„De Rustende
Jager"
Onder vier ogen
WIST U
„Fokkie Woef en 't
rose schelpje"
Paredais-vloek
Modern en gezellig
Harrif Lobrink
Ensemble Koldq
2e blad -- 19 Juni 1948
Wij praatten met tentbewoners
op het strand en wel van een heel
bizondere extra grote tent, waar men
in liggen kan (maar dat moet men
liever niet doen, want dan is men
„slachtoffer") en zitten kan (en dit is
buitengewoon gezellig, zoals wij on
dervonden) maar zelfs met gemak
staan kan. Waar we hier zijn? De
grote witte vlag met het rode kruis
zoi het ons al van verre: iets van het
Rode Kruis dus, en zelfs iets heel
aparts, een werk van waarachtige
naastenliefde en een schoon bewijs
van opofferingsgezindheid van 'n stel
mensen, dat iedere Zondag in het
badseizoen met deze tent te maken
heeft. Het is de E. H. B. O. van Ber
gen, de oorspronkelijke transport
colonne van het Rode Kruis. Ja, het
is heel gezellig in deze tent en heeft
niets van het steeds drukkende van
een „hospitaal". Dadelijk is er het
beste contact met de heren Schotten
en Beemsterboer en de dames, de ge
diplomeerde Mevrouw de Haan en de
adspirante Geri Schaper. Natuurlijk
strijken wij, mannen, voor een prettig
gesprek neer op een van de „divans",
en de dames blijven bedrijvig bezig,
want zij hebben hier ook de zorg
voor het „huishouden", waartoe be
hoort het zetten van een smakelijk
kopje thee. W. Schotten, de tent
commandant van deze Zondag, ver
telt op zijn rustige wijze, hoe verle
den jaar voor het eerst de colonne
vrijwillig het strand bewaakte, daar
toe aangezocht door de N. V. Bouw-
exploitatie Mij. Bergen aan Zee, maar
dat ze, omdat er geen diplomazwem
mers onder hun groep waren, nu de
hulp van de Alkmaarse Reddingsbri
gade ingeroepen had. En ja, op enige
meters afstand van de Tent, dicht aan
de zeerand, zien we op een soort
scheidsrechtetsstoél bij tenniswed
strijden, dus hoog boven de hoofden
der badgasten uit een van die krani
ge Alkmaarse mensenredders met de
kleurige vlag van de brigade naast
zich op de uitkijk zitten, de blik op
zee gericht. „Maar wat doen jullie
hier nu eigenlijk al zo?" vragen wij
en nu zijn het Schotten en Beemster
boer samen, die alles haarfijn uitleg
gen (terwijl de gediplomeerde ver
pleegster telkens nog aanvult): „On
gelukken op 't strand gebeuren er ge
noeg, een voet verwond door een of
ander scherp voorwerp Verleden
jaar, toen 't strand nog echt „vuil"
was, kwam dat veel voor ja, en
dan de slachtoffers van zonnebrand,
van kwallen en de onvoorzichtige
baders niet te vergeten". „En", zegt
Beemsterboer, „wilt u dit goed in de
Badbode zetten, DAT OUDERS, DIE
IN DE DRUKTE OP HET STRAND
HUN KINDEREN KWIJT ZIJN, ON
MIDDELLIJK NAAR ONZE TENT
KOMEN, OM DE VERDWAALDE
SCHAPEN DAAR AF TE HALEN?"
Wij beloven het en kijken eens de
ruime tent rond, die we op een drie
a vier meter oppervlakte schatten;
en we zien op de lange tafel de ver-
bandtrommels staan en de spullen,
die Schotten aanduidt als bestemd
„voor de kwallenbehandeling." Dan
luisteren we weer naar de daginde
ling, terwijl we intussen Beemster-
boer's „diploma" bewonderen, waar
op we met dankbaarheid de naam
lezen van dokter van Gelder, die on
ze „eersteling" ter wereld hielp:
Zondags van half elf tot 's avonds
ongeveer half zeven", en horen, hoe
er minstens twee van de mensen in
de Tent blijven, maar dat de red
dingsbrigade, ongeveer tien man
sterk, op het strand surveilleert.
