Victoria-Wester
ECHT NATUURLIJK BRONWATER.
Bezit vele Minerale bestanddeeien, welke zeer gunstig werken op Maag, Nieren en ingewanden.
Het mooie corso-nummer van „Ons Genoegen" te Bergen a. Zee, waaraan 2800 bloemen waren verwerkt.
Dat, wat niet mogelijk is.
De heele wereld kent het verhaal over den uit
vinder van het schaakspel, die zich wilde laten
betalen in graankorrels, op het eerste vak één
korrel, op het tweede twee, op het derde vier en
zoo vervolgens op ieder volgend vak de dubbele
hoeveelheid van die op het voorgaande. Toen de
vorst, die dit bedrag met een glimlach toegezegd
had, liet uitrekenen hoeveel graan dit beteekende,
kwam hij tot de verbijsterende ontdekking, dat hij
in zijn heele rijk jaren noodig zou hebben om die
hoeveelheid te verbouwen. Dit is een voorbeeld
van het snel opklimmen van wat de wiskundige
de som van een meetkundige reeks noemt. Er zijn
echter tal van andere, waarbij men niet tot het
verre Perzië hoeft te reizen om even duidelijk aan
het geweldigsnel klimmen van dergelijke reeksen
herinnerd te worden. Wanneer men u vraagt of u
een stuk papier twintig maal kunt vouwen, dan
zult u er waarschijnlijk een weddenschap op aan
gaan, dat dit best zal gaan. Laat u daartoe echter
niet verleiden, want u krijgt het zeker niet ge
daan. Bij de derde maal vouwen is het papier
reeds acht keer zoo dik geworden als het eerst
was. Maar daarna begint de ellende pas, want nu
neemt de dikter van het papier met verbijsterende
snelheid toe. Bij de vijfde maal vrouwen hebben
we al een twee-en-dertigvoudige dikte, bij de
zevende maal is het papier al 124 keer zoo dik als
in het begin en wanneer we bij de tiende maal
vouwen zijn, dan is ook het allerlunste papier
reeds zoo dik geworden, dat men het onmogelijk
met de hand meer zou kunnen omvouwen. Ging
men tóch door, dan zou na twintig maal vouwen
een dikte van dertig meter bereikt zijn, drie hui
zen hoog!
LI M M E R I K.
Een diender in Bergen ontdekte
Een lid van de naaktloopers-secte
Want het scheelde niet veel
Of je zag haar geheel
Omdat zij zich maar matig bedekte.
Hij heeft zijn instructies gelezen,
En zei: „juffrouw je mag hier niet wezen
De Raad heeft gezegd
Je kunt hier niet terecht
Of je hebt een verbaaltje te vreezen".
De juffrouw keek op met een lachje
En zei: „diendertje zeg mij eens, mag je
In zee met het pak
Waar ik mij in stak
Bij dat touw met dat wapp'rende vlagje?
Toen keek hij weer in de bevelen
Die de Raad voor zijn part wel kon stelen
Hij zei: „loop nu gauw
Naar de vlag bij dat touw
Wat het water bedekt kan niet schelen".
Toen is zij de zee ingeloopen
En zoover in 't water gekropen,
Tot 't overal rond
Om haar kinnetje stond
En de haren van zeewater dropen.
Toen heeft de agent daar gezeten
En heel kalm zijn botram gegeten.
Hij zag haar daar staan
Aan de wet was voldaan
En dus had hij een rustig geweten.
Maar ze zag als ze dichter bij 't strand kwam
Dat hij dad'lijk zijn boekje ter hand nam
Dan wees hij haar vlug
In het water terug
En ze gilde alsof z'uit de brand kwam.
„Och diendertje laat mij toch loopen
Ik zal dad'lijk een badpak gaan koopen
Dat d'armen bedekt
Tot de hals uitgestrekt
En gesloten met zeventig knoopen".
Toen heeft hij het land ingekeken
Want zijn strandwacht was toch al verstreken
En vloog ze op zij
Als een haas hem voorbij
Om zich in haar pyama te steken.
GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN.
Van 1 tot en met 15 Augustus.
Gevonden:
een voetbal, paar alpacca manchetknoopen,
verm. zilveren ring, poederdoosje, fototoestel, di
verse portemonnaies, ring met sleutels, zwart flu-
weelen damesjasje, zilveren dameshorloge met
armband, grijze ceintuur, gekleurde sjaal, groen
gevlamde vulpen, blauwe gabardine jas, gouden
ring met inscriptie, heeren armbandhorloge, Swan
vulpen, zilveren dameshorloge, armband, fotoetui,
paar zwarte glacé handschoenen, fietssleutel
blauwe rozenkrans, blauwe sjaal, klein wit hondje,
zwarte vulpen, cigaretten-etui, zilveren rozenkrans
met zwarte kralen, bril, blauw lederen ceintuur,
blauwe zijden das met speld, bruine actetasch,
strandstoeltje, gele muts, armbandhorloge, rijwiel
plaatje, zilveren langwerpige sierspeld, verchroomd
armbandhorloge, gekleurde sjaal, twee kwartier
mutsen, film 6 9, blauwe ceintuur, badpakken en
badhanddoeken, twee spoorkaartjes.
