Bergen, zoals het was
BERGEN AAN ZEE
Hotel-Restaurant
„MARCONI"
BODEGA
Gezellig bitteruurtje
Redactioneel
Door: M. E. T. v. A.
Bergen bezit een museum, dat
een uitgelezen collectie voorwerpen
bevat, die van oude tijden in ons
dorp getuigen en zodanig gerang
schikt zijn, dat zowel leek als oud
heidkenner er gaarne vertoeft. In
1903 werd het plan opgevat, om een
tram AlkmaarBergen aan te leg
gen en de toenmalige burgemees
tersvrouw, Mevrouw van Reenen
Völter voorzag, dat oude zeden en
gebruiken verloren zouden gaan,
als Bergen niet meer geïsoleerd
was als tot dien.
Zij legde de geschiedenis van Ber
gen vast in het werkje: „De Heer
lijkheid Bergen in Woord en Beeld"
(uitverkocht) en verzamelde voor
werpen uit het dorp, die in een ka
mer van het pas gebouwde Raadhuis
tentoongesteld werden, zodat er reeds
dadelijk een aardig museum ontstond.
Dit museum kon aanmerkelijk uitge
breid worden, nadat de heer Sterken
het oude trapgevelhuis, dat naast het
postkantoor staat, liet restaureren
door de architect Plate en het daar
na aan de Gemeente schonk, opdat
Mevrouw van Reenen er haar mu
seum in kon onderbrengen. Na haar
schepping voltooid te hebben, is het
museum alleszins een bezoek waard.
De ingang bevindt zich aan de
achterkant van het huis en men komt
in het achterhuis, waar het oudste
stuk van de verzameling staat: een
stenen doodkist, die waarschijnlijk
omtrent 800 een Vikinger hoofdman
als laatste rustplaats gediend heeft.
De Noorse balk, een tweesnarig
muziekinstrument, is oorspronkelijk
ook uit Skandinavië afkomstig en
werd hier in de 17de eeuw nage
maakt, waaruit blijkt, dat het ook in
ons land veel bespeeld werd.
Heel oud zijn ook de natuurstenen
van plat-ronde vorm, lik of leksteen
genoemd, waarmee over het linnen
goed gewreven werd, bij wijze van
strijkijzer, die later van glas werden
gemaakt.
Moderner is het mangelplankje
met de bijbehorende stok; om de
stok werd netjes het linnengoed; ge
wonden, waarna daarover een plankje
werd heen en weer bewogen en nog
later werd de zware trekmangel ge
bruikt, waarvan het museum twee
miniatuur-modellen bezit.
Keren wij terug naar het achter
huis; hier vinden wij verscheidene
gravures, die de slag bij Bergen in
1799 weergeven. De troepen vechten
om de Ruïnekerk, die reeds toen de
zelfde vorm vertoonde als nu. In de
Spaanse tijd werd de mooie en stel
lig zeer imposante kerk in de as
gelegd.
Op de gravures is duidelijk de mij-
tervormige hoofdbedekking van de
Russen te herkennen, waarvan een
koperen plaquette bewaard is ge
bleven.
Verscheidene kogels uit kanon en
geweer getuigen van de beide oorlo
gen; een Spaans koperen etenspotje
is al wat van 1572 bewaard bleef,
terwijl geweren en een trommel van
1799 gespaard bleven. De geweren
werden later voor gaaischieten ge
bruikt op het grasveld achter de
Rustende Jager, alwaar op een paal
een houten vogel met uitgebreide
vlerken bevestigd werd waarop de
mannen schoten.
Van uit de hal komt men in de
keuken, waar elke vrouw haar hart
kan ophalen. Boven de haardplaat
onder de schouw hangt de ketel,
waarin alles gëkookt kon worden, een
ijzeren bakoven staat er en tegen de
muur is een houtskoolkacheltje ge
metseld, bekleed met oude tegels,
dat naar een model in een oude
boerderij gecopiëerd werd.
Veel tinnen en koperen gerij ver
siert het vertrek en moeder de
vrouw zit aan tafel, waarop een ko
peren kruidendoos prijkt, die bijzon
der mooi is.
Poffertjes- en „Evenveeltjes"-pan
staan klaar het recept voor Even-
veeltjes is zeer eenvoudig het ge
wicht aan boter, suiker, meel moet
elk afzonderlijk, evenveel bedragen
als dat van het aantal eieren, dat ge
bruikt werd maar wie heeft daar
voor tegenwoordig de ingrediënten?
De plank met aardige taai- of spe
culaas modellen is ook bijzonder
goed en rondkijkend zult U menig
Het Museum en zijn
bezittingen
aardig voorwerp ontdekken. In het
woonvertrek vindt U het huisgezin
in oude kledij bij de tafel. De buur
vrouw met de baby in de arm, in de
bedstêe de kraamvrouw met nog een
zuigeling! En de vader wacht U op
bij de open schouw in zijn Zondagse
pak.
