WBÊUm
■Hi
2e blad 16 Aug. 1947 NOTITIES
van een gast
Langs de Strandlijn.
Bob Broersma:
TARIEF EN VOORWAARDEN VAN
HET STRANDBEDR1JF.
N.V. BOUW EXPLOITATIE MAAT
SCHAPPIJ BERGEN AAN ZEE.
TARIEF.
Baden:
1 Bad0.40
1 Badmantelbad0.35
1 Kinderbad0.25
10 Baden 3.75
10 Badmantelbaden 3.25
10 Kinderbaden 2.25
Tenten:
Huur van een tent per dag 2.50
Huur van een tent per week
of korter„11.
Huur van een tent per maand
of korter35.
Staanplaats van een eigen
tent per dag 1.
Opbergen van een eigen tent
voor ten hoogste 24 uur 1.
Staanplaats en opbergen van
een tent:
per week of korter 5.
per maand of korter 17.50
Staanplaats en opbergen van
een ligstoel, bij een tent be-
hoorende, p. week of korter 0.40
Opbergen van kisten, enz., bij
een tent behoorende, naar
grootte, minstens 0.40 of
veelvouden ervan.
Strand- of ligstoelen:
1 stoel per één uur of korter 0.20
1 stoel p. twee uur of korter 0.30
1 stoel per dag 0.75
Staanplaats van een eigen
ligstoel (opvouwbaar):
per dag0.20
per week 0.75
per maand3.
Staanplaats en opbergen van
een eigen ligstoel (opvouw
baar):
per week 1-50
per maand 4.50
DE BADDIRECTIE.
HOTELHOUDERS, PENSION
HOUDERS, VERHUURDERS EN
ZOMERGASTEN VAN
BERGEN (N.-H.)
Het is nodig gebleken, dat ik op
nieuw Uw volle aandacht vraag,
maar vooral Uw volledige medewer
king inroep, voor de vreemdelingen
statistiek. De practijk heeft bewezen,
dat nog geen vierde deel van alle zo
mergasten zijn geregistreerd.
Zeer tot mijn spijt kan ik niet van
een royale medewerking van de zijde
van hotelhouders, pensionhouders en
gemeubileerde verhuurders spreken.
De opgave van de zomergasten ge
schiedt zeer onvoldoende. Is het no
dig, U het belang van betrouwbare
statistische gegevens nader uiteen te
zetten? De gemeente dient over
nauwkeurige gegevens te beschikken
voor een juiste opgave aan het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, voor
een ruimere toewijzing van levens
middelen aan de detaillisten, voor
het verstrekken van gegevens aan de
V. V. V., voor publicatie in de Bad-
bode en voor rangschikking van Ber
gen in de lijst der kustbadplaatsen,
hetgeen voor de gemeente (weder
opbouw) van het grootste belang is.
Met klem wijs ik er op, dat deze
gegevens nimmer ter beschikking van
's Rijks Belastingsdienst worden ge
steld. zoals ten onrechte velen ver
moeden.
Ik verwacht van de ingezetenen
en van de badgasten alsnog een vol
ledige medewerking bij het opbou
wen van de vreemdelingenstatistiek.
In den vervolge dienen des Maan
dags de lijsten, waarop vermeld zijn
de ingekomen en vertrokken gasten
over de afgelopen week, ten Ge
meentehuize te worden ingeleverd.
De gasten kunnen ook hieraan hun
medewerking verlenen, door terstond
na aankomst de lijsten persoonlijk in
te vullen.
Is het nodig U na bovenstaande
uiteenzetting te wijzen op de stok
achter de deur? Laat ik U derhalve
niet wijzen op de strafbepaling, doch
wel Uw zeer dringende medewerking
inroepen.
Het Gemeentebestuur van Bergen
(N.-H.) en de V. V. V. rekenen
hierop.
Bergen (N.-H.), 12 Aug. 1947.
De Burgemeester van Bergen (N.-H.),
Dr. W. HUYGENS.
Gevonden voorwerpen:
K.-windjack. D. hoofddoek. Grijze
badmuts. Bankbiljet van 10.
K.-schoentje (links). D.-tas inh. kle
ding. Koe. D.-handtas. M.-jumper.
