„Duinvermaak",
A. E. ROMENY,
DE
„DE BADBODE"
Qroote KINDERSPEELTUIN.
CONCERT en
OPENLUCHTDANCING
HOOG EN LAAG WATER
BIJENVERHALEN.
BERGENSCHE
DROGISTERIJ
BREELAAN 17, - BERGEN (N.-H.)
J. BUISMAN,
Gevuld Krentenbrood
Lunchroom in Alkmaar
VALK'sLunchroom
1111111111111
CAFÉ-RESTAURANT
Prachtig gelegen aan den voet der duinen.
ZONDAGSMIDDAGS
door een 1e klas Orkest
RUIM PARKEERTERREIN.
te BERGEN AAN ZEE (in Zomertijd).
JUNI.
Hoog water
Laag water:
Datum
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
24
9.14
21.46
6.02
18.31
25
10.18
22.52
7.02
19.37
26
11.24
24.00
8.10
20.51
27
12.38
9.22
22.01
28
1.08
13.45
10.26
23.05
29
2.11
14.42
11.22
24.00
30
2.59
15.29
12.15
moesten blijven. Aan de soldaten waren twee
maatjes rum uitgedeeld, met het strenge bevel er
slechts één van te gebruiken vóór de overwin
ning. Er was bevolen voor twee etmalen beschuit
mee te nemen
Nog veel wordt er verteld en uit alles blijkt,
hoe de manschappen gebrek leden aan alles.
De Russen waren meest veteranen, die tegen
de Turken en Polen gevochten hadden, en zich
onoverwinnelijk waanden.
De veldslag, die 19 September 1799 geleverd
werd, was op zijn hevigst om de oude kerk, maar
veel Russen waren reeds gevallen, eer zij daar
aankwamen.
Ter hunner nagedachtenis is in 1901 een monu
ment opgericht aan den Russenweg en tot aan
den wereldoorlog werd aldaar elk jaar een dienst
gehouden voor de gesneuvelden.
Het nu vredige dorp heeft velerlei stormen
achter zich, maar ook telkens heeft het zich her
steld van elPenden, die oorlog of andere rampen
14 Juni 1939.
„Maar vader, wat doen die bijtjes nu met al
die gele bolletjes?" vroeg het kind.
We stonden dien warmen zomermiddag achter
in den pastorietuin aandachtig te kijken naar het
af- en aanvliegen der bijen. Met tientallen kwa
men ze naar den korf terug, gele en oranjekleurige
stuifmeelbolletjes meetorsend. En steeds vlogen
weer andere weg. Ze kropen door de kleine
opening, wachtten soms even als in beraad en
hupsa, in minder dan geen tijd waren ze uit 't oog
verloren.
Mijn dochter, die nog niet in den leerplichtigen
leeftijd, en d u s nog leergierig is, hield niet op,
alles over het bijenvolk te vragen. Toen heb ik
haar op mijn schouders gezet, en zijn we over de
kleine slingerpaadjes naar het huis teruggerend.
En uit de kast werd opgediept: Carl Ewald's heer
lijk sprookjesboek. We kropen samen in een der
groote crapeauds en het boek werd opengeslagen.
„Luister", zei ik, volkomen overbodig, want oog
en oor en het heele lijf en de heele ziel van het
kind waren één en al aandacht, „De Bijenkoningin.
De boer deed zijn bijenkorf open. „Er uit", zei hij
tegen de bijen, „de zon schijnt, de bloemen komen
overal te voorschijn, 't is een lust voor de oogen.
Laat me nu eens zien, dat jullie flink werken en
een ferme portie honing bijeen brengen
Lang nadat het kleine meisje weg was gegaan,
je kon ze beneden hooren ravotten met de poesen,
was ik nog in de studeerkamer aan 't snuffelen
APOTH.-ASSISTENTE.
Telefoon 2236.
BAKKERIJ
Molenstraat 14, - Telefoon 2460,
is nog steeds onze specialiteit.
tusschen de boeken op jacht naar bijenvertelsels.
Wat hebben deze diertjes door hun prachtige
sociale leefwijze dichters en denkers geboeid:
vanaf de „grijze" oudheid tot nu in onze „ver
lichte" eeuw.
Niemand minder dan Shakespeare roemt de goe
de eigenschappen der bijen en stelt ze bij monde
van den Aartsbisschop van Canterbury in zijn
drama Koning Hendrik IV den lezers en hoorders
ten voorbeeld.
