De mooiste wandelingen! „MARCONI" Prachtige Illustraties. Nocturne. BERGEN AAN ZEE Hotel-Restaurant BODEGA Gezellig bitteruurtje NOTITIES van een gast Jan Ivangh schrijft ons: Ziehier, gasten van Bergen, een aantal wandelingen en fietstochten, uitgeschreven door een der Bonds- gidsen A. N. W. B. I. Naar de „Bokkenweidjes". Eerst naar Ruïnelaan Bree- laan Duinvermaak, Waterlei- dingsweg tot Bergerpaadje Nokweg naar de Nok, dan terug tot Bergerpaadje, doch nu in W. richting via Waterleidings- weg naar Blijdesteinweg. Volg die tot Lovinklaan en zoek dan langs de enkele tuinen de mooie open grasvelden, waar men heerlijk kan spelen. Via de grensweg kan men dan weer te rug naar de waterleiding. II. Vanaf de Nok kan men ook via Waterleidingsweg Staring- weg Randweg Verl. Rand weg Klimweg langs de Bos wachterswoning. Men komt dan In het Huis met de Pilaren. In het Huis met de Pilaren heeft het ijverige Kunstcentrum weder om een tentoonstelling georgani seerd en ditmaal is er onder meer illustratief werk te zien. Om hier mede te beginnen: R. Snapper heeft houtsneden ingezonden van voortreffelijk gehalte. In deze bijna steeds groot gehouden sneden be speurt men de geboren houtsnijder, de man die onmiddellijk in het blok werkt met een zwier en een bijna nonchalante ruwheid, die al leen de groten zich kunnen veroor loven. Zijn werk trilt van leven, er is een gevoeligheid van lijn welke elk der werkstukken tot en met de gesneden initialen onmiddellijk doet uitstijgen boven „een aardig plaatje". Rie Kooyman laat ons haar illustraties zien voor kinderboeken. Die voor „De arme Muis" verdienen bijzondere vermelding. Hieronder zijn platen zo fijn van kleur dat men te meer betreurt dat de papiersituatie in ons land zo slecht is: van een uit voering kan aldus, voorlopig althans, niets komen. Ik heb steeds bewonde ring voor Rie Kooyman's illustratief talent gehad: deze inzendingen, ook die voor „De vier Heemskinderen" gaan echter nog boven mijn verwach ting uit. De platen prijzen zich ove rigens zelf aan: men moet gaan kijken! Clara Colnot is vertegen woordigd met tekeningen, die welis waar in haar primitiviteit meer getui gen van een niet volkomen beheer sing dan van een natuurlijk kinder lijke instelling, maar desniettemin op een of andere niet te definiëren wijze bekoren. Voorts is er het reeds geprezen werk van de keramist Dirk Hu- b e r s en van Jeanne Kouwe- n aar-Bijl o, en aesthetisch verant woorde schalen van L. W. R a- decker. Ook schilderijen worden geëxpo seerd. Op het moment dat we dit schrijven hangt er nog een gedeelte van de tekeningen over de restaura tie van de Ruïnekerk, op het moment dat U dit leest zullen daar meerdere schilderijen hangen. Van dezelfde schilders overigens. Daar is allereerst Jaap Sax met landschappen, een interieur en een stilleven. Al zijn werk geeft blijk van uitmuntend vakmanschap en van grote liefde voor het onderwerp. Hij is een toonschilder, vandaar dat het juist de stemming, de sfeer is welke zo zuiver wordt verbeeld, zoals in Stadsbuitenkant (no. 7) en in Winter (no. 15). Van Jaap de Carpentier, die tot de jongere garde behoort, is het Stilleven (no. 13) technisch beter dan b.v. het Duinlandschap (no. 16), maar dit laatste is in zijn visie gro ter. Als ik een raad mag geven: hij moet zich meer bezinnen op de kleur, op het werkelijke zien der dingen, minder op wat conventie ons aan vorm heeft overgeleverd. Daar Jaap de Carpentier een eerlijk zoeker is, is er geen enkele reden waarom hij een dergelijke, zeker moeilijke stap, niet zal doen. Tenslotte hangen er een viertal schilderijen van Kees Boende r- m a k e r. v. d. W. in 't centrum van Schoorl en kan langs de mooie duinkant terug. III. Dorpswandeling: Ruïne Ruïnelaan St. v. Surcklaan Méerwijklaan, Lijtweg Meerweg terug tot Sluislaan bij 't eerste brug getje t.o. nieuwe asphaltweg links, rechtsaf naar 't Oude Hof, dan weer terug naar Sluislaan via boerderij 't Sluisje naar de Voert Wiertdijkje Vin cent v. Goghweg Buerweg te rug tot aan de poort van villa „de Mospan" door 't gekapte hout, een leuk bospaadje, dat op de Eeuwigelaan uitkomt. Dan kan men terug via Hoflaan öf bij voldoende tijd dóór via J. Willemlaan naar de hoge bo men, vroegere reigerkolonie, rechts om via Duinvermaak even vóór 't speelduin omhoog op* zoek naar „de drie banken". Langs de witte