Pers. A. V. De Hr. en Mevr. P. KromGrondsma, Alkmaar, 2 Kerkstraat 7a. De Hr. en Mevr. G. Duif, Alkmaar, 2 „De Kieviet". De Hr. en Mevr. L. Wezeman, Adam, 7 De Hr. en Mevr. Mr. J. Woudstra, Genève, 5 „De Kluis". De Hr, en Mevr. BrouwerWiedenbruge, Laren (N.H.) 4 „De Kokkel", De Hr. en Mevr. C. F. Overhoff, A'dam, 7 „Kooy". De Hr. en Mevr. H. J, d. Wit, Groningen, 7 De Hr. en Mevr. M, J. Gleusteen, Hilversum, 7 „De Kubus". De Hr. en Mevr. M. Kolthoff, A'dam, 8 De Hr, en Mevr. Dr. P. G. van de Vliet, Hilversum, 7 „Longroom". De Hr. en Mevr. C. Hischemoller, A'dam, 3 De Hr. en Mevr. S. W. Eyssen, Alkmaar, 5 „De Lijster". De Hr. en Mevr. E. J. Weenink, A'dam, 7 „De Magneet". De Hr. en Mevr. Mr. J. Dutilh, R'dam, 10 „Magnolia". De Hr. en Mevr. C. Glerum, Overveen, 5 „Marijke". De Hr, en Mevr. Mr. C. H. de Bruyn, A'dam,, 7 „Mei". De Hr. en Mevr. K. Kuipers, den H^ag, 6 „Molenbeeke". De Hr. en Mevr. J. H. Schmiedell, Bremen, 4 „De Nachtegaal". De Hr. en Mevr. J. H. P. de l'Ecluse, Oosterbeek, 6 De Hr. en Mevr. P. Engel, Zaandam, 7 „Noviomagum". Mej. L. Schoggers en kinderen Kaars Sijpesteyn, Beekbergen, 5 „Parnassia". De Hr. en Mevr. Mr. H. T. Asser, Laren (N.H.), 8 „Parkhuis". De Hr. en Mevr. J. C. L. Paul, Apeldoorn, 7 De Hr, en Mevr. Mr. A. L. F. Brikenaar v. Dijk, Bussum, 8 „Pauline". De Hr. en Mevr. Mr. D, M. Meertens, R'dam, 8 „Paviljoen", Mej. A. Koning, Den Haag, 1 Mej. E. Rissin, Mej. W. Bus en Mej. J. v. d. Veen, Leeuward., 3 Coert en Nette van Harinxma thoe Slooten, Leeuwaren, 2 De Hr. en Mevr. E. J. Weenink, A'dam, 7 „Pax in Terra". De Hr. en Mevr. Dr. H. C. Jelgersma, Oegstgeest, 6 „Pirola". De Hr. en Mevr. C. Krak, Alkmaar, 5 De Hr. en Mevr. Dr. E. Immink, Zaandam, 7 „Primula". Dames van Wely, Geldermals., 2 „'t Roefje". De Hr. Leo Peltenburg en Fam., Bussum, 5 „De Ruyter". De Hr. en Mevr. Jac. Verkade, Zaandam, 7 De Hr. en Mevr. W. H. v. Eeghen, Doorn, 7 „Saenden". Mevr. J. J. Keyzer, Zaandam, 6 „Schelpduin". De Hr. en Mevr. A. A. de Koninf, Vlaardingen, 7 De Hr. en Mevr. Dr. H. S. Boogaart, A'dam, 7 „De Scholekster". De Hr. en Mevr, Dr. P. van Braam van Vloten, Den Haag, 5 Jhr. en Mevr. W. Boreel, Den Haag, 7 De Hr. en Mevr. W. F. Dutilh, R'dam, 8 „Shanti". De Hr. en Mevr. Dr. J. de Graaf, Groningen, De Hr. en Mevr. J. Holterman, Dordrecht, 3 De Hr. en Mevr. Dr. P. K. Pel, Den Haag, 6 „Skopia". Mevr. G. W. M. Kamerlingh OnnesElfring, Bergen, 5 Mevr. van LennepZeverijn, A'dam, 6 „Spoorklok 1". De Hr. en Mevr. S. Godefroi, A'dam, 4 „Spoorklok II". De Hr. en Mevr. Peiser, A'dam, 4 „Spoorklok III". De Hr. en Mevr. A. J. Madsens, Hilversum, 6 „Sterntje". De Hr. en Mevr. de Sonnaville Arkesteyn, den Haag, 5 Mej. F. Arkesteyn, Den Haag, 1 Francois Theeuwise, Den Haag, 1 „Tine", De Hr. en Mevr. J. J. van Monsjou, Santpoort, 7 De Hr. en Mevr. E. Boeker, Dieren, 6 „De Toog", De Hr. en Mevr. C. de Jongh, Zaandam, 5 De Hr. en Mevr. Mr. F. Tabingh Suermondt, A'dam, 7 „Ulysses". Jhr. en Mevr. Ir. C. E. W. van Panhuys, Den Haag, 6 „Verbrandepanhoeve". De Hr. en Mevr. Dr. P. A. van der Harst, A'dam, 7 Pers. A. V. „Wernau". De Hr. en Mevr. G. Boekschoten, Hilversum, 4 „Westerlicht". Mevr. H. JonkerNierstrasz, Zutphen, 