Bergensche
Bad-, Duin- en Boschbode
M. VAN REENEN-VÖLTER
Twee-en-dertigste laargang No. 5 Abonnementspri|s: if2.-voonedenderv.v.v.
Zaterdag 10 Juli 1948
Ek
DE NOORDZEE
f 3.25 per seizoen
J O O Losse nummers 25 cent
WEEKBLAD
Redacteur: R. J. VALKHOFF,
van der Meystraat14, Alkmaar
Uitgave: N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h Herms. Coster Zn.
Voordam 9, Alkmaar Tel. 3320 Postgiro 37060
Voor advertenties: N. SLUYTER,
Dorpsstraat 23, Bergen, Tel. 2447
i/^i iTn/Nri I r-\ Bewaar de Badbodes nief voor uw kasten,
LICHTBOEI (5): (voor de Bergense huisvrouwen). maar toon ze geregeld uw volgende gasten!
Bergen aan Zee staat in het teken
van de belangstelling. Na de bevrij
ding in 1945 was het betreden van de
badplaats verboden, wegens mijnen-
gevaar, maar des niet te min vond
menigeen de weg er heen zonder de
Canadese wacht te passeren en mag
het een wonder heten, dat er geen
ongelukken voorkwamen. Wie de ra
vage gezien heeft van omgaasde ter
reinen, waar de mijnen lagen, de mas
sa's oudroest en waardeloos oorlogs
tuig, die overal verspreid lagen, ere
puinhopen van de vele gesloopte hui
zen, de bunkers, oud meubilair
kortom, een niet te beschrijven massa
vervallen goederen, kan niet genoeg
bewonderen, dat dit alles afgevoerd,
geslecht, bijgeplant en opgeruimd is.
In het strand stonden forse palen
en ijzeren staven gerameid en hoewbl
de daaraan bevestigde mijnen verwij
derd waren, beletten zij toch een ge
ordend badbedrijf. Niettegenstaande
deze obstakels, doken baders in zee,
en, hoewel builen en schrammen op
gelopen werden, zijn ook hierbij geen
ernstige ongelukken voorgekomen.
Bergen aan Zee had de goede naam
behouden, die het eertijds verworven
had en die geen „Mof het heeft
kunnen ontnemen.
Het lieflijke en eens zo keurig on
derhouden plaatsje, dat buiten zee en
strand ook bosschage biedt, is nog
kleiner geworden, maar wie het ge
kend heeft in de volle bloei, wilde er
ook nu weer toeven.
De vaste bewoners keerden terug
en herstelden hun woonstee, zodat zij
al spoedig gasten konden ontvangen
en de baddirectie wist uit de resten
van het vernielde en geroofde mate
riaal een bescheiden bedrijf te openen,
zodat Bergen aan Zee reeds in 1946
een „seizoen" boekte.
Te midden van het vernielde Ber
gen aan Zee bleef het borstbeeld van
wijlen Mevrouw van ReenenVölter
onbeschadigd achter veel prikkel
draad en hield zij als het ware de
wacht over de badplaats, die door
haar en haar echtgenoot gesticht en
tot bloei gebracht was en waaraan
zij het eigen cachet gaf.
Veel gebouwen, straten en paden,
die door de stichters waren aange
legd werden roekeloos vernield, maar
enkele grote werken bleven gespaard.
In de vallei staat de kerk er onge
schonden, te midden van de hoog op
gegroeide dennen, die, helaas, aan de
Zuidkant door de bezetter gekapt
werden.
Het Parnassiapark prijkt er weer in
volle schoonheid en rijkdom aan ge
was.
De waterleidingbuizen, banken, in
houd van het museum werden geroofd
of vernield, evenals het aardige
beeldje van de orgeldraaier, die zo
veel jaren zijn onhoorbaar lied voor
het museum stond te spelen maar
juist nu geuren de rozen, die welig
uitgegroeid zijn en reeds is aange
plant, waar de zeewind de dennen
sloopte.
Deze beide werken getuigen van
het idealisme, dat aan de vrouw eigen
was. die met haar echtgenoot de bad
plaats stichtte, waarvoor zij beiden
grote verantwoordelijkheid voelden.