Plotseling dringt iets tot ons door:
„U zei dat zo alleen 's Zondags
't lijkt even op Kortjakje: „midden in
de week, maar 's Zondags niet", maar
dan omgekeerd. Hoe moet dat dan de
andere dagen van de week, moeten
de onvoorzichtige baders dan maar
ver Wij hebben een tere snaar
aangeraakt, want in koor klinkt het:
„Nou, dat zegt onze hoofdcomman
dant precies hetzelfde". En weer
klinkt de naam van de dokter en
moeten wij wederom denken aan
„onze eersteling". Dan zegt Schotten
zacht, waar het hier om gaat: ,,'t Kan
helaas nog niet anders, want
eh't is alles vrijwillig wat we
doen, ziet u!" Vrijwillig. Dit woord
geeft weer andere dankbare gedach
ten: hoe heerlijk het is, dat in onze
egoïste wereld nog dingen „vrijwillig"
gebeuren! Hulde aan deze mensen,
die vrijwilligMaar wacht: Jaar
gebeurt wat: een badgast draagt in
zijn armen een slachtoffertje binnen,
een aardige meiske. Maar gelukkig is
dit geen ernstig geval: het kind heeft
slechts een door de felle zon pijnlijk
verbrand armpje. Liefderijk wordt
dit slachtoffertje van de zomerse dag
ontvangen en met zorg behandeld.
Tranen hoeven er hier niet bij te pas
te komen; daarvoor is het hier veel
to gezellig en werken de vaardige
handen met talkpoeder te zacht. En
terwijl de tentcommandant dit geval
nummer zoveel in zijn journaal no
teert, haalt Beemsterboer een geval
van „vanmorgen" op, met terecht alle
lof voor de service van „Bello, het
trammetje". Bij het Vlagduin had een
aanrijding plaats gehad van een wiel-
rijdster öp het fietspad. En nadat de
Bergense E. H. B. O. de dame ver
bonden had, was dit overigens lichte
geval per tram naar Alkmaar terug
kunnen gaan, dank zij het feit, dat
Bello er speciaal voor gestopt had.
Als dat geen service was
Ja, bravo, spoormannen van onze
dat de keuzecommissie voor
't zenden van kunstwerken naai
de tweejaarl. tentoonstelling, de
Biënnale te Venetië (comm. be
staande uit Jan Engelman, Hildo
Krop, Jhr. Sandbergh en Mathieu
Wiegman) schilderijen uitver
koos van de Ned. jongeren An
drea, Horn, Muys, Sieger, Jer.
Voskuil èn van de Bergenaar
Jaap Min? Zo wordt dan Bergen
bij de „Koningin der Adriatische
Zee" -het Serenissima Venezia
vertegenwoordigd door deze
begaafde, serieuse jongere. Pro
ficiat, Jaap Min!
dat eind Juli het K. C. B. in
't Huis met de Pilaren 'n ereten-
toonstelling gaat houden van
werk van A. Roland Holst? Mis
schien krijgt men daar dan 't ori
ginele geschenk te zien dat 't K,
C. B. aan de jarige dichter aan
bood: 'n fraai boekje, samenge
steld door Mia v. Regteren Alte-
na en de heren Kamp (letterk.),
Krijgsman (typograaf) en Vis
(kunstschilder);
dat de Badboderedact. 'n groot
bewonderaar is van Godfried
Bomans? Toch wil deze (nog)
niet iets voor ons blad schrijven.
Jammer, want onze Badbode
Bello en bravo mannen en vrouwen
van de Bergense E. H. B. O.! En ook
bravo, mannen van de Alkmaarse
Reddingsbrigade
Wanneer we met een echt gemeend
„tot weerziens" van de gastvrije en
tot het uiterste hulpvaardige tentbe
woners afscheid genomen hebben,
klinkt juist een waarschuwend getoe
ter van de mensenredder, die nu op
de hoog verheven uitkijkpost „staat".
Er dreigt gevaar; dit ziet men duide
lijk aan zijn verstoorde blikken zee
waarts en zijn driftig getoeter. Die
deksels onvoorzichtige zwemmer daar
ginds! Zou je hem niet?
