Dertigste jaargang. No. 2. Abonnemen,sPriisJL .00"^^ v.v.v. Zaterdag 10 Juni 1939. Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar. REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 9, TELEFOON 2039, - BERGEN (N.-H.) EERSTE BLAD. Het Vreemdelingenverkeer in Bergen. „Het Volk" van 24 Mei j.l. bevatte over Bergen en Bergen aan Zee een dermate prettig geschreven beschouwing, dat wij daaraan gaarne een eere plaats in „De Badbode" afstaan. De lezer, die op de hoogte is van de geschiede nis van ons vacantie-oord, weet, dat het oude boekje, waarvan in het artikel sprake is, het werkje is van wijlen mevrouw van Reenen- Völter, waarvan de tweede druk uitgebreider, na haar dood in 1925, verzorgd werd door haar doch ter mevrouw Baronesse Taets van Amerongen-- van Reenen. Dit boekje, dat een schat van bijzonderheden over Bergen bevat, is bij de boekhandelaren in j Bergen verkrijgbaar en wij twijfelen er niet aan I of vele lezers zullen, na kennisname van dit arti- j kei, zich dit boekje aanschaffen, dat in het bezit behoort te zijn van iederen Bergenaar die zijn plaats lief heeft en de vreemdeling over de plaats j van zijn inwoning wil inlichten. Hier volgt nu het bewuste artikel. Dit staat in een oud boekje: Hoe anderen ons zien. „Onverpoosd knagend heeft de zee tussen Egmond en Callantsoog de vroegere buitenwaarts gebogen kustlijn recht geschuurd, haar grens land waarts verplaatst, gemiddeld één meter per jaar. Het geroofde zand werd ten noorden van Petten geworpen, waar het nu duinen vormt, die in 1600 nog niet aanwezig waren. In 839 is de zee bij Petten ingebroken. Ook heeft zij de smalle strook duinen verzwolgen, waarachter nog in 1600 het gehucht Kamp met zijn kerkje lag. Omtrent 1880 werd door arbeiders, die aan de Hondsbosse zeewering werkten, dit kerkhof teruggevonden op het strand, de lijkkisten gedeeltelijk nog in gave toestand. In deze vondst schijnt de aanleiding te liggen tot het verhaal, als zouden de lijken der Russen, die in 1799 te Bergen aan de binnenvoet der duinen begraven werden, een kwart eeuw later aan de buitenvoet daarvan te voorschijn zijn gekomen. De Russen slapen hun doodslaap nog aan de landzijde der duinen, die te Bergen ruim vierduizend meter breed zijn. De Bergenaar kent elk plekje daarin, zoals trou wens in heel de omgeving. Hij heeft Bergen lief, zoals wij liefhebben, wat „geduert hadde van kin- de clene". Dartelde hij niet als knaap rondom de ruïne, zich vermakend met knoeten, britten, koordrege- len of riempie-slaan? Bouwde zijn zusje geen mooie speelhuisjes in het bos, van scherven, steen- tjes en schelpen? Was hij niet veeltijds veldwach ter en jachtopziener te gauw, nestjes uithalend in j het voorjaar, in de zomer dammen bouwend en stroompjes makend in de beek bij de Holle Vij— j ver? Kon hij niet uren lang zitten hengelen in het water van de Vaart om een baarsje of zelfs maar j een witvisje machtig te worden? Heeft hij niet menig argeloos lijstertje gestrikt en zich vergast j aan de bramen in de duinen? En met welk een trots heeft hij de eerste keer zijn schaatsen be- proefd op de vijvers van het Hof! En latér als jonge man, hoeveel zomeravon den heeft hij toen gesleten aan de Ronde Kom, j met zijn makkers het laatste dorpsnieuws bespre- j kend, terwijl de zee hem toeruiste uit de verte. En wandelt hij nu niet des Zondags stemmig in de Eeuwige Laan, zoals zijn vader en zijn grootvader dat vóór hem gedaan hebben? Zeker, de Bergenaar hoort bij Bergen! Dit idyllische plekje gronds, met zijn tragische geschiedenis, heeft hem gemaakt tot wat hij nu is: stil en geduldig, langzaam en voorzichtig, tegen over vreemden een weinig wantrouwend zelfs ietwat