wij
dit jaar een zeer late Pinkster hadden, hadden wij
echter beter resultaten mogen verwachten. Het
weer is echter voor alles en ook voor een goede
Pinkster de voornaamste factor en het weer vóór
Pinkster in aanmerking nemende, waren de feest
dagen 1938 voor Bergen en Bergen aan Zee zeker
bevredigend.
Reeds Zaterdagmiddag was te merken, dat
het druk in het dorp zou worden. Tot laat in
den avond sjouwden de besteljongens allerlei wa
ren naar de woningen, waar de families hun tijde
lijk onderkomen hadden gevonden en heerschte er
in de omgeving van de Ruïne een gezellige drukte.
De Zondagmorgen zette prachtig in en met glun
dere gezichten verklaarden de zakenmenschen
aan zee, dat het zeker een goede Pinkster zou
worden. Om elf uur, toen het weer keerde, kwam
reeds vast te staan, dat deze kans, althans voor
den eersten Pinksterdag, verkeken was.
De drukte concentreerde zich in Bergen-Binnen.
Voor de terrassen was het ook daar echter geen
weer. De dansgelegenheden maakten evenwel
goede zaken en in „De Rustende Jager", waar
Wout Polder met zijn bij de danslustigen zoo ge
liefde band de muziek weer verzorgt, was het
geweldig druk.
Ook café Hilbrand en het café Oldenburg,
DE RUïNE-KERK TE BERGEN.
waar eveneens gedanst werd, kregen hun deel. Vol
spanning werd echter de 2de Pinksterdag ver
wacht, die als een stralende zonnedag met vreugde
werd begroet, omdat men toen al wist, dat het
druk, zeer druk, zou worden. Traditioneel be
weegt de jeugd van den kop van Noord-Holland
zich dan naar het speelduin en het café Duinver-
maak, waar het dank zij de overkapte openlucht
dancing zoo druk was, als dit in jaren niet het
geval is geweest. Duizenden rijwielen stonden hier
in de omgeving gestald en op den dansvloer was
het opgepropt vol.
Voor de caféterrassen was het weer op dezen
dag belangrijk gunstiger dan den eersten. Hon
derden, in fleurige zomerkleeding, hadden van
de terrassen bezit genomen en leverden het be
wijs, dat Bergen als vacantie-oord in trek blijft.
Dit bewezen ook de honderden auto's, uit alle
provincies van het land, die zich langs den zee
weg naar Bergen aan Zee bewogen.
Hoewel deze weg te smal is, viel het ons toch
op, dat die heel wat verkeer kan verwerken, dank
zij het feit, dat de wandelaars en de wielrijders
hier ieder over een eigen weg beschikken. Aan de
Breelaan en langs den Duinweg, waar alle verkeer
van een te smallen weg gebruik moet maken, is
dit eenvoudig hopeloos.
De lust voor het baden bleek aan het strand nog
slechts bij enkele durvers aanwezig. Op de terras
sen koesterden zich echter honderden in het zon
netje, genietende van de voortjagende zomerdruk-
te, en des avonds was het een onvergetelijke
avond aan zee, die weer voor de zooveelste maal
bewees, dat onze stedelingen gaarne naar zee
trekken, wanneer het weer dit toelaat.
Voor de beide natuurbaden was het niet dat.
Tweeden Pinksterdag heerschte daar wel een ge
zellige bedrijvigheid, doch in hoofdzaak waren het
de kinderen die er zich niet om bekommerden, dat
het water voor het zwemmen toch eigenlijk te
laag van temperatuur was. De sfeer in de natuur
baden is gelijk aan die op de ijsbaan. Menschen
die in het gewone leven vaak onnoodig ver van
elkander staan, bespreken hier broederlijk de ver
schillende zwemslagen en zijn gemeenschappelijk
enthousiast voor een klein onderling recordje.
Er verandert toch wel iets. Het opkomende
geslacht vertoeft liever in de natuur dan in
de kroeg en dit kan niet anders dan de
volksgezondheid ten goede komen. Zwemmen be
hoorde in ons waterland op de scholen verplicht te
worden gesteld. Bergen's raad besloot het
schoolzwemmen in te voeren, doch Gedeputeerde
Staten keurden dit besluit niet goed, omdat de be
grooting in Bergen met steun van het rijk sluitend
gemaakt moet worden en niet verwacht kan
worden, dat het rijk gelden voor deze aan de
volksgezondheid ten goede komende sport be
schikbaar stelt. Nu beleeft Bergen straks het feit,
dat de leerlingen van de bijzondere scholen wel
zwemmen leeren en die van de openbare niet. Zou
het niet mogelijk zijn dat de voorstanders van het
openbaar onderwijs, getrouw aan het principe
„draagt elkanders lasten" ook voor de leerlingen
van de openbare scholen de gelegenheid openden
om hen ook in dat opzicht niet achter te stellen
bij die van de bijzondere?
Gezien het weer in de week vóór Pinkster, kan
al met al geconstateerd worden, dat Pinkster
1938 niet onbevredigend genoemd kan worden.
Vermeld dient nog, dat vooral 2den Pinksterdag
de ouders met kinderen in den speeltuin „de Be
driegertjes" een prettige toevlucht vonden. Deze
tuin wordt er, met de groote verscheidenheid aan
speelwerktuigen, ook steeds gezelliger op.
HISTORISCHE ANECDOTEN.
Montaigne placht zich in zijn geschriften van
de uitdrukking te bedienen: „Dat zullen wij hier
onder nader bespreken".
Op zekeren dag, toen hij op een donkere trap
uitgleed en zijn bediende, die beneden stond, hem
zag tuimelen, riep deze, in plaats van zijn heer ter
hulp te komen, hem wanhopig toe: „Mijnheer, hoe
zal dat afloopen?"
De koelbloedige Montaigna antwoordde onder
het vallen: „Dat zullen wij hieronder nader be
spreken!"