MARCONI" De historie van de Kerkruïne Dat \j\r\d je \r\ Bergen alleen/ INGEZONDEN. BEROEN AAN ZEE Hotel-Restaurant BODEGA Gezellig bitteruurtje Een lesje in locale geschiedenis door P. BEYNEVELD. (II) HET MIRAKEL VAN HET H. BLOED In de nacht van 18 op 19 No vember 1421 is door de beruchte St. Elisabethsvloed o.a. het dorp Petten verwoest. Van de 400 personen, die binnen de kerk waren gevlucht, konden slechts drie het leven redden. Onder alles, wat te Bergen kwam aandrijven, bevond zich ook een kastje, dat o. m. inhield een ivoren pyxis busje met het H. Sacrament, afkomstig uit de Pettemer kerk. Het werd gevonden door de schout van Bergen, Jan van Pru- ehen, die met zijn schuit erop uit was getrokken om de aangespoelde voorwerpen in beslag te nemen. Ongeveer een half jaar later bleek de inhoud van meergenoemd busje, waarin veel zeewater was gedrongen, te zijn veranderd in een droge stof en als bloed gekleurd. Men beschouwde dit als een groot wonder. Ter ere van het H. Bloed nu, is op Zanegeest, de vindplaats van het H. Sacrament, in 1422 een kapel gesticht. Elk jaar in Mei vond een plechtige processie of omgang plaats vanuit de parochiekerk naar deze kapel en terug. Het H. Bloed, dat in de Berger kerk werd bewaard, is (zoals aan stonds blijken zal) in 1574 verloren gegaan. Het Wonder of Mirakel van Ber gen genoot een grote vermaardheid. Zieken en gebrekkigen kwamen naar hier en genazen. Misdadigers werden meermalen veroordeeld tot een bedevaart van het H. Bloed van Ook na de Hervorming kwamen nog vele bedevaartgangers, doch bij plakkaten werd dit verboden; 't laatst in 1647. De kapel verviel langzamerhand en omstreeks het midden van de 18de eeuw stond er nog slechts een muur brok overeind. Hoe het gebouwtje eruit heeft ge zien, is niet bekend. Wel moet het meer lang dan breed geweest zijn en zou de lengte nau welijks 9 meter bedragen hebben. Een paar stenen en leien in het Museum zijn thans de enige over blijfselen. Voorts wordt de herinnering aan het gebeurde nog levendig gehouden door namen als 't Zakedijkje (een verbastering van Sakkerdijk of Sa- cramentsdijk), Kapeweidje en Kapel laan De devotie tot het H. Bloed is in de laatste tijd herleefd en men houdt thans elk jaar op de Zondag vóór Pinksteren een stille omgang langs dezelfde weg, waarlangs in vroeger eeuwen de plechtige pro cessie trok. In de vroegte van deze Zondag morgen gaat men in alle stilte, zon der uiterlijk vertoon, vanaf de Ruïne langs de oude Processieweg. Deze loopt via de Kerkstraat, de Dorps straat, de Van Borsselenlaan, de Nat- teweg, de Baakmeerdijk, tussen de boerderijen van Kuijs en Hollenberg door, langs de Schapenlaan en dan weer terug over de Kapellaan, de Kerkedijk, de Russenweg, de Breê- laan en tot slot nog een keer rondom de Ruïne. Daarna verenigen de deelnemers zich in de parochiekerk om de H. Mis bij te wonen. 'k Ga een liedje thans pennen Van geurige dennen, Van zee en van zon en van zand, Van helblonde duinen Met blinkende kruinen Van jeugd en jolijt aan het strand. Van gestoei en gesnater In het klaat'rende water, Van zeelucht zo zalig en zilt, Van geblakerde luyden Met brons-bruine huiden Op het strand, waar het zonnelicht trilt. Van bloeiende heide, Van grazige weide, Van villa's, verscholen in 't groen, Van 'n ting'lende trekker Met kleep'lende klepper, Waarmee je het landschap kunt „doen". Van een landelijk laantje Met 't lonkende maantje, Dat liefelijk lacht door het groen, Van 'n heel eenzaam bankje Twee