U/EER THUIS
IN BERGEN
BEZOEKT
Hallo... hier Londen! Hallo... hier Bazel!
„DE RUSTENDE JAGER"
Modern en Gezellig
Dancing: FREDDY HULL
Café-Restaurant: Ensemble Kolby
DE STILTE DER DUINEN
Johan Winkler:
Hoe ouder je wordt, des te meer
ga je leven op je herinneringen. En
dan gaat het zo worden, dat je tel
kens weer naar het rijk dier herinne
ringen op zoek gaat. Je wilt blijkbaar
niet aanvaarden, dat de dingen uit
het verleden voorbijgaan en niet
meer terugkeren, je tracht ze op alle
mogelijke manieren vast te houden
en wilt hen als het ware beletten te
ontvluchten. En terwijl jongere men
sen steeds weer nieuwe wegen willen
bewandelen en naar nieuwe landen
haken, ga je bij 't ouder worden bij
voorkeur nog eens de oude paden op,
die leiden naar het land van weleer.
En, o teleurstelling als dat niet
meer bestaat, als het oude voor goed
blijkt te zijn verdwenen, als bijkans
niets er meer aan herinnert
Maar, o vreugde als het nog be
staat en onveranderd blijkt en dus de
herinnering weer leven gaat!
Bergen dat was het vacantie-
oord van je jeugd; dat was het huisje
dat vader voor een maand huurde en
het lag in een laan met louter tuinen
en ergens van achter de bomen klonk
het belletje van de stoomtram en dat
was het Bergense geluid, dat vacan-
tie betekende en vrij var. school en
wandelingen door de duinen en toch
ten naar het strand en alles wat maar
blii en zorgeloos heten mocht.
Bergen dat was de romantiek
van het pleintje met z'n Ruïnekerk;
dat was het oude torentje dat net
even boven de bomen uitstak; je
bleef daar ook later aan hechten,
toen je beseffen ging dat hier nog
een laatste stuk Kennemerland onge
rept aanwezig was en 't gaf je zelfs
een sentimentele voldoening te weten
dat hier op deze kronkelweg of ginds
op dat pad langs de duinen een eeuw
geleden ook een Potgieter, een Beets
en een Truitje Toussaint, bij dominee
Hasebroek in de pastorie van Heiloo
op bezoek, van dezelfde natuur ge
noten. En je ging van Bergen en z'n
omgeving houden als van weinig
plekies in Nederland; als kind was je
er blij en vrij en iets van die stem-
De redactie van De Badbode
prijst zich gelukkig de rubriek
„Bekende Nederlanders in Ber
gen" te kunnen openen met een
bijdrage van Johan Winkler,
die zojuist zijn vacantie alhier
beëindigd heeft en bijgaand zijn
indrukken weergeeft.
Johan Winkler, bekend
auteur en redacteur, steekt zijn
sympathie voor Bergen niet
onder stoelen en banken en dat
zegt iets bij iemand die de
aardbol voor een goed deel
rondreisde en zijn ogen en
oren altijd wijd open heeft
gehad.
ming van je eerste vacantiejaren
bleef je steeds bij als je weer eens
in Alkmaar in het trammetje stapte,
dat bellend naar de duinstreek
schoof.
Toen kwam de oorlog: Bergen
werd afgesloten. En de bevrijding:
Bergen werd weer toegankelijk. En
het staat er nog, het bestaat nog, bij
kans ongerept. Het torentje van de
Ruïnekerk steekt nog altijd net even
boven de bomen uit en het pleintje
heeft zijn romantische sfeer behou
den en het treintje fluit weer bij de
Sparrelaan en ting-tingt bij de nade
ring van het dorp.
De grenzen gaan nog moeilijk
open, reizen naar het buitenland is
nog moeilijk wat kan men beter
doen dan de oude genegenheid voor
Bergen vernieuwen? Je jeugd ligt
heel ver achter je; je moet eerst
even heel diep nadenken om te we
ten waar het huisje ook al weer lag
dat vader huurde voor een maand,
maar dan hervindt je het toch en de
kring sluit zich, verleden en heden
reiken elkaar de hand, Bergen is een
van de weinige oorden op deze ver
anderlijke wereld waar je ouder
geworden en dus hoe langer hoe
meer op zoek naar het verleden
weer thuis bent.
of: 't gestoorde interview/
Het staat in de schaduw van de
Ruïne, zeer bescheiden, volmaakt
onopvallend. Een klein houten ge
bouwtje: de zetel van de V. V. V.
Maar datzelfde gebouwtje, beter
gezegd de organisatie die er in huist,
is voor Bergen van primair belang en
practisch iedere Bergenaar zou het
eerst missen, als het daar niet meer
stond, en niet meer zijn functie kon
uitoefenen.