8 „Windy-Ridge". De Hr. en Mevr. Ir. F. van den Grinten, Heerlen, 8 De Hr. en Mevr. W. Boot, Bussum, 7 „De Wijde Blik". De Hr. en Mevr. Mr. H. J. G. Ivens, A'dam, 4 De Hr. en Mevr. Dr. C. van der Heide, A'dam, 4 De Hr. en Mevr. Mr. D. Crena de Iongh, A'dam, 8 „De Zandbak". Mevr. W. Schreuderter Horst, Groningen, 8 „De Zeedroom". De Hr. en Mevr. R. A. Haverkorn van Rijsewijk, R'dam, 6 De Hr. en Mevr. Ir. E. J, IJzerman, A'dam, 8 „De Zeevonk", De Hr. en Mevr. H. Oortman Gerlings, Bussum, 5 De Hr. en Mevr. Dr. M. Tausk, Nijmegen, 7 „Zonnehuis". De Hr. en Mevr. S. Keizer, A'dam, 5 Mevr. A. H. A. Coors Braun, Den Haag, 8 „Zephyr". De Hr. en Mevr. J. Kruyswijk, A'dam, 6 Bio-Vacantieoord „Russenduin", A'dam, 100 Duitsche Ferienkolonie A'dam, 40 Vacantiehuis „Voor Jong Nederland", A'dam, 66 Vacantiehuis „Het Zeehuis", Adam, 120 Totaal aanwezig 4052 pers. BERGEN'S MID-ZOMERDROOM. Een nabeschouwing over de ver lichtingsavond. Talrijke malen heb ik mij geëergerd over de onfeestelijke wijze waarop men in ons land feest versieringen pleegt aan te brengen. Men behoeft zich slechts nationale gebeurtenissen in herinne ring te roepen, om tevens het beeld van straten en pleinen voor den geest te halen welke, op enkele lofrijke uitzonderingen na versierd waren op een manier die öf te armelijk, öf te dor, te kwasi- artistiek of te plechtig was. Bij gelegenheid van het prinselijk huwelijk heb ik elders een meer uit voerige beschouwing over dit thema gegeven. In het kort zij herhaald, dat uit de stadsversieringen overvloedig bleek, hoe men het volksche karakter der versiering welke een feestelijke spontaniteit moet doen gevoelen en de spontane medewerking van het volk dan ook verondersteld, pleegt te negeeren en te veronachtzamen. In de meeste gevallen werden bij dergelijke ge legenheden officieele comité's gevormd, welke dan lange en langdradige bijeenkomsten hielden om een aantal subcomissie's het licht te doen zien Deze laten zich dan meestal een aantal artistieke adviseurs aanmeten en dan tijgt men gewapend met op schaal uitgevoerde ontwerpen aan het werk. Inmiddels is dan de argeloosheid welke het aroma van iedere feestelijkheid vormt, reeds dood en begraven. In stede daarvan is de officieele decoratie gekomen met neigingen tot deftigheid en zwaar belast met artistieke bedoelingen. Nu denke men niet, dat ik de medewerking van kunstenaars apriori verwerpelijk zou vinden. De geschiedenis is daar om ons aan te toonen, dat in samenwer king met beeldende kunstenaars en architecten prachtige resultaten kunnen bereikt worden. Men denke maar eens aan de vorstelijke feesten in de Vlaamsche steden van den Bourgon- dischen tijd, of aan den intocht van Francesco Sforza te Milaan in 1450, aan de intochten van Infante Philip te Antwerpen in 1549, van Karei de negende in Parijs van 1572, van Hendrik de Vierde te Roaan in 1596 enz., enz. Aan de versieringen en décors, de decoratie's en verlichting en alles wat er bij te pas komt, werkte de voornaamste kun stenaars van hun tijd mede. In Italië meesters als Da Vinci en Brunellesci, in Vlaanderen meesters als Eijck, Memlink en Rubens. In die tijden echter was