MARCONI"
Als het getij verloopt
Verzet men in Berden dan de bakens
BERGEN AAN ZEE
Hotel-Restaurant
BODEGA
Gezellig bitteruurtje
Redactioneel
Natuurlijk, mijnheer de redacteur
van „De Badbode", natuurlijk wil ik
aan uw verzoek voldoen om een
artikeltje te schrijven voor uw inte
ressant blad.
Ge hebt bij uw verzoek de veron
derstelling geuit, dat zij die in Ber
gen een vast vacantieoord hebben
gevonden, wel zoveel belangstelling
voor de plaats hebben, dat zij daar
van in het blad van de V. V. V.
uiting willen geven. En natuurlijk
hebt ge er op gerekend niet aan
een dovemansdeur te kloppen.
Maar minder natuurlijk dan de
inwilliging van uw verzoek is de
kwestie waarover het dan gaan zal.
Misschien zegt mijn opschrift U
wel iets: „Als het getij verloopt
verzet Bergen dan de bakens?"
Wanneer ik als goed lezer van „De
Badbode" zo uw antwoorden op vra
gen van lezers bezie, dan kan ik soms
niet aan de indruk ontkomen, dat men
in Bergen ietwat conservatief wil
zijn.
Ge zult met uw hoofd schudden,
maar al het water van de zee kan
het niet afwassen, dat ik daarom
trent wel eens niet al te gerust ben.
En ik zal U heel precies zeggen
waarom ik bang ben.
U weet, mijn hart heeft altijd le
vendig geklopt voor al „vreem
delingenverkeer" betreft en in de
plaats mijner inwoning was het zo
gesteld, dat wij het in de „oudheid"
moesten zoeken. Wij moesten het
vreemdelingenbezoek interesseren
omdat wii zo „oud" waren en er
zoveel historische dingen waren te
bezien.
Maar met Bergen is het anders ge
steld.
De geest van de tijd is langzamer
hand anders geworden.
Vroeger stond aan een hek van een
boerderij te Spanbroek (misschien
staat ze er nog wel) de spreuk:
„Wat men het hoofd al biedt,
Den tijdgeest keert men niet".
Moeten wij Bergen dan op z'n kop
zetten, zult vragen.
Neen, dat moeten wij niet nu
niet en nooit niet, want Bergen zelf
moet blijven was het is.
Maar Bergen aan Zee kan vooruit
het is daar een ander land. Bij ons
in Bergen-binnen wonen wij onder de
kruinen van die oude, mooie bomen,
die het dorp een bepaald stempel
geven, een bijzonder karakter ver
lenen, hoe kan de stemming daar
anders worden? Maar in Bergen-aan-
Zee staan geen bomen, daar is zee
en zand en water, daar is licht en
lucht. Daar is een geschikt oord
voor moderne mensen.
Laat ons in Bergen-binnen voor
zover het kan, in zoverre vooruit
gaan dat wij op de tijd niet ten ach
ter komen.
Wij hebben in ons oude dorp een
paar mooie hotels-café-restaurants
met prachtterrassen, waarop vaak
nog te weinig plaats is; wij hebben
een danszaal, een bioscoop, misschien
komt er straks nog eens een goed
cabaret. We hebben er zelfs een
„speelzaal". Meer hebben we hier
niet nodig, is het niet?
Maar is het U ook niet eens opge
vallen, dat er zoveel auto's ons dorp
uittuffen naar andere stranden aan
dezelfde zee naar Egmond, en
vooral naar Camperduin.
Zie, dat moet ge niet verwaar
lozen.
Nu zijn Camperduin en Egmond
niet mondainer dan ons strand, het
zand is er niet witter en de zee is
er niet natteren toch zegt men:
„In Camperduin is het zo gezellig".
Kan dat bijvoorbeeld niet hierin
Een der gasten, die ons dorp
als vacantieoord hogelijk waar
deert, toont zijn belangstelling
ook voor de dingen van de dag.
Hier volge zijn kijk op wat in
Bergen niet mag worden ver
waarloosd, en wij geven hem
gaarne de gelegenheid zijn
ideën en gedachten naar vo
ren te brengen.
liggen, dat er wat meer afleiding in
Camperduin is hoofdzakelijk door
de consumptietenten van Minkema
en Groothoff? Of ligt het alleen in
de betere toegang naar het strand?
Bergen aan Zee heeft van mon
daine dingen nimmer iets willen we
ten; bij ons moet het wat „deftiger"
zijn.
Ik kan een goede smaak bewonde
ren, mijnheer de redacteur, en bana
liteiten zal men moeten verafschu
wen, maar tochtoch moet men
Eiet al te kieskeurig zijn.
