De ontdekking van Bergen r Xoppies-taid' iNHCTBAEVtN IN BERGEN STAAT EEN HUIS.. J. SNOEREN Sinds de eerste mensen werden verdreven uit het paradijs, is de her herinnering daaraan toch blijven le ven en telkens in de geschiedenis der mensheid zijn dichters en dromers het gaan zoeken. Hoewel het ware para dijs immer onvindbaar bleek en dat op dit ondermaanse wel steeds zal blijven, voerden die zwerftochten zulke zoekers buiten de steden en ver van het werelds gewoel vonden zij de nog ongerepte natuur, oorden van waarlijk paradijselijke schoonheid, eilanden van Elysese vrede en rust. In de middeleeuwen hebben vorsten en edellieden hun lustverblijven en jachtsloten, in de 17de en 18de eeuw bouwen adel en rijke kooplieden hun buitenverblijven. Zij allen zoeken na oorlog en intriges, na zee- en zaken reizen de ontspannende genoegens van het leven op het land. En in de 19de eeuw zijn het de dichters en schilders uit de tijd der romantiek, die weer opnieuw de schoonheid in de natuur ontdekken. Willem Jacob Hofdijk bezingt om streeks het midden der eeuw als een verliefde bard de Noordhollandsche duinstreek en verheerlijkt zijn dier baar Kennemerland in legenden en balladen. De Haarlemse botanicus F. W. van Ëeden (vader van de schrijver van De Kleine Johannes), op het voet spoor van Hofdijk, beschrijft ons met welversneden pen de schoonheid van al wat er groeit en bloeit in Kenne- mer duin en bos. En voor 't einde der eeuw is het de predikant-historicus J. Craandijk, die op zijn „Wandelingen door Neder land" dezelfde streek doorkruist en niet alleen haar historie ophaalt, maar ook haar schoonheid prijst. Zij zagen het dorpje Bergen nog in al zijn lieflijkheid; verscholen tussen weelderig geboomte het kerkje met de schilderachtige ruïne, en enkele boeren-herbergen (De Oude Prins, De Rustende Jager), wat verstrooid-lig- gende nederige woningen aan primi tieve weggetjes met hagen bezoomd en ergens dieper in het bos een sta tig herenhuis. Langs de in 1842 beharde straatweg naar Alkmaar kwam des zomers eens een enkele Jan-Plezier of een vigilant met stadsmensen, die een dagje uit wilden. En die stadsmensen klommen met stijve kuiten eens boven op een duintop om uit de verte de zee te zien en aten en dronken dan „onder de beuken" van de megebrachte mondvoorraad. En misschien was er al een speeltuin bij „het Vrouwtje in 't Duin", waar de kinderen konden genieten van wip of schommel. In de travalje voor de smederij bij de kerk kon men zo no dig nog even een los hoefijzer aan een van Bruins poten laten vastslaan, alvorens zeer voldaan en vrolijk-zin gend de terugreis te aanvaarden. Dan keerde de stilte weer onder het hoge geboomte rondom de ruïne- kerk en in de schaduwrijke lanen. Zo bleef het tot ver in de 19de eeuw; slechts familiefeesten, de kermis, feestvergaderingen of concoursen van de schutterij brachten wat leven en beweging in het overigens rustige dorpje. In 1898 wordt een renbaan aange legd ter plaatse waar nu de Herten kamp is en deze trekt op zomerse Zondagen vele bezoekers. Er is dan hier en daar al een villa gebouwd; Bergen is' op het spoor van de dichters ontdekt door de fijn proevers, die mooi willen wonen in een rustige omgeving. In de jaren 1901 en 1902 verrijzen de eerste pensions, die zich bij voor keur betitelen als „familiepensions". Bergen ontwaakt! Het ruikt zijn nieuwe toekomst. Zijn bestuurders beginnen te beseffen welke bijzon dere taak het dorp wacht, als uitge lezen woonplaats en als aantrekkelijk oord voor recreatiezoekenden en vacantiegangers. In 1902, als uiterlijk