Zakhorloge. Zilveren ring (met blau
we steen). Zonnebril. Portemonnaie
„Correspondentie"
Van een aandachtige lezeres
van de „Badbode" ontving ik de
ze week het volgende schrijven:
Beste Meheer fan Duine,
Ik bin jufrau Janse en uit. U
stukkie in de Badboode fan 2 Au
gustus fernoome hebbende asdat
U een groote kinderfriend bin
wou ik U es effies wat fraage
Me sitte hier gemeubeleert met
fijf schattege kootertjes Me kenne
niet soo feel betaale en hebbe
me niet soon sjijke filaa kenne
huure Me sitte wat je noem in een
nette benejeetaasie waarre se
swinters wat knijntjes en giftjes
in hebbe Maar dat mag em de pet
niet drukke want me hebbe reuse
feel plesier hier Ja en wat is het
hier mooj in de duine de bosse en
het strant niet te fergeete Fleeje
week binne me met se alle twee
keer achter mekaar na t strant
gewees met dat mooje weer U sel
et geloofe maar me man hep toe
drie keer met se bloote beene in
het waater gewees Nou nie om
wat fan em te seggen maar anders
komp ie niet sofeel met se beene
in het waater En die schatjes van
ons U hat se moete sien meheer
Ik hep sellef ook nog effe pootjes
gebaaid Maar nau op me appere-
poo trug te komme Me man se
fercansie is om en blijfe wij hier
en komp hij alleenig met de
weekeints En nau is mein frien-
delek fersoek Of U Woenesdag
fan de folgede week es een afedje
op de kindere wil passe want ik
ken niemant anders krijge alle
mense sijne hier met fercansie en
de Berregenaare hebbe et feels te
druk met de gaste en dan is me
schoonzussie jaarig die hier ook
gemeubeleerd is Ik sal wat se-
gretjes en snoeppies klaar legge
en mesgien is er noch wel een
druppie ook Wil U me effe gau
berich laate weete
Feel groete en Agtent
Jufrau Janse
P S Foor ik weggaan sel ik sel
lef de kindere wel te bed legge
dan worre U boortje en ofer-
hempt ook niet fuil
Door omstandigheden moet ik dit
verzoek via de „Badbode" afhan
delen, leest U maar.
Geachte Mevrouw Jansen,
Bij wijze van uitzondering wil
ik aan Uw verzoek voldoen, maar
wilt U misschien even Uw adres
opgeven? U komt waarschijnlijk
ook uit Amsterdam, maar ik ken
U niet en hier in Bergen zijn mo
menteel 7 a 8000 gasten.
Als ik kom hoeft U mij niet te
verwennen met cigaretten enz. en
ik drink nooit meer dan één bor
rel, voor het eten. Als ik iemand
een dienst kan bewijzen, doe ik
dat gaarne zonder tegenprestatie.
Mocht ik onverwacht verhin
derd zijn, dan zal ik vragen of de
redacteur van de „Badbode" in
mijn plaats wil komen oppassen.
Met vriendelijke groeten en
hoogachting,
Uw
Jan van Duinen.
(inh. 0.66). D.-mantel. Ketting met
hanger. Ceintuur (wit linnen). Zwart
bonte hond.
Verloren voorwerpen:
Lederen cigarettenkoker. Sport
kous. Kinderjasje. Huissleutel. Porte
monnaie. D.-vest. D.-jas. Uurwerk
van D.-horloge. D.-stuurtas. Fietska-
bel (staal). D.-ceintuur. Klomp-sok
kousje. D.-portemonnaie, inh. 10.
Colbert-jas. Etui met vulpen.
K.-schoentje. Hond (bouvier). Gabar
dine regenjas.
Het eentonige gerommel der bran
ding, het eeuwig kruiven der golven
en het lied der winden, die uit zee
komen aanwaaien naar onze blond-
koppige duinenrij hebben mij altijd
geboeid. Zowel 's zomers als de zon
hoog in het strakke, blauwe azuur
staat en haar verzengende stralen
over de tussen het duinlandschap en
diepblauwgrijze zee slingerende geel
witte bandstrand werpt, zodat de
lucht er trillend boven hangt, als
's winters, wanneer met vuil wit
schuim getooide hoge golven als
loeiende monsters op de kust aan
rennen en alles wat tussen hun ka
ken komt vermorzelen, om dan spat
tend uiteen te slaan tegen de afbrok
kelende duinen.