Wanneer aanstonds Bergen-aan-
Zee zal herrijzen en dan zal het
wat boulevards betreft heel wat
mooier kunnen worden dan het in
het verleden was dan zou men er
even rekening mee moeten houden,
dat de geest van de tijd anders wordt
en dat men de bakens moet verzet
ten als het getij verloopt.
Veronderstel eens, dat Bergen-
binnen aanstonds woonoord wordt
van Amsterdam (wat een magnifiek
bouwterrein ligt er niet voor nieuw
bouw tussen het kanaal en ons dorp,
'n hele stad) dan zou men van ons
dorp een zeer bloeiende welvarende
gemeente kunnen maken door de
forensen iets te bieden wat niemand
anders in heel Nederland kan. Daar
kan geen Bussum, geen Hilversum,
geen Zandvoort tegen op.
Wij hebben wat een ander niet
heeft; wij hebben de combinatie van
bos, strand en duin.
Dat ziet gé nergens, mijnheer de
redacteur, nergens zo als in Bergen.
De weg van het dorp naar ons
strand is een van de schoonste in
Nederland, maar was daaraan nu
voor het seizoen niets te doen ge
weest? In zo'n erbarmelijke toestand
verkeert bijna geen weg in Neder
land.
En ga eens de weg langs van het
Woud naar Bergen aan Zee; is het
geen sprookje gelijk, maar bent ook
U niet bang dat er van die weg
wanneer dat zo doorgaat en er wordt
niet de beschermende hand aan ge
houden - niet veel overblijft? Ik
weet niet eens of er een wandelaar,
een fietser, een automobilist op mag
komen maar ze zijn er in elk ge
val wel en genieten van duizend
schone dingen per minuut.
Wat heerlijk zou het zijn indien in
het plan Bergen-aan-Zee-voor-de-
toekomst ook deze weg in het pro
ject kon worden opgenomen. Daar
behoeft geen vernieling van duinen
voor plaats te vinden, maar daar
behoeft alleen maar „orde op zaken"
gesteld te worden.
Ik weet het, natuurlijk, de V. V.
V. te Bergen heeft de ogen wijd
epen en al wat ik hier zeg, zal
wellicht al duizenden malen beke
ken zijn.
Maar het is misschien eens goed
als een buitenstaander er ook wat
van zegt.
Dat wegrijden van de auto's der
gasten in Bergen-binnen naar een
ander strand dan Bergen-aan-Zee
moet volgend jaar ophouden dat
moet niet mogen voorkomen.
De bussen naar Camperduin zijn
11
telkens „stikvol", mijnheer de re
dacteur, overvol.
Dat is niet alleen om het ritje
maar dat is om het intieme, het
genoegelijke, het gezellige van het
strand.
En nu nog een ander chapiter,
mijnheer de redacteur, dat gaat over
ons dorp zelf. Ik heb U vorige week
zien zwaaien langs de Breelaan in
het nette -op de fiets, maar het
was er te doen daar op het hoekje
bij het Parkhotel. Vond U niet? Ik
geloof dat U blij waart dat er geen
brokken van U gemaakt werden.
Zou dat nu niet anders kunnen? Als
je de Van Peltlaan uitkomt, dan speel
je met je auto net kiekeboe; je moet
eens „loeken" of het wel gaat. En
meer dan vroeger staan daar nu even
om de hoek alle passagiers klaar
voor de autobus naar Camperduin.
Ik heb deze week eerlijk waar nog
gedacht dat er wel eens „bus-patiën
ten" van gemaakt zouden kunnen
worden. Als we nu het grote trottoir
voor slager Maassen zien, dan zou
den we eigenlijk zo door kunnen gaan
achter de bomen om naar het
terras van hotel Kreb, waar het
weer heel wat breeder is. Zou van
die tuin van „Ingeborg" niet een
hoekje af kunnen het zou mis
schien ook goed zijn voor uw eigen
gezondheid.
En dan nog wat, een heel klein
kleinigheidje maar. Als je zo de
Guurtjeslaan ingaat van de Breelaan
af, dan kom je aan het einde aan de
rotonde. Daar staat geen bordje, dat
je niet het bos mag inrijden dus
doet men het, maar even verder
komt men tot de ontdekking, dat het
fout is. Dat is voor de vele wande
laars welke dat laantje langs gaan,
wel eens niet prettig. Zou daar nu
niet een bordje kunnen komen: „Tot
hiertoe en niet verder?"
Mijnheer de redacteur, ik ben
streng zakelijk geweest, want er
wordt in uw blad al zoveel cultuur
uitgedragen aan de kunst wordt
reeds zo'n grote plaats gewijd dat
het misschien wel eens goed is als
vaste gasten die hier zo'n beetje
thuis raken wat over de dingen
van de dag te zeggen. Met de beste
bedoelingen natuurlijk.