Zoo werken ook de bijen,
Diertjes, die door de natuur aan groote staten
Voor ord'lijk doen als voorbeeld zijn gesteld:
Een Koning hebben ze en beambten, deels
Handhaven deze, als schouten, thuis de tucht;
Deels doen ze, als handlaars, zaken buitenshuis;
Deels gaan ze als krijgers, en een angel voerend,
Ten roof uit op des zomers tulpenknoppen,
En dragen hunnen buit, in blijden optocht,
Naar huis en in de heerscherstent huns vorsten,
Die, naar zijn roeping allen gadeslaat:
De mets'laars, zingend gouden daken bouwend,
De stille burgers, die den koning kneden,
Het poover arbeidsvolk, dat, zwaar beladen,
Door de enge poort de woning binnendringt,
Den strakken rechter, die met norsch gegons
Den tragen slaper hommel overlevert
Aan bleeke beulen x)
J) In de bekende vertaling van Dr. L. A. J. Bur-
gersdijk.
is:
Kaasmarkt, t.o. Bureau V7.V7.V7.
voor Uw kopje Koffie, - IJs,
Koffietafel, - Lunch of Diner.
Niet alleen Shakespeare, ook Lessing, Felice
Zappi, zelfs Dante, Plato, Plutachus hebben over
de bijen in schoone zinnen geschreven en gedicht.
Heele bijenromans vinden we in de literatuur van
de oudheid tot heden. Naast deze wijsgeerige en
welklinkende uitingen vinden we ook in de pri
mitieve letterkunde talrijke, zoowel symbolische
als grappige bijenverhalen, meestal vol oud volks
bijgeloof, vaak van amoureuzen of godsdienstigen
aard.
De oude Indiërs zagen in de bij een heilig wezen
en ze nam een groote plaats in bij hun religieuze
gebruiken. Het zwermen der bijen bestudeerden
ze met vrees en beven, want als per ongeluk een
zwerm een woning binnen vloog, beteekende dit
ongeluk, dat slechts door verbranding van een
splinter van den Udumbaraboom kon worden
afgewend.
Hij, die vroeger in Indië honing stal, moest de
waarde ervan drie maal vergoeden,- en werd, on
danks deze boete na zijn dood in een wesp ver
anderd. Hij, die echter staat kon maken op een
vlekkeloozen en deudzamen levenswandel, kon er
vast van overtuigd zijn, dat zijn ziel eens ter be
looning in een bij zou veranderd worden.
is verkrijgbaar te Bergen-Binnen:
lo. in den boekhandel van den heer P. de Haan
in de Stationsstraat;
2o. in den Eersten Berger Boekhandel. Oude
Prinsweg;
3o. in den boekhandel van den heer G. Schoe-
link, Oldenburglaan;
4o. aan het bureau van „Vreemdelingenverkeer"
naast het Postkantoor;
5o. in den Bergenschen Kunsthandel van den
Heer P. Hopman;
6o. in de zaak van den heer Thomas, Dorps
straat, hoek Kleine Dorpsstraat.
Te Bergen aan Zee:
lo. in den Kunsthandel van den heer P. Hopman;
2o. in de zaak van den heer J. Passer;
3o. in den boekhandel van den heer Kuitwaard.
Aan deze adressen kunnen ook advertenties
worden opgegeven, a 15 cent per regel. Voor
meermalen plaatsing reductie.
AGENDA:
Tentoonstellingen.
Kunstzaal P. Boendermaker, Loudelsweg. Dage
lijks geopend van 1012 en 14 uur.
Portretten door Bergensche schilders.
Ouden Prinsweg, naast Bloemenzaak Matthieu de
Sain, expositiewerken Viëster en Martin Uiten-
bosch.
Bergensche Kunsthandel P. Hopman. Werken van
verschillende schilders. Dagelijks geopend.
Museum naast het Postkantoor.
Dagelijks geopend van 1012 en van 24 uur.
Dancings en amusement.
De Rustende Jager, Dancing dagelijks.
Hotel Nassau-Bergen, Bergen aan Zee. Dancing
Zaterdag.
Café Duinvermaak. Openlucht-dancing. Zondags
middags en 's avonds.
Speeltuin „de Bedriegertjes", attracties voor
kinderen.
Harddraverij 26 Juli.
Verlichtingsavond 2 Augustus.
Bloemencorso 9 Augustus.
Openlucht-theater.
Gezelschap „De Vereenigde Haagsche Spelers",
leider Pierre Balledux.
19 Juli: „Uit het leven der Oranje's".
25 Juli: „Vier weken rijk", Vlaamsch blijspel.
9 Aug.: „Ingebeelde zieke", van Molière.
17 Aug.: „Romantische liefde", van Rostand.
Een Indiër, maar vooral een Indische, die mooi
wilde worden, diende ijverig honing te eten; hij of
zij werd dan tevens nog sterk, rijk, gelukkig en
wijs.