Van alles werpt de zee dan op het
strand. Tussen de langgerekte bossen
zeewier liggen hier en daar lege
flessen en stukken doorweekt wrak
hout en soms een met zwart teer
overdekte vogel. Tussen al deze
rommel scharrelen de strandjutters,
die bij nacht en ontij als het stormt
en er een klein kansje bestaat dat de
zee iets prijs geeft, wat van hun
gading is, langs de vloedlijn zwer
ven. In alle kustdorpen langs onze
Noordzeekust wonen jutters, mensen,
die de zee en het strand door en
door kennen en altijd klaar staan
om er op uit te trekken langs het
schuimbekkende monster, maar die
tevens te allen tijde bereid zijn om
plaats te nemen in de reddingboot als
er mensenlevens gered moeten van
een wrak, dat aan stukken geslagen
wordt op een zandbank. Deze man
nen zijn één met de zee, die zij wil
len en moeten bevechten en er soms
ook profijt van trekken. Maar er zijn
ook mensen, die de zee bij storm
weer als een bezienswaardigheid be
schouwen en meer niet, of de zee en
het heerlijke blanke strand slechts
alleen in de zomer kennen. Voor hen
is de zee niet meer dan een in het
zonlicht zilverwit glinsterende grote
plas met zacht kabbelende golfjes,
die ruisend tegen het strand opslaan
en duizenden schelpjes met zich
voeren.
Tot die categorie van mensen be
horen de badgasten, die wanneer ze
reeds lang na een fijne vacantie aan
zee, in de stad teruggekeerd nog
steeds de gedachten aan die blauwe
zee, waarin een bottertje voer met
een zacht ronkende motor en slappe
zeilen, waaromheen de meeuwen
krijsend dansten, met zich dragen.
De schelpenvissers scheppen met
hun netten de z.g. strandschelpen
uit de krullende golfjes, gooien ze in
hun karakteristieke wagen op de ho
ge wielen en brengen ze naar de
kalkovens, waar ze tot kalk gemalen
worden.
In die lege schelpen hebben de
weekdieren geleefd, die reeds lang
in het middelpunt der belangstelling
staan van vele beoefenaars der na
tuurlijke historie. De oorzaak daar
van ligt in het feit, dat de overblijf
selen der dode dieren, de schelpen,
een grote duurzaamheid hebben, zo
dat ze lang bewaard blijven. Ze wor
den dan ook niet alleen gevonden op
het land, in zout- en zoet water,
maar ook in verschillende gesteenten
of oude aardlagen. Ze zijn meestal
nog onveranderd gebleven. Het ver
zamelen van de in de tegenwoordige
tijd levende weekdieren, voorzover
het schelpen betreft, is niet moeilijk,
evenmin als het in verzameling bren
gen daarvan. Het hoeft ons niet te
verwonderen, dat zoveel amateurs
ze verzamelen als daar nog bij ko
men de fraaie vormen en kleuren,
die heel veel schelpen vertonen.
Tot de weekdieren behoren de
plaatkieuwigen, d. z. de dieren, waar
van de schelp uit twee kleppen be
staat, de slakken, waarvan vele een
slakkenhuisje dragen en de inktvis
sen, die inwendig aan de rugzijde een
schelp hebben. (U kent natuurlijk
allemaal het z.g. „zeeschuim", waar
op de kanaries zo dol zijn. Dat is de
schelp van een inktvis).
De beide helften van een twee
kleppige schelp zijn met elkaar ver
bonden door middel van een schar
nier en een slotband, een elastische
band, die voor het openen der
schelpkleppen <)ient. Het sluiten ge
schiedt door stevige sluitspieren.
Hier en daar liggen tussen de ho
pen schelpen op het strand soms
nog schalen, waarin zich nog een
10-JARIG BESTAAN AFD.
BERGEN (N.-H.) VAN HET RODE
KRUIS.
De afdeling Bergen van het
Nederlandse Rode Kruis viert op 23
en 24 Augustus a.s. haar tienjarig be
staan o.a. met een feest, dat Zater
dag 23 dezer begint om kwart na
twee op het terrein van de Volks
hogeschool „Het oude Hof" aan de
Hoflaan.