er een algemeen levend stijlgevoel en een schoone traditie waaruit èn volk èn kunstenaars wisten te putten. In sommige lan den, met name Frankrijk en Italië is nog iets van die traditie blijven leven, de goede smaak berust daar op een vanzelfsprekendheid welke benijdbaar is en 't valt dan ook niet te verwonderen dat men daar gelijk nog kortelings gebleken is tot grandioze versieringen kan komen. Ook Duitsch- land is ons in dit opzicht voor, doch wat ik daar in den laatsten tijd zag is zóó demonstratief dat „het sieren" daardoor totaal overwoekerd werd. In ons land is van een dergelijke traditie geen sprake, in zooverre zij er geweest is, was zij in de negentiende eeuw in elk geval gestorven. Dit had tot gevolg, dat de alleenstaande artist buiten alle traditie om aan het werk toog en vaak enkel poogde „anders dan anders" te doen terwijl bovendien voor werkelijk grootsche plannen geen middelen beschikbaar gesteld werden en 'n mooie opzet veelal op een armoedige verwerkelijking uitliep. Hoe weinig feestelijk en luisterlijk de offi cieele decoratie's plegen aan te doen, bleek bij gelegenheid te Amsterdam, toen het vindingrijke volk het hoofdmonument eener versiering op den Dam aanduidde als „het graf van den onbekende belastingbetaler". Verreweg het best voldeed steeds de versiering van de Jordaan waar het volk te werk ging naar een eeuwenoude traditie, gevormd door de brui- loftspractijken van dit springlevende, bloedrijke volksdeel. Alles bijeen echter voert het beeld der open bare versiering m. i. tot de bovengemelde conclu sie, dat feestversieringen in ons land alles behalve feestelijk plegen te zijn. Ik ben echter bereid een uitzondering te maken voor Bergen. De feestelijke verlichting en versie ring welke men Woensdagavond kon aanschou wen, mag men werkelijk uitstekend geslaagd noemen. Het trof den kritischen toeschouwer onmiddel lijk, dat het karakter dezer verlichting uitstekend getroffen was. De stemming van het dorp werd er niet door vernietigd doch integendeel verhoogd en in een fijne, lyrische sfeer gebracht. De opzet was allereenvoudigst, niets dan slingers, bogen en tros sen met brandende lampions waarvan het mee- rendeel oranjekleurig, doch juist deze eenvoud gaf het gewenschte resultaat, vooral waar iedere technische verstrakking was afgewezen. Nimmer zal men met elecrische lampjes bij benadering het fijne, echt feestelijke effect bereikt dat hier door middel van duizenden lampions op zoo onverbe terlijke wijze getroffen werd. Als er voor het mis lukken van zoo menige versiering één factor met name te noemen is, dan is het de mechanisatie. Een reeks electrische lichtbogen kan wel „schitte rend" aandoen maar mist het elegante en roman- neske, het mist die levende, vlammende schijn van de kleine kaars en het mist die factor van vroo- lijke, toegewijde voorbereiding welke ieder feest tot iets eigens maakt. Wie Woensdagavond, toen het duister gevallen was, door de lanen van Ber gen wandelde met boven zijn hoofd een eindelooze rei van kleurige lampions die lichtslingers vorm den van boom tot boom of hier en daar in trossen neerhingen, die ontkwam niet aan de romantische klemming van