We nemen ons stellig voor, deze
kranige mannen van E. H. B. 0. en
Reddingsbrigade op onze bescheiden
wijze te helpen door in Badbode II
een speciale Lichtboei No. II met
dikke letters te plaatsen. Op Zondag
wordt er over de onvoorzichtigen
voldoende gewaakt, maar op week
dagen zullen alle zwemmers en ba
ders, met die lichtboei voor ogen,
beseffen, dat het geen pas geeft, te
spelen „met-het-leven"!
heeft cachet en voortreffelijke
medewerkers. Deden Pa Pinkel
man en Tante Pollewop er maar
'rigoed woordje voor!
dat 't plaatje van de Ruïne in
Badbode I bij 't artikel van de
voorz. van V. V. V. 'n houtsnede
van Rein Snapper was? Nee?
Nu, dat wist de red. ook niet. Hij
wil graag zijn fout goedmaken,
en daarbij wijzen naar ander
werk van die kunstenaar: op de
tentoonstelling in Kunsthandel P.
Hopman i. d. Kerkstraat;
dat de red., vooral door zijn zoon
Rob, 'n verwoed voetballer is?
(zie naar zijn kuiten!) Aan Bad
bode I was dit niet te merken;
daarin stond niets over sport.
Foei!
dat 1 Juni 't visseizoen geopend
is? Binnenkort horen de lezers
daar meer van;
dat op die 1ste Juni de secr. van
't K. C. B. „natuurlijk" niet thuis
was?
dat de bekende K. L, M.-vlieger
Van Ulsen, op een van zijn vluch
ten boven Teheran of elders bo
ven de aardbol, over „Bergen"
gaat schrijven? Verheugt u al
vast, mèt de redactie!
Ons Kinderverhaal met
prijsvraag
ii
(Korte inhoud hfdst. I: Kennis
making met zeehondenfamilie
Woef. Fokkie Woef droomt
altijd van 't Bio-slot op 't Rus
senduin in Bergen aan Zee).
Nu 't dus weer vrede was zat Fok
kie, die langzamerhand 'nFok gewor
den was, weer geregeld op 't wrakje
voor de kust, en zijn voorpootjes wa
ren dan graag bezig met schrijven,
om kruiswoordpuzzles op te lossen,
die in 't Badkrantje „De Zeester"
stonden. En Fokkie won altijd maar
prijzen: kinkhorentjes, die muziek
gaven, en 'n schelp met 'n echte pa
rel (uit Japan) en 'n rogge-ei, dat je
kon opblazen en dan kon je er mee
pingpongen, en meer leuke dingen,
die hij gul aan zijn zusjes gaf, omdat
dat de hr. J. H. Roggeveen (te
vens vast medewerker v. d. Bad
bode, voorz. van V. V. V. en
kunstschilder) als directeur v.
Gemeentewerken op 1 Juli op
zijn verzoek eervol ontslag ge
kregen heeft? De Badbode, V. V.
V. en de Schilderkunst zullen
daar wel bij varen;
dat de Bergenaren „gelukkig"
weer hun belasting kunnen beta
len? Ze hebben weer 'n gemeen
teontvanger.
En, KINDEREN VAN GASTEN
EN BERGENAREN, wist jullie,
dat er aan 't kindervervolgver
haal „Fokkie Woef en 't rose
schelpje" 'n prijsvraag verbon
den is? Maak één tekening (of
meer tekeningen) bij één of meer
der vervolgen en zend die, met
je naam en thuisadres, in bij een
der juryleden, de heren J. H.
Roggeveen, J. Bax of R. J. Valk-
hoff; of bij 't V. V. V. huisje
(Mej. Sluyter daar weet van dit
laatste niets af, maar zij vindt
't vast wel goed). Uitslag in de
laatste Badbode. Mooie prijzen.
Daar zorgt de directie voor en
dan wordt 't zeker best!
Ze benne beslote de paredaisvloek noggerus te geve in 't openlucht
theater.
Deer heuwe ze glaik in, want 'tis vleejaar bar insloege.
Aas 't zover is gaan ik 'r vast weer nai toe, al hew 'k 't vleejaar
van voor en van achter bekeke.