Het secretariaat der V. V. V. Hier
komen alle draden samen van het
gastenverkeer (dat woord „vréémde-
lingen'-verkeer wil me nog maar
steeds niet aanstaan hier wordt
het eerste contact gelegd, hier ver
neemt d:c man uit Dordrecht dat hij
in de laatste week van Augustus nog
nét terecht kan en de dame uit
Hillegersberg hoort dat ze precies
drie maanden te laat is voor een
verblijf gedurende Juli in het cen
trum van het dorp.
Als ik er ben, die morgen en een
schuchtere poging doe een enigszins
geregeld gesprek met de administra
trice der V. V. V. te onderhouden,
blijkt dat dit een vrome wens zal
blijven. Mej. N. Sluyter is w 1 te
spreken voor de eindeloze stroom
vragers en vraagsters, ze is w 1 te
spreken voor de telefoon die perma
nent ratelt en ze is w 1 te spreken
voor de pensionhouders die met
duizend en één vragen aankomen,
maar niet voor de redacteur van de
Badbode, die meende even een „ge
noeglijk praatje" te komen maken,
maar z'n illusies wreed verstoord
ziet.
Telefoon... ja hallo...! hier de
V. V. V. Bergen wat zegt U
Met Bazelgoed juffrouw
Bazel komt. Of er nog gelegenheid
is voor een 5-tal Zwitsers. Précaire
vraag. Bergen is in Juli, en zeker in
de tweede helft, afgestampt vol, maar
Zwitsers buitenlanders om die
af te wijzen
Het V. V. V.-apparaat gaat draaien
en die Zwitsers komen naar Bergen.
Telefoon hallo hier de V. V. V.
Bergen met wie Londen
BERGEN (N.H.)
Bioscoop: Deze week: „De Bittere Waarheid"
Toegang 14 jaar
(Restaurant a la Carte)
Bob Boersma:
Mej. N. SLUYTER, Administratrice V.V.V.
Londen komt door. Londen ver
zoekt voor een paar Britten onder
komen in Bergen. Omdat die Londen-
se familie gehoord heeft dat het in
Bergen zo mooi is
Maar Bergen is vól. Eivol! De Ber
gense bevolking heeft zich in die
maand van het hoogseizoen verdub
beld. Dus
Maar gasten uit Londen kan
men die weigeren? Is dat verstan
dig? Dit jaar, en het volgende zijn de
Nederlandsche grenzen nog prak
tisch gesloten, maar het jaar daar
na en in '49 en '50 en '51 zal
Bergen dan diezelfde Britten en
Zwitsers en Belgen niet hard nodig
hebben?
Het is een gaan en komen in dat
schemerdonkere Secretariaat daar
terzijde van de Ruïne. Dames met en
zónder kinderen. Heren mét dames
en kinderen. De kinderen willen bij
voorkeur spelen met de stuivertjes
en dubbeltjes in de kas van de admi-
Het was hartje zomer en drukkend
heet. De middagzon brandde gloeiend
heet op mijn hoofd. De natuur
scheen uitgestorven en over de vel
den en bossen hing een diepe stilte,
slechts het monotone gezoem van
bijen, hommels en andere insecten
verbrak deze rust, terwijl ook de
vlinders, die met hun prachtige ge
kleurde vleugels in het heldere zon
licht dansten en de bloemkens kus
ten ook wat leven over de zo verla
ten liggende wijdheid van het gol
vend landschap brachten.
Warm was het. Het zweet liep bij
nistratrice, die daar merkwaardiger
wijze iets tegen heeft.
Men vraagt en juffrouw Sluyter
draait. En hoe voortreffelijk draait
ze!
Maar niet als een gramofoonplaat!
Want deze administratrice weet wat
service verlenen is. Ze heeft een
scherp gevoel voor de manier waar
op nu eenmaal iedereen ontvangen
wil worden. Ze is echter steeds: za
kelijk, ad rem en beleefd. Ik geloof
dat men bezwaarlijk een energieker
administratrice zou kunnen wensen
daar.
Er worden wandelkaarten ver
kocht, dagkaarten, seizoenkaarten.
Er komt een dame klagen dat een
gast in het leer van de zitting van
haar beste crapaud gesneden heeft
en wat daaraan te doen is. Een me
neer komt zeggen dat hij nog 5
vrienden heeft in België die graag
Juli naar Bergen willen komen. En
of er met een goed woordje niet meer
wat te bereiken is. Er komt een
meisje vragen wanneer de laatste
trein van Harderwijk naar Zwolle
vertrekt. En een gast informeert of
er het hele seizoen door Donder
dagsavonds concert gegeven wordt in
de muziektuin.
