REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 9, TELEFOON 2039, BERGEN (N.-H.) EERSTE BLAD. Wordt 1939 een goed seizoen? Dertigste jaargang. No. 3. Abo„nem,nuP,ij. 1 IL ZÏÏÏÏ?*, v.v.v. Zaterdag 17 Juni 1939. Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. Coster Zn., Voordam 9, Alkmaar. Een herinnering tot leering. Bovenstaande vraag kan momenteel noch beves tigend, noch ontkennend worden beantwoord. De Paasohdagen waren gunstiger dan dit in vele jaren het geval is geweest en ook de Pinkster dagen waren niet onbevredigend. De inzet was dus goed, doch dit geldt in hoofdzaak het dagbe- zoek en de hotel-pensions. Voor de verhuurders van gemeubileerde huizen staat het anders. Toen in Maart de oorlogsdreiging over Europa kwam, liet het zich aanzien, dat vele Nederlanders er van zouden afzien om met vacantie naar het buitenland te gaan. Ongetwijfeld kan verwacht worden, dat het aantal, dat naar het buitenland gaat, geringer is dan gewoonlijk. De oorlogsdrei ging had echter ten gevolge, dat velen het defini tief huren langer uitstelden dan gewoonlijk. Het moge waar zijn, dat bij een eventueel uit breken van den wereldbrand en bij mobilisatie Bergen tot één der veilige oorden in ons vader land behoort (de militaire commandant van Nij megen nam reeds maatregelen om bij het uit barsten van de Europeesche catastrofe zijn gezin in Bergen onder te brengen) het is ook waar, dat 1914 heeft geleerd, dat aanvankelijk de Nederlan ders in bange dagen het liefst thuis zijn. Wel staat vast, dat in de daarop volgende jaren het aantal gasten grooter en het aantal verblijfdagen even eens grooter werd. Gelukkig is de Europeesche hemel, voor wat het gevaar van oorlogsdreiging betreft, wat opge klaard, De verhuurders van gemeubileerde huizen hebben voor den vóórtijd de schade echter reeds te pakken en het zal te bezien staan of voor de overige maanden die schade nog kan worden in gehaald. De koude maand Mei is voor het verhu ren voor den vóórtijd echter ook van nadeeligen invloed geweest. Met voldoening kan geconsta teerd worden, dat de mooie zomerdagen na Pink ster voor het bespreken en het huren in Bergen van zeer goeden invloed zijn geweest. Een herinnering. Vóór ons ligt een manuscript, door een zorg zame moeder in 1918 voor haar zoon geschreven, waarin zij de doorgemaakte ellende in de oorlogs jaren 19141918 beschrijft. Velen zullen zich dien tijd van de distributie, de maximumprijzen en de woekerprijzen voor levens middelen en levensbenoodigdheden nog wel herin neren. Dit zijn echter de ouderen. De jonge huis vaders en huismoeders weten dat niet en daarom lijkt het ons wel interessant, eens de prijzen van enkele artikelen te noemen, zooals die in het bovengenoemde geschrift worden aangegeven. Wellicht zal men dan beter begrijpen waarom, in het algemeen belang, er van gezaghebbende zijde °P is aangedrongen, om, ter voorkoming van prijs opdrijving, eenige voorraden in huis te nemen. De melk, die vóór het uitbreken van den oorlog 8 ct. per liter kostte, kwam op een maximumprijs van 22 cent en werd verkocht voor 25 a 30 cent buiten de distributie. De maximumprijs voor een pond boter was 2.20, buiten de distributie ƒ.5.a 6.Voor de volgende artikelen geven wij nu als eerste cijfer den maximumprijs en als tweede cijfer den woekerprijs. Kaas 0.60 1.eieren 10 ct. 35 ct., koffieboonen per pond 1.50 5.a 6. thee was zelfs niet tegen maximumprijs te krijgen en werd voor 13.per pond verkocht, petro leum 0.45 1.—, meel 0.19 1.