teken van een beginnend nieuw tijdperk, verrijst een nieuw raadhuis. Anno 1903 ves tigen de zusters Ursulinen hun Pen sionaat aan de Loudelsweg. Steeds groter wordt het bezoek op zomerse dagen, zo.wel van dagjesmensen als van pensiongasten. In 1905 komt de tram naar Alk maar en doet de stroom van bezoe kers nog meer aanzwellen. En de mensen zijn niet meer tevreden als ze vanaf een hoog duin kunnen turen naar een glimp van de zee, ze willen vanuit Bergen naar die zee en naar het strand toe. En in 1906 kunnen ze er naar toe, langs een nieuwe weg vanaf de Fransman recht naar het westen. Aan het strand verrijst een groot ho tel; Nassau-Bergen, gebouwd in 1907, vergroot en voltooid in 1913. Dan in 1909 wordt de tramlijn door getrokken naar de nieuwe badplaats Bergen-aan-Zee, waar zich geleidelijk een geheel nieuw dorp ontwikkelt, dat dra ook 's winters bewoond en per tram bereikbaar wordt. In het eerste kwart van deze eeuw heeft Bergen zich van een stil en lieflijk dorpje ontwikkeld tot een drukke seizoenplaats, van alle mo dern comfort voorzien en volkomen geschikt en in staat massas' mensen, er van heinde en verre samenstro mend, te huisvesten, te herbergen, van al 't nodige te voorzien en aange naam bezig te houden. Telde het dorp Bergen in 1901 cir ca 400 huizen en 1500 inwoners, in. 1925 telde het 1250 huizen en bijna 5000 inwoners. En nu, in 1948, zullen deze getallen wel weer veel groter zijn geworden, al werd door de laat ste oorlog uiteraard de normale ont wikkeling sterk geremd. („Bijna 8200", redactie). Die ontwikkeling van Bergen ge durende de laatste 50 jaar is hoe zeer verheugend in vele opzichten maar al te vaak gedaan ten koste van veel natuurschoon. Door de bouw van meest foei-lelijke pensions en villaatjes werd het intieme karakter van het duindorp bedenkelijk geweld aangedaan. Gelukkig is men hoewel laat genoeg gaan inzien, dat Bergen als ideaal woonoord en als seizoenplaats zich alleen kan handhaven krachtens de schoonheid van zijn natuur, die dus ten volle moet worden geëerbie digd en waarbij iederebebouwing zich volledig dient aan te passen. Alleen dan kan het dorp aan de voet der duinen zij het in andere betekenis blijven wat het oudtijds was; de heerlijkheid Bergen! Th. P. H. WORTEL, Gem. Archivaris, Alkmaar, De redactie introduceert met vreugde een welkome en originele medew'erker, die ons wat gaat vertel len in het Westfries. Wij zijn er van overtuigd, dat zijn bijdragen onder het geheimzinnige pseudoniem „idem" wel zeer in de smaak zullen vallen van gas ten èn Bergénaren en roepen hem van deze plaats toe; „Idem, nog vaak idem idem in onze Badbode 1948!" Wou je nog 'n bakkie?" vraagt Train. Dat hoeft ze aigeluk heelegaar niet te vrage, want ze weet, dat 'k 'n ofgemieterse liefhebber van koffie ben. Afain, 't is meer 'n gewoonte, dat vragen, want in de regel tapt ze 't al in vóór da'k wat zait heb. Aas je den mit mekaar gezellug zit te konkele, den raak je vanzelf wel effies an de praat ok. Deer begint Train opiens over de mode. De lange rok zit 'r dwars. Nou ja, dwars is aigeluk 't woord niet, want aas je zo'n ding dwars dreeg, den is ie weer kort Je begraip wat 'k bedoel. Ze weet zelf niet, of ze d'r voor is of d'r teuge. „Wat denk jai 'r van?", zait Train. Ik zai: „wacht 't maar of. De zomer komt an en den zie je hier heel wat aars as lange rokke. Ze laike wel gek! Verlede zomer zag je hier vrouwe Tope, dat leke wel sigare. Zo bruin, docht je. Nei, dat niet allien, maar d'r zat allien maar 'n banderol om. En nou zoue ze iniens mit lange rokke loope net as de zakkeloopers bai de volksspeule. 