paaltjes, één plankje Ik vraag: wat zou U er gaan doen? Van duizenden dingen, Die 'k niet kan bezingen, Maar die zo intiem zijn en schoon En die je, mijn vrinden, In BERGEN kunt vinden, Een parel aan Nederlands kroon. Jac. Broersen. „Dat vind je in Bergen alleen", dichtte voor ons Jac. Broer sen en hij heeft gelijk: zoiets vind je inderdaad alléén maar in Bergen. Het verheugt ons dit aardige vers van Broersen óp te nemen, omdat deze Bergen goed kent. Zelf Westfries, komend van de gladgroene polderlanden, weet hij de schoonheid van dit dorp ten volle te waarderen en aan de spontaniëteit, die zijn vers kenmerkt, behoeft gast noch Bergenaar te twijfelen. Is het nog nodig er op te wijzen dat het dezelfde Jac. Broer sen is van wiens hand de laatste jaren enkele voortreffelijke streekromans, met West Friesland als mise en scène, in het licht gegeven werden? Namen als „Boerenvolk" en „Rijtuig voor" (uitg. „West-Friesland", Hoorn) genieten terecht een té grote bekendheid dan dat het nodig is op deze plaats de mérites van deze auteur nog eens extra naar voren te halen. Men kent ze hier wel. 1574 RAMPJAAR VOOR BERGEN. De Berger kerk is tot 1574 in het bezit der Rooms-Katholieken geble ven, ofschoon reeds in 1565 Hendrik van Brederode, Heer van Bergen, (uit de geschiedenis bekend als de man van het Verbond der Edelen en het Smeekschrift) het gebouw voor de protestanten had opgeëist. Op 21 Februari 1574 werd het hele dorp de prachtige kerk, het Rechthuis, het Hof, kortom alles wat de Spanjaarden na het vergeefse be leg van Alkmaar in 1573, tot hinder laag had kunnen dienen in de as gelegd, waarschijnlijk op last van Diederick Sonoy 's prinsen gouver neur van het Noorderkwartier. Daarmede gingen ook bijna alle oorkonden verloren, dio licht hadden kunnen werpen op de geschiedenis van het dorp vóór die tijd. Van Ber- gen's oudste geschiedenis is hier door weinig met zekerheid bekend. Ook het H. Bloed is bij deze brand verloren gegaan. Eerst in 1587 werd door de Pro testanten met gedeeltelijke herbouw begonnen, nadat een belangrijk deel van het kerkeland was verkocht. De verkoop ging niet erg vlot, daar het land tijdens het Beleg van Alkmaar in 1573 was geïnundeerd en het zoute water vier jaar lang tot voor Bergen had gestaan. In 1595 kwam de consistoriekamer gereed en in 1597 (NU JUIST 350 JAAR GELEDEN!) was de restau ratie van het koorgedeelte voltooid. Er moet nog een oude kerkteke- ning uit 1599 bewaard zijn gebleven met het volgende onderschrift: „Die Oude Kerck van Bergen is verbrant, Anno 1574 den 21 Februari: het Naegebou, soo gij hier ziet present, is Anno 1597 in Apriel voleint." Met gebruikmaking van de grote stenen van de toren had men het koor door een muur afgesloten. Het ons bekende torentje moet als versiering van deze vlakke muur in dezelfde tijd zijn aangebracht. Uitwendig heeft de Ruïne nadien geen grote wijzigingen meer onder gaan. Prenten uit de 18de eeuw vertonen maar weinig verschil met het heden daagse. Merkwaardig is, dat reeds in de Middeleeuwen ooievaars hun nest schijnen te hebben gebouwd op het oude kerkedak, boven het Koor. Als we de oude prenten mogen ge loven, is dit zo gebleven tot in de eerste helft van de 18de eeuw. Later was er een ooievaarsnest op het veel lagere muuroverblijfsel te genover het Museum en Post kantoor. Omstreeks 1900 werden de linde bomen rondom het oude kerkhof te hoog en toen hebben de witte vogels Bergen als standplaats vaarwel ge zegd, alle fraaie aanbiedingen van het