Verloren:
bruine trui met ritsluiting, klein gouden arm
bandhorloge, blauw gebreid blasertje, fotottoestel
in tasch, ring met sleutels, zilveren arband, rood
lederen ceintuur, kort blauw damesjasje, donker
blauwe gabardine regenmantel, diverse portemon
naies, roode doorzichtige puntmuts, nikkelen hor
loge, zilveren polshorloge, blauwe dameshoed,
lichtblauwe zijden damessjaal, gele ceintuur, blauw
jasje, zwarte vulpen, bril met hoornen montuur,
gouden zegelring met steen, beige regenmantel,
bruine fototosch, doublé damespolshorloge, Parker
vulpen, verchroomd armbandhorloge met bandje,
groote huissleutel, blauw broekje, bovenkunstge-
bit, verchroomd rechthoekig heerenpolshorloge,
rijwielplaatjes, ovale zilveren broche, zilveren
schakelarmband, donkerblauw gebreid kinder
mutsje, sierarmband, blad van een zilveren man
chetknoop, bruine geruite damesparapluie, bruine
kinder pul-over, bruin met beige damesparapluie,
groene sjaal, beige damestasch, map met foto s,
bloedkoralen broche, Zeeuwsche broche, ruig
harige fox-terrier, paraluie, blauw wollen mantel
tje, pak met 50 stuks kisthout, bovengebit,
paar kindergymnastiekschoentjes, Duitsch-Engelsch
leerboek, wit poesje, blauw kindertaschje, bril
met hoornen montuur, gebrand zilveren broche,
geruit kinderjasje, rood-bruine Parker vulpen,
portefeuille met banpkapier, bruine fototasch,
kerkboekje, blauwe glacé handschoen, bruin da
mesmanteltje met ceintuur, rijwielplaatjes, hoofd
doek, zilveren armband, ring met sleutels, mili
taire karabijn.
Historische anecdoten.
Leonardo da Vinei zocht voor de Christus
figuur van zijn schilderij „Het laatste avondmaal
een passend model. Lang had hijer tevergeefs naar
gezocht en eindelijk vond hij het in de gestalte
van e enschoonen jongeling, Pietro Bandinelli ge
naamd. Deze jongeling had zoo'n rein vergeeste
lijkt gelaat, dat Leonardo hem verzocht, voor de
figuur van Christus model te zitten. Bandinelli gaf
aan dit verzoek gehoor en Leonardo werkte met
ijver en toewijding.
Eenige jaren later had de schilder een model
voor Judas Iskarioth noodig; weer zocht hij lang
en eindelijk vond hij in een steegjeeen bedelaar
met een zeldzaa mafstootend en weerzinwekkend
uiterlijk. Dezen verzocht Leonardo hemte volgen,
opdat hij, tegen betaling, model voor hem zou
kunnen staan.
De man volgde den meester en Leonardo ging
aan het werk. Spoedig bemerkte hij echter vol
onrust, dat er iets bekends in de trekken van den
man was. En plotseling drong het tot hem door,
dat het gezicht van dezen weerzinwekkenden
bedelaar het reine gelaat van den schoonen jonge
ling Pietro Bandinelli was. Een kort leven van
ontucht en onreinheid had dezen mensch geheel
vernietigd en hem veranderd in een menschelijk
wrak.
Whistier, de beroemde Engelsche schilder, was
bijzonder zelfbewust. Ter gelegenheid van het
kroningsfeest van Eduard VII te Parijs kreeg hij
eveneens een uitnoodiging. Zijn tafeldame, een
lid van de hooge aristocratie, zei op een gegeven
oogenblik tegen hem:
„Ik heb gehoord, dat u den koning kent".
„Ik den koning kennen? U vergist zich, me
vrouw!"
„Dat begrijp ik niet, de koning vertelde me
kort geleden in Londen, dat hij u persoonlijk
kent!"
„Mij? Ach, mevrouw, u kent den koning im
mers. Hij schept altijd op!"
Victor de Kowa had eens twee deelen van een
kostbare boekenserie uitgeleend. Toen hij, na
vele malen vragen, de banden nog niet terugge
kregen had, stuurde hij de overige deelen naar
hetzelfde adres en schreef er een briefje bij,
waarin hij schreef:
„Opdat een van ons tenminste de serie com
pleet heeft, stuur ik u de overige deelen".
Den volgenden dag had hij zijn boeken terug.
„EENZAAMHEID".
Stille eenzaamheid
Geef mij Uw goedheid
Om te willen, te kunnen leven,
Om veel te schenken, veel te geven.
Uren peinsde 'k uren denk ik
Aan het leven soms zoo wondergoed,
Maar dat zoovelen nooit begrepen
Of het kochten met hun bloed.
Geef mij Uw rust, en ware stilten
Dat toch is 't meest wel waard.
Weg van alle aardsche kilten,
Een levend wezen zijn op aard.
Dat, waarnaar zoovelen smachten
Uren dagen lange nachten
Schenkt hun eens, van Uwe goedheid
De ware eenzaamheid.
Immers velen zijn gekomen
Leven voort in hun onwetendheid
Maar ook, velen, velen droomen
Van de mooie eenzaamheid.
Ik ga terug weer naar mijne woning
Dankend, voor wat ge mij hebt gebracht
Een „Loflied" zingend als belooning
Eindelijk! heb ik nu eens in
eenzaamheid gedacht.
CEES DEEN.
Borne, 2 Augustus 1959.
G R A P J ES.
Niet op reis dit jaar, Mulder? Ik dacht dat
je naar Bergen aan Zee zou gaan?
Ik heb de zee op 't oogenblik thuis. In mijn
brandkast is het eb, in de zaken doodtij en ik heb
een vloed van onbetaalde rekeningen.
Vegetarische dames: Hier heb je een
kwartje, maar beloof me dat j'r geen vleesch voor
zult koopen.
Arbeider (geestdriftig): Ajakkes nee, juf
frouw, ik zal 't nog veel liever verdrinken.