paaltjes en ste nen künt U dan weer links aan houden, terug komen via het duin en enkele bospaden naar de Sparrenlaan, Kerkelaan, Ber kelaan achter de Ruïne om huistoe. IV. Dagwandeling (met kaart van de „Verbrande Pan".) Ruïne Hoflaan Eeuwige laan Mosselenbuurt Voert 'tWoud Hereweg tot Café Zwaan, vlak naast de speeltuin loopt de verharde weg dwars door de duinen naar Bergen aan Zee. (Deze tocht is ook op één mid dag te fietsen). V. Duinwandeling. Ruïne Hoflaan Sparren laan Duinvermaak (kaarten halen voor Waterleidingsterrein) dan naar 't Speelduin, links er van klimmen naar de waterforen. Dan langs het pompstation en de kanalen naar de Uilenvan- gersweg, die men volgen kan tot aan de Fransman. Langs de trambaan terug. VI. Fietstochtje: Alkmaar Zes Wielen St. Pancras, vraag daar naar 't Daal- meer pad een écht gezellig paadje door de koolvelden met hoge houten bruggetjes. Vanaf het kerkje in Koedijk rechtsom naar Schöorldam over de brug via Laanweg naar Schoorl. Duin kant terug. Bob Boersma: In het in de schemering gehulde bos zitten mezen en vinken knus- knutterig hun deel van een hoopje voedsel, dat op de blad- en naald bodem verspreid ligt, op te pikken. Door het dichte lover van de hoge beuken en en eiken valt een zachte rood-gouden gloed van zonnestralen, die nog hun laatste licht over het landschap werpen. Langzaam zakt de zon in het Westen als een vurige bal in een bank van purperrood en vio let. Nog een laatste gouden zonne- straalt speelt flauw door 't naald- en loverdak, lichte contouren toverend langs de rijzige stammen. Zachtjes fluistert de wind in het ritselende lover en verspreidt een heerlijke frisse geur. Heel ver weg dringt de roep van een zojuist uit z'n slaap ontwaakte nachtuil door het woud, het klinkt doordringend en schel en sterft weg in de eindeloze diepe wereld van stammen en blad. Pust heerst er in het bos, hoewel het toch niet helemaal stil is, want nog immer speelt de wind door de toppen der bomen en jaagt de blade ren in warrelende golfjes op langs de takken, waar hun fluist'rend ge ritsel monotoon wordt voortgezet. In een lage heester kweelt de nachtegaal zijn avondsymphonie met de lange melodieuze uithalen. Een half uur later ligt de duisternis zwaar over het dromend bos, slechts de nachtelijke vliegers vermogen met hun geroep en gefluit de stilte te verbreken Als ik dan als eenzame wandelaar door dit stille natuurparadijs wandel, genietende van de schoonheid van 't bos en de diepe rust, die in deze stille omgeving zweemt, dan bemerk ik, wat anderen, die hiervan niet we ten, missenl Mijn verlichtingsavond. Voetje voor voetje bewoog ik mij met de stroom mee, evenals alle an deren, intens genietend van de schit terende illuminatie. Recht achter mij liep een over alle linies zeer omvangrijke dame, met 3 kleine peuters van 2 y2, 4 en ruim 5 jaar. Het waren alle 3 jongens. Hun bewondering kende geen grenzen. Ook mama genoot, ondanks de nu eenmaal tot de ouderplicht behoren de beantwoording van talrijke zeer gecompliceerde vragen en de moeite cm het gezelschap bij elkaar te houden. „Jammer dat pappie het nu net niet zien kon, hij zou eerst Zaterdag komen." Hoe meer wij het centrum van het dorp naderden, des te moeilijker werd het om vooruit te komen. Plotseling bleven een paar mensen vóór mij staan, ook ik kon dus niet verder. Tegelijkertijd voelde ik iets in mijn rug, te vergelijken met de vering van een Pullmannkussen; hier straalde echter van alle kanten warmte uit. Hoewel onschuldig aan de achterwaartse botsing, draaide ik mij uit beleefdheid met veel moeite om, teneinde mijn verontschuldiging aan te bieden. De vriendelijke blik van de dame zei mij reeds, dat excuses overbodig waren, toch wist ik enige woorden en er ontstond on middellijk een aangenaam contact tussen het kleine gezelschap en mij. De twee oudste kinderen gaven mij een handje en de benjamin kraaide „pappie, pappie". „Och meneer wat aardig van U, wat bent U lief voor kleine kinderen", aldus mamma. De kinderhandjes omklemden de mijne vaster en voor ik het wist vervulde ik de rol van „pappie" en werd meegesleurd in de mensenzee. Wij schuifelden verder tot een ijs kar in het vizier kwam, welke on middellijk de aandacht van het drie tal op zich concentreerde. Volgde aanschaffing van drie ijsjes, De jong ste werd echter moe en riep met op geheven handjes „pappie, Jantie bij me zitte". Het gebaar van de handjes was mij duidelijker dan de tekst van het gesprokene, dus hees ik het ventje op mijn schouders, hij één handje in de resten van mijn eens weelderige haardos, in het andere handje het lekkende ijsje. Mijn pa pieren boordje was spoedig door weekt en mijn overhemd vol vlekken. Inmiddels boven mij niets dan luid ruchtige uitingen van enthousiasme, onderbroken door smakkende gelui den. De twee anderen hingen nu ieder aan een kant aan mijn broek zakken. „Mamma, gaat die lieve meneer morgen ook met ons mee naar zee?", vroeg de oudste. Voor ik het mij realiseerde, was het toestem mend antwoord mij reeds ontglipt. Ik kan kinderen nu eenmaal moeilijk iets weigeren. „Pappie ook see, pap pie ook see" klonk het boven mij. Even later voelde ik twee stoffige schoentjs tegen het nog schoon ge bleven gedeelte van mijn overhemd drukken en leidde uit de schokkende beweging achter in mijn nek af, dat ik tevens dienst deed als paard. On der de rit trachtte de kleine nog een lampion uit de lucht te plukken, al thans uit de slingerende lichtbol stroomden mij een paar druppels gloeiend kaarsvet tegemoet, weixe na aanraking met mijn rechterwang in vertraagd tempo de weg vonden bij mijn toch al gehavend boordje in. Nadat ik door verschillende passe rende kennissen met nadruk gegroet was en mij steeds erg nagekeken voelde, kwamen wij aan het einde van de Stationsstraat, waar twee door een schijnwerper helverlichte ooievaars stonden opgesteld, een oude en een jonge. Vanzelfsprekend moest mamma zeggen wat dat waren en na de explicatie kwam prompt de zeer delicate kwestie van broertjes en zusjes aan de órde en of die lieve meneer niet kon vragen of er nu eens een zusje kwam Thans bij de middelste een oplaaiend enthousi asme „ja ooievaar zussie brengen, zussie, zussie, zussie...!!". Toen mama niet in staat bleek een bevredigende toezegging te doen, werd een lawine van vragen over mijn hoofd uitgestort, vragen, welke mij in volslagen verlegenheid brach ten. Juist op het moment dat ik de echte pappie in de benijdenswaardige positie op een terras ergens in de grote stad achter een lekker koel biertje dacht, voelde ik een eigen aardige warme stroom over mijn rugEven te laat ontdekte ik, dat de kleine waterval niet meer was te keren, doch dit kleine inci dent greep ik dankbaar aan om haas tig afscheid te nemen. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij Jan van Duinen. NOORDWIJK AAN ZEE.... EN DE PRIJZEN! In „De Zwerver", weekblad der LO-LKP-stichting van 26 Juli j.l. lezen wij het volgende: 't Gebeurde in Noordwijk. Adres: GRAND HOTEL „HUIS TER DUIN". Een jong echtpaar ze behoorden in de bezettingstijd tot onze organi saties bracht één dag in Noord- wijk door bij enige vrienden, 'tWas een heerlijke dag, een dag van zon en vreugde. Wie kan het dit jonge paartje kwalijk nemen, dat zij na rijp beraad besloten er nog een dag aan vast te knopen? Voor de inwendige mens zouden hun vrienden zorgen. Slechts deed zich het vraagstuk voor van de nachtrust. Waar zou men in het overvolle Noordwijk een kamer vinden om een nacht te slapen? De duinen zijn wel aantrekkelijk voor een jeugdig stel, maar een hele nacht dat is toch waarlijk te koel. Na wat zoeken vond men gelukkig een kamer in het eerder genoemde hotel. Deze kamer was dus slechts nodig om te slapen. We zeggen het ten overvloede zo duidelijk mogelijk: geen ontbijt, geen bad, neen, niets meer en 'niets minder dan een slaap gelegenheid voor één nacht. Dat kan toch waarlijk niet zo duur zijn? Dacht U? Het jonge paartje da^ht het ook. Maar U vergist zich. En dat was met hen ook het geval! Ze hadden geen prijs gevraagd van te voren. Dat kon de wereld niet kosten! Neen. ZO erg was het gelukkig ook weer niet. Maar 't was toch ook weer niet bepaald goedkoop. Wat denkt U? Misschien wel een tientje? Dat dachten zij en wij ook. 't Kostte ech ter 26.44. Wilt U de kwitantie komen zien?" Hij is er nog! 't Zal helaas niet gaan. Deze kwitantie krijgt geen vacan- tie; hij gaat naar de Prijsbeheersing. En wij? Wij gaan naar Noordwijk aan Zee. Maar niet naar GRAND HOTEL HUIS TER DUIN. Aldus „De Zwerver". Commentaar lijkt ons wel overbodig en we kun nen (gelukkig!) nog zeggen: in Ber gen gebeurt zoiets niet!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1947 | | pagina 2