Gemeentebestuur ten spijt. In het torentje hangt sinds 1945 tijdelijk een klein klokje, ter vervan ging van de in 1943 door de Duitsers geroofde en hoogstwaarschijnlijk ge smolten klok, wier prachtige zware geluid we dus wel nooit meer zullen horen. J. van Reenen, Burgemeester en Secretaris. J. Helder en J. Leyen, Wethouders der gemeente Bergen. Gegoten door Gebr. van Bergen te Midwolda. Juli 1888. Het kleine klokje, dat afkomstig is van 't Oude Hof, draagt rondom het volgende opschrift: Ao 1738 me fecit Ciprianus Crans Jansz. Amstelodami. Dit klokje luidt gewoonlijk alleen op Zondag, twee uur vóór en bij de aanvang van de kerkdienst om 10 uur v.m. of 7 uur 's avonds. Tot aan de oorlog van 1940 werd de klok ook geluid, als iemand ge storven was: Voor een kind één keer, voor een ongehuwde volwassene twee keer, voor een gehuwde volwassene drie keer en voor iemand, die door een ongeluk om het leven was ge komen vier keer. Bij begrafenissen luidde men even eens. Klepte de klok, dan was er brand. Hopelijk zullen bij de aanschaffing van een nieuwe, grotere klok deze mooie oude gebruiken herleven (het laatste, dat van het brandalarm, misschien uitgezonderd. Hoewel al in 1808 werd verboden in en om de kerk te begraven, was het oude kerkhof rondom de Ruïne zowel voor Rooms-Katholieken als Protestanten tot 1864 de enige be graafplaats in deze gemeente. In dat jaar schonk Mr. J. J. H. van Reenen, de vader van Oud-bur gemeester Jac. van Reenen, grond aan de Gemeente voor de aanleg van een nieuw kerkhof aan de Schoolstraat (thans Ruïnelaan gehe ten). Een gedeelte werd afgestaan aan de Rooms-Katholieke parochie. (Het werd tijd, dat er een einde kwam aan het gebruik van in en om de kerk te begraven. De lijklucht moet ondragelijk zijn geweest, vooral in de zomer. Daarbij was het kerkhof zo klein, dat de graven om de 7 jaren geopend moesten worden). De Karei de Grotelaan, die uit komt op een van de brede kerkhof poorten, heette nog in 1911 „Dood weg". Vroeger waren er twee doodwegen in Bergen, één vanuit Oostdorp naar 'de kerk en de ander uit Westdorp (in heel oude tijden de Kerkelaan, later de Hoflaan). Op verzoek van de bewoners der Oostdorper Doodweg werd de naam veranderd en thans heet deze weg Karei de Grotelaan, zulks naar de stichter der doodwegen, Karei de Grote. ONVINDBAAR. G. F. van B. te Berden. Wij ont vingen Uw ingezonden stuk naar aanleiding van het artikel van de heer K. Wij kunnen dit niet plaatsen, omdat U zich ten enemale vergist. De bedoeling van het artikel is U ge heel ontgaan en het lijkt ons niet prettig indien U zich de vrolijkheid der lezers op Uw hals zou halen. Wij hebben U dit uitvoerig willen schrij ven, doch noch de post in Bergen, noch het secretariaat der V. V. V. konden ons aan Uw adres helpen. U had namelijk vergeten dit in Uw brief te zetten. Wel hebben wij Uw brief doorgezonden aan ae heer K. ter kennisneming. Mocht U er prijs op stellen ons hierover alsnog te schrij ven, verzuim dan niet Uw volledig adres bij te voegen. Red. De Badbode. De vuurtorenwachter en zijn vrouw hebben als jong getrouwd paar hun eenzame post betrokken. Om een beetje verstrooiing te hebben is een piano besteld, die met de postboot gebracht zou worden. Als d-e boot nadert en ze de piano niet aan dek zien staan, roepen ze: „Jullie hebben de piano toch niet vergeten?" „Niks hoor", wordt er terugge- schreeuwd, „we hebben 'm op sleeptouw!" 77

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1947 | | pagina 2