Wij zouden die badgasten die ge
legenheid hebben deze middag en zo
mogelijk avond daarvoor te reser
veren, met kracht willen aanraden
het feest te gaan bijwonen,
In het volgende nummer van de
„Badbode" willen wij een en ander
vertellen van de jubilerende afde
ling. Daar het aantal plaatsen be
perkt moet worden gehouden, kwam
het ons gewenst voor reeds nu aan
dacht te vragen voor de mogelijkheid
zich van een toegangsbewijs te voor-
zien.
Het fraaie raambiljet, door de
illustrator en schilder Rein Snapper
ontworpen, geeft U reeds een denk
beeld van wat er te genieten zal zijn.
De toegangskaarten zijn bij de Ber
gense boekhandelaren verkrijgbaar.
levend weekdier bevindt, dat wan
neer men het lichaam der schelpen
even aanraakt, de schalen kramp
achtig samentrekt. Het is dan veelal
onmogelijk de schelpen van elkaar te
trekken, zonder dat men ze breekt,
een bewijs welk een kracht er in de
sluitspieren is gevestigd.
Als er bij zo'n weekdier als een
slak gevaar dreigt, trekt hij zich ge
woonlijk in zijn huisje terug. Vele
slakken sluiten dan tevens de mond
opening af met behulp van een klein
kalkplaatje, het operculum, dat zij
op de rugzijde van de „voet" mee
dragen. Die plaatjes zien eruit als
kleine schelpjes, maar vertonen geën
slot, zodat men zich nooit behoeft te
vergissen.
Aan het lichaam van de inktvis
kunnen we duidelijk een kop onder
scheiden, die hier een paar ogen, een
mondopening met grote chitinekaken,
een radula en een aantal armen
heeft. Deze armen dienen voor het
vangen van de prooi en zijn daarom
bedekt met zuignappen. Er is ook
een mantel die aan de buikzijde een
mantelholte draagt, die in verbin
ding staat met het omringende water
door de trechter, eveneens een
lichaamsdeel van de inktvis. Door
deze trechter kan het water uit de
mantelholte met grote kracht naar
buiten gespoten worden, zodat het
dier hierdoor achteruit schiet. Tevens
wordt de z.g. „inkt" dan uitgespoten,
maar dan moet er gevaar zijn. Er
zijn inktvissoorten, die hier niet le
vend langs de kust voorkomen, maar
wel spoelen hun schelpen aan en die
kunt u na elke storm op het strand
vinden.
Onze zee- en kustvogels leven
niet alleen van de visjes, die ze door
middel van hun duikvluchten be
machtigen of van een aangespoelde
bruinvis, maar ook van weekdieren,
die in de schelpen gehuisvest zijn-
De scholekster b.v. leeft er bijna
helemaal van. Met zijn platte snavel
met de recht aflopende stompe punt
weet hij de mossel- en hartschelpen
op een handige manier vlug te ope
nen en het dier daaruit te scheuren.
Ook leeft de scholekster van wor
men en andere diertjes, die zich on
der de oppervlakte van een juist
drooggelopen stuk strand bevinden.
U moet maar eens opletten als u
zo n prachtige bonte vogel langs het
strand ziet dribbelen die telkens blijft
stilstaan om zijn snavel in het zand
te steken: dan heeft onze „Bonte
piet" weer een lekker hapje ge
vonden!
De zilvermeeuwen slikken de mos
selen met schaal en al in, maar later
in de duinen, als ze op de blonde
stuifduinkopjes staan, dan braken ze
de onverteerbare schelpresten weer
uit. Hierdoor komt het, dat men in
de duinen zoveel met fijne schelp
deeltjes overdekte plekken aantreft.
Op hoge poten waadt de kluut
door het water van een zwin en
maait met zijn kromme naar boven
gebogen snavel telkens maar heen en
weer. Hij zeeft uit het water allerlei
waterinsecten, die zijn spijs vormen.
Zo levert de zee voor een ieder
wat op, voor de een dit, voor de
ander dat, al naar gelang de aard en
de leefwijze. En met de mensen is
het eigenlijk precies zo