Vandaag het laatste nummer dan van de Badbode. Dat wil
zeggen: het laatste nummer in DIT seizoen. Toch past hier een
woord van afscheid van de redactie. En daarin wil zij haar dank
uitspreken aan allen die het haar mogelijk maakten dit blad te
redigeren op de wijze, zoals zij zich deze van te voren voorgesteld
had. De Badbode was gevarieerd. Vogels van de meest verscheiden
pluimage lieten hun stem horen en juist dit maakte het blad lees
baar en attractief.
In het eerste nummer Schreven wij dat het in ons voornemen lag
het blad voort te zetten in de geest van de man die het oprichtte
en het zijn plaats in Bergen bezorgde, waarop wij thans kunnen
voortbouwen: Dirk Klomp. Zeker, Dirk Klomp had het anders ge
daan, maar wij geloven dat wij, met zóveel medewerking van zó
veel goede en vaak deskundige medewerkers, de nalatenschap van
Klomp niet onjuist beheerd hebben.
Te weten dat hij over ZIJN Badbode, zij het in andere handen
thans, waarschijnlijk tevreden geweest zou zijn, schenkt ons de
moed de taak van dit jaar als bevredigend te mogen beschouwen.
Het is wel zeker dat De Badbode ook in het seizoen '48 zal ver
schijnen en wie de redactie erover dan ook moge voeren, één ding
is zeker: lang VOOR het verschijnen zal er een actie op touw gezet
moeten worden die er toe leidt dat èn de advertenties èn het aantal
abonné's in belangrijke mate opgevoerd worden. Elders in dit
nummer staat het duidelijk: de Badbode is een blad dat de Bergense
gemeenschap de gasten aanbiedt. Het is toch zó, dat het hotelhou
ders, café-eigenaren, pensionhouders, kortom allen die rechtstreeks
gebaat zijn bij het vreemdelingenverkeer, iets waard moet zijn de
gasten van Bergen een behoorlijk orgaan aan te bieden?
Mogen zij, die dit betreft, dit overdenken en er, een volgend sei
zoen, naar handelen. Men kan bezwaarlijk beweren dat de cost der
enkele guldens in dit geval de baet der duizenden gasten niet voor
uit mag gaan
Er is hard gewerkt in dit seizoen. Vraag het iedere pensionhou
der, iedere hoteleigenaar, iedere cafébezitter. En nu het seizoen
voorbij is mag worden vastgesteld dat het een geslaagd seizoen ge
weest is. En men mag dankbaar zijn dat zo spoedig na de oorlog
reeds zo'n goed jaar geboekt mocht worden.
Laten zij, die daarvan de vruchten geplukt hebben, niet vergeten
wat de V.V.V. in dit opzicht jaren geleden gedaan heeft, dit jaar
deden het volgend jaar opnieuw doen zal. Men krijgt soms het ge
voel dat dit werk wel eens onderschat wordt. En zeker niet gewaar
deerd op de wijze zoals in feite behoort. Een woord van lof voor het
enorm vele werk dat het V.V.V.-bestuur in deze maanden gepres
teerd heeft is stellig op zijn plaats. En naast de lof voor de leden
van het dagelijks bestuur mogen wij daarin zeker betrekken hen,
die op het secretariaat zorgden dat het werk niet alleen vlot ver
liep, doch ook zó dat gesproken kon worden van een buitengewoon
goede service!
Over het werk van het Kunstenaars Centrum is veel geschreven
en wij wezen er eerder reeds op dat deze eerste maanden ongetwij
feld vruchten hebben afgeworpen. Of alle kunstenaars tevreden
zijn is ons niet bekend. Waarschijnlijk niet. Maar tevreden of onte
vreden, zij mogen erkentelijk zijn voor de wijze waarop de „gast-
vrouwe" van het Centrum, mej. Rex Elte, hun belangen behartigde.
Het is zeer belangrijk wie deze post bezet. Wij geloven dat de keuze
een volkomen juiste is geweest en dat de vele honderden bezoekers
op geen sympathieker en tevens bescheidenerwijze het werk van
de Bergense schilders getoond had kunnen worden.
Het is goed dit hier te mogen vaststellen. Menigmaal stond zij
toch als een rots in de kritiek-branding, doch evenzo vele malen
wist zij, hetzij bescheiden, hetzij diplomatiek, de belangen der
schilders te behartigen. Van de tevredenen en ontevredenen beide!
Wij vestigen er de aandacht op dat het V.V.V.-secretariaat na
15 September niet meer werkzaam is op het bekende adres.
Inlichtingen worden na deze datum verstrekt door de administra
trice, Mej. N. Sluyter, telefoon 2177, of door de secr.-penningm.
Mr. F. Zeiler, tel. 2168.