Dat zijn zo een paar vragenstellers.
Een paar van de 18 (achttien!) die
gedurende 40 minuten ons „gesprek"
doorkruisten
Er wordt gebelden medege
deeld dat een antwoord-telegram
aan een familie in Zwitserland 5.25
kost. Naief informeer ik op welke
manier dit bedrag met de pension
houder verrekend wordt? Het
wordt niet verrekend! Het is ser
vice van de V. V. V.
Ik vraag hoe de gasten oordelen
over Bergen en ik krijg te horen: de
gasten zijn uitstekend tevreden. Men
heeft het dorp in ongeschonden staat
teruggevonden en in het bijzonder is
er lof voor de genoeglijke avond
stemming in Bergen en voor het
feitdat de winkels zo goed" voor
zien zijn.
Ik vraag nog meer maar krijg
geen antwoord, want op datzelfde
ogenblik stort zich een kleine invasie
het V. V. V.-secretariaat binnen, een
conglomeraat van een paar families
met véél kinderen en het lijkt ons ver
standiger ter zijner tijd, maar dan
ergens anders, dit gesprek voort te
zetten.
Eén ding leerden wij: de bevolking
van Bergen kan gerust zijn over de
service die de V. V. V. biedt en over
de wijze waarop de geldelijke bijdra
gen daaraan worden aangewend,
ANTH. v. K.
stralen van mijn voorhoofd, terwijl ik
voortliep over heuvels, die vol ston
den van het diepe groen der braam
struiken en mijn benen langs de
roerloos neerhangende helm liet
strijken en door dalen wajr niets
anders hoorbaar was dan het rui
sende gezoem der talloze insecten,
die honing uit de bloemen van het
duinroosje en braam puurden. Ter
wijl ik door die diepe ketels liep,
waar de hitte bijna ondragelijk werd,
heb ik mij even tussen die weelde
rige plantenwereld laten zakken en
ben languit gaan liggen om de be
drijvigheid van al dat kleine insec-
tengedoe eens gade te slaan. Welk
een werklust hadden die kleine nij
vere diertjes bij dit warme weer. Ze
dansten doorelkaar en vlogen van
bloem tot bloem, doken er even in,
snoepten van het honingvat en dans
ten even later weer voor een volgen
de bloem, om als ze zich aan de ho
ning van al die bloemen in het dal
te goed gedaan hadden, de tere
wiekjes uit te slaan en met een grote
boog over de heuvelruggen te ver
dwijnen.
Tussen het lichte gezoem van de
kleine insecten klonk af en toe het
zware gebrom van een dikke fluwe
len hommel, die, hoewel een ietsje
trager van vlucht, toch ook een
grote ijver aan de dag legde. Nijvere
diertjes, die zich op deze dag zo vol
actie toonden. Terwijl de mensen nog
te lui waren om een been te verzet
ten, dansten zij daar in de bloemen
velden rond dat het een lust voor
oog en oor was. Ik stond, na dit alles
geruime tijd bewonderd te hebben,
weer op en vervolgde mijn weg door
het hete duinlandschap.
Geen vogelgeluid was te horen,
alles was doodstil, de zon wierp haar
hete stralen vanuit het strakke
blauwe azuur over de aarde. De bla
deren aan bomen en struiken hingen
loodrecht en slap naar beneden.
Geen windje vermocht enige beroe
ring in het dichte groene bladeren-
kleed te brengen en geen koeltje
voer over het in de zon blakerende
land.
En tóch was het landschap niet
doods. Een prachtige wazige kleur
lag over de wijde uitgestrektheid van
de duinen, loof- en dennenbossen.
Een stille rustige schoonheid tot in
de verre horizon, die rondom mij
vervaagde in de onmetelijke onein
digheid, waar bossen en duinenrug
gen samenkomen onder de klare
blauwe zomerhemel.
Heel hoog in de lucht jubelde een
enkele leeuwerik, die zijn vrolijk lied
over het landschap liet galmen. Er
gens in een duinpan klonk de kla
gende roep van een wulp. 'n Prach
tig geluid dat: „tuwuulp, tjuu, zoals
het klonk in de stille omgeving.
Op de meeuwenkopjes in het
blonde stuifduinengebied stonden de
grote zilverwitte vogels in kleine
groepjes bij elkaar en hadden de
bekken opengesperd. Allemaal van
wege de hitte die over het landschap
lag. Er was niet veel leven in de
vogelwereld te bespeuren. Lusteloos
stonden daar die meeuwen te wach
ten, totdat de avondkoelte inviel en
zij de vleugels konden uitslaan om
de zee tegemoet te vliegen