:l Bespiegeling bij een zeventiende-eeuu/se geve) V Zaterdag 6 Sept. 1947 Een-en-dertigste ïaargang No. 12 Abonnemen,spn,si 2.-voor leden der v.v.v. JAC., QÉ en JANNA KOEMAN. HUI ll 11II ili'jPPjWfWBMMgg fN Bertus Aafjes Bij d'Oude Kerk staat in verheven lijnen Een gevel die zichzelve gadeslaat in 't water; rond zijn wit en schoon gelaat luiken geen krullen op maar twee dolfijnen. Hij is nog uit de tijd van de piraat. De zeeën waren Hollands .gèlddomeinen; de walvis bracht men thuis met de baleinen; de stad spoog goud en barstte van de baet. Toch werkte Vondel op de Bank van Lening. Seeghers spoog bloed eer hij zieltogend heenging en werd door wat artiesten afgehaald. Nu sta ik op de gracht en overweeg er: Land van de vis, de vis wordt duur betaald, Maar voor de Kunst is de balans nog leger! (Uit: Het Gevecht met de Muze) Het is enige tijd geleden dat een van de belangrijkste Neder landse poëzie-critici schreef dat Aafjes was geworden: van de jongste leerling tot de jongste meester" en hij had gelijk. Afge zien van de vraag of de figuur Aafjes, na publicatie van zijn „Voetreis naar Rome", dat een (voor dit land tenminste) onge hoord succes had, zowel artistiek als wat de oplaag betreft, al dan niet overschat wordt, mag toch wel vastgesteld worden, dat zijn poëzie aan rijkdom van kleur, aan „vitaliteit" en aan inten se levenswarmte van een ongekende allure is. Aafjes is een dichter, die niet een verbijsterende lichtheid zijn verzen schrijft en men vraagt zich soms af of dan alles wat deze jonge kun stenaar neerzet poezie wordt. Bertus Aafjes, de jonge meester, publiceerde o. a. naast „De Voetreis naar Rome" verscheidene andere bundels, terwijl kort geleden eveneens van zijn hand verscheen „De Zeemeermin nen", een bundel korte verhalen. Hij woonde tot voor kort in Bergen aan Zee, doch is thans naar Egypte vertrokken. Wij menen dat hij zich in Italië zal gaan vestigen, hoewel bij Aafjes dergelijke voornemens aan sterke wijziging onderhevig plegen te zijn. Aafjes is kunstenaar in hart en nieren en mag tot de zuiver ste talenten van onze tijd gerekend worden. Het in dit nummer opgenomen vers schreef hij op zeer jeugdige leeftijd. Als wij ons niet vergissen toen hij 18 jaar was. ST at 4 <326 ijkste 3A raat issen T dag men Redacteur: ANTHONY VAN KAMPEN, Uitgave: N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h Herms. Coster 8t Zn. Voor advertenties: N. SLUYTER, Kerkedijk 23, Bergen N.H., Tel. 2543 Voordam 9, Alkmaar - Tel. 3320 - Postgiro 37060Dorpsstraat 23, Bergen, Tel. 2447 3.25 per seizoen; J 00 Lo9se nummers 25 cent WEEKBLAD Jac. J. Koeman; Het Hoedje; Janna Koeman: Pop; Gé Koeman: Portret Jac. J. Koeman werd in 1889 te Edam geboren. Hij genoot slechts een korte schildersopleiding, namelijk aan de Rijksschool voor Kunstnijver heid in het Rijksmuseum te Amster dam, gedurende een jaar. Wel werd hij daarna nog door prof. A. J. Der kinderen dopr deskundige aanwijzin gen geholpen, maar overigens is Koeman toch een self-made man, die opgroeide temidden der ideeën van de Haagse School en ook, zij het fn minder sterke mate, van de Franse Impressionisten. Zijn verering ging en gaat nog steeds uit naar Millet, de door hem als religieus geziene schilder van het landleven. En het is dan ook de natuur welke Koeman steeds boeit, in het bijzonder het bloeiende en prille leven, in vrucht bomen, in bloemen, in jeugdig vee. Vandaar ook dat een opdracht als van Verkade tot het maken van al bumplaatjes zo geheel in zijn lijn lag: deze albums zijn wel zo ver maard