Op de haardplaat vindt U de aar
den stolp, die over het vuur gezet
werd, opdat dit voor gebruik gereed
bleef en de kinderen er zich niet aan
konden branden. De fraai gesneden
stoof werd mee naar de kerk geno
men, en de ander, die op een plankje
bevestigd: is, werd in het rijtuig ge
bruikt. De ijzeren blaaspijp en vuur-
lepel hangen aan de muur en ook de
blaasbalg, die weer van latere tijd is.
Er zijn mooie dozen, waarin de kap
bewaard werd, prenten en merklap
pen, een pijpenbak met vuursteen,
slagijzer en koperen tondeldoos
tinnen inktpot, spinnewiel en kinder
stoel en nog menig mooi stuk.
In het derde vertrek ziet men het
eerst de prachtig gesneden kaaspers,
waarnaast de kleine blauwe karn
wat eenvoudig aandoet, maar een
echt gebruiksvoorwerp is: kaaskop,
juk, klien alles is aanwezig.
De klederdrachten voor Zondag en
werkdag kunt U nauwkeurig bekij
ken en daarna alles, wat de vitrines
herbergen: kerfstok, kaarsenvormen,
bijzonder mooi bewerkte kleding
stukken, bakkersroephoorn, te veel,
om hier alles op te noemen.
Een aanzienlijke collectie opge
graven stenen zijn het enige wat
overbleef van enige fraaie heren
huizen en kapellen, die hier ston
den. Bij een bezoek aan het mu
seum zult U dit alles vinden en nog
zo veel meer! Verzuimt niet bij een
regendag het oude huis binnen te
stappen, dat eertijds door vier
families bewoond werd, maar toen
ook aan de achterkant bijgebouwd
was. Krijgen wij weer een hitte
golf, dan is het heerlijk toeven in
het koele huis, waar het nimmer
warm is! Alle werkdagen van 10
12 en 24 uur is het museum te
bezichtigen tegen entree van 20 ct.
A.s. Zondag:
EERSTE VOORSTELLING IN HET
OPENLUCHT-THEATER.
Pierre Balledux komt met
„Herberg
de vier U/inden"
Er zullen weinig gasten in Bergen
zijn die het over twee dingen niet
eens zijn: en wel over het rijke bezit
van het Openluchttheater en over
de artistieke gaven van de man die
men reeds zovele malen met zijn ge
zelschap in dat theater zag optreden:
Pierre Balledux.
Het was de heer J. Haakman die
zich met prijzenswaardig enthousiasme
aan dit deel van het Bergense V. V.
V.-werk gegeven heeft en het resul
taat is dat wij een serie opvoeringen
krijgen die ongetwijfeld de grootst
mogelijke belangstelling zal sorteren.
Van gasten en Bergenaren.
Morgen, Zondagmiddag, vindt de
eerste opvoering plaats. Een to
neelspel in 3 bedrijven van Pierre
Dumaitre en Marcel Dubois, geti
teld „HERBERG DE VIER WIN
DEN". Het Zuid-Nederlands To
neel, dat de opvoering verzorgt
komt in de volgende samenstelling
naar Bergen: Pierre Balledux,
Frans Kokshoorn, Jan Korevaar,
Charles Mögle, Jan Bovelander,
Bernhard Droog en Tom d'e la
Montagne. Regie: Pierre Balledux.
Het is een modern stuk, spelend in
Frankrijk gedurende Wereldoorlog II.
De auteurs zeggen: „Het is geïn
spireerd op enkele authentieke
episoden uit de ondergrondse strijd
in Frankrijk. Daden als deze werden
door duizenden gepleegd, Priesters
als deze zijn er in ons land vele. Het
is een ware geschiedenis. De helden
uit dit spel zijn er enige van de vele
die ons volk heeft voortgebracht.
Van de velen die gaarne gewerkt
hebben ter vernietiging van de ge
hate vijand."
In een vergeten hoekje van de
Westkust van Frankrijk ligt een klein
dorpje of liever: een gehucht. De
plek is zo afgelegen, dat zij een wel-
kome gelegenheid biedt voor de ge
allieerde vliegers om er wapens en
parachutisten af te werpen en
soms om er zelf te landen en het
contact levend te houden met de
Franse verzetsbeweging: de Maquis.
De „Herberg de Vier Winden"
weet er van mee te praten. Jasseron,
zijn zwijgzame eigenaar, is een van
die stille, stugge strijders, zoals elk
land ze in de bezettingstijd heeft
gekend. Helaas is zijn zoon van dat
andere type, dat men óók alom kon
vinden: het type van de karakter
loze windwijzer, die in het heulen
met de vijand geen beletsel ziet om
zich het leven aangenaam te maken.