het geheel, een romantiek welke te gaarne aanvaard werd waar zij zoo onopzettelijk ontbloeide en zich zoo rustig bij de schoonheid van dit dorp aansloot. Vooral rondom de ruïne kwam deze stemming tot uitdrukking. Dit prach tige plekje verkreeg op deze sterrenrijke zomer avond een bijzondere bekoorlijkheid. In de hooge boomen hingen de willekeurig opgehangen lam pions als lichtende vruchten terwijl ze in het gras kleine kampvuren vormden welke hun warme schijn over het grastapijt wierpen. Honderden menschen wandelden in dichte drommen door den kom van het dorp, prettig pratend doch zonder luidruchtigheid terwijl nu en dan vlagen muziek aangedreven kwamen. Hoogstwaarschijnlijk werd hier wel geprofiteerd van de directe of indirecte medewerking van kunstenaars-dorpgenooten doch deze medewerking bleef binnen het volksche be sloten en werd niet tot een van boven opgelegd schema dat met ambtelijke strengheid wordt uit gevoerd. De verlichtingsavonden in Bergen hebben zoo hun eigen traditie en daartoe behoort het spontaan meedoen. Dit blijkt ook uit het met lampions en vetpotjes versieren van tuinen en villa's welker bewoners meedoen om de pret van het meedoen zelf. Juist in zulke kleinigheden schuilt de aroma der feestelijkheid. Het komt mij dan ook voor, dat een verlichtingsavond als te Bergen werd gehouden, aan menige plaats ten voorbeeld gesteld kan worden. JAN B. VERLICHTINGSAVOND IN BERGEN OP WOENSDAG 27 JULI. Verlichting in Bergen! Woord van magnetische kracht voor allen tot ver in den omtrek, tooverwoord vooral voor de kinderen. Zie ze loopen, de kleine peuters, hangend aan den arm van vader en moeder, of hoog gezeten op 'n paar sterke schouders; vol eerbiedige bewonde ring voor die duizende wondere lichtjes. Heldere lichtjes in kinder-vraagoogen. En de enkele uitverkorene, die zelf zoo'n hel dere bol voorzichtig en vol trots aan een stokje voor zich uit draagt. Hoeveel verlangende blikken dwalen niet af naar die prachtige lampion van dat ééne jongetje daar. Maar voldaan, gelukkig en moe gaan ze allen zoet na 'n uurtje huistoe. En in 't dorp wordt 't steeds drukker; Bergen s Harmonie blaast er lustige marschen en, alles wat jeugd is, sliert er vroolijk achteraan, slechts in z'n vaart gestuit door 'n paar barsche veld wachters. Het rijverkeer in de kom van 't dorp is voor de eerste keer stopgezet, wat wel zéér op prijs ge steld wordt. Véél menschen, véél vroolijk lawaai en véél licht, waartusschen zoo af en toe eens een vleugje zure haring-paling, dat is 't feest op z'n hoogtepunt. Alle café-terrassen zijn vol, ijskarretjes, kraam pjes en winkels worden beroofd van alles wat eet baar is, alle menschen hebben vanavond teveel geld. De Stationsstraat met z'n oranje tentdak, de Ruïnelaan met z'n heldere trossen, de groote kastanjes me hun gloeiende vruchten om 't oude kerkje zijn wel 't mooist. En dan nog aan de Breêlaan de kunstige groote lampions door jonge artisten beschilderd met Chi- neesche motieven, of poppen vormend. En zelfs een smalle doorgang als he Fransche Pad heeft zijn boogjes lampions, terwijl aan de rand van 't

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1938 | | pagina 9