dat wij er verder niets van behoeven te zeggen. Koeman is niet slechts schilder en tekenaar: hij kent vele technieken waarin hij ook nu nog steeds een hogere graad van vol maaktheid tracht te bereiken. Zijn etsen en litho's getuigen daar van: ze bewijzen zijn groot vakmanschap, zijn intuïtief gevoel voor kleur en lijn en zijn liefde voor het ambacht- zelf. Zijn wat teruggetrokken aard doet hem weinig in de openbaarheid treden, hij zoekt de Natuur die hij dan in zijn atelier op het doek her schept. Zijn jeugdige vrouw, Mevrouw G. KoemanMeertens, te Ambt Har- denberg geboren, moet zich door eenzelfde doelstelling tot hem hebben aangetrokken gevoeld, maar zij uit zich toch op andere wijze. Haar op leiding lag in handen van haar man, wiens leerlinge ze was. Haar aan dacht is vooral bij het miniatuur, zo dat ook wanneer zij e:en groter stuk opzet er met liefde gewerkt wordt aan het détail. Toch is er in haar werk, dat nog niet tentoongesteld is, een streven te herkennen naar gro tere opvattingen: er is het verlangen de tederheid die haar bezielt een vorm te geven die meer aansluit bij moderne opvattingen. Haar liefde voor Holbein en de Hollandse primi tieven kan in strijd lijken met haar eveneens aanwezige liefde voor Bra- que, maar hier ziet men toch het staan op de grens van twee werelden. De derde Koeman zou ik hier ook graag een plaats willen verlenen: de dochter van het echtpaar: Janna. Ze heeft een oprechte hekel aan olie verf! Maar een kind ontkomt niet aan de gaven der ouders, zodat op de een of andere wijze toch het ar tistiek talent (dat ook .in verdere voorouders aanwezig was) aan de dag moet treden. Dat gebeurt dan oók in haar borduur- en appliceer- werk en in de poppen die ze maakt. In dit werk is een zo natuurlijke ge voeligheid voor kleur en vorm, maar ook een zo afwezig zijn van invloe den (leermeesters heeft ze niet ge had), dat de oorspronkelijkheid- on middellijk voelbaar is. Dit is niet wat men noemt „kinderwerkBij be kwame en ongedwongen leiding zal haar talent zeker de buitenwereld eens verrassen. En ik geloof dat zij bij haar ouders in goede handen is. Theo J. van der Wal. Jan Ivangh over: „UILSKUIKENS".... Een pad was er niet, een konijnen pad, was mijn weg door de dichte duinpan. Berkjes stonden er en daaronder hoog dor gras, maar midden in zo'n bosje stond die oude ineengeschrompelde den. De zeewind had hem kort gehouden, evenals al die berken, die gedrongen dicht bij een in die duinpan stonden. Knarsend droog kraakten de en kele dorre takjes en opeens stond ik onder de vreemde den en bovenin lag een nest. Zeker een duif, even kijken, 't zag er nogal makkelijk uit om erbij te komen. De rugzak af, schetsboek bij de hand en dan maar klimmen. Inderdaad, het ging, doch toen ik mijn hoofd over de rand van 't nest heen stak zag ikdrie sneeuwballen met ogen, die me aan keken. Ik knipperde eens met mijn ogen, pakte het schetsboekje en be goneen tak kraakte onder m'n voet en ik moest een beter houvast hebbenkwam met mijn hand even boven de nestrand en er kwam nóg méér leven in die sneeuwballen of wel „uilskuikens"! De bekjes gin gen open, wagenwijd, de ogen staarden me aandrie paar donkerbruine oogjes onder een paar leuke ronde kleine oortjes. Ik pro beerde 't nóg eens met m'n hand en toen begon het drietal tegelijk met de tongen te klakken en te blazen. Intussen was de krabbel klaar, net op tijd, want een grote oude uii vloog suizend over me heen. 'tWas tijd om heen te gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1947 | | pagina 1