onverschillig, vasthoudend en volhardend met een sterk gevoel van eigenwaarde, zich ken merkend door een ernst, die hem zelfs bij het feestvieren nooit geheel verlaat. Hij heeft zin voor vorm en kleur. Wellicht heb ben de vele historische gebeurtenissen hun invloed hier achtergelaten, en is mede daaruit veel te verklaren, wat aan gebruiken en gewoonten is ge bleven". SCHONE NATUUR. Wij hebben ons een enigszins uitvoerig citaat veroorloofd, omdat er zo voortreffelijk in tot uiting komt, wat in de omgeving van het Noord hollandse plaatsje Bergen van onvergankelijke schoonheid is en blijven zal, wanneer tenminste wat men hopen mag degenen, die ten koste van alles bomen willen omhakken, er nooit iets te zeggen zullen krijgen De cijfers van het zielental spreken boekdelen. In 1905 woonden er in Bergen nog maar nauwe lijks zeventienhonderd mensen, thans reeds een zevenduizend. Daaruit blijkt reeds, dat men hier in een aantrekkelijke streek is. Vele goede fami lies, vooral uit Amsterdam, Zaandam en Alkmaar, hebben hier buitenhuisjes staan en kunnen zich in de vrije natuur te buiten gaan zélfs aan allerlei dingen, die men in de stad toch gemeenlijk niet doet: rijden op een paard en zo. En als centrum van vreemdelingenverkeer? De Bergenaar houdt toch méér van vreemdelingen, dan uit het hierboven geciteerde boekje zou blij ken. In het hartje van het seizoen, de eerste Augustus, bedroeg het aantal niet-inwoners, dat in Bergen tijdelijk verblijf hield: in 1908 ongeveer 350, in 1917 omstreeks 2200, in 1927 ruim 3000 en in onze dagen om en nabij de 5000. Vorig jaar heeft men in totaal 26000 gasten gehad, die er gemiddeld elf dagen verbleven. En hoe goed Bergen daarop ingericht is, moge blijken uit het feit, dat er zowaar een 5.500 bed den voor toeristen beschikbaar zijn wel een zeer groot aantal voor een kleine plaats. Wanneer men de cijfers bekijkt, ziet men, dat er dus per inwoner bijna twee bedden zijn, maar de Berge naar heeft er, evenals u en ik, maaréén voor zichzelf nodig en ziedaar de reden, waarom er altijd ruimté is voor hen, die van licht en lucht genieten willen. Natuurlijk is dat-niet allemaal vanzelf gekomen. Men heeft ter plaatse echter tijdig ingezien, dat de bevordering van het vreemdelingenverkeer iets is, dat maar niet aan toevallige omstandigheden kan worden overgelaten. Men moet dat stevig organi seren en wanneer dat geschiedt, trekt een gehele bevolking daar profijt van. Er is een goede V. V. V. werkzaam in Bergen. Ze heeft een prima geoutil leerd eigen bureau, waar ieder die hier iets zoekt, kosteloos wordt ingelicht. Prachtige wandelingen. Nu iets over Bergen zelf. Ondanks de stijging van het zielental is de oude kerkruïne nog altijd het centrum gebleven. De historie van deze ruïne ligt in het verre verleden; toen het dorp nog door meren was omgeven, de Hondsbosse zeewering nog niet bestond en het water op bepaalde tijden het land binnendrong, diende de oorspronkelijke kerk als opslagplaats voor have en goed van de dorpelingen en de muur rondom het kerkhof fungeerde als waterkering. In 1574 kraaide de rode haan er victorie. Maar de ruïne is er altijd blijven staan en vormt thans een van die zeldzame plekjes in ons land, waar zowaar witte wilde orchideeën groeien; of groeiden, want we weten niet of ze er ook dit jaar weer zullen staan. Hoe dit zij: handen af! In het begin van deze eeuw heeft Van der Steur in de omgeving een raadhuis gebouwd en dat gold steeds als een sieraad van de gemeente. Zo is er meer te bewonderen. Maar vooral; men kan', van de kerkruïne uit, vele schone wandelingen door de omgeving ma- DE EEUWIGE LAAN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1939 | | pagina 1