Toe hew 'k murke wat 'r allegaar an zo'n toneelstuk vast zit.
Adam en Eva ware de eerste mense, maar voor dat ze in 't paredais
kwame ware George, Henk, Jaap, nog 'n Jaap, Meneer Berkhout, Mea
en nog 'n hoop aar man- en vrouwvolk al in de kleedkamers. En deer
tusse deur zag je de skraiver van 't stuk en Meneer Haakman, de
laider, heen en weer skarrele, om. de leste puntjes nog wat bai te
vailen. Dan hoor je Henk jammere, in de kleedkamer, dat die dooie
veugel zo stinkt, weer ie nou voor de vaifde evend mei op 't toneel
moet. Effies verder hoor je d'r ien teuge Kaïn zegge: „mooi weer, hè,
wat 'n prachtavond om Abel dood te slaan!"
Teuge de taid dat ze beginne is alles weer aars. Hier en deer staat
er ien in z'n boekie te snuvvele of z'n rol te preuvele en de dames-
rolle zitte as duifies an d'r veere te plukke. Alles wacht op 't sain van
Meneer Haakman. Klaar? Beginne.
Ze benne d'r daluk goed in. Dat is George. Wat 'n stem hè? Alles
gaat best. Ruim duizend mense benne zo stil as 't beton, weer ze op
zitte.
Den komt 't ope doekie voor de slaaf mit z'n slavenziel ha, ha, ha.
Skitterend was ie en ze ope doekie heb ie dubbel en dwars verdiend.
D'r *ware 'r trouwens meer, die 'n ope doekie verdiend hadde. Dat
voelde je an 't pebliek ok, 't was net of ze op mekaar zatte te wachte,
om 't te leite davere. 't Spel gong deur. Aigeluk was 't gien spel meer.
Je beleefde 't. Je zat niet op 'n betonblok mit 'n kusse van 'n dub
beltje. Nei: je zat op je hurkies in 't oerbos deur de takke van de
eeuwigaid in 't paredais te kaike.
En die brand in 't paredais, dat was gien Bengaals vuur van vaif en
twintig stuivers per bus, dat heel op de fiets uit Friesland haald was.
En de zon, weer Adam de mense nei toe draift, dat is gien namaak
mit ullectries van 0,28 de kilowat. Nei, deer denk je niet an. Je ben
helegaar uit die taid van Adam en Eva, toe d'r nag niks van sok sok
was, weer we nou zogenaamd mudern mei benne. Van binne benne
we 't zelfde bleve en d'r benne nog 'n kwak Kaïns. De teugeswoordige
mense wulle ok mekaar doodslaan om in 't paredais te komme, maar
mit doodslaan kom je d'r niet.
Je kenne beter 'n kaartje hale bai de V. V. V. voor de 14e Juli of
de -15de Augustus. Den ben je in 't paredais zonder te vloeke.
„idem"
ni) ze wat kinaeraentig vona. mj ging
maar door met puzzles oplossen tus
sen zijn zeevaartschoolwerk door.
Met zijn boezemvriend Boefje Foca
maakte hij plannen: „Eens win ik 'n
prijs, nee maar, zo'n reuze prijs! En
dan ga ik 'n landreis maken, naar
't Bio-slot en zo nou en dan zullen
die mensen eens wat zien, als Fokkie
komt!" „Och, joh", zei verstandige
Boefje, „jij zeker met je staart! De
mensen zullen je zien aankomen.
Mijn Pa zegt, dat ze daar bij dat
kasteel 'n museum hebben en daar
zitten allemaal gedroogde dieren in.
Nou, en als ze daar nog geen zee
hondje hebben, dan weet ik wel wat
ze doen." - „Wat dan?" „Nou,
dan zetten ze jou ook op, en dan is
't met Fokkie Woef's leven gedaan!
Want die mensen, die elkaar vijf jaar
lang met bombommen gegooid heb
ben en eikaars huizen afbraken,
nouvoor geen cent te vertrou
wen, hoor!" Wordt vervolgd.
Bezoekt
BERGEN N.H.
Dancing
Café-Restaurant
(Restaurant a la Carte)