De Indiërs hebben vele fraaie gedichten aan de
bij en aan de honing gewijd en de goden Indra,
Krischna en Wischnu worden dikwijls met een bij
vergeleken. Wischnu verschijnt in de poëzie soms
als een schoone bij op een Lotusbloem.
Ook in de oud-Germaansche sprookjes komt de
bij voor. Later, na de kerstening wordt ze de be
schermster der christelijke kerk en godsdienst en
staat daardoor bij den duivel in slecht aanzien.
Zoo vond ik in een oud sagenboek uit Lijfland het
volgende verhaal:
„In lang vervlogen tijden woonden op het schier
eiland Schmorbe in Oesel zeer veel toovenaars.
In den tijd toen de christelijke godsdienst op
Oesel kwam, wilde de duivel de menschen uit
Schmorbe tegen het Christendom beschermen door
een overstrooming die Schmorbe van Oesel schei
den zou. Reeds had hij een flink stuk der landengte
weggegraven. Toen de zon heet begon te worden,
trok hij zijn broek hoog op en werkte met bloote
beenen. Plotseling kwam een bij aangevlogen en
stak den duivel in zijn kuit. Dit veroorzaakte hem
zulk een pijn, dat hij het graven staakte, en boos
weg liep, roepend: „Bij, jij kriebelpoot, nooit zul
len je kinderen en kinds-kinderen in Schmorbe
worden toegelaten, zoolang ik tenminste nog wat
in Schmorbe te zeggen heb".
In de latere christelijke legenden vinden we
eveneens het bijenthema terug. Twee voorbeelden
ter toelichting:
In een latijnsch werk van Justus Sautel uit het
jaar 1673 lezen we een verhaal in verzen over het
leven van de heilige Magdalena. We zien de boet
vaardige zondares in haar koude cel. Een bij
komt binnengegonsd. Als Magdalena het dier wii
verjagen, begint dit te spreken en zegt: „Waarom
mij weggejaagd? Ik wil u niet steken, slechts
honing brengen". „Ik weet het wel", antwoordt
de heilige vrouw, „maar juist daarom smeek ik u:
ga heen! Want ik wensch niets zoets, mij past
slechts bitterheid".
Omtrent den naam Immenkappel bijenkapel)
vertelt ons de Duitsche sage het volgende:
„Op een nacht braken dieven in de kerk van de
abdij te Altenburg en namen naast andere gouden
en zilveren kostbaarheden ook den schrijn met
het heilig Sakrament mede. Op een afgelegen
plaats legden ze dit onder een doornstruik. Een
bijenzwem vloog toen daarheen en bouwde er een
nest over. Deze werd later ontdekt toen de bijen
zwerm door den boer in een korf werd gevangen.
Tot aandenken deed men op die plaats een kleine
kapel verrijzen, die Bijenkapel werd genoemd".
Naast hoogdravende, poëtische en religieuze
literatuur, waarin de bij het hoofdmotief is, vinden
we dit diertje en zijn merkwaardig gedrag even
eens in satiriek en humoristisch proza en poózie
vermeld. Zoo schreef in 't begin der 18e eeuw
Bernard de Mandeville zijn beroemde „Bijenfabel",
waarin hij klaar en bondig, ons een blik doet slaan
in de afgronden van laster en verderfelijkheid
zijner eeuw. Hij stelt den staat voor als een bijen
zwerm en de moraal is:
„Slechts de dwazen gelooven nog, dat de groot
heid van een volk in eerlijkheid en deugd bestaat".
Minder satirisch maar geestig in zijn fantasti
sche overdrijving zijn de verhalen van den be
roemden leugenaar von Münchhausen omtrent zijn
avonturen met een bijenzwerm. Het is een „waar
dig" slot van dit artikel.
„Ondanks mijn dapperheid en slimheid, ge
raakte ik toch in handen der Turken, die mij als
slaaf verkochten. Ik moest in dezen toestand des
sultans bijen hoeden, 's morgens ze naar een weide
brengen, des avonds ze weer terug jagen naar hun
korven. Op zekeren avond ontbrak één bij op het
appel. Ik ontdekte echter dat zij door twee beeren
werd aangevallen, die haar wilden verscheuren.
Omdat ik geen ander wapen bij de hand had dan
den zilveren stok, welke het kenteeken der land
arbeiders van den sultan is, wierp ik deze naar de
beide roovers, uitsluitend met de bedoeling ze
aan het schrikken te brengen. Inderdaad werden
ze zóó geïntimideerd, dat de arme bij haar vrijheid