Elkeen kon onbekommerd profite
ren van de door hen beiden gedane
arbeid en niet alleen badgasten kwa
men, maar velen bouwden in de jonge
badplaats, aangetrokken door de
charmej dio er van uitging.
Er was contact met elkeen, die zich
nieuw vestigde en zodoende gebruik
kon maken door de ervaring, die de
stichters verworven hadden. Hotels en
pensions verrezen, winkels werden
geopend en nimmer is er een faillisse
ment voorgekomen. Menigeen bouw
de met gespaarde verdiensten een
huis, dat aan zomergasten verhuurd
werd.
Met raad en daad stond de Vrouw
klaar om allen te helpen, die zich
tot haar wendden en hierdoor kwam
met haar helder en practisch inzicht
veel goeds tot stand.
Allen, die de badplaats gekend heb
ben van af haar ontstaan, zullen nu
terug denken aan de tijd, toen er ook
nog slechts weinig huizen stonden en
elk nieuw gebouw met spanning en
verwachting werd tegemoet gezien.
Een geleidelijke en normale ont
wikkeling vond plaats en indien
bleek, dat er behoefte was aan uit
breiding van het bad, wegen, winkels,
enz., dan werd daarvoor een oplos
sing gevonden.
Toen als nu speelde het
„weer" een grote rol en er behoorde
De Noordzee doet zijn gore golven dreunen
En laat ze op 't strand in lange lijnen breken.
Zijn voorjaarswater marmren groene streken
En schuim en zwart waaronder schelpen kreunen.
Zie van 't balkon mij naar den einder leunen
Met oogen die sinds lang zoo wijd niet keken:
Een'Hro'om' in *f hart is me éér ik 'twist ontweken"
En 't oog wil buiten me op iets komends steunen.
Hoe ben ik altijd weer vervuld, verlaten:
Vervuld van liefde en hoop en schoon gelooven;
Verlaten als mijn droomen mij begeven.
Maar dan komt, o Natuur, langs alle straten,
Uw kracht, uw groei, uw dreiging, uw beloven
Hoe klopt mijn hart van nieuw, van eeuwig leven.
Albert Verwey, Uit „De Lage Landen bij de Zee".
(Uitg. Mees).
moed en vertrouwen toe, om ondanks
slechte seizoenen het werk voort te
zetten en te profiteren van de goede,
om noodzakelijke verbeteringen aan
te brengen.
De stichteres, wier borstbeeld nu te
midden van de krachtig uitgegroeide
rozen prijkt, die allengs de fraaie
dennen achtergrond, die door de be
zetter gekapt werd, vergoeden, heeft
met haar vooruitziende blik geweten,
wat voor een badplaats nodig was en
daarin te samen met haar echtgenoot
voorzien.
De tram, het postkantoor, waterlei-
Parnassiapark te Bergen aan Zee.
ding, electriciteit en nog zo veel meer
werden door persoonlijke bemoeiingen
verkregen en ook dit alles is na de
verwoesting gebleven.
In de kerk werd met Kerstmis 1945
weer de eerste dienst gehouden, waar
toen wel de gehele bevolking van
Bergen aan Zee tegenwoordig was.
Het lieflijk dorp zal herrijzen en het
borstbeeld van de Vrouw, die zo veel
schoons en goeds tot stand bracht, zal
de schakel vormen tussen verleden en
toekomst
HET K.C.B. DWINGT TOT
BEWONDERING
Voor een uitgelezen gezelschap
opende Mr. A. F. Kamp, bestuurslid
van het K. C. B. de tentoonstelling
van werkende leden in Kunstzaal
Boendermaker aan de Loudelsweg.
De waardige en sympathieke gast
vrouw, Mevrouw Boendermaker, ont
ving, zoals men dat van haar gewend
is en was zichtbaar in haar element.
Nu, dat waren haar talrijke gasten
zeker ook. Hoe kan dat ook anders in
die fraaie tentoonstellingszaal, waar
het steeds een genot is te toeven.
Het Kunstenaars Centrum zit niet
stil; behalve deze tentoonstelling
opent het de deuren van het Huis met
de Pilaren aan de Kerkstraat voor de
vierde tentoonstelling aldaar, deze
keer met werken van Mevr. Koeman
Meertens en de heren Dehé, Graadt
v. Roggen, Koeman, Kuyten, L. Ra-
decker, Sax en Snapper.