Een zeer actief man is ook de pastoor
van het gehucht en als de Duitsers
hem het vuur aan de schenen leggen,
is hij gedwongen de vlucht te nemen.
Hij gaat niet ver van huis: in de
„Herberg de Vier Winden" vindt hij
een onderdak, vermomd als een half
idiote boerenjongen.
Het werk gaat door. Fredo, de
herbergierszoon, probeert zijn vader
'geld af te zetten en als dit niet lukt,
brengt hij de Gestapo op het spoor
van wat er in en om de herberg ge
beurt.
In een reeks spannende verwikke
lingen, waarbij een gewonde Cana
dese vlieger nauwelijks ontkomt,
wordt de zoon door een revolver
schot getroffen, terwijl de Gestapo
naar de voortvluchtige priester
zoekt.
De stervende jongeman vraagt om
een geestelijke, maar er is niemand
in de buurt. De pastoor staat voor
het dilemma zichzelf te redden, maar
zijn plicht te verzaken, of de jonge
man bij te staan en zich daarmee aan
de Gestapo over te leveren. Hij
kiest dit laatste.
Het was in de grote tijden der Wild West, ergens in een goud
graver sneder zetting in Klondyke aan de Yukon. Een ondernemende
yankee had een kroeg geopend maar er ging geen avond voorbij,
of de heren golddiggers schoten hun revolvers leeg op diegenen,
wier gezicht hen niet aanstond. Het waren wilde en romantische
tijden. De leider van de jazzband in die kroeg vond dit leven echter
hoegenaamd niet romantisch en derhalve had hij als nuttige voor
zorgsmaatregel een groot bord naast zich fyezet waarop geschreven
stond: „Niet schieten s.v.p., ik doe alleen maar m'n best en m'n
plicht".
Ik dacht aan deze geschiedenis bij het vernemen van twee
klachten van desperate Bergense pensionhouders, die briesten van
verontwaardiging toen ze moesten constateren dat de Badbode-
lijst der gasten niet helemaal klopte met de werkelijkheid. Enkele
namen ontbraken namelijk. De secretaresse der VVV, die deze lijst
met evenveel energie als zorgvuldigheid samenstelt, mag men dit
niet verwijten. Zij doet haar best en nog wel iets méér dan alleen
maar haar plicht.
In deze Badbode treffen de lezers een artikel aan over het Mu
seum en zij die geen vreemden zijn in het Bergense Jeruzalem zul
len weten wie zich achter de initialen M. E. T. van A. verbergt: een
bij uitstek deskundige. Leven is vooruitzien, leven is toekomst.
Maar de gasten van Bergen die zich de tijd gunnen een enkel uur
te wijden aan dit buitengewoon interessante museum, zullen erva
ren, dat een blik terug naar vroeger Bergens leven van een zeer
bijzondere bekoring is.
A propos: kent iedere Bèrgenaar zijn museum
In dit nummer begint Theo van der Wal, wiens bijdragen de
Badbode hogelijk waardeert, zijn serie artikelen over prominente
Bergense schilders, en het is Kasper Niehaus die hij ditmaal koos.
Deze bijdragen willen een richtsnoer zijn voor de gasten en wij zijn
er van overtuigd, dat er niet geringe belangstelling voor zal be
staan. Mogen wij er de volle aandacht voor vragen, ook van de
niet-gasten?
Bergen heeft zijn eigen sfeer en wie eenmaal die sfeer aange
voeld en begrepen heeft, wordt er niet licht weer door losgelaten.
Dat bewijst het feit dat de gasten die éénmaal gekomen zijn door
gaans weer terugkomen. En ze kómen terug, ondanks het feit dat er
hier geen mondaine promenades zijn en geen gelegenheden voor of
ficieel hazardspel. Bergen kent geen schoonheidskoninginnenwed-
strijden noch marathondans-banaliteiten. Bergen mist het hetero
gene van badplaatsen als Zandvoort en Scheveningen en het prijst
zich juist daarom gelukkig.
Bergen bezit zijn eigen sfeer en het wenst niets anders dan die te
behouden. Een sfeer, gevormd door een voorname rust, een dosis
landelijke eenvóud en een gelijkwaardige dosis artistieke allure.
De man en de vrouw die zich thuis voelen in het Casino van Monte
Carlo, langs de Promenade des Anglais te Nice, of op de cosmopo-
litische boulevard van Juan les Pins komen stellig niet naar Ber
gen. Naar Bergen komen zij die de motor van hun werklust en de
dynamo van hun levensvreugde willen reviseren en bijladen.
Dat is Bergen!
En zo wil Bergen blijven. Zonder een blik van afgunst op Zand
voort en Monte Carlo.