— vleesch 1.40 3.50. Voor de slagers was het toen wel een gouden tijd. Geweldig veel vee werd er buiten de distri butie om geslacht en vindingrijk was men met het binnensmokkelen. De menschen pasten zich al heel gauw aan. Zoo vertelt deze moeder-pensionhoudster na een beschrijving van den uittocht van de gasten op 2 Augustus 1914, hoe er bij haar nog 8 waren gebleven en hoe zij, geplaagd door de gedachte, dat de verjaagden aan de grens alles moesten ontberen, de bestelde aardbeien met slagroom voor de logé's maar afzegde, omdat ze de tegen stelling te groot vond. Den gasten bood ze de ge legenheid, maar iets minder te betalen, die dit echter onder gelach afwezen. De eerste reactie op ongewone gebeurtenissen is altijd een dwaas handelen. Dwaas was het ook van de massa, aan het papiergeld geen waarde toe te kennen. Wij herinneren ons nog, hoe men bij het agentschap van de Ned. Bank in Alkmaar voor enkele guldens papieren tientjes kon koopen, omdat de winkeliers die als betaalmiddel afwezen en de bank tijdelijk niet aan de aanvraag-naar zilver kon voldoen. Mijn vader had toen een 300 aan zilver in huis en ik wist hem te bewegen, mij toe te staan, die voor papier bij de bank in te wisselen, aangezien hij zijn schuld evenzeer met papier als met zilver kon voldoen. Nog zie ik het verwonderde gezicht van wijlen mr. Boelmans ter Spill, toen ik hem zilver voor papier kwam aan bieden, terwijl velen op straat voor dit zilver het dubbele in papiergeld boden. Hij begreep echter de geste, deed daarvan aan de beangstigde me nigte mededeeling, hetgeen zijn geruststellende uitwerking niet miste. Ook in Bergen werd het papiergeld als betaal middel ue eerste dagen afgewezen. De leveranciers hielden liever een vordering. In den bakkerswin kel (de echtgenoot van onze pensionhoudster was aanvankelijk bakker, doch gaf dit beroep er ten slotte aan, toen hij in den distributietijd daarmede geen droog brood kon verdienen) had men ook de grootste moeite, met het geld de klanten tevreden te stellen, zoodat de pensionhoudster-bakkerin, tot groote teleurstelling van haar echtgenoot, de gespaarde gouden tientjes en vijfjes maar inwis selde, die later in 1917 voor 15 a 16 verkocht werden. Deze zelfde vrouw, met groote verantwoorde lijkheid, vond later het z.g. hamsteren zoo ge woon, dat ze, uit vrees voor huiszoeking, voor raden levensmiddelen bij haar oude moeder onder den keukenvloer opborg, een kist zeep in den leegen oven plaatste en de pudding en koffieboo nen in de koffers van de ingekwartierde officie ren, die gaarne ook iets meer verorberden, dan de distributie toeliet, opborg. Op initiatief van de memoires-schrijvende pen sionhoudster, had de man den bakkerswinkel in een sigarenwinkel veranderd en op ontroerende wijze vertelt zij, hoe een traan over haar wangen rolde, toen bij haar, die 37 jaar lang het door haar schoonvader en man gebakken brood had genut tigd, voor het eerst een vreemden bakker over den vloer kwam. Deze bakker was een collega, die gemobiliseerd was geweest en het boekje met de klanten zóó had overgekregen, want een bak kerszaak was toen niets waard. Onze, voor haar zoon schrijvende moeder had, dit blijkt wel uit het heele geschrift, een psycholo- gischen kijk op de dingen. Toen de man n.l. bak ker was, zoo lezen wij, was haar advies: „man, houdt de vrouwen maar te vriend, des te meer verkoop je". In de zaak met rookartikelen begreep ze, dat het om de mannen ging. Grootvader en vader, als echte smokers, waren de beste klanten en hadden haar geïnspireerd, het roer om te gooien. Dank baar constateert zij, hoe Nieuwjaarsdag 1916 de mannen en zoons als klanten in de zaak de plaat sen innamen van de moeders en dochters, die voorheen den bakkerswinkel bezochten. De moeilijkheden die de kolennood bracht, vooral voor hen, die meer dan één kachel stook ten, wordt in het manuscript evenzeer aangestipt. Wij lezen, hoe de bakker, die boer werd naast den sigarenwinkel, drie maanden lang door bloed vergiftiging aan zijn handen, veroorzaakt door puntdraad, werd geplaagd en daarna, op aandrang van zijn vrouw, zich tot den burgemeester om een baantje bij de distributie wendde en met de distri butie van sajetbonnen werd belast. Wij lezen van ingekwartierde Hollandsche sol daten, van gehuisveste Belgische vluchtelingen, van geïnterneerde Duitsche militairen en van het kamp, waarin de z.g. lastige buitenlanders geïn terneerd werden. Een aardig kiekje uit het centrum van het dorp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1939 | | pagina 1