't Laikt main 't beste, dat ze d'r net tusse deur gaan". „Je hewwe glaik", zai Train, „ik hou me ouwe zoodje an Wou je nog 'n bakkie?" „Idem". BADBODE VERKRIJGBAAR te Bergen-Binnen in: Eerste Berger Boekhandel, Oude Prinsweg; Boekhandel P. de Haan, Stationsstr.; Boekhandel G. Schoelink, Oldenburglaan; Bureau van V. V. V., naast Postkant.; Bergense Kunsthandel P. Hopman, Kerkstraat 3; de zaak van J. M. Thomas, St. Antoniusstraat 13; Kunsthandel J. Ruyter, Hoflaan 2, Te Bergen aan Zee: in de zaak van J. Passer en de krantenkiosk Stationsplein. Zeker, er staan vele huizen in Ber gen, maar op één willen wij U, zo mergasten, het eerst wijzen. Wanneer gij op uw wandeling over de Nesdijk het polderland bewondert en U juist keert naar het schone uitzicht op de Damlandermolen met de duinenrand in het verschiet, wend U dan even om naar het huis nummer 7. Maar doe het eerbiedig, niet luidruchtig en blijf slechts even toeven, om daarna snel verder te gaan. En laten het geen horden zijn, die plotseling voor dat huis dringen in felle belustheid, want de zestigjarige, die daar reeds vele jaren woont, zou opschrikken van zo grove nieuwsgierigheid en dan KENT GE DE NATUUR RONDOM BERGEN? Voor alle natuurliefhebbers, zowel gasten als Bergenaren zelf, gaat Jan Ivangh deze zomer excursies houden, tegen geringe vergoeding (voor be strijding van kosten voor natuurstu die, aanschaffen van vogelringen enz.). Eerste excursie: Woensdagavond 16 Juni naar de Voert. Deelname 20 ct. p. p. Vertrek om 19.30 van de lindeboom a. d. Hoflaan. Bij voldoen de deelname volgt uitbreiding van het excursieprogramma. Duur van een excursie ongeveer twee uren. Zorgt gij, dat deze excursies slagen, toont aan de enthousiaste leider, dat ge zijn aanbod, u te geleiden, waar deert en gaat zelf genieten van een heerlijke avondwandeling onder zijn hoede door een mooi stukje Bergense natuur! zou hij misschien de klacht uiten: „Ik hard het leven in dit binnenland niet meer", die hij juist „in balling schap" in verlangen naar zijn Bergen en zijn stille woning dichtte. En, ach ja, het is altijd „maar beter, stille dingen stil te laten". Doch doet één ding, o gasten: benijdt de Bergenaren, dat zij in hun midden mogen hebben hem, wiens naam zal voortbestaan, zelfs al zou Bergen (wat niet te wen sen is) van de aardbodem verdwijnen. Bergen is en blijft het gelukzalig oord, waar, zal men immer zeggen, woonde en werkte een onzer groot ste dichters, zo niet dè grootste dich ter der schoonheid: A. Roland Holst. DE DAMLANDER MOLEN MET PR /MA SCHOENEN VAN Oldenburglaan 7 Telefoon 2191 BERGEN. Dit heeft de naam, zoo sommige seggen, van het Bergen der Schepen, gelyck Bergen op Zoom en Steenber gen, die bequame kreecken hebben gehadt voor de Schepen, en daar de selve hunne loop in onweder genoo- men hebben. Ick en soude niet willen staande houden dat de Schepen daar omtrent geen boesem gehadt hebben omme in te leggen, wachtende naa een goeden windt, om des te dichter aan de Zee te zijn, en uyt te zeylen Voor my, ick houde dat men niet en behoeft van den eenvoudigen naam af te wijeken, naamelyck, dat het „Bergen" genoemt is naa de veelheyt en hooge Bergen daar het van achte ren halvemaans gewyse bijnaa mede bese.t wordt; gij soudt oock meenen van verre dat het geheel onder den overhang der Bergen lag, en bijnaa gebergt was; gij moogt 'er uyt kiesen wat ge wilt (Uit „Oudheden van Zaan- land, Stavoren, Vronen en Waterland' 'door Hendrik Soeteboom (1702)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1948 | | pagina 5